- „THE LOVED ONE TONY RICHARDSON hekelt Amerikaanse begrafenisbedrijf ï-jskusss-- Juridische problemen rond .De teerbeminde' Charles Aznavour weer opmerkelijk Bruiloft aan de Maas Gemiste kans: Los Tenientes Peggy Peters nieuwe ster De ruimte in Smijten met geld Slachtoffer van Castro Preminger zweeg Zakkenroller gevraagd Les Parisiennes Memphis Slim: de pure blues - -• PLUS 26 FEBRUARI 1965 Er is in Hollywood nauwelijks een filmstudio te vinden, die al niet eens de draak heeft ge stoken met de „American way of life", de Amerikaanse manier van leven. Maar nu kan Metro-Gold- wyn-Mayer er zich, een beetje angstig, op beroemen, dat zij de eerste is geweest om de Ameri kaanse manier van sterven op de hak te nemen. Op een reusachtig reclamebord in Beverley Hills, volkomen in de stijl van de Ame rikaanse begrafenisondernemin gen, kan men lezen: „M-G-M pre senteert „The Loved One" (De Teerbeminde) aan degenen, die er WERKELIJK om geven". On langs, na de laatste scène voor zijn film naar Evelyn Waugh's gelijk namige novelle te hebben opgeno men, opende de regisseur, Tony Richardson, een fles champagne en lichtte een tipje van de sluier op men vervalt onwillekeurig in dergelijke uitdrukkingen bij het schrijven over zo'n film die tot nog toe rond deze produktie had j gehangen. [minui CHARLESAZNAVOUR Peggy Peters, een zeventien jarige brunette uit Berlijn met heel lichte ogen is df nieuwste tienerster waarop in Duitsland aller ogen zijn gericht- Met materiaal van deskundig Duitse componisten komt ZÏÏ sterk en ook nogal luid voor d& dag op een nieuwe single van Artone (HA 25.259). „Ich setzó alles auf eine Karte" en >rAas' heten de beide liedjes waarmeö zij onbevangen in de schijnweT' pers van de wereldpubliciteit stapt. TEN -fr „The Loved One" is een filmkoraedlt rond de begrafenisgewoonten, in heft rul» den van Caliïomië. Richardson zelf en Christopher Isherwood en Terry Southern, die hem bij het samenstellen van het scenario assisteerden, hebben Waugh's aanval op het cynisme van de Amerikaanse begrafenisindustrie, die heel wat meer eerbied heeft voor geld dan voor de doden, nog wat aangedikt en gemoderniseerd. „In onze film", aldus Richardson, „komt de eigenaar van „Whispering Glades", een peperdure begraafplaats, tot de ontdekking, dat hij meer kan verdienen aan het bouwen van flats, dan aan het begraven van lijken. Zijn probleem is dus, de reeds begra ven lichamen kwijt te raken. Daartoe gaat hij een compagnonschap aan met het Amerikaanse ruimtevaartprogram- j ma, dat de lichamen de ruimte in schiet onder het motto: Wederopstan- ding-Thans. Richardson ontkent, dat MGM hem bij het maken van zijn film heeft proberen te beïnvloeden. „Aangezien we op de grafstenen in onze film geen namen van werkelijk overleden personen moch ten gebruiken en aangezien het te ris kant was om zelf namen te bedenken, moesten we proberen van nog levende mensen toestemming te krijgen, van hun namen gebruik te maken". Het was gemakkelijk genoeg om alles wat men wilde, te weten te komen over de begraafplaatsen. Die zijn om zo te zeggen „openbaar eigendom". Om meer te weten te komen over de „verkoop techniek van de begrafenisondernemin gen, stuurde Richardson er zijn vrouw, Vanessa Redgrave op uit, samen met Terry Southern. Ze deden zich voor als een man en vrouw, die op zoek waren naar een aocraKist voor moeder. „Ongetwijfeld zullen er mensen zijn' i aldus Richardson, „die er zich gekwetst [door zullen voelen. Trouwens, de eerste die er zich door gekwetst achtte, was 'Evelyn Waugh. Hij maakte zich kwaad, over wat, Ik in een interview had gezegd. Ik had zijn boek „een beetje mager" genoemd om er een volledige speel film van te maken, bedoelde ik. De zaak waarnemers van Waugh schreven een boze brief aan MGM, waarin ze mijn onmiddellijke ontslag als regisseur eis ten". Artiest aan het werk. Mr. Joy boy (Rod Steiger), hoofd van de balsemafde ling in de film „The Loved One", neemt zijn nieuwe object (Sir John Gielgud) met kennersblik in ogen schouw. „Maar de grootste moeilijkheden had den we lijken. Ik was bang, dat die er in mynaim n;et ecj,t genoeg zou_ den uitzien, want ik had nog nooit een dode gezien. i>e enige manier om er ze ker van te zijn, dat er niets mis zou gaan, was een echt lijk te fotograferen tegelijk nwt acteurs, die als zodanig wa ren opgemaaKt en dan kijkenj of er verschil was. e eerste begrafenisonder nemer, die e opbelden, zei, dat zo iets volkomen m strijd was met de voor schriften. Ma toen we hem als tech nisch adviseur hUurden> beloofde hij voor „een 5™°} vers» exemplaar te zor gen, als we isues 20 discreet mogelijk deden. Stel 1 mijn schrik voor, toen ik bij mlJn _aChtautoan het lijkenhuis een enorme vracmauto Van de shldio voor de deur zag terwijl een hele horde decorateurs bezig ^as gipserl afgietSeis van hoofden naar binnen te sjouwen". „Doodkisten ging Richardson voort, „waren gemaxkelijk krijgen! maal niet de sch n. die ze de overlede nen aan deH. ,®n doen. Er is maar één firma, ze maakt en die wilde niets te maken hebben met een fflm als de onze Een va «jaurhCu1*",' waarmee het ver haal van «itgebreid, ,is de jacht die een g®1* van de Amerikaanse luchtmacht, 'ansa. 0ver ta uit d(K>d. peinsde Richardson, „hoe onsolide dood kisten eigenlijk zijn, maar tenslotte hoe ven ze slechts éénmaal te worden ge bruikt. Er is trouwens eens een man ge weest, die zijn begrafenisondernemer een proces heeft aangedaan, omdat hij zijn vrouw „niet blijvend" had begra ven". Onder de vele bekende acteurs, die ln de film optreden, bevinden zich Liberace als doodkistenverkoper, Rod Steiger met een blonde pruik als Mr. Joyboy, hoofd van de balsemafdeling, Sir John Gielgud en Robert Morley als oude Engelse ac teurs in Hollywood, Robert Morse als dichter, die tijdelijk in dienst treedt van een begrafenisonderneming en een groen- ogige, 24-jarige debutante, Anjanette Co mer, die de rol speelt van Miss Aime Thanatogenous, die belast is met de op maak van de lijken. „Van alle meisjes, die ik testte", aldus Richardson, „was zij de enige, van wie ik kon geloven, dat ze verliefd was op de dood". „The Loved One" was in maatschappe lijk opzicht een nul in Beverley Hills. Men hoeft bepaald geen voorstander van commerciële televisie te zijn om te begrijpen, waarom er steeds meer fil mers zijn, die liever een reclame-spot van zestig seconden voor de televisie maken dan een speelfilm van zestig mi nuten of meer. En waarom regisseurs, schrijvers, acteurs en technici elkaar eenvoudig verdringen om er voor te mo gen werken. Het is namelijk verbazing wekkend hoe daar met geld wordt ge smeten. Onlangs hebben we Inzage gehad van het produktleschema voor een Britse TV- spot, waarin reclame werd gemaakt voor een reinigingsmiddel. Voor het Til- De kopstukken van MGM krijgen het gezamenlijk op hun zenuwen, als iemand maar de naam durft noemen ran de be graafplaats (Forest Lawns), waarop Waugh, naar verluidt, zijn boek heeft gebaseerd. Maar Richardsons Whispe ring Glades is ingericht in het park rond het buitenverblijf van een miljonair met een echte begraafplaats voor huisdieren „Pet haven" genaamd, waar de hond van iemand uit Cuba begraven ligt met het opschrift „Slachtoffer van Fidel Cas tro". In de film draagt Robert Morse een kort geknipte Beatlepruik, terwijl de scenarioschrijver, Christoper Isherwood, optreedt als rouwdrager bij de begrafe nis van Sir John Gielgud. De bewoners van Beverley Hills heb ben letterlijk gevochten om als figurant, desnoods als lijk in de film te mogen op treden. Wie niet mocht meedoen aan men waren twee dagen uitgetrokken: één dag repeteren en één dag opnemen. De opnamen werden gemaakt in een particulier huis in het zuiden van Londen een heel klein huls bovendien. Daarbij waren 33 technici betrokken, plus de no- De film „The Loved One", naar Evelyn Waugh's gelijknamige satire op Forest Lawns, Afneri^a's duurste begraaf- i plaats, steekt de 'draak met het Ame- rikaanse begrafen'sbedrijf. Bovendien wordt, zoals uit de f010 j;nks blijkt, ook de spot gedreven met de i manier, waarop in Hollyy,00d vaak publiciteit voor in produktie zijnde j film wordt gemaakt. De voornaamste acteurs in de Nm worden dan met gezichten, die een en al glimlach en vriendelijkheid zijn, Gefotografeerd te- gen een gepaste achtergrond. Op de i foto ziet men van links naar rechts Robert Morse, Robert Morleyt Jona than Winters, R0<^ Steiger, Roddy McDowall en Sir John Gielgud keurig op grafstenen zitten. De jongedame op de voorgrond hij het engeltje met de titel van de film, is Anjanette Corner, die in de film de rol speelt van Aimée Thanatogenous, belast met de opmaak van de lijken. Otto PREMINGER: soepel voor de pers. dige auto's om ze van en naar de s' dio en hun hulzen te vervoeren, P'us,e,e kantinewagen, vóór het huis om de h® dag voor warme maaltijden te zorge De vier elektriciëns konden niet v,ec'- ken, eer het elektriciteitsbedrijf vo° een speciale kabel had gezorgd. Toe het eenmaal zover was, trokken ze binnen met acht lichtbatterijen, tw®* met de hand bediende schijnwerpers e» een cameralamp. De vijf leden van 0 cameragroep hadden de beschikking qv® twee camera's en drieduizend voet fi1"0, geschikt voor een half uur opnemen. De regisseur nam van iedere scènf niet minder dan 25 opnamen, wat hen" waarschijnlijk in ernstige moeilijkhede" zou hebben gebracht met de producen* ten van iedere belangrijke filmstudio Niettemin moesten er sommige scène» een week later opnieuw worden opgen"' men. De met de controle belaste prodU' cent was in dit geval echter tevens °e opdrachtgevende reclame-agent. Wie zou zich dus zorgen maken? Hoogstens de kopers van het aange prezen artikel. Men kan namelijk veil»? aannemen, dat die twee dagen werken aan de reclamefilm minstens tienduizend gulden hebben gekost. En dan moet er nog peperdure zendtijd worden gekoch' om 't gerede produkt te vertonen. Hoe* veel pakjes reinigingsmiddel zouden de huisvrouwen niet moeten kopen, voordat zo'n bedrag er uit is? Over geldverspil ling gesproken. Otto Preminger is een van de soepel ste Amerikaanse producenten wat zijn contacten met de pers betreft. Het is, voor zover bekend, nog nooit voorge komen dat hij weigerde de vragen van een journalist te beantwoorden, hoe pijnlijk of impertinent die ook waren. Onlangs echter heeft hij, om redenen die hij zelf wel het beste zal kennen, ge weigerd om de New Yorkse pers te ver tellen, hoeveel filmrechten hij had be taald voor de novelle „Hurry Sundown" van K.B. Gilden. Een ondernemende krant publiceerde de volgende dag het bericht, dat hij er de recordprijs van 795.000 dollar voor had betaald. Een verslaggever van het blad had de uitgever van het boek opge beld en hem naar de prijs gevraagd. D« uitgever had hem geantwoord: „Zeven vijfennegentig". de verslag*^™! jSV hoofdredacteur tot de de uitgever de verkoopprijs per boek had., genoemd zeven dollars 95 cents. Wat zal Preminger gegrinnikt hebben- In de gerenommeerde Londense „Times is enige tijd geleden 'n klei ne advertentie verschenen, door middel waarvan de steller contact zocht met ecu bcroepszakkenroller, die zich uit de ac tieve dienst had teruggetrokken. Men had zijn diensten nodig om Kim Novak les te geven in het vak voor een belang rijke scène in de film ..Adventures of Moll Flanders". „The Times", die altijd erg bezorgd is voor zijn repu-tatie en zich daarom niet met iedereen inlaat, had de advertentie in eerste instantie geweigerd, totdat vaststond, waarvoor zij eigenlijk moest dienen. Weet u, hoeveel ex-zakkenrollers op <5® advertentie schreven? Naar verluidt niet minder dan 27. „The Times" telt toch wel rare vogels onder zijn lezers. In een zoals gebruikelijk ook. opmerkelijk uitgegeven Barclay- album is de nieuwe LP van Char les Aznavour verpakt. Aardige tek sten en zeer geslaagde tekeningen van R. Hovivian luisteren deze uit- j gave op. Door do fraaie lay-out van j het album zou men bijna vergeten, j dat er ook nog een grammofoonplaat inzit waarop men Aznavour in twaalf vrij recente chansons kan beluisteren. Begeleid door het voortreffelijke orkest van Paul Mauriat hoort men een Aznavour-op-z'n-bcst in Que c'est triste Venise", ,,A ma fille", „Le Temps", „Hier Encore" en „II te suffisent que je t'aime". Ofschoon de Aznavour-bewonderaars zo onderhand zijn timbre, zijn ma nier van interpreteren, zijn voordracht, kortom: zijn stijl wel door en door zullen kennen, blijft deze kleine, be weeglijke, zeer inventieve kunstenaar toch steeds fascineren. Soms wordt men getroffen door een simpele en daardoor overrompelende tekst („Hier Encore"), dan weer raakt men onder de indruk van een bepaalde onweer staanbare melodie (,,Le Temps") of een merkwaardige muzikale overgang („Avec"). Want hoewel men de the ma's en de uitgangen van zijn chan sons kent, steeds blijft men geboeid door het enorme vakmanschap, de in tense muzikaliteit en de levensechte, bloedwarme teksten waarover Azna vour de beschikking heeft. Daarom ook zal de ster van Aznavour nog Jaren blijven schitteren, zullen men sen zich de nog altijd niet geringe uitgave veroorloven om zijn platen aan te schaffen en zijn recitals te bezoeken. Ook op deze nieuwe Barclay-uitgave (80 241) komt men weer tal van ster ke nummers tegen. Ook enkele min der geslaagde liedjes zal men opmer ken; het vreemde echter is dat men die liedjes hoe méér men ze beluis tert steeds minder zwak gaat vinden. Helaas hebben wil deze plezierige er varing niet gehad bU de nummers „Le Jour se léve", „Chaque fois que J'aime" en „Toi et tes yeux enfants"; deze chansons zijn ronduit slecht. Maar gelukkig zijn er dat maar drie op de twaalf liedjes, die dit al bum telt, voor een zo produktief man als Aznavour nog altijd een uitzon derlijk goed gemiddelde. OOMS, die by bruiloften en par tijen in de huiselijke kring ach ter de piano gaan zitten om in samenwerking met diverse soor ten alcoholica de feeststemming te ver hogen, behoren tot een uitstervend ras. Voor piano's is er trouwens geen plaats meer in de moderne woningen, zelfs niet in de minuscule vorm die de huidige instrumentbouwers eraan weten hebben te geven. Maar voor een pla tenspeler is er altijd wel een plekje te vinden en daarmee kunnen dan door middel van Philips' langspeelplaat „Bruiloft aan de Maas" (P 12.945 L) Jerry Voré, Leo de Vos, De Carlton Zusjes, De Wilmari's, De Dorsvlegels en een orkest onder leiding van Jan Theelen in huis Worden gehaald om in plaats van de pianospelende oom de stemming erin te brengen. Dat gebeurt dan door de klassieke Bruilr'tsmars van Mendelssohn-Bartholdy, „Als je pas getrouwd bent", „Over 25 jaar" te be landen bij „Oom Piet, die weer terug is uit Amerika", „Du kannst nicht treu sein" en het een tikje uit de toon vallende „O, was ik maar dood". Aan sporingen om de glazen niet te verge ten zijn voldoende te vinden in .Ja jem", „Bier her" „Schnaps das war sein letztes Wort „Daar moet op ge dronken worden" en „Jetzt trink'n ma noch a Flascherl Wein". En dat maakt de meezingende gasten dan weer r"i voor filosofische bespiegelingen over „Mein Hut der hat drei Ecken„Ik heb een potje met ret", en „Schwarz- braun is der Haselnuss" om tenslotte alle opgekropte geestdrift te ontladen in „Troela, o Troela", „Tarara boemdié" „Hiep, hiep hoera" en „Lang zullen ze leven". Een plaat, die meer op prijs zal wor den gesteld, naarmate men zich dich ter bij de bron van de schone Maas be vindt. En niet voor niets in de Car- navalstijd uitgegeven. Twist, madison, surf maar ook de goeie ouwe charleston ze zijn allemaal wel ergens terug te vinden op de Philips-LP P 77.248 1 (,,Deluxe"-serie) die geheel is gereserveerd voor pianist-orkestlei der Claude Boiling en de vier meis jes die nog onlangs op de Nederland se televisieschermen te zien waren: Les Parisiennes. Twaalf nummers die redelijk amusement bieden, ook voor wie het Frans nauwelijks beheerst: de teksten hebben per slot van reke ning weinig of geen betekenis. Het gaat allemaal zo van hup-jongens- het-leven-is-nog-zo-kwaad-niet-en-daar- gaat-ie-weer-zet-'m-op 't is-féést-vandaag -en-morgen en overmorgen-óók-nog-en Nou ja. heel opgewekt hoor. Maar ook zonder te denken aan wat men voor het geld aan andere platen zou kunnen kopen kunnen we toch echt niet adviseren meteen naar de platen zaak te hollen om „Claude Boiling et les Parisiennes" in huis te gaan halen. Memphis Slim is in de blues-tradi tie grootgebracht en grootgeworden als begeleider (maar door hem in andere zin evenzeer begeleid) van niemand minder dan Big BiU Broon- zy. En met drie van diens nummers bewijst Peter Chatman zoals Slim nog heette vóórdat hij in 1939 in Chi cago onder Big Bill kwam de betreurde blueszanger en -gitarist pos tume eer: „I feel so good „Rock me, baby" en „Plowhand blues". Fa meuze titels, zoals men er overigens op deze plaat méér tegenkomt: ,,Goin' down slow" (St.-Louis Jimmy), ,,Goin' down to the river" (Blind Lemon Jef ferson), „Love to you" (Willie Dixon en Muddy Waters). In totaal tien ban den die de blues laten klinken zoals men die tè zelden nog te horen krijgt. Slims voordracht indringend, met een suggestieve spanning die soms tot het uiterste gaat maar nérgens l eens eerder hebben wij gewe- zen op de Latijnsamerikaanse /jL ensembletjes die, nog jaren later, een trio als dat van Los Paraguayos (in zijn oorspronkelijke samenstelling dan) zijn gevolgd naar Europa. Dikwijls hadden ze er hun eerste successen in Parijs, waar dat soort warmbloedige muziekjes wel licht nog meer dan elders bleek en blijkt aan te slaan. Ook „Los Tenien tes" de drie Mexicanen Andrés Aratufian, Alvaro Gómora Rivero en Antonio Serrano hebben de over steek gemaakt. En ook zij gunden Parijs de eer van hun Europees de- landse musici. Titels als „Besame mu- cho", Maria Elena", „Perfidia", ,Ave Maria no morro" „Guantanamera" „La Bamba" en „Quizas, quizas, quizas" maken de zaak meteen al duidelijk: op een enkel liedje na de zóveelste plaat met het geijkte repertoire. Niet dat er voor de liefhebbers helemaal geen ple zier aan te beleven zou zijn de plaat slaat zelfs naast zijn vele concurren ten lang geen slecht figuur. Maar een wat minder voor de hand liggende keuze, een tikje meer oorspronkelijk heid in de uitvoering (wat ons betreft gerust zonder die ritmische injecties) hadden voor een aangename verras sing kunnen :orgen, hetgeen nu niet het geval is. Een gemiste kans. Enig lichtpunt is misschien, voor wie op dit gebied nog niets in de discotheek heeft, dat Artone deze Zuidamerikaan- se amusementspotpourri als introduc tieplaat in een speciale laag geprijsde serie heeft uitgegeven. nia.nn Zichzelf op df. ^geleidend! zingt Memph>s Sum op Fontana (serie Folk Blues lJ.S.A., Lp nr. 688.701 ZL> etnJ,»ummerB waarvan er negen uZIJ« gewor- er negen zon gewor den door de vertolkingen van ande ren vandaar het dat deze schijf heeft meegekregen. „Alone with my friends". breekt doet nog al eens aan die van Big Bill Broonzy denken. Verwonder lijk is dat natuurlijk niet en Memphis Slim bezit voldoende muzikale per soonlijkheid om het toch allemaal nèt even anders te doen. Dat zijn piano spel een bijna afzonderlijke plaats in neemt gezien zijn verleden al even min iets om zich over te verbazen en meer dan eens teveel de aandacht voor zich opeist is een bezwaar maar te gering om de luisteraar niet onder de indruk van dit album Alone with my friends" te brengen. Een plaat met zuivere blues, die niet over het hoofd mag worden gezien. buut, tijdens een voorprogramma in de music-hall ,A-lhambra" Iemand die bij Artone het een en ander in de melk heeft te brokkelen zag wel iets in zang en gitaarspel van de drie zi geuners want zo worden ze aan gekondigd "n liet ze een reis naar Engeland onderbreken om in Haarlem een langspeelplaat te komen opnemen. liet resultaat, onder nummer POS lis verschenen: zestien bandjes met tot de Mexicaanse folklore behorende of min dan wel meer daarop gebaseerde lied jes, vertolkt door Los Tenientes met ritmische steun van enkele Neder-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 20