Semi-prof uit keurslijf van halfwas gegroeid Betonvoetbal jaagt publiek van de velden Si c. Taken Discussie Ondermijnen Reeds 58 PLUS 12 MAART 1365 —J1 Elf jaar geleden, in een som bere hotelkamer in Utrecht viel de belangrijke beslissing: Neder land kreeg betaald voetbal. De door velen bejubelde, maar ook door velen versmade semi-prof had na een lange en moeizame worsteling 't levenslicht aan schouwd. De strijders van het eerste uur lieten op die gedenk waardige avond alle zorgen van zich afglijden, zij voelden, dat zojuist voetbalhistorie was ge schreven, zij voelden, dat er een voetbaltijdperk van ongeëve naarde bloei en nieuwe onge- droomde mogelijkheden was aangebroken. Oranje was ver blijd en verward door deze onge dachte stoutmoedigheid. Met het enthousiasme van een zor geloze „bon vivant" stortte Ne derland zich in het avontuur van het halve betaalde voetbal. Een ongerijmd avontuur achteraf, een onbezonnen daad, zoals men nu weet. Anno 1965, elf jaar na de „blije beslissing van Utrecht", blijkt, dat er destijds in die hotelkamer in de domstad een verschrikkelijke vergissing is begaan. Niemand heeft er ooit aan gedacht, dat de semi-prof ook wel eens volwassen zou moeten worden, niemand heeft begrepen, dat het ferme jonge kereltje, die een zo'n beloftevol leven scheen te zijn beschoren, uit zijn keurslijf van de „half was" zou groeien en door gebrek aan ruimte nooit zou genezen van zijn onherroepelijke kinder ziekten. De gevolgen van de on gelukkige conceptie van 1954 zijn 11 jaar later duidelijk merkbaar. Het topvoetbal in ons land wordt verteerd door zwakte en overbe volking. Er is voor velen geen bestaansrecht, maar toch probe ren alle clubs in de haast lach wekkende uitputtingsstrijd van ieder seizoen hun graantje mee te pikken. In de wanhopige struggle for life zijn betonvoet- bal en fanatieke man-tot-man- gevechten in de plaats gekomen van tactiek en techniek. De zwakte wordt gemaskeerd met de „toverkreet" van het 4-2-4- systeem, een speltype voor maestro's, maar nu gemeen goed, van de dolle half betaalde voetbalmassa. De armoe in de top van het semi-prof voetbal is groter, dan men algemeen denkt. In dit seizoen zijn er clubs naar de bovenste regionen van de ere-divisie doorgedrongen die Natuurlijk, meneer! Leo Hom fluit beter. Maar die heeft ook ander publiek! - - Op uitnodiging van onze sportredactie hebben vier prominente „voetbalbelanghebbenden" een discus sie gevoerd over full professionalisme en de moge lijkheden om daartoe te komen. Deze vier prominenten, t.w. de heer A. de Boer, wet houder van sportzaken in de gemeente Velseri, de heer L. Brunt, secretaris-penningmeester van de K.N.V.B., de heer G. Brox, manager van Feijenoord en de heer H. Solleveld, voorzitter van D.W.S. hadden een bijzonder openhartig gesprek, waarbij zeker geen „heilige huisjes" werden gespaard. Wij prijzen ons gelukkig dat de vier heren zo spontaan hun medewerking aanboden om tot een beter begrip inzake de noodzakelijkheid tot een snelle invoering van het full prof voetbal te komen. Het is ons een eer de ideeën en gedachten, die de heren over het full professionalisme ontwikkelden in dit exclusieve artikel onder de aandacht van onze lezers te brengen. Deze reportage werd samen gesteld en geschreven door Michel van Gils. Lo Brunt, secretaris-penning meester van de KNVB brengt een toast uit op het full pro fessionalisme. Wanneer zal de droom werkelijkheid worden? ronduit erbarmelijk slecht voet bal spelen. Het aantal clubs, dat aan het moegeworden publiek nog werkelijk goed voetbal biedt, is beangstigend klein ge worden. De semi-prof schreeuwt het uit: hij kan geen twee heren dienen. Waar gaat dat naar toe? Waar houdt het geduld van de steeds weer geringeloorde toe schouwers op? Zal het beton- voetbal straks de doodsteek van de semi-prof zijn? Of wordt er bijtijds door de verantwoordelij ke instanties ingegrepen? Be grijpt de KNVB dat het Neder landse volk recht heeft op top voetbal en ziet de overheid in, dat voetbal een uiterst belangrij ke vorm van massarecreatie is en ziet die overheid dan ook in, dat zij de plicht heeft die recrea tie op een zo hoog mogelijk ni veau mogelijk te maken? nu hierdoor verloren gaat? Wethouder A. de Boer uit Velsen kan beschouwd wor den als de grote man achter de Telstar-fusie. De wethou der heeft een groot ideaal: gezondmaking van het voet bal. V dur. IVë N( S 'm L i 'v FULL PROF VOETBAL Dit zijn „hete" vragen, dit is een gevaarlijke materie. Ongetwijfeld. Maar een materie, die de aandacht vraagt, een materie, die zelfs heel dringend de aandacht vraagt. Wij weten wel, dat het voetbal al lang niet meer de enige vorm van re creatie is voor de sportminnende ar beider. De welvaartsgolf van na de oorlog heeft het volk in staat ge steld zich op velerlei wijzen te ver pozen. Maar toch is voetbal voor de grote massa nog steeds een niet te vergelijken trekpleister. Voetbal kan het land in vuur en vlam zetten en of men dat nu symptomatisch vindt voor de intelligentie van het Neder landse volk of niet, voetbal vraagt, ja eist met speciale zorg te worden aangepakt. Daarom liggen hier be langrijke taken voor overheid en voetbalbond. Het topvoetbal in Ne derland dient binnen zeer afzienbare tijd op een hoger plan te worden gebracht. Op een hoger plan, d.w.z. full professionalisme. evenwel niet als een dromer, hij is een idealist, maar hij weet zich niet temin als een heel nuchter mens bij de feiten neer te leggen. Wethouder De Boer was de man, die tijdens de discussie dat zult U ervaren met de voorstellen kwam. Hij was het, die durfde uit te spreken, wat eigenlijk al lang gezegd had moe ten worden en waaraan al lang ge werkt had moeten worden. De „man van de KNVB" was uiteraard de heer Lo Brunt, de bekwame, reële, maar vooral ook voorzichtige secretaris-penningmees ter van de voetbalbond. De heer Brunt gaf ook dat kunt U lezen op sommige „lastige" vragen bij zonder openhartige antwoorden. Dat typeerde zijn bereidheid „om iets te doen". De secretaris-penningmeester staat positief tegenover het volledig betaalde voetbal en hij zal zich dan ook zeker ten volle voor deze zaak inzetten. De vertegenwoordigers uit de „prof-hoek" waren de heer G. Brox, manager van Feijenoord en de heer H. Solleveld, voorzitter van DWS. Ook zij toonden zich duidelijk voorstanders van het full professio nalisme en ook zij maakten tijdens de discussie een aantal zeer behar tigenswaardige opmerkingen. men weet dat de tegenpartij sterker is, dan is het logisch, dat men op de een of andere wijze probeert die te genpartij het doelpun(;en maken te beletten. Laten we niet vergeten, dat tactiek ook eer\ onderdeel van het spel is. En als de sterkere tegenpar tij er niet in slaagt van een zwakker elftal te winnen, omdat dit zwakke elftal kans ziet sterkere spelers uit te schakelen, dan vind ik daar niets onsportiefs aan- Dle sterkere partij moet dan maar weer zorgen dat het tegen dat uitschakelen van zijn spe lers ook weer middelen verzint. Dat dat sterke verdedigen, nat betonvoet bal, de aantrekkelijkheid Van het spel beïnvloedt, daar ben ik van overtuigd. Ook wat dit betreft 70u jjj echter duidelijk willen svellen> dat die achteruitgang niet aY®en in Ne derland te constateren valt- m de he le wereld is het voetbal als kijkspel minder aantrekkelijk geworden. G. BROX: De heer Brunt had het over die angst. Natuurlijk is jjet voor de spelers en de clubs belang rijk geworden of er een wedstrijd gewonnen of verloren wordt. Die be langrijkheid illustreert zwh dan ook vaak in het spelbeeld. Vele clubs voelen zich genoodzaakt om met alle middelen hun plaats op de ranglijst te behouden. Een van die middelen is dan het defensieve spel, het op trekken van de betonnen muur. Ik voor mij, ik stel, dat al dat verde digen niet noodzakelijk is. Wij heb ben een aantal weken geleden PSV thuis gehad en die ploeg speelde zeer defensief. En slaagden de Elnd- hovenaren in hun opzet? Neen, want Feijenoord won met 10. En nu durf ik het volgende te beweren: als PSV niet zo verdedigend had ge speeld, maar meer het accent op de aanval had gegooid, dan had die ploeg misschien niet verloren, maar gewonnen. Heus, er waren ge noeg talentvolle spelers in dat elf tal om tot gevaarlijk aanvalsspel te komen. Maar dat gebeurde niet. Er moest zo nodig verdedigd worden. En dit vind ik toch wel een van de voorbeelden, waaruit ik moet con cluderen dat de aantrekkelijkheid van het voetbal door dit „betonnen gedoe" verloren gaat. Ik zie het ver schijnsel van dat alsmaar verdedi gen toch wel als het begin van het einde. Ik vind het erg jammer, dat de clubs onder welke omstandighed dan ook, het systeem blijven huldi gen van de sterke defensie. H. SOLLEVELD: Dat betonvoet bal bevordert beslist niet het kijk spel en ik ben er dan óok echt geen voorstander van. Net als de heer Brunt kan ik mij echter wel inden ken, dat een ploeg op e'en gegeven moment zijn verdediging' verstevigt om een sterkere tegenpartij zo lang mogelijk op een afstand te houden. Die sterke verdediging accepteer ik dus wel als een onderdeel van het strijdplan. Maar het defensieve spel mag natuurlijk geen „eeuwigduren de zaak" worden. Ik bedoel een ploeg moet niet jaar in jaar uit blij ven verdedigen om toch maar vooral in de een of andere divisie te blij ven. Kijk, dan zijn we op de verkeer de weg, dat zou het voetbal op het laatst inderdaad helemaal ondermij nen. WETH. DE BOEK: Ik sluit me bij het voorgaande aan. Ik zou er alleen nog dit aan willen toevoegen: het kwalijke premiestelsel is vol gens mij een van de hoofdschuldi gen aan het betonvoetbal. Er ligt bij sommige verenigingen een enorm verschil tussen de beloning voor een gewonnen wedstrijd en een verloren wedstrijd. Wanneer een ploeg eenmaal een voorsprong heeft genomen, dan zie je vaak, hoe de verdediging wordt dichtgegrendeld. De spelers voelen ex niets VOOT OW de „vette buitte verspelen. Ze. gaan. liever met z"n tienen voor de pof staan om een paar honderd gulden in de wacht te slepen dan „mooi" te spelen en afgescheept te worden met een onnozel zakcentje. Maar stelt U zich eens voor, dat men het in de voetballerij zou kunnen op brengen om naast de honorering voor een zege, een gelijkspel en een nederlaag, een premiestelsel te cre- eren voor mooi spel. U voelt wel, dat dit een geweldige revolutie in het hele voetbal teweeg zou bren gen. De spelers worden echter ntt gewaardeerd naar het aantal ver overde punten. Het kan niet anders of deze methode moet een keiharde slijtageslag in de hand werken. Alvorens wij de vier heren nu aan het woord laten, willen wij voor de duidelijkheid even aangeven, langs welke banen de discussie zich heeft bewogen. Onze sportredactie (naast Michel van Gils was ook onze chef- sport Frans Nypels aanwezig) stel de allereerst centraal het schrikba rende verschijnsel van het beton voetbal. Via de bespreking hiervan kwamen de discussanten geleidelijk aan bij de problematiek van het vol ledig betaalde voetbal. Hoe staat U tegenover het zoge naamde betonvoetbal? Vindt U dat de aantrekkelijkheid van het spel Het leek ons een goed idee over deze indringende problematiek van gedachten te wisselen met enkele mensen, die in de hoedanigheid van hun functies veel met voetbal te ma ken hebben. Mensen ook, die meer dan de meeste anderen reeds nu ge dwongen zijn over full professionalis me te denken. Bij de keuze van de discussanten was het duidelijk, dat er zeker „een man van de overheid" moest zijn en „een man van de KNVB", terwijl uit de groep, die straks full prof voetbal moet gaan spelen, vanzelf sprekend ook representanten moes ten komen. In de heer A. de Boer, wethouder van o.a. sportzaken in de gemeente Velsen, vonden wij onge twijfeld de meest geschikte „man van de overheid". Wethouder De Boer (de grote man achter de Tel star-fusie) is als weinig anderen in de overheidsdienst zo bezield door de sport. Die bezieling vloeit niet al leen voort uit het feit, dat de heer De Boer een sportliefhebber in hart en nieren is, maar ook uit zijn over tuiging, dat de rol van stiefkind, die de sport in ons land inneemt, een regelrechte sociale onrechtvaardig heid is. Beschouw de heer De Boer L. BRUNT: Betonvoetbal is echt niet iets, dat we speciaal in Neder land hebben, dat zien we overal. Sinds het voetbal zoveel te maken heeft met het geld is er een angst ontstaan om te verliezen, is er een angst ontstaan om risico's te lopen. Door die angst is men allerlei voor zichtigheidsmaatregelen gaan ne men, die o.a. ontaard zijn in het zo genaamde betonvoetbal. Dat verster ken van de verdediging daar wil ik toch wel de nadruk op leggen gebeurt echter lang niet altijd op een ongeoorloofde manier. Wanneer W, n bet ?0r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 20