Steeds meer vraag naar het middelgrote schip MARITIEME JUWELEN OP DE HISWA Aantal speedboten neemt sterk toe Elk jaar meer ruimte en comfort Bungalowtent domineert op kampeer af deling Hiswa Licht-gewiclit ontwikkeling nieuw type IN DROOMWERELD VAN DE TIENDE HISWA Geb>ek aan ligplaatsen lastig probleem Dag- en nachtbewaking door ex-kampioen speerwerpen Motorkruisers in een grote variëteit okjor^ Populaire schakel Standaardtype Lichter gewicht VRIJDAG 12 MAART 1965 PAGINA 7 AMOT^DAM^ het dak" van de nieuwe-RAI, de droomwereld van de tiende His- watentoonstelling. Ook het zeilen de schip heeft zijn kansen in de recreate en vacantiebesteding. En nu men bij het zoeken naar ruimte meer en meer op het water is aan gewezen, worden die kansen eigen lijk voortdurend groter. Zo op het oog domineren de grote zeegaan de jachten. Maar voor hen is er maar een kleine groep werkelijk gegadigden. Achter de verrukke lijke visioenen van zonbelicht zeil doek, oprijzend uit de kim, het machtige geslurp van de boeggolf en hoog-aan-de-windse rakken bij „pak-weg" de Bahama-eilanden, komt de harde werkelijkheid van het ongenaakbare prijskaartje. Daarom is de grootste kooplust zonder twijfel gericht op het klei nere en middelgrote zeilschip. En men kan zeggen dat de exposanten daarop hebben gerekend. De schepen domineren in het nieuwe RAI-gebouw. Opval lend is dat zowel bij de motor boten als de zeiljachten het middelgrote type sterk in opkomst is. De Safari New Faceresul taat van experimenteren met een asymmetrisch type, dat ruime sta-hoogte combineert met een gering gewicht. De boot heet „Full-speed" en vaart „full-speed". Tekst door BEN KROON HAYE THOMAS „Sherpa" slaapzakken met Leacril en dons „Semperil" luchtbedden Dubbeldaks-irekienten in 3 types V.W. voorzeilen! f 350. Zie onze showroom WARMOESSTRAAT 21 - TEL. 10845 Zeiljachten berekend op ruimer en ruwer water Al het vorig jaar was te merken dat net kleinere, middelgrote zeiljacht Sterk in opkomst was. Deze ontwikke ling Is doorgezet en zal zo verna men wü van de insiders nog voort durend groter worden. De meest uit eenlopende zeilkruisertjes verschijnen aan de markt. Boten met de lijnen van een meeuw en een inrichting, waarbij het vernuft op het scherp van de concurrentie tot het uiterste is opge voerd. Men wéét het. De vertrouwde watersportdomeinen, zoals Loosdreeht en de Kaag in het drukke Westen, zijn In het hoogseizoen vaak behoorlijk „volgeboekt". Trouwens het lijkt wel alsof het zeilen op de kleinere binnen wateren in het algemeen het punt vaD verzadiging heeft bereikt. Ergens houdt dit natuurlijk ook wel verband met het gebrek aan ligplaat- sen dat. inderdaad groot is en vooral de laatste jaren tot een waar probleem is uitgegroeid. In 1964 is de plezier- vaartuigenvloot met 20 pet. gegroeid en op circa 76.000 schepen gekomen. AMSTERDAM, 12 maart In heel de exuberantie vani het êto- mende lakwerk komen ze eigenlijk nog beter tot hun ïec doelen de maritieme juwelen, die nu voor de tweede achtereenvo keer een plaats op de Hiswa hebben gekregen. Vorig jaar in een klem, bescheiden standje. De man die er over ging hield alles keurig op liistie bij, zat tijdens het gekrioel van het bezoek op de drukke ure werkelijk op hete kolen en stopte aan het slot van elke tentoonstellings- dag met een zucht van verlichting de juwelen, sieraden en andere kost baarheden in zijn stand, zo snel als hij maar kon, weg in een solide brandkast. Toch werd dit probeerseltje van Begeer, Van Kempen en Vos een aardig succes. En daardoor gesteund hebben deze juweliers hun aanwezigheid op de Hiswa helemaal anders opge- ■a|bouwd. Een grote, ruime stand nu, aan een der gaanderijen in het nieuwe RAI-gebouw: vol driftig WW jt tikkende scheepsklokken, kompassen voor om de V P°^s' waarmee je tussen de vissen, diep in de Mid- fÉll» dellandse Zee, je koers kunt bepalen, speciale 'I gfflgS starthorloges voor de zeilers, die met behulp van ■waElr Jh^9 rode bolletjes precies het verloop van de tijd voor ti-M 'Wm 'iet definitieve vertreksein aangeven, een klokje F* flBÉ voor bergbeklimmers compleet met hoogtemeter en ingebouwde barometer. „Bij het beklimmen van nuailCTl de Euromast kan je er al plezier van hebben", zo verzekerde de man die ons hoog boven de luxe feeën van de watersport uit, rondleidde door zijn wereldje van pure rijkdom en technisch vernuft. Ja, wie koopt nou zo'n zilveren scheepsmodel van 35 mille? Een heel mooi ding, inderdaad! Maar moet het nou? „Ja," zei de man gedul dig. „Er zijn klanten genoeg voor." Wij voor ons geloofden meer in de fraaie gouden kettingen, volop nautisch, dus compleet met gouden harpsluitingen. Aan de ketting bungelden gouden bedels zoals drijf ankers, scheepslantaarns, kompassen etc. En voor hen die bijvoorbeeld allergisch zijn voor goud is er een identieke uitvoering in zilver. „Alles bij elkaar." zo vervolgde onze gids, „staat hier voor ruim een miljoenWe floten, zoals dat dan hoort, zachtjes tussen de tanden. ,Is dit niet een beetje de goden „verzoeken"?" merkten we op. „Nee hoor," sprak de man monter verder. „We hebben onze maatregelen getroffen als u dit tenminste bedoelt." We knikten van ja en toen stelde de gids-door-het-flonkerende-wonderland ons voor aan een ro- buste zestiger wiens introductie al onmiddellijk allure had bij de eerste handdruk. Die was ronduit hard en genadeloos en had meteen al een soort dreiging in zich. En per slot van rekening is dat iets waar de voormalige speerwerpkampioen Jaap Knol het van hebben moet. Sinds hij bij de hoofdstedelijke politie gepensioneerd is, heeft hij zijn eigen bewakingsbureautje en is hij meteen actief als het er om gaat de kost baarheden van anderen te beveiligen tegen wat dan ook. Jaap Knol en zijn zorgvuldig geselecteerde speurders en krachtpatsers zullen er wezen. Wie een aanval op de maritieme juwelen van Begeer, Van Kem pen en Vos overweegt moet het echt zelf weten. Van onder de glim mende motorboten a la James Bond, de knusse buikige platbodems, de ranke, scherpe luxe-jachten wordt de situatie in stand 91 voortdu rend in de gaten gehouden. En 's nachts wordt er gepost. Door mannen die weten wat er eventueel verkeerd kan gaan. Dat is hun door de „grote baas" Jaap Knol echt wel duidelijk gemaakt. Voor al deze boten moet plaats gevon den worden, 's Zomers aan de stei gers, 's winters het liefst op het dro ge. Het aantal ligplaatsen dat er jaar lijks bijkomt, ligt in de race met de groei van het aantai boten duidelijk achter en valt men kan dat gerust stellen steeds verder terug. Het aan leggen van jachthavens is nu eenmaal geen eenvoudige zaak. En nog afge zien van de hoge kosten zijn de voor bereidingen en het verkrijgen van de vergunningen zeer tijdrovend. Met door het Rijk gesubsidieerde projecten heeft men geprobeerd enigszins aan de vraag tegemoet te komen. Gesteld wordt dat het tekort aan lig plaatsen het grootst is bij de grote ste den, op de Zuidhollandse en Utrechtse plassen en op enkele meren m Fries land. Ook dit heeft er toe geleid dat velen hun vaarterrein hebben ver legd. Het IJsselmeer is sterk in op komst als geliefd watersportgebied. De luxe jachthaven van Muiden „puilt" in. het seizoen letterlijk uit en het door zijn vissersschepen verlaten Volendam biedt gedurende de zomermaanden be paald een tjokvolle nautische indruk. Overal langs het IJsselmeer ziet men in de oude havens accommodatie van pleziervaartuigen verschijnen. Ac commodatie voor het grotere zeilschip waarin twee tot vijf mensen kunnen slapen. Naar dit scheepstype wordt door een grote groep belangstellenden uitgezien. En in het hoofd heeft men dan de ontwikkeling van het water rondom Amsterdam, waar straks het grote IJ-meer zal ontstaan, compleet met kunstmatig aangelegde eilandjes En natuurlijk ook de grote randme ren, die in het Deltaplan zijn opgeno men, zoals bpvoorbeeld het Veer- se gat, waai aan het aloude Veere door de pleziervaart nieuwe nauti sche bedrijvigheid heeft gevonden. Meer belangstelling dus voor groter, open en ruimer water. En daardoor dus meteen ook voor het stevige en solide zeilschip, waarmee het gezin de ruimte kan zoeken en vinden. Op deze vraag is zo kan men op de Hiswa zien een zeer behoorlijk aanbod af gekomen. Voor bedragen rond de tien mille zijn ai verschillende van deze zeilkruisertjes te krijgen, stalen zowel als van kunststoffen. Minder opvallend is ditmaal de aanwezigheid van de ronde- en platbodemjachten, die tot nu toe wellicht te duur zijn gebleken. Toch mag in deze categorie het fraaie Enk- huizer boljacht van staal de aandacht hebben. Dit stevige, bolle schip met heel zijn vormstabiliteit, geldt als een pri meur. Mooie zwaarden met vleugelpro fiel. Gaffeltuig en 27 m2 zeil. Zeer veel ruimte in de kajuit en ingebouwde mo tor. Zonder die motor doet het schip 20.500,-. ,,lk moet het maar afwach ten", vertelde ons de eigenaar de heer Kooyman. ,,Ik wéét dat ik hier een prachtig, goed en uiterst betrouwbaar schip heb afgeleverd. Daar sta ik ga rant voor. Dit schip brengt, zoals bij het roer staat aangegeven: „De ver ten naderbjj". Op weg naar de RAI ben ik vlak achter het transport gaan rijden. Juist om eens te zien of de mensen er nog belangstelling voor had den. Er was er niet één die keek. En dat was voor mij een geduchte tegen valler." Bij de kleinere open boten valt op, dat de populariteit voor de Schakel klasse en ook die van de Spanker nog steeds toeneemt. Het zijn snelle en goe de zeilers die in prijs tussen de twee en drie mille vallen. Als hét bolwerk van de noordelijke degelijkheid geldt nog steeds de vertrouwde zestien kwadraat, maar daarvoor moeten dan ook een paar duizend gulden meer op tafel worden gelegd. De kleinste zeil boten zijn de vaartuigjes voor de jeugd. Flitsjes, pluisjes o.a. compleet met zeiltjes er bij. Zeven a achthonderd gulden. Wie dit te duur vindt, komt in de categorie der „zeilmakers" terecht. Want in tal van variëteiten zijn bouw pakketten voor zeilboten te krijgen. De'vraag hiernaar wordt voortdurend groter en het is dui delijk dat de produktie zich aanpast. De prijzen beginnen aarzelend rond de tien mille om dan al heel gauw naar de twintigduizend gulden op te rukken. Tenmirlste voor wie het toch in de betrekkelijk eenvoudige stijl wil hou den. Want denk niet dat men dan al de top bereikt heeft. Die loopt uit in de peperdure glimlach van oliesheiks en andere gefortuneerden, voor wie de uit gave van enige tonnen echt geen proble men oplevert. En wat daar tegenover staat is op deze tiende Hiswa ook in veelvoud te zien. Op onze tocht langs de mastodonten der „grote jongens", ontmoetten we de drijvende bungalow. Zonder motor 21.800. Zithoek, keu ken, toilet, kasten, zonneterras op een drijvend stalen ponton, die op zich een prijs van 9800.- vertegenwoordigt. Het Rotterdamse constructiebedrijf van De Lange is er mee op de expositie verschenen. Bij aankoop zal de verko per voor winterberging zorgen, maar de belangrijke zaak van een ligplaats vergunning gedurende de zomermaanden is een probleem van de koper zelf. Het is overigens ook mogelijk alleen de pon ton aan te schaffen en daar op zijn ca ravan te rijden. Ook dan heeft men een drijvende woning. En neemt men de motor van 800 er bij, dan kan men zich met een snelheid van 12 tot 15 km per uur, dus binnen de maximum bepalingen, over het water verplaatsen. Dan fungeert de stalen ponton dus als een soort pontje. Iets dergelijks is ook de Ski-Barge, in twee soorten en respectievelijk 4850 en 6850 gulden kostend. Het verschil zit hem in de grootte. Je kunt er met je Volkswagen gemakkelijk op rijden. Of er een complete familiereünie op houden. Angst om te zinken hoef je niet te hebben, want dit vreemdsoortige vaartuig van gewapend polyester is zelf- lozend en kan niet -zinken. Zo garan deren althans de fabrikanten. i P-lfl/l AMSTERDAM, rassend is opnieuw I Je noemen wil. Ze zijn uiterlijk. Er zij.M t' l>Ü zo plat als een soort vliegende schotel, andere zijn slank en smal in het achterschip en hoog, uitdagend bijna in de voorsteven. Hoe mooi, fors, stevig, rank en sierlijk ze ook zijn, zonder de motorische ge weldenaren betekenen ze niets. En het is duidelijk dat dus ook de motoren in groten getale op de Hiswa aanwezig zijn. Ditmaal zelfs in ongekende va riëteiten. Het is een ontwikkeling, die helemaal bij deze tijd hoort. De mens wil steeds sneller. Met vele van deze boten kan AMSTERDAM, 12 maart. Op de buitenlandse campings vooral de zonnige gebieden, is de Nederlander een opvallende gast. Men kan hem tus sen de tientallen of honderden tenten vrijwel altijd feilloos aanwijzen omdat hij dc grootste tent van het terrein be- hij naar nel wanne Zuiden gaat, zijn voorzorgsmaatregelen Op de HISWA domineert in de grote kampeerafdelir.g dan ook de bungalowtent volkomen. Elk jaar kan men hem in nog ruimere en com fortabelere uitvoering aantreffen, hoewel er onder de kampeerders die het Zuiden uit ervaring kennen en op de campings daar zorgvuldig hun ogen de kost hebben gegeven, ook be langstelling valt te constateren voor bungalows van een lichtere en sim peler constructie. Het probleem is namelijk dat de imperiaal de last van vele tientallen kilo's bijna niet meer kan torsen en niet iedereen in de voor de hand liggende oplossing van een aanhangwagentje gelooft. Men is tenslotte niet gewend aan het rijden in bergen en over passen en voelt zich onzeker met zo een aanhanger achter zich. Wie eenmaal echter de reis naar het zuiden met of zonder wagentje heeft gewaagd verwondert het altijd nog dat zoveel autobezitters opzien tegen een kampeerreis. De bezwaren blijken te berusten op onbekendheid met het kam peren en de vrees voor de, op het oog nogal ingewikkelde constructie van zo een bungalowtent met toebehoren. Die vrees is nauwelijks gemotiveerd, voor al als men de tijd ervoor neemt om zich in een zaak of op de HISWA de montage te laten uitleggen. Het standaardtype van de Nederland se kampeerder is het gezin mei enige kinderen dat in de zomermaanden in de auto naar het Zuiden rijdt Meest al heeft het een bungalowtent aan boord met een kleine tent voor de kin deren. Die kleine tent wordt onderweg als reistent benut, want een bungalow dagelijks op te bouwen en af te breken 's geen genoegen. Het is bepaald geen trektent. Sinds de luchtbedden zich hebben ontwikkeld tot een zeer comfor tabele slaapgelegenheid, valt er enige achteruitgang te, constateren in de vraag naar metalen veldbedden. De luchtbedden hebben bovendien het voordeel dat ze aan het water als speel- boot uitstekende diensten bewijzen, on derweg weinig plaats innemen en thuis zo gemakkelijk bruikbaar zijn als men een logeerinvasie krijgt te verwerken. Natuurlijk zijn er nog vele andere kampeerderstypen. Nog steeds bestaan de sportieve kampeerder, die met op zet het comfort mijdt, de jeugdige kam peerder, die noodgedwongen met een minimum aan comfort genoegen neemt en verder de kampeerder, die in het eigen land blijft en die natuurlijk voor de bungalow opteert maar dan wel een, die .tegen de hevigste regenval be schermt. Voor dit laatste type is op de HISWA bij een aantal exposanten (V en D, Sporthuis Centrum en Galeries Mo- dernes) een tent te zien van extra hechte constructie, die men drie tot vijf maanden onafgebroken kan laten staan. De vraag is wel of dit statio nair kamperen bij de terreinexploi tanten welkom zal zijn, want het be tekent de dood van de grasmat onder de tent. Voor de kampeerders in zonniger streken begint zich een tent-type te ont- wikkelen, waarbij duidelijk wordt ge streefd naar een lichter gewicht. Deze types zijn vooral van Franse origine (Denig) en onderscheiden zich onder meer door telescopische stokken van licht metaal, nylon spruitstukken en een lichter gewicht tentdoek. Tenslotte wordt er bü de bungalowtenten geëx perimenteerd met een a-symmetrisch type, dat de voordelen van de bunga low (ruime sta-hoogte) combineert met de voordelen van de oude huttent (wei nig gewicht). Het resultaat van zulk een experiment kan men bij Sporthuis Haarlem zien (Safari New Face). Voor alle tenten geldt tenslotte dat er een samenhang is tussen prijs en kwaliteit en dat er voor vrijwel elk type kampeerder een geschikt type tent is, mits men de moeite neemt zich goed te laten informeren. Vooral voor de debutant is dat van het allergroots te belang. Een zonneluifel, bij voor beeld, is voor het kamperen,in het zui den onontbeerlijk. Voor gemakkelijk koken in winderige streken is een goed afgeschermd kookgebied noodzakelijk. Elders zal men moeten ietten op we ring van muggen, beveiliging tegen stormen of regenval (aan de voet van een berg) enz. Tenslotte is mer- voor zijn genoegen op stap. Leesiustigen moeten erop letten dat zij een goede lamp meenemen. Het zijn de kleine gemakken, die soms het succes kunnen bepalen. Voor het koken geldt evenzeer dat men zijn plannen goed moet overleggen. Er zijn voortreffelijke gastoesteller op de markt en in vrijwel elke camping is een vulling te koop. Anderzijds is het goed te beseffen dat men in het Zui den niet in de Sahara woont: er zijn ook daar genoeg levensmiddelen te koop. Het meeslepen van enorme voor raden blikken is typisch Nederlands maar nauwelijks nodig typis nodig. men als een plank door het water gaan, omdat b(j hoge snelheid de boot het achterschip in het water trekt, waarbij dan tevens een diepe hekgolf ontstaat. Geeft men nóg meer gas, dan gaat de boot zoals dat heet „liften", komt zij als het ware boven op het water te liggen, wat automatisch een nieuwe snelheidsvermeerdering betekent. Dat wordt dan al heel gauw meer rijden op dan varen in het water. En ergens doen deze boten ook aan auto's denken. Ze hebben ook het chroom, de dashboards vol meters en de sturen van auto's. Ze zijn gebouwd van natuurhout, met be hulp van plakhout, aluminium en poly ester en sommige van een bepaalo soort rubber, dat extra sterk is. Je kunt er dus gewoon mee racen, of de boten ge bruiken om waterskiërs te trekken. We zagen er In prijzen tegen de duizend gulden, maar het merendeel ligt in prijs tussen de twee en drie mille. En dan zonder motor. Zij sluiten aan op de klas se der middelgrote motorboten met in gebouwde motor. Boten als die van het Saint Tropeztype, geweldig fors in de steven en hoog van opbouw om de man achter het verchroomde dashboard een droge zwembroek te garanderen. Het zijn de boten die men in de moderne films vol vaart en actie telkens weer ziet terugkeren. En de kreet boten-a- la-James-Bond, die we op de Hiswa hoorden, leek ons ook heel toepasse lijk. Er was er ook een, waarin de kolf van een pistool uit het dashboard stak. Daarmee kan je als het ware je snelheid schietend regelen. Bij het zien van deze machtige snel heidsarmada kan men zich afvragen: Waar moet dat allemaal varen? En Op het stuk van kleding is de Ne derlander nog steeds een duidelijke aanhanger van de trui. Hij onder scheidt zich daardoor van, bij voor beeld, de Duitser, die de voorkeur geeft aan het trainingspak, dat eigen lijk gemakkelijker is. Op de HISWA is ook een gewatteerd kostuum te zien, dat bijzonder warm en licht van ge wicht is, maar dat toch erg aan een poolexpeditie doet denken. Het is dan ook allereerst voor winterkampeer- ders bestemd, een soort kampeerders dat nog zeer schaars is en wel zal blijven zolang er geen centraal ver warmde bungalowtenten verschijnen. Nog enkele kleine tips: neemt enige lappen plastic folie_ mee. Het kost en weegt bijna niets en het is zeer bruik baar. Onder de tent, bij voorbeeld, als men op modderige grond staat: rond de luchtbedden als het koud is of als men met zeer jonge kinderen op stap is en ook voor het afdekken van de bagage als men bij regen moet opbre ken, want ook dat kan gebeuren. Het kopen van slaapzakken is een genoe gen op het ogenblik, want de syntheti sche vullingen garanderen veel warmte en weinig gewicht. Bovendien zijn ze 's winters thuis bruikbaar als extra de ken als het vriest. De HISWA presenteert tenslotte op het stuk van accessoires een zeer gro te variëteit aan kampeergemakken, van een elektrische koelkast tot een koffiemolen in zakformaat, talrijke ty pes zacht plastic dozen voor spjjzen en dranken, jerrycans met een wijde hals en een waterzak in de vorm van een emmer. Wie één keer heeft gekampeerd ver geet nooit laarzen mee te nemen voor de kinderen, een zaklantaarn voor elk kind, lectuur voor onderweg, spelletjes voor een regendag, een inseetenspuit en een rol toiletpapier. En verder zorgt hjj ervoor goede maatjes te worden met zijn huurlieden, want op een cam ping staan bijna altijd aardige mensen die best even willen helpen en die graag voor een praatje, een kaartje of het nuttigen van inheemse sterke dranken 's avonds langs willen komen. Nergens hoort men zoveel boeiende levensro mans als op een internationale cam ping en nergens is de internationale vriendschap zo manifest, zolang er ten minste geen transistors in de buurt zijn. vooral waar zo snel? Gaat dat alle maal op een aanhangwagen mee naar het buitenland? Of blijft het grootste deel in het eigen waterrijke Nederland? Inderdaad interessante vragen, want als we alleen maar in eigen land kij ken, dan is het opvallend hoe zeer men de kansen voor de snelle motorboot door een lawine van regels, wetten en bepalingen aan banden heeft gelegd. Alleen op de wateren, waar geen maxi mum-snelheid is voorgeschreven, mag men zonder vergunning zo sne, varen als men maar wil, mits hierbij natuur lijk anderen geen overlast wordt aan gedaan. Tot deze wateren kunnen de vrijstromende rivieren zoals de Rijn, de Lek en de Gelderse IJssel gerekend worden. Met uitzondering van de toe- leidingskanalen tot de sluizen mag er ook op de Maas snel gevaren worden. Verder kan men vol gas geven op de Zeeuwse en Zuidhollandse stromen, het IJsselmeer en de randmeren die ont staan door de werkzaamheden van het Deltaplan. Maar men kan gerust stel len dat de meeste van deze wateren voor de raceboten niet geschikt zijn. Vrij van maximumbepalingen is ook het Amsterdam-Rijnkanaal, maar dit is door de binnenvaart zo intensief in gebruik, dat men „plankgas" in de boot op zijn minst als hoogst roekeloos mag beschou wen. Nee, echt een ruime keus hebben de liefhebbers van snelheid in de wa tersport hier niet. Eu de tendens is zo dat er voortdurend wetten en bepa/- lingen bijkomen, om het snel varen aan banden te leggen. Men kan stellen dat boten tot de zg snelle groep behoren, als zij harder dan zestien km per uur kunnen varen. Hier ligt ook vaak de grens van de voorgeschreven snelheids- bepalingen. Wij vinden dat men bij aan koop van dit soort boten met de moge lijkheden die ook niet overal in het buitenland even groot zijn, terdege ge kening moet houden. In dit opzicht kan de ANWB advise ren. Aan de stand van de ANWB kan men vernemen hoe en waar er even tueel speciale vergunningen van de snelle boten te verkrijgen zijn, en wat precies de regelingen voor de boten in houden. Aangezien die bepalingen en regelingen vrijwel overal verschillen, streeft de ANWB naar gelijkluidende provinciale verordeningen, betreffende snelvarende motorboten in Nederland. Men ziet hierin de oplossing om aan de chaos van wetjes en bepalingen die er nu is, een einde te maken. (Advertentie) Nieuwe collectie VOUWSTOELEN en LIGBEDDEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 7