Steeds meer vraag naar
het middelgrote schip
MARITIEME JUWELEN
OP DE HISWA
Aantal speedboten
neemt sterk toe
Elk jaar meer ruimte en comfort
Bungalowtent domineert op
kampeer af deling Hiswa
Licht-gewiclit
ontwikkeling
nieuw type
IN DROOMWERELD VAN DE TIENDE HISWA
Geb>ek aan
ligplaatsen
lastig probleem
Dag- en nachtbewaking door
ex-kampioen speerwerpen
Motorkruisers
in een grote
variëteit
okjor^
Populaire schakel
Standaardtype
Lichter gewicht
VRIJDAG 12 MAART 1965
PAGINA 7
AMOT^DAM^
het dak" van de nieuwe-RAI, de
droomwereld van de tiende His-
watentoonstelling. Ook het zeilen
de schip heeft zijn kansen in de
recreate en vacantiebesteding. En
nu men bij het zoeken naar ruimte
meer en meer op het water is aan
gewezen, worden die kansen eigen
lijk voortdurend groter. Zo op het
oog domineren de grote zeegaan
de jachten. Maar voor hen is er
maar een kleine groep werkelijk
gegadigden. Achter de verrukke
lijke visioenen van zonbelicht zeil
doek, oprijzend uit de kim, het
machtige geslurp van de boeggolf
en hoog-aan-de-windse rakken bij
„pak-weg" de Bahama-eilanden,
komt de harde werkelijkheid van
het ongenaakbare prijskaartje.
Daarom is de grootste kooplust
zonder twijfel gericht op het klei
nere en middelgrote zeilschip. En
men kan zeggen dat de exposanten
daarop hebben gerekend.
De schepen domineren in het
nieuwe RAI-gebouw. Opval
lend is dat zowel bij de motor
boten als de zeiljachten het
middelgrote type sterk in
opkomst is.
De Safari New Faceresul
taat van experimenteren met
een asymmetrisch type, dat
ruime sta-hoogte combineert
met een gering gewicht.
De boot heet „Full-speed" en
vaart „full-speed".
Tekst door
BEN KROON
HAYE THOMAS
„Sherpa" slaapzakken
met Leacril en dons
„Semperil" luchtbedden
Dubbeldaks-irekienten
in 3 types
V.W. voorzeilen! f 350.
Zie onze showroom
WARMOESSTRAAT 21 - TEL. 10845
Zeiljachten berekend op
ruimer en ruwer water
Al het vorig jaar was te merken dat
net kleinere, middelgrote zeiljacht
Sterk in opkomst was. Deze ontwikke
ling Is doorgezet en zal zo verna
men wü van de insiders nog voort
durend groter worden. De meest uit
eenlopende zeilkruisertjes verschijnen
aan de markt. Boten met de lijnen
van een meeuw en een inrichting,
waarbij het vernuft op het scherp van
de concurrentie tot het uiterste is opge
voerd. Men wéét het. De vertrouwde
watersportdomeinen, zoals Loosdreeht
en de Kaag in het drukke Westen, zijn
In het hoogseizoen vaak behoorlijk
„volgeboekt". Trouwens het lijkt wel
alsof het zeilen op de kleinere binnen
wateren in het algemeen het punt vaD
verzadiging heeft bereikt.
Ergens houdt dit natuurlijk ook wel
verband met het gebrek aan ligplaat-
sen dat. inderdaad groot is en vooral
de laatste jaren tot een waar probleem
is uitgegroeid. In 1964 is de plezier-
vaartuigenvloot met 20 pet. gegroeid
en op circa 76.000 schepen gekomen.
AMSTERDAM, 12 maart In heel de exuberantie vani het êto-
mende lakwerk komen ze eigenlijk nog beter tot hun ïec
doelen de maritieme juwelen, die nu voor de tweede achtereenvo
keer een plaats op de Hiswa hebben gekregen. Vorig jaar in een klem,
bescheiden standje. De man die er over ging hield alles keurig op
liistie bij, zat tijdens het gekrioel van het bezoek op de drukke ure
werkelijk op hete kolen en stopte aan het slot van elke tentoonstellings-
dag met een zucht van verlichting de juwelen, sieraden en andere kost
baarheden in zijn stand, zo snel als hij maar kon, weg in een solide
brandkast. Toch werd dit probeerseltje van Begeer, Van Kempen en
Vos een aardig succes. En daardoor gesteund hebben deze juweliers hun
aanwezigheid op de Hiswa helemaal anders opge-
■a|bouwd. Een grote, ruime stand nu, aan een der
gaanderijen in het nieuwe RAI-gebouw: vol driftig
WW jt tikkende scheepsklokken, kompassen voor om de
V P°^s' waarmee je tussen de vissen, diep in de Mid-
fÉll» dellandse Zee, je koers kunt bepalen, speciale
'I gfflgS starthorloges voor de zeilers, die met behulp van
■waElr Jh^9 rode bolletjes precies het verloop van de tijd voor
ti-M 'Wm 'iet definitieve vertreksein aangeven, een klokje
F* flBÉ voor bergbeklimmers compleet met hoogtemeter
en ingebouwde barometer. „Bij het beklimmen van
nuailCTl de Euromast kan je er al plezier van hebben", zo
verzekerde de man die ons hoog boven de luxe
feeën van de watersport uit, rondleidde door zijn wereldje van pure
rijkdom en technisch vernuft.
Ja, wie koopt nou zo'n zilveren scheepsmodel van 35 mille? Een
heel mooi ding, inderdaad! Maar moet het nou? „Ja," zei de man gedul
dig. „Er zijn klanten genoeg voor." Wij voor ons geloofden meer in de
fraaie gouden kettingen, volop nautisch, dus compleet met gouden
harpsluitingen. Aan de ketting bungelden gouden bedels zoals drijf
ankers, scheepslantaarns, kompassen etc. En voor hen die bijvoorbeeld
allergisch zijn voor goud is er een identieke uitvoering in zilver.
„Alles bij elkaar." zo vervolgde onze gids, „staat hier voor ruim een
miljoenWe floten, zoals dat dan hoort, zachtjes tussen de tanden.
,Is dit niet een beetje de goden „verzoeken"?" merkten we op. „Nee
hoor," sprak de man monter verder. „We hebben onze maatregelen
getroffen als u dit tenminste bedoelt." We knikten van ja en toen
stelde de gids-door-het-flonkerende-wonderland ons voor aan een ro-
buste zestiger wiens introductie al onmiddellijk allure had bij de eerste
handdruk. Die was ronduit hard en genadeloos en had meteen al een
soort dreiging in zich. En per slot van rekening is dat iets waar de
voormalige speerwerpkampioen Jaap Knol het van hebben moet. Sinds
hij bij de hoofdstedelijke politie gepensioneerd is, heeft hij zijn eigen
bewakingsbureautje en is hij meteen actief als het er om gaat de kost
baarheden van anderen te beveiligen tegen wat dan ook. Jaap Knol
en zijn zorgvuldig geselecteerde speurders en krachtpatsers zullen er
wezen. Wie een aanval op de maritieme juwelen van Begeer, Van Kem
pen en Vos overweegt moet het echt zelf weten. Van onder de glim
mende motorboten a la James Bond, de knusse buikige platbodems,
de ranke, scherpe luxe-jachten wordt de situatie in stand 91 voortdu
rend in de gaten gehouden. En 's nachts wordt er gepost. Door mannen
die weten wat er eventueel verkeerd kan gaan. Dat is hun door de
„grote baas" Jaap Knol echt wel duidelijk gemaakt.
Voor al deze boten moet plaats gevon
den worden, 's Zomers aan de stei
gers, 's winters het liefst op het dro
ge. Het aantal ligplaatsen dat er jaar
lijks bijkomt, ligt in de race met de
groei van het aantai boten duidelijk
achter en valt men kan dat gerust
stellen steeds verder terug. Het aan
leggen van jachthavens is nu eenmaal
geen eenvoudige zaak. En nog afge
zien van de hoge kosten zijn de voor
bereidingen en het verkrijgen van de
vergunningen zeer tijdrovend. Met door
het Rijk gesubsidieerde projecten heeft
men geprobeerd enigszins aan de
vraag tegemoet te komen.
Gesteld wordt dat het tekort aan lig
plaatsen het grootst is bij de grote ste
den, op de Zuidhollandse en Utrechtse
plassen en op enkele meren m Fries
land. Ook dit heeft er toe geleid dat
velen hun vaarterrein hebben ver
legd. Het IJsselmeer is sterk in op
komst als geliefd watersportgebied. De
luxe jachthaven van Muiden „puilt"
in. het seizoen letterlijk uit en het door
zijn vissersschepen verlaten Volendam
biedt gedurende de zomermaanden be
paald een tjokvolle nautische indruk.
Overal langs het IJsselmeer ziet men
in de oude havens accommodatie van
pleziervaartuigen verschijnen. Ac
commodatie voor het grotere zeilschip
waarin twee tot vijf mensen kunnen
slapen. Naar dit scheepstype wordt
door een grote groep belangstellenden
uitgezien. En in het hoofd heeft men
dan de ontwikkeling van het water
rondom Amsterdam, waar straks het
grote IJ-meer zal ontstaan, compleet
met kunstmatig aangelegde eilandjes
En natuurlijk ook de grote randme
ren, die in het Deltaplan zijn opgeno
men, zoals bpvoorbeeld het Veer-
se gat, waai aan het aloude Veere
door de pleziervaart nieuwe nauti
sche bedrijvigheid heeft gevonden.
Meer belangstelling dus voor groter,
open en ruimer water. En daardoor
dus meteen ook voor het stevige en
solide zeilschip, waarmee het gezin de
ruimte kan zoeken en vinden. Op deze
vraag is zo kan men op de Hiswa
zien een zeer behoorlijk aanbod af
gekomen. Voor bedragen rond de tien
mille zijn ai verschillende van deze
zeilkruisertjes te krijgen, stalen zowel
als van kunststoffen. Minder opvallend
is ditmaal de aanwezigheid van de
ronde- en platbodemjachten, die tot nu
toe wellicht te duur zijn gebleken. Toch
mag in deze categorie het fraaie Enk-
huizer boljacht van staal de aandacht
hebben.
Dit stevige, bolle schip met heel
zijn vormstabiliteit, geldt als een pri
meur. Mooie zwaarden met vleugelpro
fiel. Gaffeltuig en 27 m2 zeil. Zeer veel
ruimte in de kajuit en ingebouwde mo
tor. Zonder die motor doet het schip
20.500,-. ,,lk moet het maar afwach
ten", vertelde ons de eigenaar de heer
Kooyman. ,,Ik wéét dat ik hier een
prachtig, goed en uiterst betrouwbaar
schip heb afgeleverd. Daar sta ik ga
rant voor. Dit schip brengt, zoals bij
het roer staat aangegeven: „De ver
ten naderbjj". Op weg naar de RAI
ben ik vlak achter het transport gaan
rijden. Juist om eens te zien of de
mensen er nog belangstelling voor had
den. Er was er niet één die keek. En
dat was voor mij een geduchte tegen
valler."
Bij de kleinere open boten valt op,
dat de populariteit voor de Schakel
klasse en ook die van de Spanker nog
steeds toeneemt. Het zijn snelle en goe
de zeilers die in prijs tussen de twee
en drie mille vallen. Als hét bolwerk
van de noordelijke degelijkheid geldt
nog steeds de vertrouwde zestien
kwadraat, maar daarvoor moeten dan
ook een paar duizend gulden meer op
tafel worden gelegd. De kleinste zeil
boten zijn de vaartuigjes voor de jeugd.
Flitsjes, pluisjes o.a. compleet met
zeiltjes er bij. Zeven a achthonderd
gulden. Wie dit te duur vindt, komt in
de categorie der „zeilmakers" terecht.
Want in tal van variëteiten zijn bouw
pakketten voor zeilboten te krijgen.
De'vraag hiernaar
wordt voortdurend groter en het is dui
delijk dat de produktie zich aanpast.
De prijzen beginnen aarzelend rond
de tien mille om dan al heel gauw
naar de twintigduizend gulden op te
rukken. Tenmirlste voor wie het toch in
de betrekkelijk eenvoudige stijl wil hou
den. Want denk niet dat men dan al de
top bereikt heeft. Die loopt uit in de
peperdure glimlach van oliesheiks en
andere gefortuneerden, voor wie de uit
gave van enige tonnen echt geen proble
men oplevert. En wat daar tegenover
staat is op deze tiende Hiswa ook in
veelvoud te zien. Op onze tocht langs
de mastodonten der „grote jongens",
ontmoetten we de drijvende bungalow.
Zonder motor 21.800. Zithoek, keu
ken, toilet, kasten, zonneterras op een
drijvend stalen ponton, die op zich een
prijs van 9800.- vertegenwoordigt.
Het Rotterdamse constructiebedrijf van
De Lange is er mee op de expositie
verschenen. Bij aankoop zal de verko
per voor winterberging zorgen, maar
de belangrijke zaak van een ligplaats
vergunning gedurende de zomermaanden
is een probleem van de koper zelf. Het
is overigens ook mogelijk alleen de pon
ton aan te schaffen en daar op zijn ca
ravan te rijden. Ook dan heeft men een
drijvende woning. En neemt men de
motor van 800 er bij, dan kan men
zich met een snelheid van 12 tot 15
km per uur, dus binnen de maximum
bepalingen, over het water verplaatsen.
Dan fungeert de stalen ponton dus als
een soort pontje.
Iets dergelijks is ook de Ski-Barge,
in twee soorten en respectievelijk 4850
en 6850 gulden kostend. Het verschil
zit hem in de grootte. Je kunt er met
je Volkswagen gemakkelijk op rijden.
Of er een complete familiereünie op
houden. Angst om te zinken hoef je niet
te hebben, want dit vreemdsoortige
vaartuig van gewapend polyester is zelf-
lozend en kan niet -zinken. Zo garan
deren althans de fabrikanten.
i P-lfl/l AMSTERDAM,
rassend is opnieuw
I Je noemen wil. Ze zijn
uiterlijk. Er zij.M t' l>Ü zo plat als een
soort vliegende schotel, andere zijn
slank en smal in het achterschip en
hoog, uitdagend bijna in de voorsteven.
Hoe mooi, fors, stevig, rank en sierlijk
ze ook zijn, zonder de motorische ge
weldenaren betekenen ze niets. En het
is duidelijk dat dus ook de motoren
in groten getale op de Hiswa aanwezig
zijn. Ditmaal zelfs in ongekende va
riëteiten.
Het is een ontwikkeling, die helemaal
bij deze tijd hoort. De mens wil steeds
sneller. Met vele van deze boten kan
AMSTERDAM, 12 maart. Op de
buitenlandse campings vooral de
zonnige gebieden, is de Nederlander
een opvallende gast. Men kan hem tus
sen de tientallen of honderden tenten
vrijwel altijd feilloos aanwijzen omdat
hij dc grootste tent van het terrein be-
hij naar nel wanne Zuiden gaat, zijn
voorzorgsmaatregelen
Op de HISWA domineert in de
grote kampeerafdelir.g dan ook de
bungalowtent volkomen. Elk jaar kan
men hem in nog ruimere en com
fortabelere uitvoering aantreffen,
hoewel er onder de kampeerders die
het Zuiden uit ervaring kennen en op
de campings daar zorgvuldig hun
ogen de kost hebben gegeven, ook be
langstelling valt te constateren voor
bungalows van een lichtere en sim
peler constructie. Het probleem is
namelijk dat de imperiaal de last van
vele tientallen kilo's bijna niet meer
kan torsen en niet iedereen in de
voor de hand liggende oplossing van
een aanhangwagentje gelooft. Men is
tenslotte niet gewend aan het rijden
in bergen en over passen en voelt
zich onzeker met zo een aanhanger
achter zich.
Wie eenmaal echter de reis naar het
zuiden met of zonder wagentje heeft
gewaagd verwondert het altijd nog dat
zoveel autobezitters opzien tegen een
kampeerreis. De bezwaren blijken te
berusten op onbekendheid met het kam
peren en de vrees voor de, op het oog
nogal ingewikkelde constructie van zo
een bungalowtent met toebehoren. Die
vrees is nauwelijks gemotiveerd, voor
al als men de tijd ervoor neemt om
zich in een zaak of op de HISWA de
montage te laten uitleggen.
Het standaardtype van de Nederland
se kampeerder is het gezin mei enige
kinderen dat in de zomermaanden in
de auto naar het Zuiden rijdt Meest
al heeft het een bungalowtent aan
boord met een kleine tent voor de kin
deren. Die kleine tent wordt onderweg
als reistent benut, want een bungalow
dagelijks op te bouwen en af te breken
's geen genoegen. Het is bepaald geen
trektent. Sinds de luchtbedden zich
hebben ontwikkeld tot een zeer comfor
tabele slaapgelegenheid, valt er enige
achteruitgang te, constateren in de
vraag naar metalen veldbedden. De
luchtbedden hebben bovendien het
voordeel dat ze aan het water als speel-
boot uitstekende diensten bewijzen, on
derweg weinig plaats innemen en thuis
zo gemakkelijk bruikbaar zijn als men
een logeerinvasie krijgt te verwerken.
Natuurlijk zijn er nog vele andere
kampeerderstypen. Nog steeds bestaan
de sportieve kampeerder, die met op
zet het comfort mijdt, de jeugdige kam
peerder, die noodgedwongen met een
minimum aan comfort genoegen neemt
en verder de kampeerder, die in het
eigen land blijft en die natuurlijk voor
de bungalow opteert maar dan wel een,
die .tegen de hevigste regenval be
schermt.
Voor dit laatste type is op de HISWA
bij een aantal exposanten (V en D,
Sporthuis Centrum en Galeries Mo-
dernes) een tent te zien van extra
hechte constructie, die men drie tot
vijf maanden onafgebroken kan laten
staan. De vraag is wel of dit statio
nair kamperen bij de terreinexploi
tanten welkom zal zijn, want het be
tekent de dood van de grasmat onder
de tent.
Voor de kampeerders in zonniger
streken begint zich een tent-type te ont-
wikkelen, waarbij duidelijk wordt ge
streefd naar een lichter gewicht. Deze
types zijn vooral van Franse origine
(Denig) en onderscheiden zich onder
meer door telescopische stokken van
licht metaal, nylon spruitstukken en een
lichter gewicht tentdoek. Tenslotte
wordt er bü de bungalowtenten geëx
perimenteerd met een a-symmetrisch
type, dat de voordelen van de bunga
low (ruime sta-hoogte) combineert met
de voordelen van de oude huttent (wei
nig gewicht). Het resultaat van zulk
een experiment kan men bij Sporthuis
Haarlem zien (Safari New Face).
Voor alle tenten geldt tenslotte dat
er een samenhang is tussen prijs en
kwaliteit en dat er voor vrijwel elk
type kampeerder een geschikt type tent
is, mits men de moeite neemt zich
goed te laten informeren. Vooral voor
de debutant is dat van het allergroots
te belang. Een zonneluifel, bij voor
beeld, is voor het kamperen,in het zui
den onontbeerlijk. Voor gemakkelijk
koken in winderige streken is een goed
afgeschermd kookgebied noodzakelijk.
Elders zal men moeten ietten op we
ring van muggen, beveiliging tegen
stormen of regenval (aan de voet van
een berg) enz. Tenslotte is mer- voor
zijn genoegen op stap. Leesiustigen
moeten erop letten dat zij een goede
lamp meenemen. Het zijn de kleine
gemakken, die soms het succes kunnen
bepalen.
Voor het koken geldt evenzeer dat men
zijn plannen goed moet overleggen. Er
zijn voortreffelijke gastoesteller op de
markt en in vrijwel elke camping is
een vulling te koop. Anderzijds is het
goed te beseffen dat men in het Zui
den niet in de Sahara woont: er zijn
ook daar genoeg levensmiddelen te
koop. Het meeslepen van enorme voor
raden blikken is typisch Nederlands
maar nauwelijks nodig
typis
nodig.
men als een plank door het water gaan,
omdat b(j hoge snelheid de boot het
achterschip in het water trekt, waarbij
dan tevens een diepe hekgolf ontstaat.
Geeft men nóg meer gas, dan gaat
de boot zoals dat heet „liften", komt
zij als het ware boven op het water te
liggen, wat automatisch een nieuwe
snelheidsvermeerdering betekent. Dat
wordt dan al heel gauw meer rijden op
dan varen in het water. En ergens doen
deze boten ook aan auto's denken. Ze
hebben ook het chroom, de dashboards
vol meters en de sturen van auto's. Ze
zijn gebouwd van natuurhout, met be
hulp van plakhout, aluminium en poly
ester en sommige van een bepaalo soort
rubber, dat extra sterk is. Je kunt er
dus gewoon mee racen, of de boten ge
bruiken om waterskiërs te trekken. We
zagen er In prijzen tegen de duizend
gulden, maar het merendeel ligt in prijs
tussen de twee en drie mille. En dan
zonder motor. Zij sluiten aan op de klas
se der middelgrote motorboten met in
gebouwde motor. Boten als die van het
Saint Tropeztype, geweldig fors in de
steven en hoog van opbouw om de man
achter het verchroomde dashboard een
droge zwembroek te garanderen. Het
zijn de boten die men in de moderne
films vol vaart en actie telkens weer
ziet terugkeren. En de kreet boten-a-
la-James-Bond, die we op de Hiswa
hoorden, leek ons ook heel toepasse
lijk. Er was er ook een, waarin de
kolf van een pistool uit het dashboard
stak. Daarmee kan je als het ware je
snelheid schietend regelen.
Bij het zien van deze machtige snel
heidsarmada kan men zich afvragen:
Waar moet dat allemaal varen? En
Op het stuk van kleding is de Ne
derlander nog steeds een duidelijke
aanhanger van de trui. Hij onder
scheidt zich daardoor van, bij voor
beeld, de Duitser, die de voorkeur
geeft aan het trainingspak, dat eigen
lijk gemakkelijker is. Op de HISWA is
ook een gewatteerd kostuum te zien,
dat bijzonder warm en licht van ge
wicht is, maar dat toch erg aan een
poolexpeditie doet denken. Het is dan
ook allereerst voor winterkampeer-
ders bestemd, een soort kampeerders
dat nog zeer schaars is en wel zal
blijven zolang er geen centraal ver
warmde bungalowtenten verschijnen.
Nog enkele kleine tips: neemt enige
lappen plastic folie_ mee. Het kost en
weegt bijna niets en het is zeer bruik
baar. Onder de tent, bij voorbeeld, als
men op modderige grond staat: rond
de luchtbedden als het koud is of als
men met zeer jonge kinderen op stap
is en ook voor het afdekken van de
bagage als men bij regen moet opbre
ken, want ook dat kan gebeuren. Het
kopen van slaapzakken is een genoe
gen op het ogenblik, want de syntheti
sche vullingen garanderen veel warmte
en weinig gewicht. Bovendien zijn ze
's winters thuis bruikbaar als extra de
ken als het vriest.
De HISWA presenteert tenslotte op
het stuk van accessoires een zeer gro
te variëteit aan kampeergemakken,
van een elektrische koelkast tot een
koffiemolen in zakformaat, talrijke ty
pes zacht plastic dozen voor spjjzen en
dranken, jerrycans met een wijde hals
en een waterzak in de vorm van een
emmer.
Wie één keer heeft gekampeerd ver
geet nooit laarzen mee te nemen voor
de kinderen, een zaklantaarn voor elk
kind, lectuur voor onderweg, spelletjes
voor een regendag, een inseetenspuit
en een rol toiletpapier. En verder zorgt
hjj ervoor goede maatjes te worden
met zijn huurlieden, want op een cam
ping staan bijna altijd aardige mensen
die best even willen helpen en die graag
voor een praatje, een kaartje of het
nuttigen van inheemse sterke dranken
's avonds langs willen komen. Nergens
hoort men zoveel boeiende levensro
mans als op een internationale cam
ping en nergens is de internationale
vriendschap zo manifest, zolang er ten
minste geen transistors in de buurt
zijn.
vooral waar zo snel? Gaat dat alle
maal op een aanhangwagen mee naar
het buitenland? Of blijft het grootste
deel in het eigen waterrijke Nederland?
Inderdaad interessante vragen, want
als we alleen maar in eigen land kij
ken, dan is het opvallend hoe zeer men
de kansen voor de snelle motorboot
door een lawine van regels, wetten en
bepalingen aan banden heeft gelegd.
Alleen op de wateren, waar geen maxi
mum-snelheid is voorgeschreven, mag
men zonder vergunning zo sne, varen
als men maar wil, mits hierbij natuur
lijk anderen geen overlast wordt aan
gedaan. Tot deze wateren kunnen de
vrijstromende rivieren zoals de Rijn, de
Lek en de Gelderse IJssel gerekend
worden. Met uitzondering van de toe-
leidingskanalen tot de sluizen mag er
ook op de Maas snel gevaren worden.
Verder kan men vol gas geven op de
Zeeuwse en Zuidhollandse stromen, het
IJsselmeer en de randmeren die ont
staan door de werkzaamheden van het
Deltaplan. Maar men kan gerust stel
len dat de meeste van deze wateren
voor de raceboten niet geschikt zijn. Vrij
van maximumbepalingen is ook het
Amsterdam-Rijnkanaal, maar dit is door
de binnenvaart zo intensief in gebruik,
dat men „plankgas" in de boot op zijn
minst als hoogst roekeloos mag beschou
wen.
Nee, echt een ruime keus hebben
de liefhebbers van snelheid in de wa
tersport hier niet. Eu de tendens is
zo dat er voortdurend wetten en bepa/-
lingen bijkomen, om het snel varen aan
banden te leggen. Men kan stellen dat
boten tot de zg snelle groep behoren,
als zij harder dan zestien km per uur
kunnen varen. Hier ligt ook vaak de
grens van de voorgeschreven snelheids-
bepalingen. Wij vinden dat men bij aan
koop van dit soort boten met de moge
lijkheden die ook niet overal in het
buitenland even groot zijn, terdege ge
kening moet houden.
In dit opzicht kan de ANWB advise
ren. Aan de stand van de ANWB kan
men vernemen hoe en waar er even
tueel speciale vergunningen van de
snelle boten te verkrijgen zijn, en wat
precies de regelingen voor de boten in
houden. Aangezien die bepalingen en
regelingen vrijwel overal verschillen,
streeft de ANWB naar gelijkluidende
provinciale verordeningen, betreffende
snelvarende motorboten in Nederland.
Men ziet hierin de oplossing om aan
de chaos van wetjes en bepalingen die
er nu is, een einde te maken.
(Advertentie)
Nieuwe collectie
VOUWSTOELEN en
LIGBEDDEN