ii 3 II Elektrotechniek bij Siemens in goede handen Serieuze bez orgdheid echter op zijn plaats SIEMENS Mannen - vrouwen Rol van priester Naast elkaar Scholieren ZATERDAG 13 MAART 1965 PAGINA 7 Op alle gebieden van de elektrotechniek heeft Siemens steeds belangrijk pionierswerk verricht. Voorbeelden daarvan zijn o.a. de eerste zelfbekrachtigde dynamo (1866), de eerste schijnwerper met glazen paraboolspiegel (1877) en de uitrusting van de eerste elektrisch aangedreven laadlieren (1912). Ook in Rotterdam heeft Siemens in de loop der jaren vele projecten verzorgd. Tot de belangrijkste opdrachten van de laatste tijd kunnen o.a. worden gerekend: drie grote turbines in de Centrale Waalhaven, de elektrische uitrusting van diverse haveninstallaties, de verlichting van de grootste dokken bij Wilton-Fijenoord en Verolme, alsmede de elektro-akoestische installatie voor het nieuwe concertgebouw. Dit zijn slechts enkele van de vele Nederlandse installaties die Siemens sedert 1879 in opdracht kreeg. Met welk elektrotechnisch probleem u zich ook tot ons wendt: u kunt steeds gebruik maken van de ervaringen, die bij Siemens over de gehele wereld dagelijks worden verkregen. NEDERLANDSCHE SIEMENS MAATSCHAPPIJ N.V. Vandaag publiceren wij de eerste van drie afleveringen met de uitslag van onze en quête over liturgie-vernieu wing. In dit eerste artikel wordt de enquête in zijn ge heel bekeken. Dinsdag en ivoensdag gaat rector D. Coppes nader in op de beant woording der vragen. Het is de bedoelingdat de nieuwe liturgie de gelovigen nog nauwer wil betrekken bij de Eucharistie-viering. Het aantal inzendingen op onze enquête over liturgiever nieuwing is zo overweldigend groot geweest, dat een behan deling van alle soms zeer uitvoerige inzendingen on mogelijk is, helaas. Het is zeker dat de in de vele brieven neer gelegde ideeën kostbaar mate riaal vormen voor wie t.a.v. de liturgie verantwoordelijkheid hebben en wij zullen het hun graag doorgeven. Wij zijn alle inzenders zeer dankbaar en al kunt u het allicht in de teksten van vandaag en de komende dagen niet merken, aan de bij drage van ieder persoonlijk werd én wordt nog de nodige aandacht besteed. VRAAG 2. DRAAGT VOLKS TAAL BIJ TOT GEMEENSCHAPS VORMING? Oude kerken lenen zich minder voor de moderne liturgie. (Advertentie) "v?- iv cc z POSTBUS 1068 'S-GRAVENHAGE TELEFOON 183850 TELEX 31373 GELOVIGEN VOOR 70 PROCENT POSITIEF TEGENOVER LITURGIEVERNIEUWING werkte enquête is geworden. Het is niet meer dan een globale opinie peiling. De vragen, die eigenlijk extact kunnen worden beantwoord met ja of nee werden uitvoerig becom mentarieerd door de meeste brief schrijvers, waarbij men ook veel uit weidingen maakte. We zullen probe ren er toch summier een overzicht van te geven. Gesteld kan worden dat de leeftijd van de inzenders lang niet altijd samenging met de aard van het ant woord: lang niet altijd waren oude ren tegen de vernieuwing en jongeren voor. Je krijgt de indruk dat de hele jonge mensen en de hele ouden er de minste moeite mee hebben. In de middelleeftijden zitten de meeste en de grootste tegenstellingen. Splitst men de antwoorden in man nen en vrouwen, dan blijkt dat er veel meer mannen negatief reageren dan vrouwen. We willen het u even laten zien. De verhouding ja en nee bij de eerste vraag was bij mannen: 2 1; bij vrouwen 3,6 1. Geen gevaar en wel gevaar voor persoonlijke de voties: mannen 1,2 1; vrouwen 1,9 1. Het is in elk geval duidelijk dat het aantal mensen die negatief rea geerden, al vormen ze dan de min derheid, zeer groot is. Daarbij wa ren er die hele bittere klaagzangen lieten horen. Over de te weinige voorbereiding, over de onverantwoor delijke snelheid waarmee alles in zijn werk is gegaan, over het feit dat gelovigen niet gevraagd zijn, over het „protestante" van deze nieuwe eredienst. Het valt op dat de meerderheid van de briefschrijvers heel blij was dat ze konden schrijven. Meerderen lie ten dat duidelijk blijken en tussen zeer vele regels door kon men le zen dat de meesten het op prijs zou den stellen als ze eens vaker over dit soort zaken een open gedachten- wisseling konden hebben. Opvallend was ook de grote aandacht voor al lerlei detailkwesties in de liturgie. Het is duidelijk dat iedereen toch wel heel bepaalde associaties heeft bij bepaalde teksten, ceremoniën, ge baren etc. Telkens kwam weer naar voren hoe belangrijk de rol van de priester is in de nieuwe liturgie (en trouwens ook wel in de oude). Het oordeel daarover is lang niet onverdeeld gun stig. Dat de meeste priesters er niet op ingespeeld waren wordt vaak als verzachtende omstandigheid, maar niet als excuus naar voren gebracht. „Blaas ook het goede vuur in bij moeilijk vernieuwende herders" schrijft iemand. Heel veel mensen willen ook dat er één lijn getrokken wordt. Dat het in verschillende kerken verschillend toegaat is voor hen een doorn in het oog. Uniformiteit in vertalingen, liederen, begeleiding etc. vinden ze noodzakelijk „om het karakter van onze kerk", zoals iemand schrijft. De eenheid van geloven, de eenheid die zich ook in liturgische verscheiden heid kan uiten, is voor hen op dit punt geen realiteit. De vernieuwing blijkt speciaal moei lijk te zijn voor .bekeerlingen". Bij velen van hen was de heilige ruimte van de katholieke latijnse liturgie, waarbinnen je persoonlijk aanwezig kon zijn, een verademing na het „be ziggehouden worden" van de eerste tot de laatste minuut door de domi nee. En vaak vinden ze het imite ren van de protestantse eredienst nog slecht gedaan ook. „We spelen alleen maar protestant]e". Niet alleen de negatief reageren- den klagen over gebrek aan voorbe reiding en voorlichting. Ook zeer velen, die helemaal voor de vernieu wing zijn uiten daarover soms scher pe kritiek. Daarnaast zijn er velen, die zeer reëel vaststellen dat zoiets als een nieuwe liturgie heel veel groei nodig heeft en dat je het gewoon de kans moet geven, ook naast het goede be staande. Dat laatste is een uitlating, die heel erg vaak terugkomt. We zul len dat ten volle moeten waarderen in onze bespreking, ook als we de afzonderlijke vragen behandelen. Er zijn maar weinig inzenders, die het juist vinden dat er nu in plaats van het oude een algemeen opgelegde nieuwe liturgie komt, zonder dat er keuzemogelijkheid is. Waarom kun nen beide niet naast elkaar bestaan? Is er dan eigenlijk toch niets ver anderd? Het gaat er toch juist om dat er een marge van vrijheid komt voor variabele mogelijkheden. Als je ieder een nu weer op een en dezelfde vorm al is die dan nog zo nieuw, gaat vastleggen, ben je nog evenver. „Want ook dat nieuwe wordt wel weer oud en sleur en uit de tijd op de duur; rond het wezenlijke van de eucharistie moeten in de loop van de tijd andere vormen kunnen groei en, zonder dat je de bestaande hoeft weg te gooien. De noodkreet van veel liturgisten, latinisten, zelfs een be toog als dat van prof. van der Meer in de TIJD is dan niet meer nodig" aldus een brie'schrijver. In hun schrijven van 9 februari j.l. hebben de bisschoppen van Neder land daar het volgende over gezegd: „Er is een zekere pluriformiteit groeiende in de liturgie. Pluriformi teit in de verschillende landen en streken; maar ook (zij het meer be perkt) in de verschillende parochies en communiteiten. De strikt-unifor- me Eucharistieviering is niet meer denkbaar. De grenzen tussen een ge zongen en gelezen H. Mis zijn niet strikt meer af te bakenen; de plaats voor de viering van de Woorddienst is afhankelijk van het kerkgebouw •n van de samenstelling van de groep bijeengekomen gelovigen: de „Voor beden" zijn nog niet officieel gere geld etc. Dit alleen al zal voor som migen een omschakeling vragen die niet gemakkelijk is". Op grond van onze enquête zouden wij dat sommigen willen vervangen door velen. En tegelijk de noodzaak van die omschakeling willen bena drukken. WANT HOEZEER OOK DE VRAAG OM BEHOUD VAN HET GOEDE UIT HET VERLEDEN GE RECHTVAARDIGD IS, HET AAN VAARDEN VNA DE VARIËTEIT, HET GUNEN VAN RUIMTE VOOR VERSCHILLEN, IE BIJ ALLES DE MEEST DRINGENDE EIS. Hoe groot de tegenstellingen kun nen zijn kan men lezen als men de volgende citaten naast elkaar legt: „Ik hoop dat ik op deze wijze kan bijdragen tot de heerlijke onrust, waarin we na zoveel jaren gezapig heid zijn beland". „Wat er nu gebeurt is de anti christ.'' „Jaren heb ik hier op gewacht. Wat er nu gebeurt komt beter laat dan nooit". „Heer, red ons, de Kerk vergaat." „Ik vind het niet zo prettig, maar voor de jeugd is het absoluut nood zakelijk:" „Zet de klok terug tot de laatste zondag van het kerkelijk jaar van 1964." De teleurstelling bij „bekeerlingen", (wij zeggen tegenwoordig: degenen die naar de R.K. Kerk zijn overge gaan) blijkt bv. uit een brief als de ze (en zo zijn er velen): mijn echtgenoot en ik en onze twee oudste kinderen zijn ca. 4 jaar geleden katholiek geworden, zelf was ik Ned. Hervormd en na veel zoeken, en heus niet zonder moeilijkheden hebben wij dus deze grote stap ge daan. Deze laatste 4 jaar hebben wij ons zoveel rijker en gelukkiger ge voeld, kortom, wij hadden gevon den wat wij al zo lang zochten. Wij waren zo blij dat wij niet langer de voor ons zo kille lege pro testantse liturgie hoefden te volgen en nu worden wij tot onze schrik gedwongen weer afstand te doen van liturgische vormen, die ons lief ge worden zijnHet was voor ons een openbaring dat je zo maar stil in de kerk kon zitten, zonder te moeten meedoen met een gebed van de voor ganger, dat je persoonlijk soms niets deed, wij vonden iedere H. Mis een feest Zo maar een aantal citaten als het zo doorgaat verschijnt over 25 jaar het boek „het arme roomsche leven". „Ik vind „bidt Broeders" zo raar klinken, vooral in de week. als er haast alleen vrouwen in de kerk zijn." een kaal altaar en een nogal half geklede priester." „Houdt U bij het ouwe en het zal u niet berouwen." en dan normaal handen was sen door de priester; niet symbolisch en dan tot na de communie geen neus meer snuiten." „Een man protesteert tegen de nieuwe liturgie (in 't Nederlands!), en krijgt 600 adhaesiebetuigingen (in 't Nederlands!), want waar haal je in nomine Patris 600 latinisten van daan?" „Ons geloof is toch geen textiel, elke keer wat anders, omdat het uit de mode is." „Het rijke roomse leven" is zo arm als Lazarus!" „De catechismus is afgeschaft, de zedenleer wordt ondermijnd, het ge bed is gedevalueerd, de heiligen kun nen wel naar zolder, het primaat schap van de Paus wordt aangetast, de aanwezigheid van Christus in zijn sacrament wordt in twijfel getrok ken tel uit je winstGod sta ons allen bij." „Laten we dagelijks bidden, niet voor een zalige dood, maar dat God de katholieken van deze eeuw de ogen mag openen, opdat zij de red dingsboei zien, die Hij hun toewerpt door deze vernieuwing." ten om te zeggen dat de leerlingen niet beïnvloed zijn. Wij geloven dat graag. Het merendeel van deze jonge inzenders reageert positief. Toch zijn er opvallend velen die vinden dat er ook voor de oude liturgie plaat» moet zijn. Uit een brief van een klasse-broeder: „Hartelijk dank voor deze gelegen heid, openlijk onze mening te ge ven. Altijd is Uw krant beroemd geweest om zijn (Kerst)wedstrijden voor de scholen. Dit plus het feit, dat ook de komende generatie ge dachten over Liturgie heeft, is de re den van onze inzending. Hiervan i» niets voorbereid Het voorstel van de Pater Godsdienstleraar, deze vra gen eerst in een groepsgesprek te be antwoorden, werd (m.i. terecht) ver worpen." Opmerkelijk groot is het aantal ne gatieve reacties uit Schiedam. Wij hebben heel diep gedacht maar kon den geen logisch verband vindenl Een abonnee heeft een tocht huis aan huis gemaakt om handtekeningen te verzamelen. Een foutief gebleken veronderstel ling is als volgt geformuleerd: „De reden waarom ik op uw verzoek re ageer is alleen maar de vrees dat het aantal mensen dat „anti"-liturgie- nieuwe stijl is, in grotere mate zal antwoorden dan de massa die er mee in kan stemmen, doch het daar meest al bij laat." „Ik hoop dat u met deze anquête zeer veel reacties losweekt, opdat eventueel gevaarlijk blijkende stroom versnellingen gekanaliseerd kunnen worden." Er hebben ook enkele schoolklas sen met leerlingen in de leeftijden 1417 jaar meegedaan. Er waren begeleidende brieven van leerkrach- Tot slot: Iemand zond ons een „gebed bij de liturgievernieuwingen", waaruit het volgende: „Heer, geef ons het inzicht, op welke manier in de viering van uw gedachtenis, het duidelijkst naar voren komt, dat Uw tegenwoordigheid, Uw offer, het voedsel is, waarin wij zien, voelen, proeven, belijden en beleven, dat door Uw woorden en door Uw wer ken heel deze wereld geheiligd is." D. COPFES Uiteraard kunnen wij niet meer doen dan enkele grote schetsen ge ven van het resultaat en een aan tal citaten, die ofwel als voorbeeld ■taan voor de uitlatingen van zeer velen, of die zomaar interessant zijn. Met aftrek van enkele zeer ondui delijke inzendingen hebben wij ge tracht over de honderden antwoorden •en uitslag te maken. VRAAG 1. IS LITURGIE DOOR DE VOLKSTAAL DUIDELIJKER GEWORDEN? Daarop werd door zeventig procent van de inzenders positief, door 30% negatief geantwoord. Met dien ver stande dat de positieven meer posi tief dan de negatieven negatief wa ren: de voorstanders spraken zich over het algemeen duidelijker uit. De tegenstanders vertoonden veel nuan ces. Sommigen waren fel in hun af wijzing, anderen overwegend nega tief, sommigen lagen in het twijfel- gebied met de nadruk op het nega tieve. 66 procent antwoordde „ja", 24% „neen". VRAAG 3. IS DE NIEUWE LI TURGIE GEVAAR VOOR PER SOONLIJKE DEVOTIES? Door bijna alle inzenders is de vraag zo verstaan: is er gevaar voor de persoonlijke devotie tijdens de Mis; terwijl hij ruimer bedoeld was: zal zoveel aandacht voor de eucharis tie als gebeuren dat centraal staat en als geheel een eenheid vormt niet de persoonlijke gebedshouding zowel in als buiten de Mis schaden. Met dat voorbehoud geven we het re sultaat van deze vraag: Wel gevaar vond 42 propent, geen gevaar 58 procent. De resultaten van VRAAG 4 „HEEFT U SUGGESTIES" hebben ons bijna nachtmerries bezorgd. Die suggesties zijn er zoveel en zo ge varieerd dat we wel tot Kerstmis zouden kunen doorgaan met weke lijks daaruit te citeren. Het spreekt vanzelf dat dit geen wetenschappelijk opgezette, noch ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 7