TOM POES en de vuursa!amander
Ld
Interlinie
PROBLEEM IN
AERDENBERG
O
Alfredo
HET VALSE HOOFD
Pelsjagers van Rio
ALS U HET
VRAAGT
DE MBRMSTËen WDO^WREKiiwiT
nÖ fa
W' v\
3^
door
Marten
Toonder
(3)
3
Is
i W
Incident I
Incident II
/s.'
Perosi
1
Geloofsopvoedi ng
Meelopen
ZATERDAG 20 MAART 1965
1^-2 mj1
door OLAF J. DE LANDELL
5406 De markies aarzelde even, doch toen liep hij naar
de deur om te kijken wie er in het maanlicht zijn vers
stond te zeggen. Tot zijn verrassing was het de vreem
deling, die hij die ochtend bij heer Bommel's geldzakken
ontmoet had.
„Hier ben ik weer," sprak deze, vrijmoedig binnentre
dend. „Vergeef mij wanneer ik mij op schijn te dringen.
Maar ik ben een zwak voertuig van het astrale plan,
dat zich hulpbehoevend door de stof beweegt. En toen
ik vanmorgen met u sprak voelde ik in u iemand die
in één-klank met de oneindige schoonheid verkeert."
„Parbleu" prevelde de edelman getroffen. „Is het
werkelijk?"
De ander knikte.
„Ach," hernam hij, „wat moet het heerlijk zijn om een
kort gesprek te kunnen hebben met een sterveling, die
in harmonie is met de sferen. Zo dacht ik. En kijk, mijn
wens is vervuld; hier sta ik oog in oog met de schep
per van mijn lievelingsdichtwerk!"
Hij sloot de ogen en prevelde met omfloerste stem:
„Nu gaar ik kwas - en werp ik stras
„Nu is de moen gevangen!" vulde de markies aan.
Hij zweeg ontroerd en een ogenblik heerste er nu een
mooie stilte, die verbroken werd door een onbestemd ge
rucht uit het aangrenzende vertrek.
„Wat was dat?" mompelde de heer de Cantecler.
„Stras," riep Agilius haastig uit. „Er wordt stras ge
worpen. Het astrale plan siddert bij zóveel zeggings
kracht."
„Ik dacht, dat ik hiernaast iemand hoorde," zei de edel
man, doch de ander wuifde dit denkbeeld weg.
„Het was een klank uit uw rijke geestesleven," ver
klaarde hij. „Het was het vangen van de moen. Ach,
hoe gelukkig zou ik wezen wanneer ik van u een hand
tekening kreeg. Voor mijn verzameling grote meesters."
Zo sprekende trok hij een vel papier uit zijn tas, dat hij
voor de markies op het bureau legde.
„Eh bien," sprak deze terwijl er een zachte glimlach
om zijn mondhoeken verscheen. „Dat genoegen wil ik
u niet onthouden, amice. Voila!"
Gr/? U/eCrf fkr OP
kïetJ, wpt ets Mer
SP/eoerje ceeeueo
Kliniek
idijs-
uó! t/opfT BG./JS iVoge/v;
t/Aioe/2 uokjihg dp uw... A/c/, orJZB
Kceiije zteue hegstblt weec
aaeo/G,...
kja/chs u/ar zuu //eg/uuE/eiu/i Aetkcft is
hel bps hoc. gee'u euueoe i/eeBETERius.
U/ebt u, vpdeb Hohjtr/aonuuj, /PPT Som-
f//ge c/joeps bbp Ge bec/c.e mi/esc tes
Pcih u&le ceueu /a/ Die Tgeva/ce ro&-
STpuo QdJueu cue moSTBM o/vr.
ogtCk'eA/u/ie i-iu is.
Ajeueep. oe dou-
TGtZ. AC Aeu uppK
TeK(JC.GGC OP KJ...
De WadderTj PANIEK in de droomfabriek
1
1,
4
I
hu het-p ~y
y/ A
I rZSfZ*?*:
C?!£J?r,&W0alrm"C'
kn cm/*/
PAUL
VLAANDEREN
H.B.S. en GYMNASIUM
RESA - Hilversum
Advertentie
t
mi1§*bE)- «5^-
N - y.
r I Vi
SÜSPTi
I /-*■*
WVZ'E
va fsrM
5406
J V. Internationale Beleggings Unie „Interlinie", Postbus 617. Den Haag
PIB
COPEHHAGEK
MOCO
103.
En wat te verwachten was, gebeurde: ze spande, toen ze beslist niet in
die kamer mocht, Henk ervoor. Ik werd wantrouwend, toen ik haar op een
ochtend hoorde telefoneren. Ten eerste: met wie kon madame Arlette En
bourg telefoneren, terwijl ze beweerde, hier in alle stilte te zijn, en volgens
eigen zeggen onbekend was? Dat had echter nog verklaard kunnen worden,
als ik niet per ongeluk een paar woorden opgevangen had. Die woorden
waren zuiver Nederlands; keurig uitgesproken, zonder accent. Toen meende
ik te mogen aannemen, dat madame Enbourg niet zó buiten alles stond,
als ze voorgaf. Bovendien rook de roze watten, die Menters ons de eerste
dag had laten zien, naar parfum. Ik herkende de hoewel uiterst zwakke
lucht, toen we 's avonds door meneer Burgheem aan de verloofde van
Henri werden voorgesteld. Het was een duur Frans parfum, waarin echte
nagelolie was verwerkt. Dat vervliegt niet.
Henk de Tippelaar kwam prompt. Op een nacht brak hij brutaal in. Doch
er was nog iemand, die iets in deze kamer zocht: juffrouw Booner. Ze
kwam toevallig net binnen, toen hij zou beginnen. En Henk de Tippelaar
is een handige jongen; hij draaide zich om en speelde voor spook. Heel
bedaard en langzaam schreed hij in het schemerduister geluidloos langs
het arme mens heen en verdween, zoals hij gekomen was: over het raam
kozijn van Martijn's kamer, met een touwladder. Hij was echter niet handig
genoeg, want hij bleef in de buurt en werd geknipt. En ik, ezel! al
ben ik dan ook slimmer dan jullie ik begreep pas, dat het werkelijk ging
om het clavichord, toen „madame Arlette Enbourg" hier binnendrong en
in uiterste verontwaardiging dreigde het instrument te zullen laten weg-
Vrl a' u„f u stuurde mijn neef uit dineren en onderzocht alles.
Vond net geheimpje. Uit vijf toetsen miste ik watten. Roze watten Net
genoeg voor Martijns beenwond...
r"51 gloeiende wangen. We stonden sprakeloos. Tot uit de
It g ,.®m s stem zich losmaakte: „Wat ellendig voor Henri Wie
moet hem dit zeggen?..
tiTJt ia Aze/ brommer kleintjes,
i il Arlette, of liever Netty in de gaten, zodat ze niet zou
een rbeetJe weePP!!1' Voelde me vervelend ontnuchterd Het maakte me
FrTisrgeenChmoJ3n rug' "Heren> hiJ knikte voldaan, „ik ben klaar hier.
arresteerdenK gebe,urd- En NettF Brand is eindelijk gesnapt. De ge-
omdat hij verdaih^lg^en gaa,^ Vrij uit Ik moest Gert wel laten °PPakken,
afleidde Tk en aldus op een uitstekende manier de aandacht
Pael knikte zal hem mijn welgemeende verontschuldigingen aanbieden."
knikken- erbijsterd. Langzaam volgden de anderen, met instemmend
Nng ^teeH gu,eem'.Gants' Menters, Crommer.
heren naar vnr-e,ik naast de vrouw staan, om op te letten, terwijl de
harteliik erken», kwamaP en Terry de hand schudden in een eenparig,
gevolgtrekkingen'makenZ1^n meerderheid op het gebied 'van scherpzinnige
(Wordt vervolgd)
Lezers schrijven de krant
Uw artikel „Incident" is onwaarachtig
en niet in de geest van deze tijd. Ik ben
60 jaar (en u mag gerust zeggen en den
ken: waar bemoei je je dan nog mee)
doch behoor tot de enthousiaste vernieu
wers, minder voor mijzelf of voor onszelf
maar meer bepaald voor onze jeugd.
Ik behoor tot degenen, die ni het open.
baar niet willen terugspreken, niet uit
angst maar uit eerbied. Maar in de en
quête van uw blad heb ik gesteld: „Pries
ters, die niet kunnen preken, zullen of
wel hun mond houden ofwel na een goe
de en intensieve voorbereiding in 5 tot 7
minuten hun gedachten uiten of bepaalde
problemen ter discussie voorstellen.
Echter onder geen voorwaarden 10-20
minuten gewauwel. Het is volkomen on
juist te stellen, „dat vele woorden in een
slechte voordracht" boeien kunnen wan
neer men maar wil luisteren. Men kan
dan hoogstens medelijden hebben en
daarvoor is een preek nooit bedoeld. De
fout ligt hier bij de betreffende priester
en niet bij het kerkvolk.
Wilt u nu zo vriendelijk zijn te zorgen
dat „andere plaatsen waar daarop beter
de aandacht kan worden gevestigd" na
tionale maatregelen treffen opdat dit
„eerste openlijke en in zich pijnlijke pro
test niet meer kan voorkomen".
Bij voorbaat dank voor uw hulp aan da
positieve opbouw.
W. A. P. M. Floris
van
DOKTetZ
12. „Winnetou blijft, waar hij if en zal ziCh njej.
door dreigementen angst laten aanjagen. U kunt de
bleekgezichten een dag stellen, waarop zij verdwe
nen moeten zijn, of dat zij het huis moeten ko
pen. Wanneer zij hier niet op ingaan, dan pas kunt
u uw toorn over hen uitstorten. De Okananda
die niet wist, wat hij zeggen moest, deed er het
zwijgen toe, maar wierp een blik op Collins, waar
uit ik een duidelijk verzoek om hulp meende op te
maken en werkelijk, de handelaar keerde zich -tot
Winnetou met de woorden: „Het opperh0ofd dei-
Apachen zal geen vonnis vellen, dat in geen ver_
houding staat, tot wat werkelijk is gebeurd." Win
netou keek hem eens wantrouwend aan en snauw
de hem toe: „Old Shatterhand en Winnetou weten
heel goed wat zij te doen hebben en wensen daar
voor de raad van vreemden niet. Uw woorden zijn
dus overbodig en een verstandig man spreekt geen
onnutte woorden!" Deze uitval bewees mij, dat
Winnetou Collins eveneens wantrouwde „Heb
ben de Okanandas zelf besloten dit huis te over
vallen?" richtte Winnetou zich weer tot de ge
vangene. „Nee, iemand heeft hen ertoe aangezet."
„Wie is het?" „Verraden de Apachen de namen
hunner vrienden?" „Nee, maar zeg mij. was het1
een blanke, of een roodhuid?" „Een blanke!"
Uw berichtgeving en commentaar aan-
'aande het incident tijdens de preek Jn
Ie Kathedraal op de afgelopen zondaï,
omzeilen m.i. de kernoorzaak van dit in-
-ndent.
De plebaan uitte n.I. niet slechts zijn
„misnoegen" over het wangedrag van
de jongelui achter in de kerk, maar gaf
liun duidelijk te verstaan, dat zij er be
ter aan deden de kerk te verlaten. Dat
tegen een dergelijke, harde uitspraak
pro-test weerklonk, vond ik niet ver
bazingwekkend, maar moedig en te
recht.
Ik ben ervan overtuigd, dat dus niet
zozeer „de vaardigheid van de predikant"
hier in het geding is geweest, (door da
„protestant" misschien wat te veel be
nadruk-:), als wel een door de predikant
gedemonstreerd tekort aan liefde,
„norm voor al ons doen". Ook een kwes
tie van ergernis geven, vooral als dit ge
schiedt op de preekstoel door een pries
ter Gods.
HAARLEM
J. C. VAN WISSEN.
Heren Andriga en Grevelt zijn mannen
naar mijn (zangers) hart! Zeer begrij
pelijk. iets ouderen kunnen de ilturgische
omwenteling niet zo gemakkelijk ver
werken.
Evnemin wij, organisten dirigen
ten, met onze kerkmuziek-opleiding en
studies aan conservatoriums van o.a.
Gregoriaanse meerstemmige missen,
liturgie en kerklatijn.
Waarvoor al deze tijd en studies?
Afgedaan!
Men moet hier even dieper op ingaan
om te beseffen wat deze veranderingen
voor óns betekenen: evenals het orgel
een stuk van ons leven is!
Uw voorstel en mijn goede raad: laten
wij alle zangers van kerk- en profane
koren bij elkaar trommelen bijv. via
Sursum Corda tot gezamenlijke repeti
ties, om zo snel tot een goede uitvoering
te komen voor een afscheidsconcert en
„plaat" opnamen.
Wellicht komen wij met enkele kerk
musici tot overeenstemming; op mijn
medewerking kunt u rekenen.
Daarna gaat Perosi me-t een „Aure
ool" omkranst rusten in een muziek-oud
heidkundig museum! Jammer!
HAARLEM
JOOP SCHNEIDER
BeTee! maar hij
■FIP.
WEEP
IS
PIK
FEJZEL, H/E HEBBEH HEM
HAMAóeSEH HOG MeF
<0
<s>
4
0
4
~L
«IP
heb! hek!
pat is oest
M06E/JJUkztjK
PAAg IS OE Hoe/
AJAAESCHALK
MISSCHIEN M'EeT Y
FEATURES SyNOICATf N.'
79. 6. Er ontstond een flinke op
schudding bij het loket, toen Piet Loe
ris met een resoluut gebaar iedereen,
die hem in de weg stond, opzij gooide.
Hij moest dit wel doen ,wan,t Loes had
inmiddels de jaar boven leidende rol
trap bereikt ,en de speurder had er
begrijpelijk genoeg niet veel zin in,
om zich deze buitenkans te laten ont
gaan. Even laterstormde het drie
tal eveneens de roltrap op. Toen ze
I boven kwamen zagen ze nog net hoe
Loes in een taxi stapte, die zich daar
na snel verwijderde. Piet Loeris be
dacht zich geen ogenblik en rende op
een scooter af, die op het trottoir ge
parkeerd stond. „Spring maar achter
op!" schreeuwde hij tot z'n metgezel
len. Die bedachten zich geen ogen
blik en even later suisden ze in dol
le vaart door Parijs, achter de taxi
aan. Dwars door rode stoplichten
ging het en talloze verkeersagenten,
die hen tot stoppen trachtten te dwin
gen, sprongen allen zonder uitzonde
ring opzij teneinde het vege lijf te red
den. Toen ze aan de voet van de Eif-
feltoren waren gekomen, zagen ze de
taxi opeens stoppen, ssp frlde de ch
taxi opeens stoppen. Linke Loes
frommelde de chauffeur een bankbil
jet in de hand, en spoedde zich ver
volgens naar een der liften, die het
vervoer in het kolossale bouwwerk
Piet Loeris, maar Het was te laat.
De lift had zich al in beweging ge
zet! „Wat gaat u nu doen, meneer
Loeris!" gilde Siemtje!" Maar de
detective luisterde niet, hij was
door het dolle heen! Met razendsnel
le bewegingen begon hij de Eiffelto-
ren te beklimmen. Zo vliegenvlug
ging hij te werk, dat hij tegelijk met
de lift bovenkwam!
In uw blad van 15 maart j l. stond
over opvoeding te lezen, dat het er vroe
ger in hoofdzaak alleen maar op aan
kwam veel over godsdienst te leren.
Onbekend maakt onbemind. Dat is toch
zo. Maar men laat 't nu net voorkomen,
dat het vroeger alleen op geloofskennis,
catechismus van buiten leren e.d. aan
kwam om zalig te worden. Dat is niet
waar. Er werd juist geleerd, dat geloof
alleen niet voldoende was om zalig te
worden. Wij moesten ook volgens het
geloof leven. Nu leren de kinderen hun
geloof beleven in de omgang met hun
medemensen. Maar dat was vroeger
ook! Dat er later in de praktijk niets
aan gedaan werd, is niet de schuld van
de catechismus, maar van de verkeerde
mentaliteit, die de mensen er op na
hielden (tégen het geloof in handelen).
Da,t zal men toch altijd blijven houden,
ook al wordt er nu geen catechismus e.d.
meer geleerd. Dit is nu weer gebleken
met Abt van Mont Serrat. tegen wie nu
een strafmaatregel genomen, omdat hij
voor de rechten van de arme mensen op
kwam. Al die vernieuwing van de litur
gie e.d. is larie. Dit is alleen maar om
protestants te doen. Als kerkelijke ge
zagsdragers alleen maar uitgaan van ver.
nieuwing van liturgie, maar zich niet be
kommeren om de sociale reohtvaardig-
heidzal men niet veel bereiken.
ROTTERDAM
Mevr. ZOOM-SWILLENS.
y-k-sz
IK GEEF TOE, SIE, DAT
IK ZEI DAT MB. BUEMEY
DE HELE mm 110 HET HOTEL
WAS. H'J GAF ME 5 POMD
OM DAT TE ZEGGEN
BUEMEY GAF ZICH VEEL
MOEITE OM EEN ALIBI TE
KE'JGEk) V00E DE AVOND
VAN DE DIEFSTAL. IK WAS
ZO VE'J NOG EEN GETUIGE
TE LATEN KOMEN.Sie.
IK ZOO MISS eiTR
FEEEMBN, KAMEKMEISJE
VAN HET DOLPHIN HOTEL,
WILLEN OPeOEPEN
29-84
„Het huidige leven in en rond de
Kerk vertoont vele onzekerheden", aldus
Uw commentator. „Die onzekerheden
zijn echter wezenlijk" Verder: „Ook in
het geloof worden wij aangevreten door
het tekort'' Mag ik als abonnee die twij
fels en tekorten op de persoonlijke reke
ning van de redacteur schrijven? Hij is
kennelijk onderweg maar ik loop niet
mee.
HEEMSTEDE,
J. A. BOMANS
Naschrift van de redactie: Ook door
thuis te blijven kan men de onzekerheden
niet ontlopen.
Advertentie
Bekende Schriftelijke cursus Tel. 4543?