Liturgie-enquête toont
grote belangstelling voor
de zondagsviering aan
Aanvullende
prediking nu
ineer dan ooit
noodzakelijk
Joodse wrekers actief
Mysterieuze sterfgevallen
ex-nazi's in Zuid-Amerika
„U kunt niet
verwachten
dat wij
vergeten
mÊÊÊÊÊËÊÊÊm
LEVENS^ VERZEKERING-BANK N.V.
„Wij zullen er doorheen komen, als wij elkaar de
hand reiken. Diep in mijn hart geloof ik daar in
Het betreft hemzelf. Maar vooral: zijn vrouw, zijn kind. Het doel is duidelijk gesteld, intelligent beredeneerd:
het opbouwen van een hechte toekomstvoorziening. Vele jonge mensen weten tegenwoordig hoe ze vandaag
met later kunnen combineren.
De Nationale heeft aan deze jonge mensen speciale aandacht gegeven en voor hen een eigen verzekerings-
vorm gevonden: De Nationale Carrière Verzekering.
Deze nieuwe levensverzekering bundelt een aantal moderne voorzieningen tot één "elastisch" geheel. De aan-
vangspremie is berekend op jeugdige inkomens. De verzekering groeit automatisch mee met het gezin en de
carrière van de man. Méér van weten? Bel uw verzekeringsadviseur.
De Nationale Levensverzekering-bank N.V. is overal in Nederland vertegenwoordigd. Bovendien zijn er bij
kantoren in (alfabetisch): Alkmaar, Amsterdam, Arnhem, Breda, Dordrecht, Enschede, Groningen, Den Haag,
Haarlem, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Botterdam (hoofdkantoor), Tilburg, Utrecht, Zwolle.
DOUWE EGBERTS
„Vele woningen"
Gebedsleven
Zachte geurige pijptabak
ZATERDAG 20 MAART 1965
PAGINA 9
speciaal voor jonge gezinnen
Het is niet eenvoudig conclu
sies te trekken na lezing van
zo overstelpend veel reacties.
Het is maar het beste dat ik
kijkend naar de grote stapel
brieven, maar ze niet meer op-
Slaand een paar gedachten
neerschrijf, die nu door mijn
hoofd spelen. Vooreerst ben ik
ervan onder de indruk, dat de
belangstelling voor liturgische
Problemen zo groot en zo in
tens is. Iedereen weet, dat al
lerwegen kerk en godsdienst in
dringend onderwerp van ge
sprek zijn in onze dagen. Nog
hooit werd daarover zo veel
vuldig gediscussieerd.
Maar dat het onderwerp litur-
gie-zondagsmis-prediking daar-
ln zo'n verrasend grote
Plaats zou innemen lag niet
helemaal direkt in de verwach
ting. Het is niet alleen te ver
klaren uit het feit, dat ieder-
?.en daar in de gewone kerke-
hlke gang van zaken mee te
Maken heeft. Daarvoor zijn de
Antwoorden te uitgebreid, te ge
dresseerd, te „begaan". De
erdenking was juist, dat bij
htholieken de zondagse kerk-
j=ahg niet echt veel te beteke-
ah had, dat dal vooral een
VpVestie van gewoonte, sleur,
„DjPhehting zou zijn. De ver-
(j jAfstelling leek gewettigd,
ai de belangstelling veel meer
zou gaan naar onderwerpen
dkVheologische> morele, juri-
bet aar<h He meest openlijke
li °gen en gedachtenwisse-
tj„hen' °°k in de pers, beves-
v5 n die veronderstelling. De
lassend grote belangstelling
0r dit onderwerp dwingt ons
toch wel tot een zekere her
ziening, en het effect is al
thans bij mij alleen maar op
rechte vreugde.
(Advertentie)
tiorisl©
De samenkomsten van gelovigen
rond verkondiging en eucharistie
zyn immers altijd het fundament
geweest voor een echt eerlijk ge
loofsleven en zullen dat in de toe
komst ook weer meer en meer moe
ten worden. De positie van de katho
lieke gelovige in de wereld van van
daag en morgen zal steeds meer een
positie moeten zijn van solidariteit
met iedereen en met allen; de tijd
onn id® noodzakelijke vereniging in
allerlei katholieke organisaties en in
stanties loopt langzamerhand af;
net is duidelijk dat die vereniging,
nodig in het verleden, en nu nog
iVafu ig, niet mag verworden tot
katholicisme als maatschappelijk
tactor; we zullen ons steeds meer
als normale burgers onder alle an
dere normale burgers moeten men
gen, zonder contacten met anderen
te bemoeileken door een maatschap
pelijk predicaat „rooms-katholiek";
we zullen ons slechts dan als katholiek
moeten blijven „opsluiten" als het
voor de wezenlijke waarden van het
geloof beslist noodzakelijk is Kortom-
we zuilen steeds meer los van die
predicaten moeten leven met alle an
deren. En om dat vanuit het Evan
gelie, vanuit geloofsinstelling te doen,
zullen we dus steeds meer zijn aan
gewezen op de inspiratie die uitgaat
van de bijeenkomsten (kerk is ec
clesia is de bjjeengeroepenen), waar
in we samen horen over het evange
lie, samen bidden, -amen de teke
nen stellen, waarin de Heer op bij
zondere wijze bij ons wil zijn.
Juist daarom willen we die bijeen
komsten zo doen verloven dat we er
ook werkelijk wat aan hebben voor
het leven van alledag. Ons leven
met alle contacten, met alle zorgen
en alle kansen, willen we door die
bijeenkomsten laten beïnvloeden in
de meeste gunstige betekenis van
het woord. Het samenzijn in woord,
gebed en sakrament willen we in het
leven van elke dag waar proberen
te maken.
Als we het daar over eens zijn en
als we ook weten dat we daarbij el
kaar nodig hebben, krijgt de discus
sie over „het hoe" een heel andere
klank. Dan wordt het vanzelf dui
delijk dat er variëteit moet zijn, zo
wel in de liturgische vormgeving,
alr in de groepen waarin de eucha
ristie gevierd wordt. Het gaat er
toch om, dat zoveel mogelijk men
sen levensecht bij het eucharisti
sche gebeuren betrokken worden. En
zoals het vroeger fout was -de
minderheid van jongeren, progres
sieven, onvoldanen, geen plaats te
gunnen in het geheel, zo zou het nu
weer onjuist zijn degenen, die zich
bfj de veranderingen niet thuis voe-
llllllliiiiillilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiililllllllllllllllll"ll"|'lllllllii
•llllllllllllllllllllllllllllllllllllllliiiliiiiiiiiiillllllllllllMlllllllll
len, af te stoten. Christus woord:
„In het huis van mijn vader zijn
vele woningen" mogen we gerust
ook toepassen op het direkte kerke
lijke gebeuren rond woord en sa
krament.
Ook komt uit zo'n gedachtengang
heel duidelijk naar voren hoe be
langrijk de rol van de priester is en
hoezeer hij de gelovigen bij de bij
eenkomsten moet betrekken. Ik ge
loof dat daarop niet met genoeg na
druk gewezen kan worden. Maar er
is nog iets anders.- Onze derde vraag
betrof de persoonlijke devotie en de
antwoorden daarop zijn niet alle
maal even duidelijk. Sommige gaan
over andere vormen van bijeenkom
sten dan de eucharisatie. Andere over
bepaalde „devotiepraktijken". Weer
andere over het persoonlijk betrok
ken zijn bij de eucharistie. Het zou
de moeite waard zijn daar nog eens
apart op terug te komen.
Maar misschien mag in het kort
dit gezegd worden. Voor een goed
geloofsonderricht, voor een aange
paste verkondiging, zeker in deze
tijd, kunnen we niet volstaan met de
prediking tijdens de eucharistie
vieringen. Er zullen daarnaast an-
dere bijeenkomsten is zeer miniem-
denk dat er al veel gebeurt in ge
spreksgroepen en dergelijke. Maai'
ik ben wel bang dat dat niet vol
doende is. De belangstelling voor an-
dre bijeenkomsten is zeer miniem.
Bepaalde vormen, die we kenden,
zoals het lof, missies, veertiguren
gebeden verdwijnen langzaam. Maar
er komt nog steeds niets voor terug.
Zelfs de vastenpredikingen, naa^
mijn idee een nooit te verwaarlozen
belangrijke vastenactiviteit zim neej
erg teruggelopen.
We hebben aanvullende £el
prediking nu meer dan ooit noaig.
Jonge mensen vinden vaak wei ge-
eigende vormen. Volwassenen HP-en
er meestal nog niet toe in ?taa,„ftn
dat vind ik een zeer ernstige zaan.
Het is wel waarschijnlijk "at lec"
tuur, pers, radio, televisie wat op
vangen van deze noodzaak, maar
de werkelijke bijeenkomsten, waar
in het woord kan worden gesproken
en waarin er over dat woord ge
dacht en gebeden kan worden, zijn
onvervangbaar. Het doet er niet toe
of dat in het kerkgebouw of m de
huiskamer gebeurt, als bet maar
gebeurt.
De „devotiepraktijken Yoor Z(>-
ver goed en gezond, neboen het
voordeel dat mensen ruimte uj zich
zelf maken om tot persoonlijk ge.
bed te komen. Ook buiten die prak
tijken is dat ruimte maken een
dwingende eis. Het persoonlijke g©_
bedsleven is gewoon een aspect van
persoonlijk geloofsleyen. Ii<n dat is
by alle gezamenlijke vieringen
een absolute ondergrond. Natuurlijk
zal het een inwerken op het an
der. Een goede gezamenlijke eucha
ristieviering zal natuurlijk ook de
afzonderlijke gelovige persoonlijk
aanspreken. 'Haar een zich persoon
lijk toewenden naar de dingen van
God en van het evangelie blijft een
noodzakeiyke opgave.
Soms hoor je wel van mensen die
lezen en over dat gelezene naden
ken. Of die zich terugtrekken in de
stilte om tot gebed te komen. Maar
je kunt er in het algemeen niet
veel over zeggen. Ik kan me voor
stellen dat veel mensen met name
op deze punten zeggen: wat komt
er in de plaats van alles wat afge
schaft is. Als ik zeg, dat ik ervan
overtuigd ben, dat er nieuwe vor
men zullen groeien, doe ik voor velen
een slag in de lucht. Dat moet dan
maar. Ik wil het toch graag zeggen.
Ik denk dat we door deze overgangs
tijd heen moeten. Ik verwacht dat
de algemene belangstelling voor
godsdienstige en kerkelijke onder
werpen niet zal blijven steken in de
polemiek en de discussie, maar tot
teven zal komen in nieuwe, moder
ne devotie.
Soms lijkt deze toestand helemaal
onzeker en duister. Mistig, zodat je
niet ver kunt zien. Je moet dan
maar geen gekke dingen doen. Niet
in paniek raken, maar eikaars hand
vasthouden en stap voor stap verder
caan. Het houvast zijn we zelf èn
de witte streep van de evangelische
liefde, die midden over de weg loopt.
Het domste dat we kunnen doen
is elkaar verwijten maken en el
kaar wantrouwen. In een brief uit
Haarlem worden wij ervan ver
dacht de uitslag van dit onderzoek
met opzet „gekleurd" te hebben.
Op zoiets kunnen en mogen we niet
eens ingaan. Zonder vertrouwen ko
men we er helemaal nooit.
(Van een medewerken
HUENOS AIRES De moord op de
Roemeense oorlogsmisdadiger Cukurs in
Montevideo, een paar weken geleden,
heeft erg veel publiciteit gekïtgen over
de hele wereld, omdat hij een van de
ergste nazi-moordenaars is geweest. Maar
dete moord was geen alleenstaand geval.
Sinds de oorlog zijn politie -ambtenaren
van een paar Zuidanierikaan.-.e landen ai
vele malen geconfronteerd met mysteri
euze sterfgevallen van onbekende Duit
sers. „Heel geheimzinnig" zei ons een
politie-functionaris, „maar naar onze
mening is het steeds hetzelfde liedje:
moord".
In een grote archiefkast in de kamer
van inspecteur Juan Ochoa van de Fede
rale Argentijnse Politie zijn uitgebreide
gegevens verzameld van niet minder dan
drieduizend Nazi's, die na de oorlog
uitweken naar Argentinië tri Uruguay
„Het is waarschijnlijk het beste dossier
in heel Zuid Amerika", zegt inspecteur
Ochoa, „op dat van de „WREKERS" na.
Maar zij hebben veel betere bronnen
dan wij". Ochoa werkt samen met Uru-
guese politie-deskundigen oii het onder
zoek naar de moord op Cukurs.
Zijn beroep is om de ex-Nazi's, die nu
zo zoetjes aan oud worden en van wie
er velen genaturaliseerde burgers zijn,
voortdurend te observeren, om er zeker
van te zijn dat zij zich niet in de politiek
begeven. Bovendien moet hij hen be-
Advertentie
Coopvaert
DOÜWE EGBERTS
JkHN01755
schermen tegen de „Wrekers'. Dezen
vormen een ondergrondse Joodse orga
nisatie die, al is de oorlog ai twintig
jaar achter de rug, nog steeds gevluchte
Nazi's opsporen. Is het om recht te doen
of om wraak?
Ochoa noemt het wraak, maar de
miljoen Joden die hier wonen van wie
velen uit Europa afkomstig, noemen
het gerechtigheid. De politie van Mon
tevideo zegt dat aan de executie van
Cukurs ten minste een schijn van ge-
iiiiiillllllllllllliliilllliillllllllllllllllllllllillllillllllllllllllllllli
miiiiiiiiiimiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiii
rechtigheid is gegeven. Hit werd ver
oordeeld wegens oorlogsmisdaden
door een geheim gerechtshof, op be
schuldigingen die het tribunaal te
Neurenberg indertijd tegen hem richt
te in zijn afwezigheid. Toen werd nij
doodgeschoten.
Wie zijn deze „wrekers" In kringen
van Israël worden zij genoemd- „Zij die
niet kunnen vergeten". Zij zijn een on
gebonden geheime groep in de grote en
perfect georganiseerde Joodse bevolking
van Argentinië.
Het hoofd van de Argentijnse Joden
Associatie, Isaac Roosenburg, zegt: „U
kunt in alle redelijkheid niet verwach
ten dat ons volk de gebeurtenissen van
de laatste oorlog vergeet" De mannen
die de „wrekers" vormen tijn echter zo
jong dat ze geen enkele herinnering aan
de oorlog kunnen hebben.
De politie is voorbereid cp een toe
neming van het aantal executies, ais
over enkele maanden de termijn van
twintig jaar voorbij is, waarbinnen in
Westduitsland oorlogsmisdadigers aan
gepakt kunnen worden. Zoals bekend
worden er pogingen gedaan om deze ver
jaringstermijn nog niet te laten aflopen.
De „wrekers" "lebben nu ai weinig
vertrouwen in de officiële rechtspraak.
Als die helemaal uitgeschakeld is blijft
alleen de persoonlijke, geheime wraak
nog over.