Tweede aflevering: Gevecht met de anaconda Vervolgverhaal door Wim Hornman De tocht begint Slecht humeur »fn hef oerwoud Gevaar PLUS 26 MAAKT 166J Het eerste dat Pedro Dias zag toen zijn scherpe ogen de omgeving afzochten, was de harpij, die hoog boven hem in de staalblauwe lucht cirkels trok als een dictator zich bewust van zijn macht over de vogel wereld in het Amazone-gebied. Telkens als hij deze bijna één meter lange arend met zijn scherpe, gekromde snavel en zijn geweldige klauwen zag, kwam er een onberedeneerde woede over hem, die hij nooit kon verklaren. Misschien omdat hij onbewust de angst deelde van bijna alle vogels en viervoeters van het regenwoud voor dit parelgrijze, vliegende monster. Het droeg de naam van de wezens uit de Griekse mythologie, die half vrouw en half vogel waren geweest en wier taak eruit bestond jacht te maken op de zielen en het eten weg te rukken uit de handen van de mensen, die door de Goden verdoemd waren. Bovenste foto: Jean Pierre Maury legt de laatste hand aan eet1 nieuw exemplaar. Daaronder: De behandeling in volle ganif' Onderste foto: Jean Pierre en de klant zijn best tevreden met de aanwinst. Hij wist dat niet alleen zijn ogen de vlucht van de harpij volgden. Alle dieren zagen naar hem op en zouden schrikken als de dodelijke duik van de geweldige roofvogel plaatsvond. De Ara, de reuzen-pa pegaai, die net zo lang is als de arend, verschool zich nu, evenals de toekan met zijn snavel als een bijl. De altijd opgewonden parkie ten waren heel stil en de vele soor ten apen schenen plotseling hun le vensblijheid verloren te hebben. De lepelaars hadden zich voor zichtig teruggetrokken en de lui aard, die ondersteboven aan een tak hing, volgde elke vleugelslag van de harpij Het oerwoud was één grote drei ging, die tot in je botten trok. Iets« van die dreiging ging over op Pe dro Dias, die nog steeds als gèbio-, logeerd naar de harpij staarde. Hij wist precies en tot in de de tails wat er zou gaan gebeuren, evenals alle dieren van het oer woud dit wisten. Terwijl hij inge spannen omhoog keek, voelde hij de steken van de carapatos, de kleine bloedzuigende steek in zijn benen, maar hij was er zo immuun voor, dat hij er zich niets van aantrok. Opeens leek het of er één grote kreet van afschuw door de jungle trok. De roofvogel stond één verschrikkelijke seconde dood stil in de hemel en liet zich dan met uitgetrokken klauwen als een steen naar beneden vallen en ver dween ergens in het groen. Zijn prooi kon een aap, een toekan, een papegaai of een ander klein dier zijn, maar niemand hoorde het gegil van het slachtoffer, want nu de dreiging verdwenen was, brak er een hels lawaai los alsof iedereen over het gebeurde wilde spreken. Alsof ze daarop gewacht hadden, trokken honderden lelij ke ooievaars, de nimmerzatten, sierlijk zwevend over de planten- zee op weg naar een onbekend doel. Pedro Dias zuchtte en dacht aan het zwart-geblakerde vliegtuig dat niet zo heel ver van hem van daan tussen de verkoolde bomen moest liggen en waarboven aas- en koningsgieren met zwermen van honderden zouden cirkelen en misschien al bezig waren aan hun weerzinwekkende maaltijd. Hij huiverde en keek naar de donkere, mystieke rand van het oerwoud, waarin hij straks zou verdwijnen. Hij gooide het pak over zijn schouders en begon aan zijn tocht. Eerst onderzocht hij de open plek en lopend over een wildpad, dat misschien was gemaakt door een legertje wilde zwijnen, liep hij ln zuidelijke richting, terwijl hij af en toe stilstond om scherp te luisteren. Hij droeg laarzen te gen de kleine, dodelijk giftige slan gen, die tussen het kreupelhout ver borgen konden liggen en in zijn hand had hij de machete, waar mee hij af en toe te dicht struik gewas wegkapte. Gedurende alle expedities was zijn reuk ongewoon scherp geworden en had zich ont wikkeld tot een van z'n beste ver dedigingsmiddelen. Hi.i constateer de dat er zich geen pecari's, wilde zwijnen, die met hun scherpe slag tanden en hun agressiviteit bijna dodelijk waren, in de buurt bevon den, wönf dan zou hij 'hun- saherpe muscusgeur moeten ruiken. Hij haalde bijna opgelucht adem, want op deze open plek zou hij niet kun nen ontsnappen. Eenmaal had hij vanuit een boom gezien hoe de pe cari's een jaguar aanvielen. Het leken Chinezen in een oorlog op Korea. Als de grote, gevlekte kat er brullend van woede één dood had, dan kwamen er twee andere voor in de plaats en hoe dapper de onca ook was geweest, tenslotte was hij ingesloten en hadden tallo ze tanden hem doorboord, totdat hij stuiptrekkend bleef liggen. Met een ruk bleef Dias staan. Niets bewoog er meer aan hem. Hij zou een vreemd mensen-monu ment in de jungle kunnen zijn. Heel langzaam ging zijn hand naar de trekker van zijn geweer, terwijl hij het lange mes inde schede liet verdwijnen. Zijn ogen vernauwden zich en hij voelde hoe zelfs zijn tenen in de laarzen als klauwen samentrokken. Hij snoof langzaam de lucht op en dan kwam er een glimlach van opluch ting op zijn gezicht. Hij stond voor een poel van bijna zwart water, achtergebleven in het laatste re genseizoen. Toch was dit een on verwachte hindernis, want hij zou er ofwel doorheen moeten of er omheen lopen. De laatste moge lijkheid leek hem verreweg de beste, want boven het stilstaan de water cirkelden duizenden mus kieten, horzels en bloedzuigers en in het water zouden de reuzen slangen als de anaconda of de boa- constriotor een schuilplaats 'neb ben kunnen vinden. Het gras onder zijn voeten werd week en daarom liep hij uiterst geconcentreerd ver der, voet voor voet op de moeras sige bodem zettend, totdat hij ein delijk aan de rand van de poel was gekomen. Daar bleef hij een ogen- razendsnelle poging naar rechtg (Dichtbij Manaus in het\ JAmazone-gebied, in Brazilië,* valt een vier-motorig passa- a giers-vliegtuig met 46 mensen aan boord tussen de miljoenenf j bomen van de Groene Hel te\ pletter. Een beroemd groot' f wild-jager, Pedro Dias, wordt j[ per parachute vijf kilometer t t van het wrak gedropt. De taak J van Dias is om na te gaan of erf t nog overlevenden zijn, terwijl het hoofd van de expeditie K,Operatie Jaguar", kolonel Vargas, met twintig geharde oerwoudlopers in de richting )Van de plaats van de ramp* trekt). f er gevaar dreigde. Hij kwam niet in paniek, want een jarenlange er varing had hem geleerd dat vrees de grootste vijand van de mens in het oerwoud is- Hij bewoog zich ook niet maar keek rondom zich. Langzaam ging ,2Ün hand naar de revolver naast zich en toen hij het staal voelde, leek hem dit een hele geruststelling. Maar er was iets. Hier kwam geen logica aan te pas. Het was een zesde zintuig. De jungle was vol leven. Ergens in de bomen schreeuwden de brul apen en kwetterden de nachtvogels Miljoenen cicaden maakten teza men een geluid alsof iemand een enorme cirkelzaag bediende, die soms plotseling werd afgezet. Dan scheen- het oerWfiuc\ één ademlo- ze seconde totaal JtjLte ?ijn, be- KSlvïf'het ge<ÉhreiS»w*van 'een vo gel, wiens geluid leek °P 6611 kind dat in doodsnood stertt. Ineens wist hij waar het gevaar zich bevond. In de boom, waaraan het achterste deel van zijn mus kietennet was vastgemaa had zich iets bewogen, heel even maar, doch voldoende voor hem om inge spannen te blijven kijken. Het zou van alles kunnen zijn: een luiaard, die even in beweging komt om wat te gaan eten, een donker benaarde vogelspin, de tarantula, een doods hoofdaapje, maar ook Met een ruk liet hij zich uit de hangmat vallen, het muskietennet achter zich aanslepend. Hu was nog geen seconde te vroeg, want op de hangmat zag hij de enorme zwart-groene schaduw van de^Ana- conda, de grootste en mees,, ge vreesde slang van het Amazone gebied. Een moment was hu ver lamd van schrik en staarden zijn ogen naar het monster, dat Zlch bijna aan hem vastgebeten had- In die ene seconde realiseerde hij zich het gevaar waarin hu zich bevond. Hij had één belangrijk voordeel. De anaconda was op het land beduidend minder snel dan m het water, maar als hij erg ge prikkeld was dan kon men hem tot alles in staat achten. Terwijl hij er zorgvuldig voor waakte, dat er zich bomen bevon den tussen hem en het monster, overlegde hij wat te doen. Wegja gen zou de enige mogelijkheid zijn maar hij kende maar al te goed het boze, driftige, ongeduldige ka rakter van deze koning van de duisternis. De Anaconda zou zich waarschijn lijk niet weg laten jagen van zijn plek. Hij behoorde met de jaguar, de poema en de ocelot tot de onbe twistbare heersers van het regen woud. Niemand had de durf om hem aan te vallen, want zijn kracht was te groot. Wilde hij het pak met levensmiddelen en de zen der met zich meenemen, dan schoot er niets anders over dan tot de aanval over te gaan. De Anaconda moest wel in een zeer slecht humeur verkeren om tot deze snelle actie over te gaan. In het licht van het kampvuur zag hij hoe de kop met de hypnotise rende groene ogen zich naar hem richtte en hij liep nog wat verder om aan een plotselinge aanval te ontkomen. Hij kende de gevolgen als er iets mis zou gaan. De bij na twintig meter lange anaconda, die geen giftanden had, zou zich aan hem vastbijten en langzaam zijn geweldige lijf om hem heen slingeren. Dan zou hijbeginnen te drukken. In het begin heel lang zaam, zijn dodelijke omhelzing re gelend naar zijn hartslag, totdat •eindelijk het hart het zou begeven. Vervolgens zou hij dan zijn onder kaak losmaken en beginnen te slikken. De dieren in de omgeving zouden zijn lichaam langzaam in het slangelijf zien verdwijnen, de botten horen kraken en dan weten dat ze een maand lang geen last meer van de Anaconda zouden hebben, omdat die dan ging sla pen. Hij schrok van de heftige uitval Pedro Dias schatte de grootte van de poel. Hij zou er voorzichtig langs kunnen lopen. Bang voor krokodillen behoefde hij niet te zijn, want die kwamen alleen maar in de kreken en de rivieren voor, maar des te gevaarlijker waren de allerkleinste insekten die hem nu voor de ogen dansten. Ze zouden hem gele koorts kunnen overbren gen, ze zouden door z'n kleren heen eieren in zijn buik kunnen leggen. Met een zucht bereikte hij het oerwoud en ineens was er de klamme warmte onder de bomen, waar het leek of de schemering juist gevallen was. Een ogenblik stond hij stil om zijn ogen aan het halfduister te laten wennen, dan zocht hij net zolang totdat hij een wildpad vond, dat naar het zuiden liep en onophoudelijk raadpleegde hij zijn kompas. Zo liep hij de gehele dag, tel kens zijn kompas raadplegend en zijn richting bepalend naar de zon, die als vloeibaar goud tussen de bomen droop. Het was niet ge makkelijk. Af en toe moest hij zijn machete gebruiken om verder te komen. Hij viel soms over een liaan, die als een draad over het wildpad was gespannen en z'n kle ren plakten aan zijn transpirerende lichaam. Een uur vóór zonsondergang be gon hij naar een geschikte plaats te zoeken waar hij zijn hangmat tus sen de bomen zou kunnen spannen. Het duurde nog een half uur voor hij enkele bomen vond, die wat verder uit elkaar stonden. Met een zucht liet hij het zware pak, dat hem in zijn bewegingen meer malen belemmerd had op de bo dem vallen en probeerde zich even te ontspannen. Zorgvuldig maakte hij daarna met zijn machete de plek schoon en stapelde takken, lianen en gras op elkaar om er een houtvuur van te kunnen ma ken. Hij inspecteerde met grote zorg zijn muskietennet, haalde een sterke zaklantaarn uit het pak en vond enkele blikjes met levensmid delen. Daarop ontstak hij het vuur en maakte een blikje vlees open. Hij wist dat elk van zijn bewegin gen door een ontelbare schare van dieren werd gevolgd. Hij wist ook, dat de meeste hem uit de weg zouden gaan. Van de jaguar, de onca, was hij niet bang. Hij wist bij ervaring hoe moeilijk het was op hem te jagen. De onca hield niet van mensengeur. Hij zou hem al op een kilometer afstand ruiken want de mensengeur is sterker dan de muscus van een kudde wilde zwijnen. De jaguar zou even ver ongelijkt brullen en dan zijn rich ting veranderen. Hij kende inlan ders die nog nooit een levende ja guar hadden gezien. Voorzichtig dronk hij enkele teu gen water, at verder en gooide het blikje weg. Toen de zon vlammend ergens achter de bomen was onder gegaan, kroop hij gekleed in zijn hangmat en sliep vrijwel onmid dellijk. Midden in de nacht werd hij plot seling wakker met de zekerheid dat is Jean Pierre Maury, die sinds 1956 in een atelier boven de gelagkamer afgietsels van klanten maakt. De meeste niets vermoedende binnenko- Drink, en verlies je hoofd! DE herberg >rAu Port Salut", even buiten Parijs, kan men niet aanmerken als een gewoon café dat men na de genoten consumptie weer gauw verlaat. Nee, de bezoekers die hier komen, staat als zij dat ten minste willen, een zeer buitenissige behandeling te wachten. De van niets- wetende klant wordt bij het entree al onmiddellijk attent gemaakt op een lange rij gepleisterde mensenhoofden die als trofeeën op spijlen zijn "ge prikt. 'Zij vertegënwÏÏÖrdièen *Rjna duizend gasten die „Au Port Salut" voor een hartversterking hebben aan gedaan. De maker van al dat pleistenverk blik geboeid kijken naar de onver getelijke pracht van de Victoria Regia en de vlammende schoon heid van de orchideeën, de arons kelken en de begonia's. Zo was het tienduizenden kilometers lang, een ontzettende jungle van varens, lianen, klimplanten, bloemen, op bloeiend in een van waterdamp verzadigde atmosfeer, poel na poel, boom na boom, dier na dier, alles tezamen het grootste en ver- blindendste kleurenpatroon ter we reld vormend. mers geeft het wel even een schok, wanneer zij zo abrupt geconfronteerd worden met zo'n overweldigende hoe veelheid strak starende maskers. Er komt wel ivat voor kijken, voor een nieuwe kopie aan de voorraad kan worden toegevoegd. Eerst wordt er op de wenkbrauwen, wimpers en slapen van de cliënt een laagje vase line aangebracht. Daarna smeert Jean Pierre Maury een brij van zachte gips over het hele gezicht, tot deze een dikte heeft gekregen van on geveer 2Vz cm. Het „slachtoffer" kan dan nog nét ademhalen! In het begin geeft 't pleisterwerk aan 't gezicht een klammig gevoel, dat echter al gauw, wanneer 't gips hard wordt, plaats maakt voor 'n broeiende hitte, die de patiënt er na 't demasqué doet uitzien als een pas gekookte kreeft. De afdruk is volmaakt identiek aan het echte gezicht, zelfs de poriën zijn natuurgetrouw gecopieerd. Na een nacht goed drogen, wordt de vorm bewerkt met vernis opgevuld met gips, en later opgehangen naast zijn onbewogen voorgangers. Het geheel doet wel even denken aan lang ver vlogen tijd, toen de bloedende hoof den van misdadigers, als even zovele waarschuwingen op pennen aan de stadspoorten werden geprikt. Na afloop moet de klant zijn naam schrijven in een groot boek en dan is het tenslotte hoog tijd om beneden aan de bar te drinken op het gereed komen van het nieuwe duplikaat. van de slang, die hem op een paar centimeter na bijna te pakken had. Nog nooit had hij die gemene kop zo dichtbij zich gezien. Met een vloek liep hij naar het vuur en nam er een lange, gloeiende tak uit. En nu wist hij het ook. Het vlug driftige monster had zich op gewonden over de brandende tak ken en was daarom tot de aanval overgegaan. Behoedzaam sloop hij terug naar de kop van de slang en hield zijn revolver tot schieten ge reed. Als hij de tak in zijn rich ting zou gooien dan was het bijna zeker dat het dier zou terugkrui pen en dan zat het gevangen tussen het kampvuur, een boom en de brandende tak. Er bleef hem dan nog maar één richting over, die naar rechts. Op het moment, dat hij zich in veiligheid wilde stel len zou hij op de brede, platte kop moeten schieten. Het gebeurde zoals hij zich had gedacht. Toen hij de brandende tak als een fakkel naar de slang gooide, kroop deze terug, zag het gevaar van het vuur, probeerde eerst in de boom te kruipen, zag de onmogelijkheid daarvan in, om dat die te dicht bij het vuur stond en deed een razendsnelle poging naar rechts. Op dat moment knalde de revol ver en boorde de kogel zich in de kop van het reusachtige dier, dat onmachtig terugviel op de grond. Pedro Dias ademde diep, keek naar de zenuwtrekkingen die door het machtige, brede slangelijf liepen en wist dat het schot dode lijk was geweest. Toen trok er een ijskoude rilling door hem heen, want duidelijker dan ooit besefte hij dat dit einde en het andere pre cies één seconde was geweest ,één seconde tussen leven en dood. Wat had de gouverneur ook weer van hem gevraagd: „Welke kans geeft u eventueel overlevenden in het vliegtuig om him weg door de jungle te vinden?". Hij had ëe' antwoord: „Geen enkele". Hij had niet behoeven te aarze- len om dit te zeggen, want de Ana' conda was slechts één van de geva ren. De dood of het leven kon eeh verschil betekenen van één secon de. De dood of het leven hadden tevens te maken met een meter te veel, een centimeter te groot of eeh millimeter te klein. Hij nam een stevige teug uit zij11 veldfles, keek op zijn horloge e) zag dat het vier uur in de nach1 was. Vervolgens zocht hij met zi)JJ zaklantaarn zorgvuldig de bomej: af en verweet zichzelf, dat hij ook niet enkele uren geleden ha^ gedaan. Hij ontdekte niets, spand zijn hangmat wat verderop, dk''1^ ter nu bij het kampvuur. Een menit later sliep hij, terwijl mieren al op weg waren naar hu feestmaaltijdde dode Anact"1 da. hoog boven hem in de staal blauwe lucht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 20