TOM POES en de vuursaiamander
ALS U HET
REVOLVER MET
MONOGRAM
Alfredo
HET VALSE HOOFD
Pelsjagers van Rio Pecos
IE
DE MRRMSTËEN OUANikPjE PE WIET
VRAAGT
"/SS
r
V
©NVSLAVENBURG'SBANK
Z/jm pa-C fja a/ ca r fpjbsltjg unu
a/er zoosugpsmos plpjst/gucgu
GSZ/eXJT TG OGCol/efJ
door
Marten
Toonder
m
0 yr^
Incident VIII
Stille Omgang
Vastendag
Tegen dwang
ZATERDAG 27 MAART 1965
door Dick Pointer
5412. Toen de commissaris zijn bevelen gegeven had
verspreidden de agenten zich en al spoedig was het eens
zo fraaie gazon het toneel van een diepgaand onderzoek.
„Wat is hier aan de hand?" vroeg heer Bommel, na-
dertredend.
„Haarfijn speurwerk", verklaarde de politiechef.
„Hier is vannacht een inbraak gepleegd. Brutale inklim
ming door een venster; de hele kluis is leeggehaald!"
„Tjonge!" riep heer Ollie opgewekt. „Dat is erg! Hebt
u al een spoor van de daders?"
„Nee", zei de commissaris bekommerd. „Dit geval
ligt niet eenvoudig. De schurken moeten hier bekend zijn,
want ze wisten de geheime bergplaats van de markies.
Maar het wordt allemaal met een fijn kammetje uitge
zocht, daar kunt u op rekenen".
„Ja, dat zie ik", hernam heer Bommel levendig. „Ik
hoop, dat hij hier wat van leert. De markies, bedoel
ik. Eh ik bedoel, de dieven, als u begrijpt wat ik
bedoel. Dag heer Bas, we gaan eens verder".
Hij voegde de daad bij het woord en toen hij het ter
ras verliet verhelderde een glimlach zijn trekken.
„Dit is leerzaam, jonge vriend", merkte hij op. „Hoog
moed komt voor de val, dat zie je! Dit is net goed!"
„Hm", zei Tom Poes, „het schijnt, dat uw vuursala-
mander toch aan het werk is geweest!"
Heer Ollie keek verrast op.
„Salamander1? herhaalde hij. „Zou het? Denk je, dat
Agilius hier iets mee te maken heeft?"
„Zou Bommel er iets mee te maken hebben? vroeg
commissaris Bas zich af terwijl hij het tweetal naoogde.
„Hij scheen het nogal leuk te vinden - en dat is altijd
verdacht. En wat er met agent Dompers gebeurd is,
geeft me ook te denken.
DE VÓ'l6« HQg OC«ÏtSMP.3I
UJ/e Speos t/g
hgt Beu/us
~(/PtJ Zub) omso^ulD...
Mfio/z ufaae. /s t-ttJ
mppjg, zee. uu se s/s/...
esu>/jzeu D/c uoo/zwe/zpsu, D/s
O/Pr var
neemt(!i
De Wedders PANIEK IN DE DROOMFABRIEK
VLAANDEREN
Advertentie
(Advertentie)
_J>LJtm& ,-jC-
-5
5*U2
Oude genever Bessenrood Citroen jenever
MOCO
IV ,,(»I
VlM*
c piB
[ivf.ih
HOOFDSTUK I
Ze wassen nog, zei een van de zusters tegen Covens, toen deze de hal
naast de operatiekamer van het Cantonale Ziekenhuis binnentrad. Ze hield
hem een ronde blinkende trommel yoor, waaruit hij een steriel hemd
pakte. Hij liet het uitrollen en schoot in de mouwen, die in lange gebreide
manchetten eindigden.
Wie opereert?
De zuster wees naar het lange bord aan de muur, waarop de operaties
stonden aangegeven met vermelding van de namen van de chirurg, de assis
tent en de anaesthesist.
Dr. Henner.
Hij knoopte het hemd op zijn rug dicht en greep opnieuw in een trommel,
ditmaal om een wit petje en een mondlap eruit te nemen. Henner, dat trof.
Hij had hem in lange tijd niet gezien en Covens was verheugd, dat de
gelegenheid zich voordeed hem te treffen. Bovendien stond hij als een
goede operateur bekend.
Is de patiënt al binnen?
Covens strikte het masker vast met twee bandjes op het kapje en met
twee andere achter in de nek.
Nee dokter, ze zijn nog in de behandelkamer bezig met de narcose.
Hoewel het Höpital Cantonal gelegen was aan een drukke verkeersweg,
drong hier binnen maar weinig van het straatlawaai door, zelfs nu de
stad propvol was met toeristen. Het seizoen liep reeds ten einde, maar
toch arriveerden nog dagelijks talloze buitenlanders. Nog zette ieder vliegtuig
nieuwe bezoekers aan de grond. Nog hield de dagelijks de stad binnen
komende stroom van auto's en reiswagens aan. Op de perrons van het
Gare Comavin verdrongen de mensen zich naar de uitgangen. Hun platte
koffers hadden ze door de ramen van de wagons naar buiten geschoven,
waar ze door een witkiel werden aangepakt.
Gaat er een bus naar de Quai Gustave Ador?
Is het ver naar de Avenue de France?
Weet u misschien of er nog een kamer vrij is in een goed hotel?
Het kleine inlichtingenbureau in de stationshal had het druk om alle
vragen te beantwoorden. Behalve de treinreizigers moest men ook de lucht
reizigers te woord staan die per Swissair waren aangekomen.
Taxi! Taxi!
Via de Place Cornavin verspreidden de aangekomenen zich door de
stad. Sommigen bleven in de hotels in de omgeving van het station, terwij]
anderen hun onderkomen zochten aan de boulevards langs het meer of in
de studentenwijk in de oude stad. Taxi's en bussen reden af en aan om
de vrijwel ononderbroken stroom mensen te vervoeren. Het leek wel of
iedereen juist deze plaats voor zijn vakantie had uitverkoren en dan nog
wel in diezelfde tijd van het jaar. Het was of een enorme magneet in
werking was gesteld, die alles en iedereen hier naartoe trok om deel te
nemen aan een groots opgezet massaspel.
(Wordt vervolgd)
Advertentie
C>E e, OHG
t/OM EP3f/TP3SfO.'?...
<o>Atr? BGEK/G JE
t-tGT BSUf/JS
CtSAT UJOGDT ZUfJ
MOGC.SU
"GtZiroT
t/oaau/r, spip!
O/t loo/SoT uer
C/PPTSTG To usee
su i-re&
gg/u /a/v&c/
r
/CoG UAU a 'GS, O'S POTo'S,
..Ze BsujrjZ&U. C>P)T OS l/EK.DSDtCING,
OS ^.eCUTBQUU l/OO/Z OS OSU UoUDT,
CU/JUT, w/e ZPJC. OUUOtGL CrSNOSGr
ucm, sopje Je
tPoii*r<soED ytiof
PAS, EG IS VMTVOOK
je te doen! ze je,
MLT/G BEDOEL.
EG OPAE, SOPJE
18. „Precies weet ik het niet, maar ik meende
op te maken, dat ze met een zekere Conner een reke
ning hadden te vereffenen." ,,Dat klopt, al heet die
man dan Corner. Nu, daar heeft u dan uw leven
aan te danken." „Dat staat nog te bezien." „Hoe
dat zo?" „Hoe moeten wij zonder wapens en zon
der paarden uit deze bush-bush komen?" „Daar zul
len wij wel voor zorgen. Waar wilde u nu naar toe?"
„Naar Fort Wilkes" „Weet u de weg dan?" „Nee,
maar wij geloofden wel ongeveer in de goede rich
ting te gaan." „Ja, wel ongeveer. Had u een spe
ciale reden, om daar naartoe te gaan?" „Zeker.
Wij wilden hier een stuk grond uitzoeken en onze
familie zou in Fort Wilkes op ons wachten." „Dan
boft u, want wij moeten ook die kant uit en zullen
u veilig in Fort Wilkes kunnen brengen." „Mogen we
ons dus bij u aansluiten?" „Natuurlijk." „Maar we
hebben geen paarden, zodat wij moeten lopen."
„Daar vinden we wel iets op. Maar u zult wel hon
ger hebben, nietwaar?" „Nou, we hebben sinds gis
teren bijna niets gegeten." Toen de mannen gege
ten hadden en wij weer opbraken, overstelpten ze
ons met dankbetuigingen. Daar noch Winnetou noch
ik van onnodige gesprekken hielden, wendden ze
zich tot de handelaar. Maar die snauwde hen af.
5.7. Sientje was nu langzamerhand zp
door 't dolle heen, dat Piet Loeris
de tijd gekomen achtte, om haar met
een paar welgekozen woorden tot be
daren te brengen. „Wil je er mis
schien om denken, dat je bij mij in
dienstbetrekking bent, Sientje?" sprak
hij op snijdende toon: „En wil je d'r
misschien ook om denken dat je nog
lang «een Sophia Loren bent?"
„Dat kan nog komen!" hijgde zijn as
sistente, die nog steeds door het kan
toor heen danste: "Ik heb een prach
tig figuur en kan ook gekke gezich
ten trekken!" „Maar je moet ook een
normaal gezicht kunnen trekken en
daar twijfel ik nou aan!" snerpte haar
meester. Ondertussen had de heer
Flok nog een enveloppe tevoorschijn
gehaald. „Uw vliegbiljetten!" zei hij:
„U kunt wat mij betreft direct ver
trekken. Bij aankomst op het vlieg
veld van Los Angelos wordt u door de
regisseur afgehaald. Voor hotelruim
te is gezorgd, u hoeft nergens over te
piekeren. Mag ik u een aangename
reis en veel succes toewensen?" De
twee mannen schudden elkaar harte
lijk de hand. „Bedankt, broer, geld-
I knoedel!" lachte de detective: „Dit
wordt een geheel nieuwe ervaring
I voor me en ik hoop er veel van op te
steken!" Even later was de heer Flok
vertrokken. „Gaan we meteen weg,
meneer Loeris?" vroeg Sientje, die
amechtig op een stoel zat uit te bla- j
zen. „Dat lijkt wel 't beste", zei de
speurder: „Ga jij maar pakken, dan
bestel ik vast een taxi, om ons naar
de luchthaven te brengen!" Onze
trouwe lezertjes zullen begrijpen, dat
Sientje zich dat geen twee keer liet
zeggen!
7 Jfl-EN5DAfie
VHM WRKEN VRM
ONS! IK HEB NU
OOK VOOE 50.000
POND SI&REET
7 EU B'JWvE
EU EEN KEIK
STRM9
BEDOEL JE DE BENDE,
DIE RL TEVEN IR DINGEN
SI&RBE77EN 5UIT-
MRAKTE
IMDEEDRRD.DE SIGREE7TEN-
DIEVEN MOETEU 0N6
HEBBEN.
IK WEET 'T- U
BENT PRULVlflHNDEEEU!
IK BEN JOHNWY SPERES
CHRüFFEUR VRN DE KR
DlflN TERMSPOET
H'M!
UW FieMR
HEEFT NOGRl
TEGEN9LRS
Lezers schrijven de krant
Hoewel tegen mijn gewoonte voel ik
me thans verplicht iets te zeggen over
dit geval. Naar mijn smaak heeft de
ordeverstoorder twee zaken „vergeten".
Ie. dat hij zich in de kerk toch
Gods huis nietwaar bevond, waar hij
zich anders te gedragen heeft dan in
de vergaderzaal. Trouwens, ik vraag me
af, of deze heer wel eens aanwezig is
geweest bij een minder boeien de lezing
of voordracht en of hij het dan ook
aangedurfd had de spreker te onder
breken. Dit is in strijd met het normale
fatsoen en de normale omgangsvormen.
2e. verliest hij alle eerbied voor de
persoon van de priester uit het oog. Dit
heeft niets te maken met de neerbui-
gend-onderdanige, goede-sigaar-presen
terende afgestofte-stoel-mentaliteit zo
terecht tot zn juiste proporties terugge
bracht door Fons Jansen. De waarde
ring voor de prieser berust hierop, dat
een katholiek niet alleen de mens ziet
in de priester. Maar èn eerbied èn fat
soen waren hier zoek.
Rotterdam A. A. Jansen.
De jaarlijkse herdenking van het Mira-
kelfeest ondervindt, ook wat de Stille
Omgang aangaat, minder belangstelling.
Waarom heeft de Katholieke Radio Om
roep geen belangstelling hiervoor ge
toond? Temeer daar katholieken uit het
hele land aan de Stille Omgang deel
nemen.
Amsterdam C. Frank».
Het bericht in uw courant over de vie
ring van het St. Jozefsfeest ontstemd»
mij enigermate. En wel, dat de aarts
bisschop bekend maakte dat het di»
dag wel vasten- en onthoudingsdag was.
Niet om het feit. maar hoofdzakelijk
om de manier waarop. De zondag er
voor werd vanaf alle preekstoelen ver
kondigd dat het vrijdag geen vasten-
en onthoudingsdag was. En dan op het
laatste moment weer anders. Een ver
gissing is natuurlijk menselijk maar bij
de onzekere toestand in de Kerk als op
he' ogenblik, is zulke berichtgeving toch
niet bevorderlijk voor de rust in de Kerk.
Het werd namelijk weer zo uitgedrukt
dat het vasten en onthouden door de
paus of de bisschop werd bevolen, dat
is m.i. ook niet wenselijk. Een advies
in een of andere richting juich ik toe.
Maar de daad moet gesteld worden ter
liefde of ter boetvaardigheid voor God.
dan zijn ze van waarde voor de mens
heid en de wereld. Maar niet omdat
iemand het wel of niet verplicht stelt.
Haarlem H. Hoogendijk.
Naschrift van de redactie: Het ging
hier om een internationaal misverstand.
Overigens is hier sprake van een ker
kelijke wet en die moet door een be
voegd autoriteit worden afgekondigd. Die
autoriteit komt de kardinaal volledig toe.
In „opzij van het nieuws' over d»
brief e^ de bezorgdheid van de schrij
vers. zijn mij verschillende zaken niet
duidelijk. Vóórop wil »k stellen dat ik mij
als niet-geletterde waarschijnlijk niet zo
duidelijk zal kunnen uitdrukken als ik
wel zou willen. Ik hoop dat u de goed»
bedoeling vocrr lief wilt nemen!
Mij is de laatste jaren opgevallen,
dat er in onze katholieke wereld twee
talen worden gesproken. Ten eerste door
de z.g. progressieven óf degenen, die
als de dood zo bang zijn niet voor vol
(modern) te worden aangezien, en de
genen die het daar niet helemaal mee
eens kunnen zijn, óf vinden dat het
Godsvolk onderweg, op hol is geslagen.
Enfin, alles wat n>et besmet is met
een zekere vernieuwingswoede, wordt op
één hoop gegooid en is conservatief, du»
hebben zij te zwijgen en zijn zij geen
vrije kinderen Gods. want zij willen niet
direct buigen voor alles wat fanatieke
nieuwlichters ons proberen aan te sme
ren. Er is nog een groep, de onver
schilligen. waarschijnlijk de grootst»
groep, die helemaal geen taal spreekt,
en alles wel goed vind.
De meer behoudende^ zijn «een vrije
kinderen Gods. u schrijft immers: „Er
is niets tegen een Latijnse Mis. er is
zelfsenz. Er is wel iets tegen dwang
waar eindelijk de „vrijheid" der kinde
ren Gods ontwaakt. Nu is mijn vraag
deze: Wat is vrijheid en wie zijn die na
bijna 20 eeuwen ontwakende kinderen?
Met mijn domme verstand zie ik de
vrijheid als een mogelijkheid tot keuze.
Hier komt het verschil in taalbegrip en
gebruik dunkt mij duidelijk naar voren,
want, u zegt: „Er is wel iets tegen
dwang" Akkoord, maar dan ook geen
dwang van een toevallig bovenliggende
progressieve partij (die morgen alweer
conservatief is), want dan gaan we te
rug naar een nieuwe Orde. waar we he
laas nog te veel van weten, óf naar d»
en Communistische Partij waarop men
vrij mag stemmen, op communistisch»
kandidaten. Hoe zit het nu, zijn de be
zorgde briefschrijvers èn met hen zeer
velen eenvoudige ongeletterde simpele
mensen, allen slapers of slaapwandelen
de routiers, naast een op hol geslagen
gedeelte van het Godsvolk onderweg?
Dus geen dwang naar een Latijnse Mis.
want in de „Volkskrant" schrijft een
commentator: ..Als de bisschoppen daar
toe durven overgaan, zal er weldra
geen kerk meer zijn!" Ik vind dit in
mijn bekrompenheid verschrikkelijke
uitspraken. Zou die schrijver in z'n arro
gantie vergeten zijn dat de Heer be
loofd heeft, altijd met Zijn Kerk te zijn
zen dat zulks niet van zijn dreigementen
afhangt. Ikzelf ben niet tegen de volks
taal in de liturgie, maar daarom gaat
het niet alleen. Zolang men mij het
Geloof in Christus' wezenlijke tegen
woordigheid niet tracht te ontnemen en
van het H. Misoffer niet een soort
piot. dienst probeert te maken, ben ik
vóór vernieuwing, wel te verstaan vóór
alle inwendige vernieuwing, want dat
hebben wij allen hard nodig ondanks alle
mooie woorden over het ontwaken van
de vrijheid der kinderen Gods.
Zolang wij de anderen argwanend be
zien en de anderen ons behandelen al*
een soort imbecielen en reageren met
zgn. humor of hautain sarcasme, zolang
komt er geen wezenlijke vernieuwing en
zal alleen een bepaalde kliek denken te
behoren tot Gods vrije kinderen en de
anderen zijn domkoppen en de kwezel*
hun slaven. Daarom tot slot de hart
grondige wens, dat de Heer van de Kerk
Zijn Bruid mag blijven leiden tot ons
aller geluk.
Amsterdam C. Bosch.
Naschrift: Het gaat inderdaad om de
vrijheid van keuze voor iedere kerk-ge-
meenschap. Die keuze kan leiden tot
volkstaal. Die keuze kan leiden tot La
tijn. Altijd of soms, dat geldt voor beid».
Die keuze-vrijheid willen wij mede be
hoeden. Daarbij kennen wij noch pro-
gressieven. noch conservatieven. Alleen
christenen.