Concurrentie op Zuidamerikaanse markt Friese handelaar bouwt I speciaal opvangcentrum j in haven van Guayaquil W' B BOULEVARD Geluidsterrewr door HAYE THOMAS «a ««HM* vs h" Geluksfactor Goede moment Jonge dieren VRIJDAG 2 APRIL 1965 PAGINA 21 fjjjm I Aan de weg naar Stiens, recht tegenover het vliegveld Leeuwarden, staat de „Pafferade", een typisch Frie se Boerderij, als in dekking achter een rij grimmige knotwilgen weggedoken voor het huilende geweld van de Starfighter, rondsuizend boven Friesland op de kracht van zijn jagende jets. Het is hier dat W.G. Hylkema zijn hoofd kwartier heeft en de laatste voorbereidingen treft voor wat wij zouden willen noemen: de Operatie-Ecuador. Het gaat om de export van misschien wel 3500 stuks fokvee. Koeien a la „us Mem", dus prachtig van lijn en machtig op de poten, De Zuidamerikaanse markt kan een zeer aantrekkelijk afzet gebied voor onze vee-export be tekenen. Tot nu toe is het zo dat daar de Amerikanen de lakens uitdelen. Vooral met hun Frisian- 1 lolstein-koeien waarmee in de vaak primitieve omgevingen goede resultaten zijn geboekt. Maar wij die in de fokkerij nog altijd als de ongekroonde konin gen gelden, hebben in deze situ atie nimmer berust. Eigenlijk zijn we er al kort na de oorlog bij geweest om de Zuidameri kaanse markt voor ons te win nen. met meikaders als kabeltrossen. Stieren van een krachtig type, edel van lijn en evenredig gebouwd. Kortom dieren, waarmee wij in de wereld nog altijd het hoogste predikaat bezitten. Deze export, waarvoor een contract van 10 miljoen is afgesloten, heeft de allure van een geweldig avontuur. Het succes daarvan kan betekenen dat een eer der mislukte poging om de Zuidamerikaanse markt voor onze vee-export te veroveren, nu wèl zal slagen. En van daar ook dat de overheid de Operatie-Ecuador steunt en zeer velen het verloop ervan met argusogen volgen. Wülem G. Hylkema voor de grote wereldkaart in zijn kantoor. De grote boerderij aan de weg naar Stiens. Het vee-exportkantoor van Hylkema is er in ondergebracht en de Operatie-Ecuador wordt er voorbereid. De hoogwaardige producten van onze vaderlandse veefokkerij, Vee bijeengebracht voor grootscheepse transporten. 8500 Nederlandse koeien naar Ecuador SB nen, zoals laatst die Griek in Meppel. Vroeger was de klant koning. Er ver andert lets In de goede traditie. En daarmee spelen wH, dat meen lk op recht, met verkeerde kaarten. Als vee exporteurs vormen wü ook de slechtst georganiseerde bedrijfstak die er is. Zo in vergadering bij elkaar zijn het allemaal leuke, aardige jongens. Maar eenmaal thuis in de eigen omgeving, is het meteen weer: alles voor ikke en de rest kan stikke." Harde taal van Willem Hylkema en in duidelijke tegenspraak met de opvattingen van de heer Schaap, die ons verzekerde, dat er zeer goede contacten bestaan tussen de veehouders onderling. ,,Maar dat zijn contacten waar de heer Hyl kema buiten staat", zoals de expor teur Schaap het voorzichtig uitdrukte. In In 1948 was er een groot scheeps transport van vijfhon derd stuks vee met de Een dracht, een omgebouwd lan dingsvaartuig. Een rampzalig trans port! De dieren stonden er in drie lagen boven elkaar en de stormach tige overtocht moet voor hen een wa re hel geweest zijn. Op het onderste dek sloeg de dood het eerst toe En vandaaruit trok hij een snoor Er was geen goede vPn- san lo e'genlijk ontbrak liet ook aan ie juiste verzorging. In nlatfs tan niet het visitekaartje van ons aanhef tl8 fokJ?^kt, kwamen wü de 500 dierenSChlp Vo1 kadavers. Van noJ re" warer> er bü aankomst onf mfti! 10 leven. En dat gaf tip een vernietigende reputa- rnór Jójj zou de eerste grote afne^ werd i»„enude V geheven, hier zich er> de klaagzang die snel ™^,T.n?elleven, verspreidde zien bp inr^dH ?ei* Zuidamerikaanse land. vol criovi i transporten die nog den w kond®n hun zaak niet red- ren goed sommige koeien en stie- ,?,oa's de kampioen Leopold Jan :an Wassenaar, die hier bepaald bes- „Prestaties leverde, er ook aardden. d®, Amerikanen was dit alles jatuurUjit gesneden koek. Hun fórmi- dreigl exPort werd niet langer be- Na vele jaren is het in Zuid-Ame- rika opnieuw geprobeerd. Met veel zorg en toewijding door de Friese exporteur Schaap uit Deersum bijvoorbeeld. Hfj legde nieu we contacten. In Ecuador, een der kleine, maar meest stabiele staten van dit enorme werelddeel. Hij betrok verschillende collega's in zijn voor bereidingen en klopte aan bij het rijk om steun. Steun die het Ministerie van Landbouw hem toen niet kon ge ven. En omdat de heer Schaap en zijn collega's over de afname niet vol doende zekerheden verkregen is deze poging tenslotte gestaakt. Maar in zijn spoor is nu Willem G. Hylkema gekomen. En op een goed gekozen moment. Want sinds 1 januari kent het Ministerie van Landbouw de exportbevordering naar ontwikkelings landen door middel van ontwikke lingsprojecten. Dat hield in dat er wel rijkssteun kon worden verkre gen. En deze heeft Willem Hylkema nu. En deze eis van Ecuador, dat er voor Nederlandse rekening een qua- rantainestation moet worden gebouwd, waarin de dieren direct na aankomst geruime tüd moeten doorbrengen, kan hb nu voldoen. Het rük heeft hem naast andere mogelükheden '?an®®'e steun toegezegd bij de bouw «n het quarantainestation. Maar dan a. en als er aan de zorg voor de meren tijdens hun transport en in het quarantainestation niets zal manke nd1 jmen heeft de les van de Een- 1 ter harte genomen) en als er "og over de afzet van de dieren naar Qe betere adressen in Ecuador vol- doende zekerheden bestaan. Daar naast moet de heer Hylkema over een onherroepelijk accreditief beschik ken en op dit laatste is nu het wach ten. Willem G. Hylkema is daarover erg optimistisch. En hij rekent er zo'n beetje op dat omstreeks juli het eer ste transport naar Ecuador kan plaats vinden, Wü hebben hem opgezocht in zün „Pafferade", als een ietwat norse burcht gelegen in het vlakke Friese land. Een strakke omgeving, welke eigenlijk ook helemaal past hij de forse, stevig gebouwde man, die gestoken in een rijbroek sterk de indruk van een individualist maakt. Een man die bij voorkeur zijn eigen boontjes dopt en eigenlijk ook moeilijk in het harnas van een samenwerking te passen is. Hij heeft over de vee export zo zün eigen ideeën. Hij houdt onwrikbaar vast aan het goede pro- dukt en wil daarmee ook stevige prij zen maken. En misschien wel om voortdurend aan het goede produkt herinnerd te norden, hangt zün sfeer volle kantoor vol met afbeeldingen van zwart-bonte kampioenen en staan er op zijn boekenkast bronzen afgiet sels van twee zogenaamde honderd- punts dieren, het ideaal van het va derlandse rundveestamboek. In deze stijl zet hij de traditie van zijn vader voort, die ook in de vee-export zat en ais een pinonier in de afzet op de Italiaanse markt mag gelden. „Met het werkelijk goede produkt", ver telde ons Willem Hylkema niet na druk, ,,en dat is iets waar vandaag de dag nog wel wat aan mankeert. Vandaag de dag is iedere veehande laar meteen ook maar exporteur. En er zijn erbij die van het standpunt uit gaan dat als het dier zwart-bont is en vier poten heeft, dit alles eigen lijk al voldoende is om eraan te ver dienen." „Nee, de mentaliteit is er niet op vooruit gegaan," sprak Hylkema, en zün felle ogen tuurden door het grote raam naar buiten, zoals dat geheel gevuld werd door de jachtige wolken hemel boven Friesland. „Vroeger raakte een klant niet buiten zün zin- illem G. Hylkema in een ge- isoleerde positie? Het heeft er de schijn van. Maar als dat zo is, wekt hij niet de indruk daar gebukt onder te gaan, Het spel van de business is ook in de vee-ex port keihard en aan de voorwaarden, die daarvoor gelden, kan hü voldoen. En niemand zal ontkennen dat de man, die aanvankelük voor veearts studeerde, maar nadien het bedrqf van zijn vader overnam en voortzette, de zaken snel en energiek aanpakt. Nu heeft hü al zün krachten geconcen treerd óp de Operatie-Ecuador, Een land dat hü verschillende malen heeft bezocht om er vooral veel te küken en met de mensen daar te praten. „Als het straks gaat beginnen, zit ik er voor zo'n slordige half miljoen aan in vesteringen in. Dus je kan wel nagaan, dat ik niet over één nacht üs ga. Maar ik heb nu al vertrouwen dat ik wilde hebben." Hylkema heeft er uit voerige ervaringen uitgewisseld en de kansen gewikt en gewogen. De men sen, die hü ontmoette, moesten vol doen aan zfjn eisen, zoals hü ook voor de hunne moest buigen. Maar als het eerste transport vertrekt, zullen er de garanties zün, die Willem Hylke ma op het oog had. En daarnaast vertrouwt hü op de milde glimlach van het geluk, want met name zon der de steun van „Moedertje-Natuur zal dit avontuur niet kunnen slagen. Het quarantainestation In de haven stad van Ecuador: Guayquil, neemt een sleutelpositie in de hele trans actie in. Willem Hylkema zal dit overgangsstation bouwen. Een hyper moderne stal voor tweehonderd die ren, compleet met laboratorium, kan toor en ontvangkamer. Het wordt een open stal, als geheel een unicum voor Ecuador, waar de dieren altijd bui ten zijn. Er komen speciale drink bakken en een zogenaamd mestspoel- systeem. Stro zal hier taboe zijn. De dieren worden op rubbermatten ge plaatst. De passaat zal hier voor een natuurlyke ventilatie zorgen. In dit quarantainestation zullen de dieren worden opgevangen door een Nederlandse veearts en zorgvuldig ge selecteerde Nederlandse verzorgers. Naast zich zullen zy collega's uit Ecuador krijgen, die dan meteen de kunst kunnen afkyken. Verdeeld over vier stallen met vyftig plaatsen zul len de dieren hier in een warm, tro pisch klimaat moeten acclimatiseren. En de gevaariyke bloedziekte, de „Piro-Ar.aplasmasis" moeten verwer ken. Direct na hun aankomst worden zij met deze ziekte ingespoten. Dan volgt de bestrijding van deze ziekte met een speciaal daarvoor bestemd anti-boticum. Zo gauw als de koortsen beginnen te zakken, staakt men deze bestryding zodat de ziekte weer op kan komen. Dan volgt men opnieuw de bestrijdingstactiek. Net zolang tot het dier immuun geworden is voor de gevreesde „Piro-Anaplasmasis". irect in aansluiting op een voor het vee byzonder zwaar trans port is een dergeiyke behande ling in het quarantainestation beslist niet zonder risico's. Vandaar ook dat Willem Hylkema in zyn trans actie de overtocht van zoveel moge lijk jonge dieren wil stimuleren. Ster ke, jonge dieren, waarvoor de kans op overleving en goede acclimatise ring groter is. Maar wat dit betreft is hy afhankeiyk van de vraag, die Equador stelt. En als hü praat over geluk en steun van „Moedertje Na tuur" moeten die vooral in deze pe riode bespringen. Een agrarisch of fensief van Nederltand in Ecuador. Want naast deze activiteiten wordt er (door FRANS BOELEN) Was tot dusver de transistor de enige bron waaruit reizigers te land, ter zee en in de lucht, bruinbakkende strandfiguren, brom- en gewoon fietsende jongelui, en bosgenieters muziek konden putten, de anderhalf jaar geleden op de Firato gelanceerde en sinds een week in de handel gebrachte eenvoudige cassette-recor der van de bekende gloeilampenfabriek in het zuiden des lands gaat, als de voortekenen niet bedriegen, een tweede welkome aan vulling betekenen van het geluiden-arsenaal van de jonge moderne „reiziger" anno 1965. Het faat om een allervriendelijkste bandre- cordertje van twintig centimeter lang, elf centimeter breed en zes cm hoog waarmee men op bandjes vastgelegde muziek de zo genaamde „musicassettes" vele malen kan afdraaien tot vermaak van zichzelf en de hele buurtgemeenschap. De „musicassette" is Ideiner dan een pakje sigaretten en wordt met één handbeweging in een daarvoor bestemde ruimte van de bandrecorder gedrukt. Het bandje hoeft dus niet meer met de vingers te worden aangeraakt en kan niet verkeerd worden ingelegd. Slechts enigszins zwak be gaafde apen zijn nu nog in staat het toestel voortijdig in de ver nieling te helpen. De vastgelegde, geliefde muziek kan in het nieuwe apparaat niet per ongeluk worden uitgewist: de makers hebben goede voorzieningen getroffen. Er zijn ook blanco-bandjes verkrijgbaar waarmee men kan opnemen en weergeven zoveel men wil. Uitwissen behoort dan uiteraard tot de mogelijkheden. Be paald goedkoop is de nieuwe cassette-recorder nu niet. Of u moet 278 gulden een te verwaarlozen bedrag vinden. De „musicassettes", evenals de grammofoonplaten voorzien van kleurige hoesjes, teksten en programma's, kosten per stuk 21 gulden; onverschillig of men nu Willeke Alberti koopt, of het Boyd Neel Strijk-orkest. ij het toestel hoort een microfoon, een draagtas met schouder riem en nog wat attributen. De geluidsweergave van de re corder is zeer acceptabel. Het gehele upparaat is uiterst een voudig te bedienen en zelfs de technisch minst begaafden waar onder ik mij stellig reken kunnen er dankzij een simpele hand leiding snel mee overweg. Vijf staafbatterijtjes bevinden zich in het toestel. Na twintig gebruiksuren moeten die dan wel vernieuwd worden. En dat laatste nu vind ik het enige bezwaar van de cas- cette-recorder: twintig uur is bij intensief gebruik niet al te lang en de batterijtjes kosten bij elkaar toch altijd nog een twee drie gulden. Enfin, dat mag voor de kapitaalkrachtige jeugd, voor wie men '<et apparaat toch in de eerste plaats vervaardigd heeft geen bezwaar zijn. En nu maar tegen elkaar „op spelen" straks op het strand: Beatles tegen Rolling Stones, Willeke tegen Trea en ergens in de verte een ragfijne Scarlatti, die bet op zijn beurt weer moei lijk heeft met het gitarengeweld van radio-Veronica. Want de knet terende transistors, zullen de strijd niet opgeven. Als Willeke juist via de recorder voor de twintigste maal haar „Spiegelbeeld" be zingt, starten de transistors hun Luxemburg-, Veronica-, en Caro- line-offensief. Zelden zal men zo intens verlangen naar het echte, stille strand als in de komende zomer: de zomer van de geluids- terreur. ver geluidsterreur gesproken: in Engeland hebben enkele, al wat oudere straatmuzikanten enige tijd geleden de koppen bij elkaar gestoken. Ze bespraken de hoogst ernstige situatie waarin ae straatmuzikant van deze tijd zich bevindt en besloten hun repertoire van smartlappen en meedeiners op de helling te zetten. Enkele avonden achtereen bezochten zij in de stad van het eeuwig „Yeah" (Liverpool) een tienerclub waar iedere avond diverse beat-groepen optreden. Vervolgens schraapten zij him laatste centjes bij elkaar en schaften zich ritme-gitaren aan, slag- werk-anparatuur, enkele Beatle-pruiken en een installatie waarop zij hun elektrische monsters konden aansluiten. Zij repeteerden lang en gelukkig en na een week hard werken vertoonden zij zich op straat. In een oogwenk hadden zij een grote schare om zich heen verzameld. En terwijl de oudste van de bejaarde groep dofjes het „I feel fine" inzette, en de andere vijf leden zich de stramme vingers stuk sloegen op de tweedehands-gitaren, stroomde het geld binnen. Zij trokken van de ene naar de andere straat. Hun succes was over weldigend. Dagelijks kon men de groep in de „wijk" aantreffen. Totdat op een gegeven moment een, van iedere cultuur gespeende, directeur van een bedrijf de politie opbelde met het verzoek te wil len ingrijpen. Lij en vele bewoners in de stad zouden langzaam krankzinnig worden van het lawaai. Via allerlei dwangmaatregelen werd de muzikanten tenslotte aan het verstand gebracht dat zij hun muzikale arbeid moesten staken. Triest hebben zij hun duurbetaalde instrumenten opgeborgen. Het laatste wijsje dat zij ten gehore brach ten was een uiterst droevig „I'ts all over now" en toen was het ook voorbij. De groep viel uit elkaar en een ieder ging weer „voor zich zelf" werken. De oudste van de groep, tevens initiatiefnemer zingt nu weer opera-aria's met begeleiding van zijn accordeon. Ge vraagd naar zijn mening, antwoordde hij: „Wil je geloven dat ik Ver di tóch mooier vind." Het gekste van alles is dat dit verhaal nog waar schijnt te zijn ook in het kader van de ontwikkelings hulp in de stad Quito een modern slachthuis gebouwd, en komt er in het land ook een modern melkvee- instructiebèdrüf van Nederland, waar in agrarisch kader van Ecuador ge vormd kan worden. Dit alJes heeft de allure en de omvang van een grote „test-case", waar heel Zudd-Amerika belangstelling voor heeft. En als dit alles lukt hebben de Amerikanen er direct een grote concurrent bü- „Daar om is dit een nationale zaak", zegt Hylkema beslist. „En dat is niet al leen mün mening, maar ook die van Barendje Biesheuvel. Alles wat wü ervoor doen, moet goed gedaan worden. Het is dan ook duidelük, dat ik dit niet alleen kan spelen. Daarom zal ik voor deze transactie ook met an deren in zee gaan. En daarvoor zün de contacten al gelegd. Het beste kan niet goed genoeg zün. Als het aan mg ligt, gaan we ditmaal ook niet met de boot in zee. Die doet er drie weken over, met alle risico's van storm en nog meer oponthoud. Ik ga veel liever per vliegtuig. Maar de KLM, waarmee ik over dit soort transport gesproken heb, wil geen viezigheid in haar toestellen, en staat erop, dat de dieren op zogenaamde pallats worden vervoerd. Dat betekent een ruimte- verlies, waar ik echt niet tegenop kan boksen. En dus is het plan van groot scheepse luchttransporten voorlopig van de baan." De operatie Ecuador is het beslis sende stadium ingegaan. Slaagt deze dan is dat een nationale triomf van grote betekenis. Dan heeft ook de in dividualist en met eerzucht geladen Willem Hylkema de top van de va derlandse vee-export bereikt, doch dit is nu nog een vaag geheel In de razen de warreling van alle mogelijke plannen en gedachten, die onder het puntige dak van de „Pafferade" wor den uitgebroed. Plannen en gedach ten vol koeien a la „Us Mem" en stieren van hoge preferentie, vol dure verzekeringspremies en spannende seheepstransporten over de lange dei ning. De stoffige haven van Guaya quil ligt ver van de weg naar Stiens. Maar Willem G. Hylkema moot er dag en nacht aan denken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 21