Het toverpannetje
Keteltje
9
Huiswerk
KINDERPUZZEL
HOE LANG BLIJFT SCHEVE
TOREN VAN PISA STAAN?
Mozaiek
van
kleurige
kralen
Onze pagina
voor de jeugd
De gulzige
poes
HET IJDELE PRINSESJE
en de toverspiegel
R OBBIE DE
BEER en:
Met opzet?
11
Ongelovig
Verdrietig
PLUS
2 APRIL 1965 3
ER was eens een vrouwtje dat
haar laatste geld had uitge
geven om er bruine bonen
voor te kopen. Ze kookte de bonen
in een oud pannetje en toen ze
klaar was met eten spoelde ze het
pannetje om. „Ach", zei ze, „ik
wou dat het een toverpannetje
was, en dat ik maar hoefde te zeg
gen: ga eens gauw wat lekkers
voor me halen!" Opeens schrok ze,
want het pannetje keerde zich om
en bolderde over de straatstenen
weg. Wat was er aan de hand met
het pannetje? Zou het dan tóch
een toverpannetje zijn? Ja hoor,
want even later kwam het panne
tje terug en zei: „Hier ben ik! Ik
heb wat lekkers voor u meege
bracht. Kijk maar in mijn holle
buikje!"
V
P
ROBBIE DOET er nogal lang over om de ballon
nen en koekjes voor zijn feestje uit te zoeken.
Tenslotte is zijn pakje klaar. De winkelier laat
hem uit. „Ik zie dat je nog steeds belangstelling
hebt voor mijn Chinese pop", zegt de man. „Nou, je
hebt hem vandaag voor de laatste keer gezien. Mor
gen is hij weg. Dag kleine beer". Robbie is nog maar
net buiten als de winkeldeur stevig achter hem ge
sloten wordt. „Nou, nou!" mompelt hij. „Dat heb ik
ook goéd uitgekiend! De winkel sluit vandaag zeker
weer vroeg".
utó, -*"d
Robbie wandelt weer diep in gedachten het
dorp uit. „Wat vervelend, nu heb ik mijn
boodschappenlijstje in de winkel laten liggen
en nu is de deur op slot. Ik hoop dat ik niets ben
vergeten". Hij staat even stil. „Hoe laat zou het
eigenlijk zijn?" denkt hij. „Als het twaalf uur is ben
ik nog net op tijd voor het eten, maar als het één
uur is ben ik te laat. Ik zal maar heel vlug naar
huis gaan". Dan gebeurt er ineens iets geks. Een
van de twee pakjes, die hij draagt, valt uit zijn
hand, alsof iemand eraan getrokken heeft„Hé,
hoe kan DAT nou?" mompelt hij
ROBBIE schrikt doordat zijn pakje zo plotseling
is gevallen. „Maar ik HEB het helemaal niet
laten vallen", mompelt hij. „Er werd aan ge
trokken en nu is het onder een struik gerold. Ik
moet het weer oprapen. Héé! Wat doe JIJ hier? Hoe
ben je hier gekomen? Heb jij clat pakje uit mijn
hand geslagen?" Want daar, onder de struik, on
deugend naar hem grinnikend, zit de Chinese pop
die hij in de winkel heeft gezien. „Hi-hi, mij kleine
beer hebben laten schrikken, eh?" kakelt hij. „Mij
van leuke grap en veel plezier houdenl"
K
IK ZIE DE lol er niet van in", zegt Robbie.
„Waarom ben je naar buiten gegaan?" De
Chinese pop blijft onverstoorbaar grijnzen. „Mij
winkel op vroege sluitingsdag helemaal niet leuk
vinden", zegt de pop. „Mij stiekum weggelopen.
Winkelman zegt Kerstman mij hebben willen, dus
mij nu voor de laatste keer lekker aan de boemel
gaan, lekker grappen maken, lekker ronddollen"
Hij springt met gemak boven op de struik en
tuurt in het rond. Dan is hij plotseling, in een flits,
verdwenen. „Wat gek", zegt Robbie, „Zou hij er
gens van geschrokken zijn? Wat zou het geweest
kunnen zijn?".
s-w1-; 'w'
ROBBIE wacht nog even, maar de Chinese pop
komt niet meer te voorschijn. Juist als hij
weer weggaat komt er iemand anders snel
aangelopen. „Hallo, Roosje", roept hij en hij pro
beert heel vriendelijk te doen. „Ben jij ook al
klaar met je boodschappen? Wim heeft me verteld
waarom je „Hééé, opzij, uit de weg!" zegt
Roosje, nog steeds even knorrig! „Ik praat nog
steeds niet tegen je. Tegen niemand!" Ze loopt
wild langs hem heen. Dan grist plotseling, zonder
waarschuwing, iemand haar mandje van haar ar
men en al haar boodschappen vallen op de grond..
kJ
Het vrouwtje tilde het deksel op en
zag tot haar verbazing, dat het pannetje
gevuld was met heerlijke soep. „Hm,
wat ruikt dat lekker. Waar heb je de
soep vandaan gehaald, pannetje?"
„Honderd uren ver .meesteres!"
„Dat is ver, maar daarom zal ze
toch best smaken," zei het vrouwtje en
begon te eten.
De volgende dag stuurde ze haar to
verpannetje er weer op uit om wat lek
kers te halen. En weer gebeurde het
zelfde als de vorige dag: het pannetje
tolde over de straatstenen en kwam een
tijdje later weer terug.
„Wat heb je voor mij meegebracht?"
vroeg het vrouwtje.
„Kijk maar in mijn holle buikj6," zei
het pannetje.
Het vrouwtje tilde het deksel op en
toen zag ze een heerlijke eier-omelet
met ham.
„Je bent een lief toverpannetje,
hoor!" zei ze en ze begon te eten.
komen. Wat was er gebeurd? Wel, het
toverpannetje wist niet goed wat het
vrouwtje bedoelde met „zoetigs". Daar
om deed het kalmpjes aan, om goed te
kunnen nadenken. Boem. daar botste
het opeens tegen een oude ketel aan.
„Nee maar", zei de ketel, „ben jij
Pannetje-Vol niet?"
„Ja, dat ben ik." zei het toverpanne
tje verbaasd, „maar wie ben jij dan?
Ik ken je niet?"
„Ken je Keteltje-Bol niet meer?"
„Keteltje-Bol, ben jij het? Wat zie je
er uit!"
„Ja, ze hebben mij op de vuilnisbelt
gesme.ten, en als daareven een jongen
mij niet had opgepakt om met me te
voetballen dan lag ik er nog!!'
„Ja", zei Pannetje-Vol zuchtend, -„je
bent tegenwoordig nergens meer veilig.
Maar ik ben toch blij dat ik je nog
eens zie na zoveel jaren."
Ze praatten en praatten ove.r de tijd
dat ze samen in de keuken van tove
naar Knoeriedorie hun werk hadden. En
Pannetje-Vol vergat dat hij was uit
gestuurd om wat zoetigs te halen. Toen
hij er aan dacht was er al een uur
voorbij. - „Oooo, ik moet verder vriend.
Ik moet iets zoetigs halen."
„Wat voor zoetigs?" vroeg Keteltje-
Bol, die erg nieuwsgierig was.
„Dat weet ik eigenlijk zelf niet."
Na een paar dagen was ze al zo ge
wend te krijgen wat ze wenste, dat ze
er over nadacht eens iets te vragen wat
ze nog nooit gegeten had. Bonbons had
ze nooit gegeten, omdat ze arm was.
Daar wilde ze nu ook wel eens van proe
ven. Maar ze kon niet op de- naam ko
men. Daarom zei ze: „Lief toverpanne
tje, wil je nu eens iets zoetigs voor me
halen?"
„Dat kan. meesteres!" En roets
daar bolderde het toverding weer de
straatstenen over. Deze ke-er bleef het
pannetje erg lang weg en het vrouwtje
was bang, dat het niet meer zou terug-
Waarom haal je dan geen stroop?"
zei Keteltje-Bol, op een manier, alsof
hij iets geweldigs had bedacht.
„Stroop! Ja, ik ga stroop halen. Be
dankt voor de tip. En het beste met
je!" - Roetsdaar vloog Pannetje-
Vol weer verder.
„Wat ben je lang weggebleven," zei
het vrouwtje, toen het toverpannetje ein
delijk terug was.
„Ik moest duizend uren ver, mees
teres!"
„Dat is héél ver. Heb je iets voor
me meegebracht?"
„Kijk maar in mijn holle buikje!"
Toen deed het vrouwtje iets doms: in
plaats van eerst in het pannetje te kij
ken stak ze er haar vingers in, die met
een aan elkaar kleefden „Brrrr
I wat is dat voor rommel?" riep ze nijdig.
„Stroop, meesteres. Stroop is erg zoet
en daarom.
Maar het vrouwtje was zo nijdig dat
ze het tove.rpannetje niet liet uitpraten.
- „Stroop heb je gehaald, en daar ben
je duizend uren voor weg geweest?
Maak dat je wegkomt;kruip voor mijn
part in de grootste vuilnis-hoop die er
bestaat!"
Flip kan op school gemakk'lijk mee:
Hij is een kraan in 't leren;
Hij zit al in de zesde klas
En moest nog nooit doubleren.
Hij is bijzonder knap in taal,
In lezen en in teek'nen;
Alleen is hij tot zijn verdriet
Een weinig zwak in reek'nen.
De sommetjes bezorgen hem
Onaangename uren:
Ze komen meer dan eens niet uit,
Spijts piekeren en turen.
Het reek'nen heejt alzo voor k'lip
Niets weg van een pleziertje,
Maar toch besteedt hij thuis daaraan
Vaak een apart kwartiertje.
Eens op een avond hield hij zich
Met reken-huiswerk bezig:
Daar waren pa en grootpapa
Toevallig bij aanwezig:
Flip kwam niet klaar en vroeg z'n pa
Hem even t' assisteren,
Ook vader echter zat een poos
Vergeefs te prakkezeren.
Ten einde raad heeft Flip zich toen
Naar grootpapa begeven:
„Och, opa, wees zo goed en help
Uw zoon bij 't huiswerk even!"
PETER KERN.
Toen het toverpannetje werkelijk weg-
tolde had het vrouwtje spijt van wat
ze gezegd had en ze smeekte: „Kom
terug lief pannetje, kom terug!"
Maar het pannetje luisterde niet, het
tolde hoe langer hoe verder weg. En
omdat er zoveel vuilnishopen zijn, weet
Pannetje-Vol op de dag van vandaag
nog niet welke de grootste is. Daarom
kan het gebeuren dat je een roestig
'pannetje ziet liggen. Schop ter niet te
gen, want het kon wel eens Pannetje-
Vol zijn en met toverpannetjes moet je
voorzichtig omspringen
THEO LUYSTERBURG.
UIT alle landen komen toeristen kij
ken naar de beroemde scheve to
ren van Pisa, die door de inwoners
van deze stad de „lieve oude dame"
wordt genoemd. Die „oude dame" is ech
ter ziek. En he* lijkt erop dat zij elk
ogenblik ten onder kan gaan.
De toren is een van de beroemdste
bouwwerken ter wereld. In 1173 legde
bouwmeester Bonan.no Pisano de eerste
steen voor de toren. Hij werkte er tot.
1185 aafi en verdween toen. waarom weet
niemand, spoorloos.
Negentig jaair lang werd er niet meer
naar de toren omgekeken, totdat een an
dere architect zijn krachten op beproef
de. Het zou waarschijnlijk verstandiger
zijn geweest als hij de toren eerst had
afgebroken en de fundering breder en
dieper had gemaakt, maar in plaats daar
van bouwde hij er nog drie ronde verdie
pingen bovenop. Tachtig jaar later zette
een derde architect er de zevende én
laatste verdieping op, die ruimte moest
bieden aan de zeven zware klokken (één
ervan weegt zelfs drie en een halve ton.
Er was intussen bijna tweehonderd jaar
gewerkt aan de scheve toren.
Sinds 1911 meet een professor van de
universiteit van Pis-a elk jaa,r hoe ver
de toren overhelt. Iedere keer blijkt dat
meer te zijn. De klokken mogen niet
meer luiden, vanwege de trillingen die
dat veroorzaakt en in de directe omge
ving van de toren wordt geen gemotori
seerd verkeer toegelaten.
„Neen, ik hoef geen lift, maar m'n
benzine is op
MET behulp van karton, houten kra
len en lijm (bisonkit) gaan we
een mozaïek maken. Begin met
karton op maat te knippen of te snijden.
Waag je de eerste keer niet aan een te
groot formaat, maar aan een van onge
veer 10 cm breed en 15 cm lang.
Nu ga je een ontwerp bedenken. Doe
dat eerst op papier, in het klad dus.
Het beste i> om die tekening daarna, in
het net, op het karton over te brengen.
Zoals bij veel knutselwerkjes raad ik je
ook hier weer aan: maak geen ingewik
kelde tekening, want dan wordt het veel
te moeilijk.
Het hangt van jezelf af, wat voor
soort tekening je maakt, abstract of
meer realistisch. Abstract wil zeggen, dat
er geen bestaande figuur te herkennen is,
maar wel, bijvoorbeeld, een mooi kleur-
of lijnenspel. Als je meer realistisch te
werk gaat. beeld je een bestaande figuur
uit. je volgt dan dus de werkelijkheid.
Dan kies je bijvoorbeeld een vogel of
een vis.
Je smeert, als je het ontwerp klaar
hebt. steeds een gedeelte van het karton
in met lijm en plakt dan de kralen erop
Je kunt ook hier en daar wat kleine gla
zen kraaltjes op de lijm strooien.
Tot besluit kun je je mozaiek ophangen
aan een fotohangertje. Dat kun je bij
•en kantoorboekhandel krijgen.
TRUDY
Sommige mensen denken dait Pisano de
toren met opzet scheef heeft gebouwd om
toeristen te trekken Maar er is ook een
wetenschappelijke verklaring voor. die
verband houdt met de bodem van Pisa.
Er zijn allerlei plannen om de toren
voor vallen te behoeden. Toch wil men
de 14.500 ton zware, vijfenvijftig meter
lange toren scheef laten. De toren ont
leent zijn beroemdheid immers aan het
feit, dat hij scheef staat. Elk jaar komen
er drie miljoen toeristen naar kijken.
Men zoekt dus naar een idee, waardoor
de toren niet omvalt, maar wel scheef
blijft.
HET was nog heel vroeg in de
morgen
„Wanneer zou 't vrouwtje voor
me zorgen?
Honger", miauwde de gulzigaard,
Kwaad zwiepte hij met z'n katte-
staart
De koekoek van de klok sloeg zeven,
„'k Ga de wijzers een zetje geven!"
Met een sprong zat hij er bovenop.
Maar 't arme Moortje had een strop.
De deur van de kamer ging open,
Iemand kwam naar beneden lopen.
De klok hing scheef, poes viel omlaag.
„Waar zou mijn eten blijven vandaag?
In de ijskast stond melk en nog veel
meer.
Mmmmmm, hij zag die lekkere pud.-
ding weer.
Zacht en zonder dat hij werd gezien,
Kroop hij in de kast en at voor tien.
Maar o schrik, opeensde deur
ging dicht!
Moor kon niets meer zien, er was
geen licht.
Hij kreeg 't koud, bang riep hij:
„Miauw".
„Vrouwtje, 'k heb 't koud, help me
nou!"
't Vrouwtje keek zoekend in 't rond,
Totdat ze Moor in de ijskast vond.
„Je moest je schamen, lelijke Kat,
Je bent een domoor, weet je dat?"
De vis in de pan was gloeiend heet!
Als je eens wist wat een pijn dat deed.
Sinds die dag is hij niet gulzig meer.
Dat was echt de allerlaatste keer!
12 13
We vragen nog één weekje geduld voor de oplossing en uitslag van de puzzel
die 19 maart in PLUS gestaan heeft. Doe intussen je best op bovenstaande
opgave!
WAT moet ik toch beginnen?" zucht
te de oude koning. „Mijn dochter,
de prinses, zit steeds voor de spie
gel zichzelf te bewonderen en te ver
zinnen welke jurk ze zal aantrekken om
er nog mooier uit te zien. Ze kamt de he
le dag haar krullen en zè is zo ijdel, dat
ze voor niets en voor niemand tijd heeft
dan voor zichzelf. Over een paar jaar
zal ze de koningin van het land zijn,
maar ze wil niets leren en hoe kan een
domme prinses nu koningin worden?"
De koning schrok op uit zijn gepeins,
toen er op de deur geklopt werd. Eew
lakei kwam binnen en buigend zei hij:
„Sire, hier is de minister om u te spre
ken"
„Laait de minister binnen komen".
Na een eerbiedige buiging zei de mi
nister: „Koninklijke Hoogheid, u heeft
me laten roepen, waarmee kan ik u van
dienst zijn?"
De koning vertelde hem toen van zijn
I zorgen over de prinses en vroeg of hij
Igeen middel wist om haar van die nare
ijdelheid af te helpen. De minister dacht
lange tijd diep na.
„Koninklijke Hoogheid", sprak hij ten
slotte, „U zegt, dat de prinses de hele
dag voor haar spiegel zit, laiten we de
beste spiegelmaker van het land hier-
heen halen en hem vragen, of er niet iets
aan die spiegel veranderd kan worden,
zodat de prinses zichzelf niet meer ziet,
zoals ze werkelijk is".
„Tja", antwoordde de koning. „Je be
doelt dus een soort toverspiegel, da,t zal
niet meevallen. Maar laiten we het maar
proberen, als die spiegel een verander
de prinses laat zien, krijgt de spiegelma-
i ker een grote beloning".
Zo kwam het dat een beroemde spiegel
maker opdracht kreeg, een spiegel te ma
ken, die een soort tovermiddel moest heb
ben, zodat de prinses van zichzelf zou
schrikken, als ze er in zou kijken. De ko
ning wdchiüte vol ongeduld en toen na een
paar dagen de spiegelmaker aan de pa
leispoort klopte werd hij direct bij de
koning binnengelaten. Voorzichtig werd
de spiegel uitgepakt en tegen de muur ge
plaatst en toen de koning er in keek, kon
hij haast niet geloven wat hij zag. Hij
had hele lange benen en armen en hot
|leek wel of hij gegroeid was. zijn gezicht
was heel smal en hij had een hele lange
kin. Sprakeloos ging de koning dichter
naar de spiegel toe cn toen leken zijn
armen heel dik en kort en hij had een bol
gezicht.
.abstract of realistisch.
„Ma ma ma maar hoe is
dat nu mogelijk?" sprak de koning stotte
rend van ongeloof, „ben ik dat werke
lijk?" Nog eens en nog eens bekeek de
koning zichzelf in de spiegel, dan weer
eens heel dichtbij en dan weer eens veraf
cn terwijl de spiegelmaker met een glim
lach do verbaasde koning gadesloeg,
wreef hij tevreden in zijn handen, omdat
de spiegel zo'n succes was geworden.
„Hoe bestaat 't?" sprak de koning een
hele tijd later. „Jij verstaat je vak en
je hebt de beloning ruimschoots ver
diend" „We zullen de minister, die dit
plan verzonnen heeft hier laten komen
en horen wat hij van die toverspiegel
vindt." Ook de minister stond met open
:mond van verbazing naar zichzelf te kij
ken en kon haast niet geloven, dat hij
het zelf was, naar wie hij in de spiegel
stond te kijken.
„Koninklijke Hoogheid, ik zou me toch
al heel erg vergissen, als de prinses met
deze spiegel niet zou genezen van haar
ijdelheid. Wat een pracht van een tover
spiegel!" En terwijl de spiegelmaker
heel gelukkig een grote zak goudstukken
in ontvangst nam, konden de minister en
de koning maar niet genoeg krijgen van
de toverspiegel en steeds opnieuw beke
ken ze zichzelf.
's Avonds, toen de prinses in diepe
slaap lag, ging de koning met een tim
merman naar haar slaapvertrek en heel
zachtjes werd de oude spiegel van de
muur gehaald, terwijl de nieuwe op pre
cies dezelfde plek werd opgehangen.
„Ssst, sst" fluisterde de koning, „sst,
laait de prinses niet wakker worden" en
stilletjes verlieten ze de kamer van de
slapende prinses. De koning kon die nacht
de slaap niet goed vatten en toen einde
lijk zijn ogen van vermoeidheid dicht
vielen, was het al bijna ochtend gewor
den.
Na een korte slaap schrok de koning
wakker van het verdrietige gesnik van
de prinses. „Vader, vadertje, er is iets
verschrikkelijks met me gebeurd. Ik ben
zo lelijk geworden". De koning deed net
of hij nergens van af wist en zei: „Nou,
kalm, kalm nou toch, wat is er aan de
hand?"
Snikkend vertelde de prinses: „Vader,
ik ging vanmorgen net zoals ik altijd
doe voor mijn spiegel staan en toen
schrok ik toch zo, ik had hele lange ar
men en benen en een heel uitgerekt lang
gezicht. Ik dacht, misschien ben ik nog
niet goed wakker, ik zal het wel dromen
en toen ging ik vlakbij de spiegel staan
en e. n e n toen was ik ineens heel
j klein en dik. Oh, wat moet ik toch be
ginnen, het is zo vreselijk, ik geloof dat
ik nooit meer voor een spiegel ga staan".
Maar toch ging ze iedere keer weer
opnieuw naar de spiegel om te kijken
of het werkelijk waar was. Ze schrok
van zichzelf en verdrietig huilend liep
ze haar kamer op en neer. De koning
wachtte af wat er zou gaan gebeuren.
Na een poosje kwam ze met tranen op
haar wangen de kamer van haar vader
binnen en vroeg: „Vader, wilt u de
timmerman vragen of hij de spiegel
weghaalt, ik wil er geen meer op mijn
kamer hebben".
En zo kwam het dat de prinses nu
ze geen spiegel meer had, zichzelf ging
vervelen. Ze wist niet meer wat te doen
en de dagen schenen haar heel erg lang
toe. Ten einde raad stapte ze naar" haar
vader en vroeg hem hoe ze haar dagen
zou moeten vullen.
Toen vertelde haar vader het geheim
van de spiegel en hij zei: „Ik had altijd
gehoopt, da,t je verstandiger zou wor
den en in pleets van de hele lange dag
maar voor de spiegel te zitten, zou gaan
leren Je weet, dat je later de koningin
van het land zult zijn. maar de mensen
hebben niets aan een ijdele koningin, die
nergens iets van afweet".
De prinses, die haar vader nog nooit
zo verdrietig had gezien, schrok en zei:
„Vader, ik beloof u eerlijk, dat ik mijn
best zal gaan doen en dat ik nooit meer
ijdel zal zijn". En vanaf die tijd werkte
de prinses, dat de stukken er af vlogen.
Toen ze later de koningin van het land
was geworden, was ze haar vader erg
dankbaar, dat hij haar van die nare
ijdelheid had afgeholpen en haar ge
leerd had een knappe en verstandige ko.
ningin te worden.
TIEKE SLIJK
het vreemde feestje
'I" -"K-
.dit,.
v<i&