Gevaar in huis Verbinding tussen gezin en carrière moeilijk probleem Trek in 'n parel? „Boda Gitana" nu op de plaat met appel ee de rollen om Internaat geen gevangenis In Amerika 25 miljoen vrouwen met een baan Verdeeldheid Bestseller Bijzondere fonografische première NEDERLANDS INITIATIEF Volks muziek Sabicas Marïe-Cécïle Moerdijk zingt in Inca-taal PLUS 9 APRIL 1965 ZODRA het toeristenseizoen be gint zien we ze hier weer, de Amerikaanse vrouwen, meest van middelbare leeftijd. We kunnen wel spottend iets zeggen van hun bloemenhoedjes, maar on derhand kijken we met een schuin oog hoe verzorgd ze gekleed zijn, hoe feilloos ze zijn opgemaakt, hoe keurig hun haar zit, hoe flonke rend hun gemanicuurde handen iberingd zijn. We kunnen de ogen niet sluiten voor de royale wijze waarop ze met hun dollars om gaan, het gemak en de rust waar mee ze optreden, de zekerheid waarmee ze zich overal meester voelen van de situatie en de vrien delijkheid die ze ten toon spreiden. De Amerikaanse vrouwen zijn de arrivées onder de vrouwen en er is een bepaald soort Europese mannen dat hun dat niet vergeeft. Amaïïa Roman en El Twpé. Ook de Amerikaanse vrouw moet een zekere weerstand overwinnen wanneer zij in een functie is geplaatst waarin zij boven een aantal mannen staat. Mrs. Melba Roy, een van de tachtig wetenschaps vrouwen die met computerwerk bij de ruimtevaart betrokken zijn, is aan het hoofd gesteld van een team van twaalf wiskundigen bij de National Aeronautics and Space Administration's Goddard Space Flight Center. De mathematische gegevens worden gebruikt bij de koersbepaling van de raketten. Als de vijfdaagse schoolweek eens komt, wordt dat probleem urgent. Dan zal er nauwelijks aan te ontkomen zijn de jon gens elke week naar huis te la ten gaan. Omdat de leerstof toch behandeld moet worden blijft er minder vrije tijd over en dan is het internaat hele maal een pompinstituut, waar veel opvoeding wegvalt ten be hoeve van de studie. Het internaat-systeem zal dus aangepast moeten worden aan de vijfdaagse. Internaat wil ten slotte meer levensvorming zijn dan alleen maar onderwijs en het zou jammer zijn als daarin door de vijfdaagse verandering in gebracht zou moeten wor den. Gelukkig zijn internaten gewend zich aan te passen. JAN HEEMSKERK IT een enquette by ziekenhuizen en apotheken, gehouden door het harmaceutisch Weekblad", blijkt 'at Ln de periode van januari 1961 (,t julj 1964 ruim vierhonderd kinderen beneden de zes jaar werden vergiftigd, 'oordat ze van medicijnen of chemioa- '«n voor huishoudelijk gebruik hadden ïegeten. Vrijwel steeds was de oorzaak oiervan, dat dit soort artikelen niet vei-; 'S genoeg was opgeborgen en het kind ;r gemakkelijk bij kon. ,Aan ft'eneesmiddelen grijpen de klein- Jes het eerst naar dat, waarmee ze al ■ertrouwd zijn vooral als het ook nog '€n lekker smaakje heeft. Gelukkig vordt eventueel gevaar door veel fabri kanten verkleind doordat er, bijvoor beeld, slechts een geringe hoeveelheid 'eetosal wordt verwerkt in gearomati seerde acetosal-tabletten. Toch wordt ge adviseerd niet te veel van dergelijke geneesmiddelen in te slaan. En echt lek- mag een geneesmiddel nooit worden. *Iaia; het medicijnkastje we hebben at trouwens al eens eerder geschreven dus altijd afgesloten op een veilige 3'aats. En berg ook geen schoonmaak- :"tikeien als bleekwater, soda. benzine, .nsecticiden en dergelijke op in een goot- J'eenkastje waar de flessen zo voor het °rijpen zijn. Datzelfde geldt voor zo le- 2en we in de Consumentengids van april y'°t>r doe het zelf artikelen, als verf, 'lim, kunstmest, en onkruidverdelgers, die met het toenemen van doe het zel- vdrs meer tot de woning doordringen. 'Waarschuwingen als deze zijn niet hieuw, maar de krantenberichten over kinderen die in een onbewaakt ogen- klik een' gevaarlijk drankje wisten te bemachtigen, behoren helaas n®g niet tot bet verleden. Bij nieuwe villa's in het wel varende Oxnard, Calif ornië, wor den sinds kort in plaats van or dinaire garages, hangars ge bouwd. Ze zijn bestemd voor vliegtuigbezitters die dicht bij het Ventura County vliegveld wonen. Vanuit de achtertuinen worden voorts taxiebanen aan gelegd die direct naar de lucht haven voeren. De bewoners kun nen nu zo uit hun huis de lucht Maar onderhand bezitten ze tweederde van bet nationale kapitaal. En ze hebben het waarlijk niet in luiheid verworven. Numeriek zijn ze in de meerderheid, op een bevolking van 190 miljoen zijn er 96 miljoen vrouwen. Men rekent dat van de volwassen Amerikaanse vrouwen acjjt op de tien in een bepaalde periode van hun leven een beroep uitoefent. Op het ogenblik zijn er zo ongeveer 25 miljoen vrouwen in de Verenigde Staten die een gesalarieerde werkkring hebben. Met el kaar vormen de werkende vrouwen een derde van de totale werkkrachten. Maar er doet zich echter een moeilijk heid voor, volgens het recente geschrift speciaal gewijd aan de vtouw in Ameri ka, dat onlangs is verschenen in de te Parijs uitgegeven serie „Informations et Documents". Het gesignaleerde pro bleem is het volgende. De Amerikaanse die heel jong trouwt, gemiddeld op haar twintigste jaar en dan als ze in de pe riode van de jonge kinderen aan huis ge bonden is, haar beroep tijdelijk opgeeft, blijkt een stuk achter te zijn bij haar mannelijke collega's als ze. wanneer de kinderen groot zijn, in haar werkkring terugkeert. De mannen hebben intussen de beste plaatsen bezet en ze heeft haar kans gemist om ook promotie te maken. De dubbele gebondenheid van de wer kende vrouw, die iets tweeslachtigs geeft aan haar aspiraties is de Amerikaanse vrouwen dan ook helemaal niet vreemd en ze vechten net zo hard als de werkende vrouwen in Europa met het probleem van de verdeeldheid in hun leven. Aan de ene kant zijn ze zakelijk, jong, onaf hankelijk en vrij in de keuze van hun partner en de wijze waarop ze hun leven willen inrichten. Maar aan de andere kant willen ze precies als iedere andere vrouw een gezinsleven, kinderen en een gelukkig, home. Als ze geen kinderen krijgen adopteren ze er een of twee. Het gezinsleven remt echter die andere kant van hun bestaan die ze óók tot gelding willen brengen: het werken in een be roep, onafhankelijk zijn. carrière maken. En het zoeken naar het evenwicht tussen die twee bestaanswerelden is in volle gang volgens het genoemle geschrift. Zo lang echter dat evenwicht niet gevonden is, voelt de Amerikaanse zich niet vol daan en niet helemaal happy met de si. tuatie. Van de 25 miljoen werkende vrou wen in Amerika hun gemiddelde leef tijd is 41 jaar heeft bijna een derde dan ook een parttime werkkring. Een Amerikaanse sociologe heeft do Amerikaanse vrouw getypeerd alss „mooi, jong, onafhankeiyk energiek, be kwaam, onrustig- gecompliceerd, onvol daan, verwend en bevoorrecht Dat laatste is ze óók. Maar er staat ook wel een grote prestatie van haar kant tegen over!) De wereld draait jn haar wereld deel om haar aangezien zy 75 procent van het nationale verbruik voor haar re kening neemt en eenzelfde deel va„ de nationale diensten. Dat de Amerikaanse vrouw financieel onafhankelijk is, ver oorlooft haar er zo gesoigneerd uit te zien en zo royaal kleren te kopen. Maar het kan haar ook weer niet schelen, ten einde -s avonds mooi te zijn. overdag met krulspelden op straat te lopen. Niet minder dan 175.000 schoon heidsinstituten en kappers staan haar ten dienste die ze een omzet bezorgt van drie en een half miljoen dollar per jaar. Gemiddeld schaft ze zich elk jaar voor haar garderobe negen jur ken aan, drie ensembles, drie rok ken, drie truitjes en zes blouses. Maar aan deze uiterlijkheden wordt slechts het kleinste deel besteed van wat de vrouwen verdienen. Ze bekos tigen ook de comfort in huis, meu bels een tweede auto, het schoolgeld voor de kinderen, vakantiereizen, le vensverzekeringen. De industrie richt zich dan ook, wat begrijpelijk is, voor- ,naar de wensen van de vrouw. Zo wel de auto-industrie als de industrie van levensmiddelen. Van de 33 mil joen vrouwen die chaufferen, heeft 65 procent de wagen zelf uitgekozen en gekocht. De levensmiddelenproduk- tie levert voor zover mogelijk de ingre diënten voor de maaltijden panklaar. Maar ondanks dit alles houdt de Amerikaanse vrouw kinderlijk vast aan een bepaalde romantiek. Een Ameri kaans meisje zou er niet over denken om anders te trouwen dan in het wit met sluier en boeket met linten. Ze houdt vast aan het oude rijmpje dat haar ge luk belooft als ze op haar trouwdag draagt: „Something old and something new. Something borrowed and something blue". („Iets ouds en iets nieuws, iets van 'n ander en iets blauws"). Een Amerikaanse journaliste, Betty Friedan heeft een boek gepubliceerd over de misleide Amerikaanse vrouw, dat ®en bestseller js geworden. Daarin betoogt ze hoe de onafhankeiyke Ame rikaanse vrouw die haar plaats ver overd had in de samenleving, naar haar gezinswerk en keuken zou zijn teruggedreven door een enorme mis leiding. Een samenzwering van man nelijke directies van vrouwenbladen. In dustriële adverteerders, Freud, Marga ret Mead en de soldaten die uit de oorlog terugkwamen. Maar haar bewe ringen zijn als onwetenschappelijk en statistisch niet verantwoord ontzenuwd, Immers d^n zou na de oorlog het aan tal werkende vrouwen moeten zyn te ruggelopen. Maar er zijn er meer dan ooit. Het aantal vrouwen in een be roep stygt sneller dan het aantal man nen OP de arbeidsmarkt. Toch is het wel zo dat een zeker openbaar appèl op de lieve en tedere en huisvrouweiyke kanten van de Ame rikaanse vrouw, als een soort tegengif gewerkt heeft om de balans, die hier en daar dreigde over te slaan, in even wicht te houden. Dit alles volgens het voorgenoemde cahier „Etre femme en Amerique". De verbinding tussen onafhankeiyk- heid. eigen werk, studie en openbare functies en de oertaak van vrouw en moeder zal echter altyd, overal, moeliyk te realiseren biyven. DE rijke industrieel Morris Uchitel uit New York telefoneerde laatst met het Miami Beach Hotel om een tafel te reserveren voor de opening van Frank Sinatra's show. Het antwoord aan de andere kant van de lijn luidde: „Sorry, wij zijn helemaal volgeboekt." Een teleurgestelde Uchitel belde toen de president van het hotel Harry Mafson op om het nogmaals te proberen. Hij vertelde dat zijn vrouw helemaal wanhopig was omdat zij de show van Sinatra niet kon zien. Mafson concludeerde: „Het enige wat u -kunt doen is twee plaatsen van een der aandeelhouders proberen af te kop en." Morris Uchitel stelde zich met een van hen in verbinding enkreeg de mooiste plaatsen! Het kostte hem een aandeel in het hotel van f 5.000.000. Maar de liefhebbende echtgenote van de heer Uchitel was tevreden gesteld, en wat geeft méér voldoening? Al acht jaar zorgt de Haagse Impre sario Herbert Juan da Silva ervoor dat Nederland tussen veel wat ten on rechte als zodanig wordt gepresen teerd op gezette tij den ook de echte flamenco der Spaanse Zigeuners beleeft. Hoogtepunt uit die jaren Da Silva werkt elke keer met een ten minste gedeeltelijk ge wijzigde troep, al blijft de naam „Fiesta Gitana" dezelfde is voor ons nog steeds het optreden van die van 1962, die voor het eerst de „Boda Gitana", dat wervelende maar ook zo indrukwekkende zigeuner- De gerenommeerde restaurants in Enge- land hebben sinds *°rt een attractieve pri- Jheur, welke bestaat uit e gegarandeerde vangst ar» een parel bij het taf Zonder van 'el op te staan kunnen e klanten op hun gemak e bestelde oester inspec- [~re®. zy zullen niet in r"® verwachtingen te- ®®rgesteld worden, al be- r^gt de vangst nooit uit ®eer dan één parel per ^help. net kleinood mag ■®ee naar huls genomen worden en doet het na- r'hriyk erg goed ln een "che, ring, gesp of das speld. He initiatiefnemer is _!e Engelse juwelier Gor- S. Duckworth uit «olton, die deze cultivé- „re's vanult Japan naar eigen land liet over komen. Over dit lumineu ze idee zegt hy zelf: „Het ontzettend spannend "iet een vork de oesters te lijf te gaan en tenslot te een echte parel te vin den. Ik ontdekte de pa rels in Japan tijdens een reis om de wereld. Het leek me onmiddellijk een goede stunt, en daarom bestelde ik 12.000 scha len". „De opzet is, dat de ta felheer op een gepast uur in de avond de „buitge maakte" parel aan zijn dame overhandigt. Het kost niet erg veel moeite om de schat, verscholen onder het weke vlees, te voorschijn te roepen". De ondernemende Gor don Duckworth is nu ook bezig met een speciaal ontwerp voor een ring, waarbij openingen wor den vrijgelaten voor in voeging van één of meer parels. Wanneer de res taurateurs deze ln voor raad nemen, kan dit de romantiek alleen maar ten goede komen. De heer kan dan immers vrijwel onmiddellijk een ring mèt parel aan de hand van zijn gade steken! De heer White, direc teur van een oesterres taurant in Mayfair, is er zeker van, dat het idee ook in andere landen af trek zal vinden. „Onze klanten, die altijd al vol spanning de bestelde oes ters ontleedden, hebben nu de zekerheid van een succesvolle vangst". Afgezien van de aan- trekkeiyke bezigheid hij het dineren, hoeft de klant het ook voor de kosten niet te laten. Voor ƒ8,- kan men de bezitter (ster) worden van een mooie cultivé parel, en dit zelfde bedrag er nog eens bü voor de ring, completeert het geheel. Tien tegen één dat de vrouw die met zo'n ge schenk verwend wordt, de gulle gever met een parelende lach zal belo nen! Ingrediënten: 4 eieren, 1 stevige appel, boter of margarine, Vz liter water of bouillon, 35 g (5 eetlepels) bloem, plm. Vz eetlepel kerrie, zout (aroma). De eieren 8 a 10 minuten koken, pellen en warm houden, 3 eetlepels boter of margarine laten smelten, de kerrie even erin fruiten. De bloem toevoegen en geleidelijk de bouillon erbij schenken. De massa steeds gladroeren. De saus even laten doorkoken en op smaak afmaken met zout (aroma) en eventueel nog wat kerrie. De appel schillen, boren en in 4 of meer plakken snijden. 4 plakken ap pel in boter of margarine aan weers kanten lichtbruin bakken. Eventuele restjes appel raspen en in de saus verwerken. Van de eieren een kapje afsnijden, zodat ze stevig kunnen staan. De kapjes zeer fijn snijden en eveneens door de saus roeren. De plakken appel in een schaal leggen, daarop de eieren zetten en de kerrie saus erover schenken. Dit gerecht kan gegeven worden met gebakken of gekookte rijst of ge kookte aardappelen of als hapje bij de broodmaaltijd op een ge roosterd sneetje brood. bruiloftsfeest op de planken bracht. Lang heeft men moeten wachten voordat de belofte werd ingelost die Da Silva ons eind '62 deed: deze ceremonie, gespeeld, gezongen en gedanst door diezelfde troep, in ei gen beheer op de plaat uit te bren gen. Maar het wachten is ruim be loond: „Boda Gitana" (Silva Records 5002) is een al even magnifieke pre mière als de voorstelling destijds. Bovendien is het niet bij één plaat gebleven: veel van wat toen vóór de pauze op het programma stond hoort men nu opnieuw op de lang speelplaat „Fiesta Gitana" (Silva Records 5001). Onder de talloze op namen in dit genre die de laatste jaren in de handel zijn gebracht is deze (van dezelfde „cuadro") al evenzeer een uitschieter. Beide platen laten hen dus alle maal weer horen: de uitmuntende gi taristen Pepe Granada en (Ra mon) Caracoles, de beurtelings ont roerend en komisch zingende Manu- ela de Ronda, het dansen nog aller minst verleerd, de prachtige danse res Amalia Roman (Pepe Granada's vrouw en met hem enkele jaren ach tereen grote attractie van Fiesta Gi tana), de andere, soms nog zeer jon ge danseressen en dansers: Teresea Amaya, Marisa, Juan Antonio en vooral de kleine duivelskunstenaar El Tupé, en de twee zangers F,1 Moro en Gaspar de Utrera. Deze tien le den tellende „Cuadro Flamenco" by na allen volbloedzigeuners hoort men op de plaat „Fiesta Gitana" in een aantal der voornaamste flamen co-zangen en -dansen, als in één door lopend programma. Met name van het dansen gaat bij het horen al- léén het belangrijkste verloren, maar zelfs wat rest is bij een groep als deze nog meer dan de moeite waard. Een voorbeeld is Amalia Romóns fameuze castagnettenspoi in „Solea- res con la cana" op kant 1. Wat de zang betreft: al meteen in de on middellijk daarop volgende Granaïnas hoort men Manuela de Ronda op haar best. Hoe deze hartveroverende ma trone op haar leeftijd nog haar stem in geraffineerde modulaties kan dwingen naar alie eisen die de al leen technisch al zo razendmoeiiyke flamenco-zang stelt! Evenals bij de zaalvoorstellingen gaat ook bij deze beide platen de be langstelling vooral uit naar het authentieke huwelijksritueel, nog steeds streng gebonden aan een tra ditie van eeuwen en altyd voor de nlet-zlgeuner, de „payo", taboe ge bleven tot 1962 dan, maar men moet Da Silva wel geloven als hy uit de doeken doet hoeveel moeite het hem heeft gekost de stamhoofden te bewegen aan de openbaarheid prqs te geven wat zij en hun vooronders zolang als een heilig geheim hadden gekoesterd. Centraal staat de hier symbolisch gereconstrueerde plechtigheid waarby de moeder van de bruid de ongerept heid van haar dochter moet aantonen. Dit onderdeel van de Boda, met het door Gasper de Ultrera prachtig gezongen gebed is zelfs alleen via de plaat nog een stil-makend gebeuren. Na een drietal bruidsliederen, al even zeer eeuwenlang behorend tot de nauw omschreven ceremonie die deze zorgvuldig bewaarde zigeunerschat is, heeft de spanning zich voldoende kun nen oplossen om plaats te maken voor alleen maar het gloeiend feest en dan is het weer volop „Fiesta Gitana". Deze twee zeer bijzondere platen, met name wat betreft de bruilofts viering boeiender dan wat wy ooit op dit gebied te horen kregen, zyn de eerste in de serie „Authentieke volksmuziek van alle landen". Zy zijn gestoken in veel werkfoto's en docu mentatie bevattende albums. Wanneer de Nederlandse initiatiefnemer erin slaagt het niet by deze twee stuks te laten kan dit een waardevolle reeks worden. Opnameleider Luc Ludolph heeft gezorgd voor een technisch goe de studio-registratie, al is het volume niet aan de ruime kant en vragen de hoogste frequenties soms enige correctie. Jammer overigens dat de stereo-versie uitsluitend voor het bui tenland is bestemd. Na het optreden van de troep: toe giften van een solist. Sabicas heeft weer eens een plaat gemaakt. Op Uni ted Artists (mono ULP 1054, stereo UAL 3236) verscheen „Flaming Fla menco Guitar". Laat ons niet gaan ver gelijken. Sabicas is terecht al zo'n twin tig jaar bekend als een gitarist van groot formaat en dat niet ten on rechte. Deze, zijn zóveelste plaat be vestigt dat in een enkel stuk van een ander LecuonaTarrega) maar vooral in eigen werk, onmiskenbaar op tal loze kenmerken van de flamenco ge- inspireerd, daaraan menigmaal recht- illlllllllllllll! streeks ontleend. Dit gitaarspel is voor al epaterend niet zozeer als dat bij ieder oprecht flamenco-gitarist wel het geval is, als wel dat Sabicas wel eens al te gemakkelijk zijn toevlucht neemt tot alleen maar uiterlijk vertoon van een groot technisch kunnen. Zijn veel vuldig optreden in Amerikaanse club- en TV-shows is daaraan niet vreemd. „The finest Flaming Flamenco Guitar ever presented" zegt het tekstje op de hoes. Dat is natuurlijk nonsens. Een klasse apart, deze Sabicas Eer der een sóórt. Maar wie hem op één lijst naast een Carlos Mantoya stelt begaat toch wel een vergissing. K-e. materiaal aan de bron zelf weg te halen. Zij verzamelt niet alleen, zij zingt ook. Nederland kent en waar deert ondertussen haar programma's. Philips vond dit een nieuwe aanlei ding een plaatje van haar uit te geven (JF 327 799), waarop zij zes liedjes zingt, o.a het bekende Scheherazade, dat zy als herkenningsmelodie ge bruikt. Interessant is het Peruviaanse „Kurikinga", dat zij in de oude Inca- taal zingt. Jos Cleber begeleidt haar. Een aardige plaat. r is wei eens gezegd en geschre ven dat Denise Maes b(l haar op treden als Vlaamse gastvrouwe voor de Nederlandse televisie in elk geval een groter vermogen aan improvisatie-kunst en gevatheid bezit dan menig vaderlandse omroep- ster. En dat zal ook wel zo zyn, want onze zuiderburen zitten niet voor één woordje gevangen. Denise Maes heeft ondertussen zoveel bekendheid in ons land gekregen, dat Philips gemeend heeft haar stille verlangen ook liedjes voor de plaat te zingen enigszins te moeten bevredigen door een epeetje uit te geven, waarop zq de eerste moeilijke schreden in de wereld van het lichte liedje zet. Het zijn dan ook eerste schreden. Niet trefzeker en niet helemaal er naast. Denise Maes, die zovele buitenlandse grootheden uit de kring van het chanson op het podium heeft geleid, staat nu zelf ln de schyn- werper als zangeres. Geen eigen lied jes maar vertalingen van bekende chansons ais „Comme un petit cocque- licot en „Longtemps. Ze doet het heel voorzichtig aan en dat is mis schien nog wel het beste ook. Voor de rest: wat mager is hoeft niet te blij ven. (Philips 433277 PE). Bliksemcarrières in de mu ziekwereld worden meestal al leen gemaakt door tienersterren; ze worden ook meestal even snel te niet gedaan. Marie-Cécile Moerdijk is geen tienerster en toch heelt zij enkele jaren geleden een bliksemcar rière opgebouwd, die nog altyd stand houdt. Haar wereld is die van de volksmuziek, van alle Heren landen. En ofschoon zij thuis is in Zuiddorpe in Zeeuws-Vlaanderen tussen de boer derijen en de dijken, is haar hang naar verzamelen van volksliedjes zo sterk, dat zy maar liefst zestig landen bezocht om er het door haar begeerde (Vervolg van pagina 1) Eigen verantwoordelijkheid heeft ook bij het meisjesinternaat in Ber gen 'n flinke plaats. Buiten de „huis kamer', waar zij, zonder toezicht, studeren, hangt aan een mededelin genbord een bloknoot waar de meisjes op kunnen schrijven waar ze heen zijn. Daar is het dus niet: vragen of je weg mag, maar zeggen dat je weg bent. Men kan zich natuurlijk afvragen of die vrijheid niet te groot kan wor den, of het bijvoorbeeld raadzaam is om de kinderen elke week naar huis te laten gaan. De broeders van St. Louis vinden van niet. „Als de jongens elk weekeinde naar huis kunnen, gaan ze daar echt naar toe leven en dat is nadelig voor de onderlinge band, het gemeenschapsgevoel, dat juist de sfeer van het internaat vormt. Dan is het alleen een studiehuis, waar van samen bezig zijn niets terecht komt".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 27