Gevaar
in huis
Verbinding tussen
gezin en carrière
moeilijk probleem
Trek in 'n parel?
„Boda Gitana"
nu op de plaat
met
appel ee
de rollen om
Internaat
geen
gevangenis
In Amerika 25 miljoen
vrouwen met een baan
Verdeeldheid
Bestseller
Bijzondere fonografische première
NEDERLANDS
INITIATIEF
Volks
muziek
Sabicas
Marïe-Cécïle
Moerdijk zingt
in Inca-taal
PLUS
9 APRIL 1965
ZODRA het toeristenseizoen be
gint zien we ze hier weer,
de Amerikaanse vrouwen,
meest van middelbare leeftijd. We
kunnen wel spottend iets zeggen
van hun bloemenhoedjes, maar on
derhand kijken we met een schuin
oog hoe verzorgd ze gekleed zijn,
hoe feilloos ze zijn opgemaakt, hoe
keurig hun haar zit, hoe flonke
rend hun gemanicuurde handen
iberingd zijn. We kunnen de ogen
niet sluiten voor de royale wijze
waarop ze met hun dollars om
gaan, het gemak en de rust waar
mee ze optreden, de zekerheid
waarmee ze zich overal meester
voelen van de situatie en de vrien
delijkheid die ze ten toon spreiden.
De Amerikaanse vrouwen zijn de
arrivées onder de vrouwen en er
is een bepaald soort Europese
mannen dat hun dat niet vergeeft.
Amaïïa Roman en El Twpé.
Ook de Amerikaanse vrouw moet een zekere weerstand overwinnen
wanneer zij in een functie is geplaatst waarin zij boven een aantal
mannen staat. Mrs. Melba Roy, een van de tachtig wetenschaps
vrouwen die met computerwerk bij de ruimtevaart betrokken zijn,
is aan het hoofd gesteld van een team van twaalf wiskundigen bij de
National Aeronautics and Space Administration's Goddard Space
Flight Center. De mathematische gegevens worden gebruikt bij de
koersbepaling van de raketten.
Als de vijfdaagse schoolweek
eens komt, wordt dat probleem
urgent. Dan zal er nauwelijks
aan te ontkomen zijn de jon
gens elke week naar huis te la
ten gaan. Omdat de leerstof
toch behandeld moet worden
blijft er minder vrije tijd over
en dan is het internaat hele
maal een pompinstituut, waar
veel opvoeding wegvalt ten be
hoeve van de studie.
Het internaat-systeem zal dus
aangepast moeten worden aan
de vijfdaagse. Internaat wil ten
slotte meer levensvorming zijn
dan alleen maar onderwijs en
het zou jammer zijn als daarin
door de vijfdaagse verandering
in gebracht zou moeten wor
den. Gelukkig zijn internaten
gewend zich aan te passen.
JAN HEEMSKERK
IT een enquette by ziekenhuizen
en apotheken, gehouden door het
harmaceutisch Weekblad", blijkt
'at Ln de periode van januari 1961
(,t julj 1964 ruim vierhonderd kinderen
beneden de zes jaar werden vergiftigd,
'oordat ze van medicijnen of chemioa-
'«n voor huishoudelijk gebruik hadden
ïegeten. Vrijwel steeds was de oorzaak
oiervan, dat dit soort artikelen niet vei-;
'S genoeg was opgeborgen en het kind
;r gemakkelijk bij kon.
,Aan ft'eneesmiddelen grijpen de klein-
Jes het eerst naar dat, waarmee ze al
■ertrouwd zijn vooral als het ook nog
'€n lekker smaakje heeft. Gelukkig
vordt eventueel gevaar door veel fabri
kanten verkleind doordat er, bijvoor
beeld, slechts een geringe hoeveelheid
'eetosal wordt verwerkt in gearomati
seerde acetosal-tabletten. Toch wordt ge
adviseerd niet te veel van dergelijke
geneesmiddelen in te slaan. En echt lek-
mag een geneesmiddel nooit worden.
*Iaia; het medicijnkastje we hebben
at trouwens al eens eerder geschreven
dus altijd afgesloten op een veilige
3'aats. En berg ook geen schoonmaak-
:"tikeien als bleekwater, soda. benzine,
.nsecticiden en dergelijke op in een goot-
J'eenkastje waar de flessen zo voor het
°rijpen zijn. Datzelfde geldt voor zo le-
2en we in de Consumentengids van april
y'°t>r doe het zelf artikelen, als verf,
'lim, kunstmest, en onkruidverdelgers,
die met het toenemen van doe het zel-
vdrs meer tot de woning doordringen.
'Waarschuwingen als deze zijn niet
hieuw, maar de krantenberichten over
kinderen die in een onbewaakt ogen-
klik een' gevaarlijk drankje wisten te
bemachtigen, behoren helaas n®g niet tot
bet verleden.
Bij nieuwe villa's in het wel
varende Oxnard, Calif ornië, wor
den sinds kort in plaats van or
dinaire garages, hangars ge
bouwd. Ze zijn bestemd voor
vliegtuigbezitters die dicht bij
het Ventura County vliegveld
wonen. Vanuit de achtertuinen
worden voorts taxiebanen aan
gelegd die direct naar de lucht
haven voeren. De bewoners kun
nen nu zo uit hun huis de lucht
Maar onderhand bezitten ze tweederde
van bet nationale kapitaal. En ze hebben
het waarlijk niet in luiheid verworven.
Numeriek zijn ze in de meerderheid, op
een bevolking van 190 miljoen zijn er 96
miljoen vrouwen. Men rekent dat van de
volwassen Amerikaanse vrouwen acjjt
op de tien in een bepaalde periode van
hun leven een beroep uitoefent. Op het
ogenblik zijn er zo ongeveer 25 miljoen
vrouwen in de Verenigde Staten die een
gesalarieerde werkkring hebben. Met el
kaar vormen de werkende vrouwen een
derde van de totale werkkrachten.
Maar er doet zich echter een moeilijk
heid voor, volgens het recente geschrift
speciaal gewijd aan de vtouw in Ameri
ka, dat onlangs is verschenen in de te
Parijs uitgegeven serie „Informations et
Documents". Het gesignaleerde pro
bleem is het volgende. De Amerikaanse
die heel jong trouwt, gemiddeld op haar
twintigste jaar en dan als ze in de pe
riode van de jonge kinderen aan huis ge
bonden is, haar beroep tijdelijk opgeeft,
blijkt een stuk achter te zijn bij haar
mannelijke collega's als ze. wanneer de
kinderen groot zijn, in haar werkkring
terugkeert. De mannen hebben intussen
de beste plaatsen bezet en ze heeft haar
kans gemist om ook promotie te maken.
De dubbele gebondenheid van de wer
kende vrouw, die iets tweeslachtigs geeft
aan haar aspiraties is de Amerikaanse
vrouwen dan ook helemaal niet vreemd
en ze vechten net zo hard als de werkende
vrouwen in Europa met het probleem
van de verdeeldheid in hun leven. Aan
de ene kant zijn ze zakelijk, jong, onaf
hankelijk en vrij in de keuze van hun
partner en de wijze waarop ze hun leven
willen inrichten. Maar aan de andere
kant willen ze precies als iedere andere
vrouw een gezinsleven, kinderen en een
gelukkig, home. Als ze geen kinderen
krijgen adopteren ze er een of twee. Het
gezinsleven remt echter die andere kant
van hun bestaan die ze óók tot gelding
willen brengen: het werken in een be
roep, onafhankelijk zijn. carrière maken.
En het zoeken naar het evenwicht tussen
die twee bestaanswerelden is in volle
gang volgens het genoemle geschrift. Zo
lang echter dat evenwicht niet gevonden
is, voelt de Amerikaanse zich niet vol
daan en niet helemaal happy met de si.
tuatie. Van de 25 miljoen werkende vrou
wen in Amerika hun gemiddelde leef
tijd is 41 jaar heeft bijna een derde
dan ook een parttime werkkring.
Een Amerikaanse sociologe heeft do
Amerikaanse vrouw getypeerd alss
„mooi, jong, onafhankeiyk energiek, be
kwaam, onrustig- gecompliceerd, onvol
daan, verwend en bevoorrecht Dat
laatste is ze óók. Maar er staat ook wel
een grote prestatie van haar kant tegen
over!) De wereld draait jn haar wereld
deel om haar aangezien zy 75 procent
van het nationale verbruik voor haar re
kening neemt en eenzelfde deel va„ de
nationale diensten. Dat de Amerikaanse
vrouw financieel onafhankelijk is, ver
oorlooft haar er zo gesoigneerd uit te
zien en zo royaal kleren te kopen. Maar
het kan haar ook weer niet schelen, ten
einde -s avonds mooi te zijn. overdag
met krulspelden op straat te lopen.
Niet minder dan 175.000 schoon
heidsinstituten en kappers staan haar
ten dienste die ze een omzet bezorgt
van drie en een half miljoen dollar
per jaar. Gemiddeld schaft ze zich elk
jaar voor haar garderobe negen jur
ken aan, drie ensembles, drie rok
ken, drie truitjes en zes blouses.
Maar aan deze uiterlijkheden wordt
slechts het kleinste deel besteed van
wat de vrouwen verdienen. Ze bekos
tigen ook de comfort in huis, meu
bels een tweede auto, het schoolgeld
voor de kinderen, vakantiereizen, le
vensverzekeringen. De industrie richt
zich dan ook, wat begrijpelijk is, voor-
,naar de wensen van de vrouw. Zo
wel de auto-industrie als de industrie
van levensmiddelen. Van de 33 mil
joen vrouwen die chaufferen, heeft
65 procent de wagen zelf uitgekozen
en gekocht. De levensmiddelenproduk-
tie levert voor zover mogelijk de ingre
diënten voor de maaltijden panklaar.
Maar ondanks dit alles houdt de
Amerikaanse vrouw kinderlijk vast aan
een bepaalde romantiek. Een Ameri
kaans meisje zou er niet over denken
om anders te trouwen dan in het wit met
sluier en boeket met linten. Ze houdt
vast aan het oude rijmpje dat haar ge
luk belooft als ze op haar trouwdag
draagt:
„Something old and something new.
Something borrowed and something
blue". („Iets ouds en iets nieuws, iets
van 'n ander en iets blauws").
Een Amerikaanse journaliste, Betty
Friedan heeft een boek gepubliceerd
over de misleide Amerikaanse vrouw,
dat ®en bestseller js geworden. Daarin
betoogt ze hoe de onafhankeiyke Ame
rikaanse vrouw die haar plaats ver
overd had in de samenleving, naar
haar gezinswerk en keuken zou zijn
teruggedreven door een enorme mis
leiding. Een samenzwering van man
nelijke directies van vrouwenbladen. In
dustriële adverteerders, Freud, Marga
ret Mead en de soldaten die uit de
oorlog terugkwamen. Maar haar bewe
ringen zijn als onwetenschappelijk en
statistisch niet verantwoord ontzenuwd,
Immers d^n zou na de oorlog het aan
tal werkende vrouwen moeten zyn te
ruggelopen. Maar er zijn er meer dan
ooit. Het aantal vrouwen in een be
roep stygt sneller dan het aantal man
nen OP de arbeidsmarkt.
Toch is het wel zo dat een zeker
openbaar appèl op de lieve en tedere
en huisvrouweiyke kanten van de Ame
rikaanse vrouw, als een soort tegengif
gewerkt heeft om de balans, die hier
en daar dreigde over te slaan, in even
wicht te houden. Dit alles volgens het
voorgenoemde cahier „Etre femme en
Amerique".
De verbinding tussen onafhankeiyk-
heid. eigen werk, studie en openbare
functies en de oertaak van vrouw en
moeder zal echter altyd, overal, moeliyk
te realiseren biyven.
DE rijke industrieel Morris Uchitel uit New York telefoneerde laatst
met het Miami Beach Hotel om een tafel te reserveren voor de
opening van Frank Sinatra's show. Het antwoord aan de andere
kant van de lijn luidde: „Sorry, wij zijn helemaal volgeboekt." Een
teleurgestelde Uchitel belde toen de president van het hotel Harry
Mafson op om het nogmaals te proberen. Hij vertelde dat zijn vrouw
helemaal wanhopig was omdat zij de show van Sinatra niet kon zien.
Mafson concludeerde: „Het enige wat u -kunt doen is twee plaatsen van
een der aandeelhouders proberen af te kop en." Morris Uchitel stelde
zich met een van hen in verbinding enkreeg de mooiste plaatsen!
Het kostte hem een aandeel in het hotel van f 5.000.000. Maar de
liefhebbende echtgenote van de heer Uchitel was tevreden gesteld, en
wat geeft méér voldoening?
Al acht jaar zorgt
de Haagse Impre
sario Herbert Juan
da Silva ervoor dat
Nederland tussen
veel wat ten on
rechte als zodanig
wordt gepresen
teerd op gezette tij
den ook de echte flamenco der Spaanse
Zigeuners beleeft. Hoogtepunt uit die
jaren Da Silva werkt elke keer
met een ten minste gedeeltelijk ge
wijzigde troep, al blijft de naam
„Fiesta Gitana" dezelfde is voor
ons nog steeds het optreden van die
van 1962, die voor het eerst de
„Boda Gitana", dat wervelende maar
ook zo indrukwekkende zigeuner-
De gerenommeerde
restaurants in Enge-
land hebben sinds
*°rt een attractieve pri-
Jheur, welke bestaat uit
e gegarandeerde vangst
ar» een parel bij het
taf Zonder van
'el op te staan kunnen
e klanten op hun gemak
e bestelde oester inspec-
[~re®. zy zullen niet in
r"® verwachtingen te-
®®rgesteld worden, al be-
r^gt de vangst nooit uit
®eer dan één parel per
^help. net kleinood mag
■®ee naar huls genomen
worden en doet het na-
r'hriyk erg goed ln een
"che, ring, gesp of das
speld.
He initiatiefnemer is
_!e Engelse juwelier Gor-
S. Duckworth uit
«olton, die deze cultivé-
„re's vanult Japan naar
eigen land liet over
komen. Over dit lumineu
ze idee zegt hy zelf: „Het
ontzettend spannend
"iet een vork de oesters
te lijf te gaan en tenslot
te een echte parel te vin
den. Ik ontdekte de pa
rels in Japan tijdens een
reis om de wereld. Het
leek me onmiddellijk een
goede stunt, en daarom
bestelde ik 12.000 scha
len".
„De opzet is, dat de ta
felheer op een gepast uur
in de avond de „buitge
maakte" parel aan zijn
dame overhandigt. Het
kost niet erg veel moeite
om de schat, verscholen
onder het weke vlees, te
voorschijn te roepen".
De ondernemende Gor
don Duckworth is nu ook
bezig met een speciaal
ontwerp voor een ring,
waarbij openingen wor
den vrijgelaten voor in
voeging van één of meer
parels. Wanneer de res
taurateurs deze ln voor
raad nemen, kan dit de
romantiek alleen maar
ten goede komen. De heer
kan dan immers vrijwel
onmiddellijk een ring mèt
parel aan de hand van
zijn gade steken!
De heer White, direc
teur van een oesterres
taurant in Mayfair, is er
zeker van, dat het idee
ook in andere landen af
trek zal vinden. „Onze
klanten, die altijd al vol
spanning de bestelde oes
ters ontleedden, hebben
nu de zekerheid van een
succesvolle vangst".
Afgezien van de aan-
trekkeiyke bezigheid hij
het dineren, hoeft de
klant het ook voor de
kosten niet te laten. Voor
ƒ8,- kan men de bezitter
(ster) worden van een
mooie cultivé parel, en
dit zelfde bedrag er nog
eens bü voor de ring,
completeert het geheel.
Tien tegen één dat de
vrouw die met zo'n ge
schenk verwend wordt,
de gulle gever met een
parelende lach zal belo
nen!
Ingrediënten: 4 eieren, 1 stevige
appel, boter of margarine, Vz liter
water of bouillon, 35 g (5 eetlepels)
bloem, plm. Vz eetlepel kerrie, zout
(aroma).
De eieren 8 a 10 minuten koken,
pellen en warm houden, 3 eetlepels
boter of margarine laten smelten, de
kerrie even erin fruiten. De bloem
toevoegen en geleidelijk de bouillon
erbij schenken. De massa steeds
gladroeren. De saus even laten
doorkoken en op smaak afmaken
met zout (aroma) en eventueel nog
wat kerrie.
De appel schillen, boren en in 4 of
meer plakken snijden. 4 plakken ap
pel in boter of margarine aan weers
kanten lichtbruin bakken. Eventuele
restjes appel raspen en in de saus
verwerken. Van de eieren een kapje
afsnijden, zodat ze stevig kunnen
staan. De kapjes zeer fijn snijden en
eveneens door de saus roeren. De
plakken appel in een schaal leggen,
daarop de eieren zetten en de kerrie
saus erover schenken.
Dit gerecht kan gegeven worden
met gebakken of gekookte rijst of ge
kookte aardappelen of als hapje
bij de broodmaaltijd op een ge
roosterd sneetje brood.
bruiloftsfeest op de planken bracht.
Lang heeft men moeten wachten
voordat de belofte werd ingelost die
Da Silva ons eind '62 deed: deze
ceremonie, gespeeld, gezongen en
gedanst door diezelfde troep, in ei
gen beheer op de plaat uit te bren
gen. Maar het wachten is ruim be
loond: „Boda Gitana" (Silva Records
5002) is een al even magnifieke pre
mière als de voorstelling destijds.
Bovendien is het niet bij één plaat
gebleven: veel van wat toen vóór
de pauze op het programma stond
hoort men nu opnieuw op de lang
speelplaat „Fiesta Gitana" (Silva
Records 5001). Onder de talloze op
namen in dit genre die de laatste
jaren in de handel zijn gebracht
is deze (van dezelfde „cuadro") al
evenzeer een uitschieter.
Beide platen laten hen dus alle
maal weer horen: de uitmuntende gi
taristen Pepe Granada en (Ra
mon) Caracoles, de beurtelings ont
roerend en komisch zingende Manu-
ela de Ronda, het dansen nog aller
minst verleerd, de prachtige danse
res Amalia Roman (Pepe Granada's
vrouw en met hem enkele jaren ach
tereen grote attractie van Fiesta Gi
tana), de andere, soms nog zeer jon
ge danseressen en dansers: Teresea
Amaya, Marisa, Juan Antonio en
vooral de kleine duivelskunstenaar
El Tupé, en de twee zangers F,1 Moro
en Gaspar de Utrera. Deze tien le
den tellende „Cuadro Flamenco"
by na allen volbloedzigeuners hoort
men op de plaat „Fiesta Gitana" in
een aantal der voornaamste flamen
co-zangen en -dansen, als in één door
lopend programma. Met name van
het dansen gaat bij het horen al-
léén het belangrijkste verloren, maar
zelfs wat rest is bij een groep als
deze nog meer dan de moeite waard.
Een voorbeeld is Amalia Romóns
fameuze castagnettenspoi in „Solea-
res con la cana" op kant 1. Wat de
zang betreft: al meteen in de on
middellijk daarop volgende Granaïnas
hoort men Manuela de Ronda op haar
best. Hoe deze hartveroverende ma
trone op haar leeftijd nog haar
stem in geraffineerde modulaties kan
dwingen naar alie eisen die de al
leen technisch al zo razendmoeiiyke
flamenco-zang stelt!
Evenals bij de zaalvoorstellingen
gaat ook bij deze beide platen de be
langstelling vooral uit naar het
authentieke huwelijksritueel, nog
steeds streng gebonden aan een tra
ditie van eeuwen en altyd voor de
nlet-zlgeuner, de „payo", taboe ge
bleven tot 1962 dan, maar men
moet Da Silva wel geloven als hy uit
de doeken doet hoeveel moeite het
hem heeft gekost de stamhoofden te
bewegen aan de openbaarheid prqs
te geven wat zij en hun vooronders
zolang als een heilig geheim hadden
gekoesterd.
Centraal staat de hier symbolisch
gereconstrueerde plechtigheid waarby
de moeder van de bruid de ongerept
heid van haar dochter moet aantonen.
Dit onderdeel van de Boda, met het
door Gasper de Ultrera prachtig
gezongen gebed is zelfs alleen via de
plaat nog een stil-makend gebeuren.
Na een drietal bruidsliederen, al even
zeer eeuwenlang behorend tot de
nauw omschreven ceremonie die deze
zorgvuldig bewaarde zigeunerschat is,
heeft de spanning zich voldoende kun
nen oplossen om plaats te maken voor
alleen maar het gloeiend feest en
dan is het weer volop „Fiesta Gitana".
Deze twee zeer bijzondere platen,
met name wat betreft de bruilofts
viering boeiender dan wat wy ooit
op dit gebied te horen kregen, zyn
de eerste in de serie „Authentieke
volksmuziek van alle landen". Zy zijn
gestoken in veel werkfoto's en docu
mentatie bevattende albums. Wanneer
de Nederlandse initiatiefnemer erin
slaagt het niet by deze twee stuks
te laten kan dit een waardevolle reeks
worden. Opnameleider Luc Ludolph
heeft gezorgd voor een technisch goe
de studio-registratie, al is het volume
niet aan de ruime kant en vragen
de hoogste frequenties soms enige
correctie. Jammer overigens dat de
stereo-versie uitsluitend voor het bui
tenland is bestemd.
Na het optreden van de troep: toe
giften van een solist. Sabicas heeft
weer eens een plaat gemaakt. Op Uni
ted Artists (mono ULP 1054, stereo
UAL 3236) verscheen „Flaming Fla
menco Guitar". Laat ons niet gaan ver
gelijken. Sabicas is terecht al zo'n twin
tig jaar bekend als een gitarist van
groot formaat en dat niet ten on
rechte. Deze, zijn zóveelste plaat be
vestigt dat in een enkel stuk van een
ander LecuonaTarrega) maar vooral
in eigen werk, onmiskenbaar op tal
loze kenmerken van de flamenco ge-
inspireerd, daaraan menigmaal recht-
illlllllllllllll!
streeks ontleend. Dit gitaarspel is voor
al epaterend niet zozeer als dat bij
ieder oprecht flamenco-gitarist wel het
geval is, als wel dat Sabicas wel eens
al te gemakkelijk zijn toevlucht neemt
tot alleen maar uiterlijk vertoon van
een groot technisch kunnen. Zijn veel
vuldig optreden in Amerikaanse club-
en TV-shows is daaraan niet vreemd.
„The finest Flaming Flamenco Guitar
ever presented" zegt het tekstje op
de hoes. Dat is natuurlijk nonsens.
Een klasse apart, deze Sabicas Eer
der een sóórt. Maar wie hem op één
lijst naast een Carlos Mantoya stelt
begaat toch wel een vergissing.
K-e.
materiaal aan de bron zelf weg te
halen. Zij verzamelt niet alleen, zij
zingt ook. Nederland kent en waar
deert ondertussen haar programma's.
Philips vond dit een nieuwe aanlei
ding een plaatje van haar uit te geven
(JF 327 799), waarop zij zes liedjes
zingt, o.a het bekende Scheherazade,
dat zy als herkenningsmelodie ge
bruikt. Interessant is het Peruviaanse
„Kurikinga", dat zij in de oude Inca-
taal zingt. Jos Cleber begeleidt haar.
Een aardige plaat.
r is wei eens gezegd en geschre
ven dat Denise Maes b(l haar op
treden als Vlaamse gastvrouwe
voor de Nederlandse televisie in
elk geval een groter vermogen
aan improvisatie-kunst en gevatheid
bezit dan menig vaderlandse omroep-
ster. En dat zal ook wel zo zyn, want
onze zuiderburen zitten niet voor één
woordje gevangen. Denise Maes heeft
ondertussen zoveel bekendheid in ons
land gekregen, dat Philips gemeend
heeft haar stille verlangen ook liedjes
voor de plaat te zingen enigszins te
moeten bevredigen door een epeetje
uit te geven, waarop zq de eerste
moeilijke schreden in de wereld van
het lichte liedje zet. Het zijn dan ook
eerste schreden. Niet trefzeker en niet
helemaal er naast. Denise Maes, die
zovele buitenlandse grootheden uit de
kring van het chanson op het podium
heeft geleid, staat nu zelf ln de schyn-
werper als zangeres. Geen eigen lied
jes maar vertalingen van bekende
chansons ais „Comme un petit cocque-
licot en „Longtemps. Ze doet het
heel voorzichtig aan en dat is mis
schien nog wel het beste ook. Voor de
rest: wat mager is hoeft niet te blij
ven. (Philips 433277 PE).
Bliksemcarrières in de mu
ziekwereld worden meestal al
leen gemaakt door tienersterren;
ze worden ook meestal even snel
te niet gedaan. Marie-Cécile Moerdijk
is geen tienerster en toch heelt zij
enkele jaren geleden een bliksemcar
rière opgebouwd, die nog altyd stand
houdt. Haar wereld is die van de
volksmuziek, van alle Heren landen.
En ofschoon zij thuis is in Zuiddorpe
in Zeeuws-Vlaanderen tussen de boer
derijen en de dijken, is haar hang
naar verzamelen van volksliedjes zo
sterk, dat zy maar liefst zestig landen
bezocht om er het door haar begeerde
(Vervolg van pagina 1)
Eigen verantwoordelijkheid heeft
ook bij het meisjesinternaat in Ber
gen 'n flinke plaats. Buiten de „huis
kamer', waar zij, zonder toezicht,
studeren, hangt aan een mededelin
genbord een bloknoot waar de meisjes
op kunnen schrijven waar ze heen
zijn. Daar is het dus niet: vragen of
je weg mag, maar zeggen dat je weg
bent.
Men kan zich natuurlijk afvragen
of die vrijheid niet te groot kan wor
den, of het bijvoorbeeld raadzaam is
om de kinderen elke week naar huis
te laten gaan. De broeders van St.
Louis vinden van niet. „Als de jongens
elk weekeinde naar huis kunnen, gaan
ze daar echt naar toe leven en dat is
nadelig voor de onderlinge band, het
gemeenschapsgevoel, dat juist de
sfeer van het internaat vormt. Dan
is het alleen een studiehuis, waar
van samen bezig zijn niets terecht
komt".