„DE OORLOG STAA T STIL, OMDA T DE
PROFESSOR OP 'N BRIESJE MOET WACHTEN
kans te grijpen
Klaar voor gebruik Duitsers ver
Duizenden doden
Stakingsrecht
omstreden punt
Verstarring
Wind neemt toe
Congres in Leiden
Anderhalf jaar voor
melkpoederfraude
WOENSDAG 21 APRIL 1965 PAGINA 7
In de namiddag van 22 april
1915 thans dus vijftig jaar
geleden keek een Canade
se soldaat bij Steenstraat, ten
noorden van Yperen, over het
zonovergoten niemandsland in
gespannen naar de Duitse loop-
graven. Hij wenkte een korpo
raal en gaf hem zijn kijker. „De
Duitsers verlaten hun loopgra
ven en rennen naar achteren,"
Zei de korporaal. „Roep de ka
pitein, ze steken hun stellingen
in brand." Toen enkele seconden
iater de soldaat met de officier
terugkeerde, steeg uit de Duitse
loopgraven een dikke, gele rook
omhoog en was een vreemd ge
sis te horen. De kapitein be
dacht zich geen ogenblik.
Groot alarm," zei hij. Enkele
ogenblikken later rolde over een
breedte van circa zes kilometer
een ongeveer twee meter hoge
wolk op de geallieerde loopgra
ven af. Langzaam, maar door
de noordoostelijke wind toch
sneller voortgestuwd dan een
man kon lopen, naderde de
geelgroene walm de stellingen
van de Franse, Britse, Belgische
en Canadese troepen. Enkele se
conden later rolde de wolk over
de geallieerde loopgraven en de
verraste militairen. Wat volgde
was te afschuwelijk om precies
te beschrijven.
Naar lucht happend, overge
vend en rochelend pro
beerden de mannen uit
hun stellingen te klauteren en de
vlucht te nemen. Zij, die in de
voorste stellingen stonden, kre
gen geen enkele kans. Enkelen
konden nog enige passen doen,
de meesten zakten op de plaats,
waar zij stonden of zaten, in el
kaar en stierven, hun longen vol
chloorgas, binnen enkele ogen
blikken. In de volgende linies
namen duizenden mannen, die
hun kameraden vóór hen hadden
zien sterven, schreeuwend van
angst de benen. Het gas was
echter sneller dan zij: voor de
militairen honderd meter had
den afgelegd, waren zij door de
gaswolk ingehaald. Een soldaat,
die deze aanval overleefde, maar
zijn verdere leven invalide bleef,
vertelde: „Zodra zij het gas in
ademden, kregen hun gezichten
G<m vreemde, geelgroene kleur,
die spoedig nadien veranderde
m een diepblauwe tint. Sommi
ge mannen probeerden met hun
handen hun keel open te halen
°m lucht te krijgen. Met elke
ademtocht kregen zij echter
meer gas in hun longen. Terwijl
2ij stierven nam hun gezicht een
afschuwelijke purperen kleur
aan."
Duitse troepen in de aanval. De
gasmaskers op ter bescherming
van ogen en de ademhalingsorga
nen tegen het gaswaarmee zij de
geallieerden uit de Eerste Wereld
oorlog bestreden.
Franse manschappen in de loop
graaf. De mond en ogen beschermd
In het Vlaamse land hadden de
geallieerden soms de grootste
moeite om hun geschut in stelling
te brengen.
22 april 1915 ImJ HTperen
DUIZENDEN GEALLIEERDE SOLDATEN
KOMEN OM DOOR DUITS CHLOORGAS
E>ri« minuten nadat het gesis was
fegonnen, werd het stil in de Duitse
wopgraven. Toen kregen de vluch
tende en stervende geallieerde mili
tairen een nieuwe schok te verwer
den. De geelgroene wolk werd snel
"tonner en in die vreemdgekleurde
■tost doken toen Duitse soldaten met
ytogelijke snuiten op: de eerste gas
maskers. Tot over een afstand van
r^ee, drie kilometer ontmoetten zij
aueen dode of stervende tegenstanders
®n pas negen kilometer verder
raar het gas zo sterk was verdund dat
-zijn dodelijk en zelfs schadelijk
SJtect had verloren stuitten de
t-toitse troepen op tegenstand. Maar
naar werd weer gevochten: bijzon
der verbitterd, vaak van man tegen
«ian, elkaar elke meter terrein betwis-
Wdd. Canadese troepen, aan de rand
van de frontsector opgesteld, waar
de Duitsers de gasaanval hadden ge
lanceerd, ondernamen dadelijk een
Moeste tegenaanval, brachten de Duit
ss tot staan en wisten zelfs een ge
deelte van het verloren gegane terrein
te heroveren. Terwijl Canadezen, Fran-
sen, Engelsen en Belgen verbeten te-
^eaanvallen uitvoerden, werden in
hospitalen zoveel mogelijk overleven
den van de gasaanval door hoge mili
taire autoriteiten en wetenschapsmen
sen ondervraagd. Het was moeilijk
tot te vinden wat er precies was
gebeurd. Zij, die in de voorste stel-
Jthgen het gesis hadden gehoord en
het gas uit de Duitse loopgraven had
den zien opstijgen, waren allen ge
dood. Overlevenden van meer naar
achteren gelegen stellingen en krijgs
gevangenen gaven wel bijzonderheden
en reeds vrij spoedig wisten de ge
leerden wat er was voorgevallen.
Maanden voordien had de Duitse
generale staf ook een onderhoud ge
had met een geleerde: professor Fritz
Haber van het Keizer Wilhelm Insti-
tuur te Berlijn. Na hun snelle op
mars in de zomer van 1914 waren
de Duitsers bij de Marne tot staan
gebracht en zelfs een eindweegs te
ruggeworpen. De machinegeweren,
door beide partijen b'j duizenden ge
bruikt, noodzaakten de generaals hun
manier van oorlogvoeren totaal te ver
anderen. Een handvol machinegeweer-
schutters kon duizenden aanvallers
neermaaien, of het nu infanteristen
of cavaleristen waren. In allerijl ge
graven gaten moesten de troepen te
gen het moordende vuur van de ma
chinegeweren en de steeds sneller
vurende artillerie beschermen. De
loopgravenoorlog begon en het weste
lijk front verstarde. Vergeefs probeer
den de generaals van beide partijen
zwakke plekken bij de tegenstander
te ontdekken: elke meter terreinwinst
moest met het leven van duizenden
mannen worden betaald; om het be
zit van enkele boerderijen in Vlaan
deren en van bijvoorbeeld Hartmanns-
weilerkopf in de Elzas werd maanden
gevochten, waarbij tienduizenden man
nen sneuvelden.
In de winter van 1914 op 1915 be
sefte de Duitse generale staf dat
Duitsland een uitputtingsoorlog voerde
en dat het die oorlog bezig was te
vex-liezen. Aan het westelijk front
móest een doorbraak worden gefor
ceerd. Toen herinnerden de Duitse
generaals zich professor Fritz Haber,
die hun enkele jaren voordien zijn
plannen voor een chemische oorlog
voering had voorgelegd. Het was de
geleerde zelfs gelukt keizer Wilhelm
voor zijn plannen te interesseren,
maar de wispelturige keizer was Ha
ber en zijn plannen vergeten en de
generaals hadden er wel voor ge
zorgd dat deze revolutionaire ideeën
in de ijskast werden gestopt.
In de winter van 1914 op 1915 werd
professor Haber door een ordonnans
uit het Keizer Wilhelm Instituut naar
een zwaar bewaakt vertrek van de
generale staf in Berlijn gebracht De
generaals maakten de professor dui
delijk, dat zij zijn plannen voor een
chemische oorlogvoering aan het front
wilden testen. Zij gaven Haber verlof
twee regimenten specialisten te vor
men, die de aanval zouden moeten
uitvoeren. De aanval zou in april in
de omgeving van het zwaar omstre
den Yperen plaats vinden. Haber sput
terde tegen en wees er op, dat de
aanval langs het gehele front of in
elk geval op alle sleutelstellingen zou
moeten worden ondernomen en dat
een dei gelijke grootscheepse aanval
niet voor augustus, september zou
kunnen worden uitgevoerd. De gene
raals vertelden Haber ,dat spoed ge
boden was en dat men zijn plannen
alleen wilde uitproberen. Haber ant
woordde boos dat het niet een nieuw
recept voor de een of andere soep
betrof en dat als men later een
grootscheepse aanval zou ondernemen
het verrassingselement verloren zou
gaan. De generaals waren echter on-
verbiddellijk en Haber vertrok teleur
gesteld.
In de volgende weken was de pro
fessor bijzonder aktief. Hij vormde
twee regimenten, bestaande uit inge
nieurs, chemici, meteorologen en an
dere specialisten en voerde langduri
ge besprekingen met enkele chemi
sche fabrieken. In maart werden gro
te hoeveelheden stalen cylinders in
zwaar bewaakte treinen naar het wes
ten gezonden, waar manschappen van
de beide nieuwe regimenten het
35ste en 36ste pionierregiment de
cylinders en andere uitrustingsstuk
ken achter het front losten en naar de
voorste loopgraven brachten. Zonder
dat de troepen aan de overkant arg
waan kregen werden de duizenden
cylinders bij Steenstraat over een
afstand van ongeveer zes kilometer
dicht naast elkaar in diepe gaten ge
plaatst en zo goed mogelijk gecamou
fleerd. De Duitsers hadden geluk:
noch geallieerde patrouilles, noch ver
kenningsvliegtuigen ontdekten iets en
rond 18 april waren de cylinders voor
gebruik gereed.
Professor Haber riep de plaatse
lijke commandanten byeen en gaf
zijn instructies. De officieren, die het
nauwelijks konden verkroppen, dat
zü een niet-mdlitair moesten gehoor
zamen, luisterden onwillig toe. „Het
wachten is nu," aldus professor Ha
ber op gunstig weer. Zodra ik een
rookfakkel afschiet, verlaten uw man
nen de loopgraven en trekken zfj on
geveer tweehonderd meter naar ach
teren terug. Precies tien minuten la
ter gaat u tot de aanval over. Ik ga
randeer u, dat u kilometers ver zult
kunnen oprukken zonder een schot te
hoeven lossen. Als de generale staf
voldoende reserves heeft geconcen
treerd zult u Yperen zonder veel
moeite kunnen nemen en is de bezet
ting van de Kanaalhavens een kwes
tie van enkele dagen." Een kolonel
onderbrak Haber: „Dat is een zaak
van het opperbevel, professor".
Op 21 april, draaide de wind naar
het noord-oosten. Om elf uur ontving
Haber een rapport van zijn weerkun
digen. „De windsnelheid is zes kilo
meter per uur. Volgens verwachting
zal de wind in de loop van de dag
toenemen tot negen, a tien kilometer
per uur." Haber schudde het hoofd.
„Wij zullen wachten", zei hij. ,De
oorlog staat stil omdat de professor
op een briesje moet wachten", sneer
de een officier.
's Nachts ontving Haber verschei
dene rapporten van zijn meteorolo
gen. In de vroege ochtenduren van
22 april stond de geleerde al vroeg in
de voorste stellingen, 's Middags was
de noordoostenwind in kracht toege
nomen. Aan de blauwe lucht dreven
wolkjes, in het kapotgeschoten nie
mandsland bloeiden duizenden bloe
men in de lentezon. Om vijf uur 's
middags kwamen de weerkundigen
melden dat de windsnelheid tot tien
kilometer per uur was toegenomen.
Haber gaf een bevel: „Gereed voor
actie."
Onmiddellijk begonnen zijn specia
listen de cylinders gereed te maken.
Aan het boveneinde bevestigden zij
een loden pijp, die nauwelijks boven
de borstwering van de loopgraaf uit
stak en die vanuit de geallieerde li
nies zeker niet te zien zou zijn. De
mannen morrelden met gereed
schap en kraantjes. De gewone troe
pen bekeken dit alles nieuwsgierig,
maar Habers specialisten antwoord
den op geen enkele vraag. Om half
zes ontving de geleerde opnieuw een
rapport van zijn weerkundigen:
„Windsnelheid twaalf kilometer per
uur. Tendenz: nog iets toenemend."
Haber keek over de rand van de loop
graaf naar de linies aan de overkant.
Alles was rustig. Hij nam zijn bril
af, poetste de glazen en keek opnieuw
naar de overkant. Toen, met een
ruk, greep hij een seinpistool en joeg
een rookpatroon naar Doven.
Aan de overkant zag een Canadese
militair het rooksignaal. Terwijl hij
zün korporaal wenkte en op diens be
vel zelf de compagniescommandant
waarschuwde, klauterden de Duitse
troepen al uit hun loopgraven en ren
den naar achteren. Alleen de specia
listen waren, met gasmaskers op, in
de stellingen gebleven. De Duitsers
wachtten tot het sissen dat onge
veer zeven minuten duurde was
verstomd. Daarna stormden zij naar
voren, zij vonden alleen doden en
stervenden: het chloorgas had zijn
werk goed gedaan. Weer enkele mi
nuten later gingen de fronttroepen
tot de aanval over. Zonder veel moei
te konden zij negen kilometer opruk
ken, daarna bleef de aanval steken.
Het Duitse opperbevel, dat geen
vertrouwen had in Habers plannen,
had verzuimd voldoende reserves te
(•(•ncenteren. Was dit wel gebeurd
dan zouden de Duitsers geallieerde
hoofdofficieren hebben dat na 1918
bevestigd zeker tot de Kanaalkust
hebben kunnen oprukken, terwijl een
gasaanval over het gehele front ca
tastrofaal voor de geallieerden zou
zjjn geweest. Door het gebrek aan
reserves bij de Duitsers slaagden de
geallieerden er in het verloren gegane
terrein in de volgende dagen weer
te heroveren. Op 4 mei 1915 ver
klaarde generaal French dat het door
de Duitsers na de gasaanval ver
overde terrein weer was teruggeno-
men.
De dag na de Duitse gasaanval
richtte lord Kitchener een oproep tot
allé Britse vrouwen om te helpen bij
het vervaardigen van gasmaskers.
Een week later verklaarde minister
Grey in het Lagerhuis, dat er maatre
gelen waren genomen een nieuwe
Duitse gasaanval het hoofd te bie
den. De minister verklaarde, dat dui
zenden geallieerde soldaten een af
schuwelijke gasdood waren gestorven.
In de volgende jaren werd zowel door
de Duitsers als door de geallieerden
de gifgasoorlog geperfectioneerd: in
de eerste wereldoorlog stierven
1.250.000 geallieerde en Duitse solda
ten de gasdood, zonder dat ooit een
LEIDEN, 21 april Prof. mr. J.
M. van Bemmelen heeft dinsdagavond
in het groot-auditorium van de Rijks
universiteit het landelijk juridisch stu
dentencongres geopend. Tijdens het con
gres, dat tot en met vrijdag duurt, zul
len hoogleraren 'an Nederlandse uni
versiteiten voordrachten houden over
het onderwerp „stakingsrecht" in het
bijzonder over de juridische kant hier
van. Ook aan sociaal-economische as
pecten zal aandacht worden besteed,
niet alleen in de voordrachten maar
ook tijdens de discussies, die groepsge
wijze zijn georganiseerd.
Na een korte historische beschou
wing over het begrip staking vroeg
prof. Van Bemmelen zich af, of staken
altijd als een onrechtmatige daad moet
worden beschouwd. De werknemer, die
eenzijdig een arbeidscontract opzegt
handelt onwettig, aldus professor Van
Bemmelen, maar er zijn omstan
digheden die een staking rechtvaardi
gen. Deze kwestie is een omstreden
punt, ook in Nederland. Prof. Van
Bemmelen vindt het niet juist dat amb
tenaren en spoorwegarbeiders geen sta
kingsrecht hebben. Niet alleen is dit
een rechtsongelijkheid, maar deze kwes
tie dient ook te worden opgelost in het
kader van de Europese eenwording
waar een uniforme wetgeving met be
trekking tot het stakingsrecht onont
beerlijk is, aldus prof. Van Bemmelen.
van de drie mogelijkheden: alle sta
kingen strafbaar, stakingen in vitale
bedrijven strafbaar of stakingen niet
strafbaar, meende prof. Van Bemmelen
de laatste de voorkeur te moeten geven.
(Van onze correspondent)
ALKMAAR, 21 april De rechtbank
alhier heeft gisteren een 52-jarige be
drijfsleider uit Amersfoort wegens ver
duistering veroordeeld tot een jaar en
zes maanden gevangenisstraf met af
trek van het sedert september 1964
doorgebrachte preventief. De eis was
een jaar en vier maanden met aftrek.
De man had ten nadele van het ver
pakkingsbedrijf Emballac in Wouden
berg over een periode van tien jaar
ruim 50.000 kg. melkpoeder verduis
terd ter waarde van een ton. Een fou-
ragehandelaar uit Spanbroek, aan wie
hij 35.000 k.g. had verkocht en tegen
wie vier maanden met aftrek was ge-
eist, werd wegens schuldheling veroor
deeld tot vier maanden voorwaardelijk
met een proeftijd van drie jaar en een
geldboete van 3.000 subsidiair drie
maanden. Een 37-jarige veehouder uit
Hoogwoud, die 15.000 kg. melkpoeder
had gekocht, werd conform de eis ver
oordeeld tot een maand voorwaardelijk
met een proeftijd van drie jaar en een
geldboete van 400,- sugs. twee maan
den. Een 32-jarige veehouder uit Lan-
gereis werd conform de els vrijgespro
ken.
Oost-Duitsland In Oost-Berlijn is
bekendgemaakt, dat strijders tegen en
slachtoffers van het fascisme en hun
nabestaanden met ingang van 1 mei
een pensioen zullen krijgen, dat zal va
riëren van 120 tot 800 mark per maand.
(Rtr.).
Bij Steenstraat in Vlaanderen werd
in 1929 een monument onthuld, dat
aan de eerste grote Duitse gasaanval
moest blijven herinneren. De Duitse
bezettingstroepen bliezen het monu
ment in 1941 op. In 1961 werd hier
een ruim zeventien meter hoog bron
zen Kruis opgericht. Professor Haber,
die in april 1915 als een held te Ber
lijn werd binnengehaald, kreeg later
een Nobelprijs, zoals zich laat denken
niet voor de vrede, maar voor zijn
ammoniaksynthese uit stikstof en wa
terstof. Als Jood moest hij in 1933
Duitsland verlaten. Hij stierf in ja
nuari 1934 te Bazel als een balling.
beslissende doorbraak werd gefor
ceerd.