YOOR MASSA- EMIGRATIE Britse toerist in Moskou gearresteerd Levende COMMUNICATIE mariniers VAN V.S. IN OFFENSIEF DRIEMIUOENSTE BUIS GEGOTEN A MX in de piste Aar! Brouwer Jules de Corte GEEN HEIMWEE los Ruting Wegens misdrijf? Zuid - Vietnam Voorlichting over de bezetting aan de jeugd Kamerlid Koekoek aangeklaagd voor huisvredebreuk Voortdurende twist met onderhuurster „Nu eindelijk eens verdienen" „Man van 90 at roos op" „Wantrouwen tegen autoriteiten" DONDERDAG 29 APRIL 1965 PAGINA 15 Ja, ik wantrouw de autoritei ten, ik wantrouw de over heid. Ik geloof ze niet. Ze zijn niet oprecht in hun voorlich ting. Zien ze dan niet dat er in ons land over een aantal jaren nauwelijks meer te leven is voor een weldenkend mens? U kunt mij niet wijs maken dat men niet in de gaten heeft dat Nederland in zijn geheel bezig is een Ame rikaans industrieterrein en een Duits recreatiegebied te worden. Als ik iéts zou propageren, dan is het massa-emigratie. Emigra tie naar gebieden waar het leven nog leefbaar is, waar men iets kan opbouwen, waar men nog genieten kan van ongerepte natuur." Gisteren werd in de buizengieterij van Hoogovens de drie miljoenste (3.000.000stegietijzeren buis ge goten sinds 1936. In dat jaar ver lieten de eerste buizen de buizen gieterij. De miljoenste buis lever de Hoogovens aan de Rotterdamse energiebedrijven. De twee mil joenste in de buizengieterij ver vaardigde buis arriveerde op een versierde vrachtauto bij de Nuts bedrijven in Nijmegen. De nu ge produceerde 3-mïljoenste buis is bestemd voor het gemeentelijk licht en waterbedrijf te 's-Her- togenbosch. Zoals bekend zijn de gietijzeren buizen van Hoogovens bestemd voor gas- en waterleidin gen. In 1964 bedroeg de produktie 25.000 ton, 'n stijging vergeleken met het jaar 1963. Voor 1965 wordt opnieuw een stijging van de afzet verwacht. Wanneer al de buizen, die de afgelopen 28 jaar vervaardigd werden, achter elkaar gelegd konden worden, zouden zij een leiding van ruim 17.000 km lengte vormen, een lengte die on geveer overeenkomt met de af stand IJmuiden HollandSydney Australië. ongewis avontuur VARIANTEN winnaar van de hoofd stedelijke romanprtjs-1965 voor zijn ro- „Dy dia en de Zwaan" (in 1963 bij Meulenhoff verschenen) is een ma gere man van 56 jaar. Hij draagt een groen strikje met witte stippeltjes dat hem wonderwel staat. Tussen de lip pen klemt hij een stompje sigaar. Hij is een beleefde, vriendelijke en voor al spontane gesprekspartner' die de meest verschrikkelijke dingen op een uiterst beschaafde en charmante manier kan zeggen. Slechts aan een vreemd lachje dat even langs zijn mond glijdt, aan het nauweli'ks merk baar optrekken van de wenkbrauwen en het snelle spreken kan men opmer ken dat al de dingen waarover hij ver telt hem persoonlijk niet met rust la ten, hem kwellen dag en nacht. Eerst dan beseft men dat het vooral beheer sing is die deze wonderlijke, inne mende man in de loop der jaren heeft aangekweekt. Op zijn grote kamer aan de Heren gracht vertelt hij over zijn jongens jaren. ,,Ik kwam uit een streng gods dienstig gezin. Mijn vader was Neder lands Hervormd (laten wij het over hem niet hebben) en mijn moeder was een lieve vrouw. Als kleine jon gen heb ik op een gereformeerde la- ere school gezeten. Dat was een oogst ellendige tijd. Wat ik daar alle maal heb meegemaakt. Jaren en ja ren heb ik nodig gehad om boven het geen mij daar werd voorgehouden uit te komen. Eén ding was op die school zeker: voor andere jongens was er wellicht nog een flauwe mogelijkheid voor de hemel, maar voor Ruting was het allemaal al beslist. Die zou naar de hel gaan. Dat stond als een paal boven water. Wreedheid, sadis me van het ergste soort heb ik op die school meegemaakt. En meestal was Ruting de oorzaak van alles. Ruting was de moeilijke jongen." ,,Ik whs een moeilijke jongen," zegt Ruting. „Maar ach, er zijn zoveel moeilQke jongens geweest. In mijn jeugd al was ik een vriend van de dieren en de planten. Ik las, nee ik verslond de boeken die daar over han delden. Ik slaagde er al vroeg in man netjes- en wijfjesvlinders via de geur bij elkaar te brengen. Ik hoor nog mijn tante tegen mijn vader zeggen: „Zeg Ruting, <weet je wel wat die jon gen allemaal doet? Kan dat wel op zijn leeftijd. Ik bedoel die beweging met die vlinders?" Mijn vader rea geerde daar nauwelijks op. „Hq moest eens andere dingen gaan doen, dat zou beter voor hem zijn," was het enige wat hij zei. Om kort te gaan: ik ging biologie studeren (nee, nee ik heb geen titel of diploma of iets der gelijks). Ik zat intussen op de kunst nijverheidsschool. Ik tekende en schil derde alleen maar vlinders, visjes, vo geltjes en plantjes. Heel zuiver waren die voorstellingen." (Hij laat enkele werkstukken uit die tijzien). In 1958 verschijnt he. boekje „Wel ke vis is dat", enige tijd later ge volgd door „Wat zaaien wij dit jaar", een boekje waarin vijfhonderd zaai bloemen worden behandeld. Ruting: „Ik heb heel wat van die werkjes geschreven: voor kinderen, voor scholen, voor volwassenen. Ik ben nu verbonden aan de Amsterdam se universiteit waarvoor ik veel teke ningen maak en biologische onderzoe kingen verricht. Dat werk vormt een belangrijke bron van inkomsten. Schrijven deed ik ai veel langer. Tot voor enige jaren publiceerde ik slechts in literaire tijdschriften (Po dium, Maatstaf), later ging ik op aan dringen van anderen al die losse stuk jes eens bij elkaar brengen. Ik maak te er een roman van „Lydia en de Zwaan". Ook alweer uit allerlei frag menten stelde ik mijn laatste werkje, de verhalenbundel „Het wondere wa ter" samen." Ruting eft zoals iemand het eens uitdrukte in zijn literaire werk een „amorele zuiverheid, die fasci neert''. „Dat is aardig samengevat," zegt Ruting. „En het lijkt mij juist. Ik geloof niet op de wijze zoals andere mensen geloven, geloof ik. Ik kijk naar de dingen om mij heen en pro beer er een samenhang in te ontdek ken. Ik sta soms aan de grond gena geld bij bet ervaren van sommige zaken. Ik heb een archief waarin alle krantenknipsels zijn opgenomen over kindermishandeling. „Kind doodgesla gen," „Kind verdronken", „Onderwij zer slaat jongen hersenbloeding" etc. etc. Ook op net gebied van misdra gingen van de politie, de water- en luchtverontreiniging heb ik een zeer uitgebreide documentatie opgebouwd. Deze onderwerpen houden mij bezig. Ik wil het onderzoeken, uitpluizen. Ik wil er wat tegen doen. Ik heb de pre tentie dat mijn artikelen hierover mis schien één of twee mensen aan het denken zetten. Als dat gebeurt, dan heeft mijn werk zin. Wanneer ik op een middag de ruiten van mijn auto helemaal heb schoon gemaakt (en dat gebeurt grondig, ik ben een perfec tionist) en ik ontdek de volgende mor gen een vieze, vettige, drabbige laag op diezelfde ruiten, dan vraag ik mij af waar dat allemaal vandaan komt. Maar goed: fabrieken, straaljagers alles moet er zijn. Dat zeggen de he ren dan. maar dezelfde heren ontken nen dat er van een ernstige luchtver ontreiniging sprake is. Laat mij niet lachen. Ik ben momenteel bezig aan een essay over natuur, recreatie en luchtvervuiling. In dat essay hoop ik af te rekenen met mr. J. Vink, de man van het Rijksbureau van het Na tionale Plan. Dat is een scherts-fi- fuur, zoals Muntendam, minister 'oxopeus en al die anderen scherts figuren waren of zijn." Weer met dat vreemde lachje om zijn mond vult hij zijn zienswijze aan met -en vlijmscherp en van bittere ironie doortrokken citaat uit eigen werk. „Wat zou u doen in het geval LONDEN, 29 april (Reuter) In Moskou is maandag de Britse toerist Gerald Brooke gearresteerd, zo heeft het ministerie van buitenlandse zaken in Londen vanmorgen meegedeeld. De man brengt naar men gelooft een be zoek aan de Sovjet-Unie met een groep kwekelingen. De echtgenote van Brooke, die haar man op zijn reis vergezelt, had de Britse ambassade in Moskou van de arresta tie op de hoogte gesteld. Zij zei dat haar man was gearresteerd in de woning van een Rus na een inval van de veiligheidspolitie. Een woordvoerder van de Britse ambassade in Moskou deelde later mee, dat de Russische autoriteiten Brooke in staat van beschuldiging hebben gesteld wegens een misdrijf. Het woord spionage was echter niet gevallen, zo zei hij. De ambassade probeert nu toestem ming te krijgen voor een bezoek van de consul aan Brooke. Men wil gaag we ten of en wanneer Brooke voor een rechtbank moet verschijnen en of hij rechtskundige bijstand nodig heeft. (Advertentie) Wanneer dezer dagen een onbe stemd, dof gerommel in den lande waarneembaar wordt dan kan dat maar één oorzaak hebben: dan is het de bisonstier van dresseur Jos Uyterlinden gaan verve len twee keer per dag onder het licht van felle schijnwerpers in de piste van circus Boltini een rondje te hioeten maken met een leeuw op zijn rug en is hij zich wat gaan vertreden. ■En wat dat betekent kan men slechts v&ag, maar met zeer bange voor gevoelens vermoeden. Misschien Wundelt het donkerbruine dier met 2(jn kop als een aambeeld, deze le ende AMX-tank zonder gebreken, dit '°0 kilo zware stuk oergeweld door een veilig lijkend ijzeren hek heen of maakt hij met wat speelse sprongen |Unok op het Haagse Malieveld, waar Eoltini zijn tenten heeft opgeslagen. Die kans is geenszins denbeeldig om- *Jat de bison, (niet) luisterend naar ?e naam Buffalo, zich nog geenszins heeft verzoend met de plannen van 20n baas, die met hem mikt op een Wereldprimeur op circusgebied en dat eigenlijk nu al heeft verwezenlijkt. Jos Uyterlinden, lang en pe- *fg. maar broodmager geworden in maandenlange strijd de bison er °nder te houden, heeft nu het avon tuur waar hij een half jaar geleden haar verlangde: omdat hij zijn dieren Jjugeniyk nog te kort onder dressuur heeft om er een nummer van te ma- K?n dat geheel en al klaar is voor het uircus, is elke voorstelling een onge wis avontuur. De eerste keer sloeg de uison met Heidi, de vrouw van Jos, half op hol, zodat zij maar tenauwer- h°od op de rug van de bison kon blij- »en zitten. Ook de leeuw Omar had het moeilijk op het zware zadel van u® bokkige bison, die van agigatie uoor zijn neusgaten stoom afblies op ue overdreven manier die ons van stripverhalen zo bekend voorkomt. En passant gaf Omar Heidi een veeg daar arm, waardoor deze bloe- hn strepen ging vertonen en werd 'aar leren Indiaanse kleding eventjes verscheurd door de klauw van de gier j: vleugelwijdte: bijna drie meter als een decoratief element aan het nsemble is toegevoegd. Alleen de vriyfiï Ruyal, afstammeling van de oetballende honden van Hagenbeek, fccL geen moeilijkheden. De tweede zoal u S üep Buffalo ook nog niet beHoi moest en maakte hij het zijn uit vers weer uiterst lastig. Komend af' t? tent na het optreden werd hij geoiaft door een vreemde hond. ^aarop Jos Uyterlinden zich plotse- h® vfltig meter verder terugvond, angend aan van bison roo i en .Slag het al veel beter: een vgcimatige gang, maar toch °g trachtend leeuw Omar als een SAIGON, 29 april (AFP, Reuter, een k t "G laatste dagen heeft zich vo?tn„ttang:^ke nieuwe ontwikkeling nam t An de str«d Zuid-Viet- vorS" tküïe,1!taan8e mariniers, die tot beiirow alleen maar dienst deden als fensiJfngs pen' zÜn thans in het of- gegaan. Enkele compagnieën om u zich door de oerwouden Dit LaL te maken op de Vietcong. bel»,? „iUrde 'n de omgeving van de Amerikaanse lucht- in t jhasis in Zuid-Vietnam, Da Nang, sis f. noorden van het land. Deze ha- da n ^ordt bewaakt door niet minder 0a5 ',en'duizend „leathernecks", de bij- M- V°°r Amerikaanse mariniers. Militaire kringen in Saigon zeiden W iAen dat thans waarschijnlijk vijf oaiaijons van het geregelde Noord- namese tegar opereren in Zuid- vietnam. Enkele dagen geleden werd ae aanwezigheid van één Noordviet- Am tf, batalj°n bevestigd door de fvmerikaanse minister van defensie, «ubert McNamara. Dit, gevoegd bij va I van de nieuwe activiteiten Amerikaanse mariniers, maakt Yf1 duidelijk dat het in Vietnam hard ae kant opgaat van een complete ^merikaans-Noordvietnamese oor- te land. Bovendien zijn de ge- L^uaten hardnekkig dat de „leather necks binnenkort versterkingen zul ten krpgen. vi^^ri^aanse en Zuidvietnamese m uifrgen violen gisteren wederom Ama-i doelen m Noord-Vietnam aan. inenkaanse vliegers probeerden voor riik maal de strategisch belang- Tcwï, Due Thon-brug te vernielen. dfTn-ide roc>k was opgetrokken, zagen Vg Ploten dat de drie overspanningen °n de stalen brug nog steeds heel ïtiftLLn' Oagetwijfeld zullen in de ko- enae dagen nieuwe pogingen worden seaaan de brug in puin ,te gooien. (Van onze correspondent) - ARNHEM, 29 april De kleuteron- aerwijzeres I. Wymenga, die een ka- *ne'" in Bennekom heeft in het huis van het Tweede Kamerlid H. Koekoek 'Roerenpartij)heeft opnieuw een aan- *}acht tegen haar huisbaas ingediend, "'t maal wegens huisvredebreuk. Vol- Seng haar heeft het Kamerlid een gro te ravage aangericht in haar kamer, Gmdat zij geen gevolg gaf aan zijn her baalde aanzegging de kamer te verla ten. De moeilijkheden tussen Kamerlid en kleuteronderwijzers begonnen om streeks Kerstmis. Een andere be woonster van het huis bracht toen, te gen de zin van het Kamerlid, enkele dagen met haar verloofde door op de kamer van mej. Wymenga, die met kerstvakantie in Friesland was. De heer Koekoek zegde haar de huur op per 1 februari en sneed, toen zij op die datum geen andere kamer gevonden had, de toevoer van gas, water en elec- Wiciteit af. De kleuterleidster klaagde hom aan en de rechtbank in Arnhem Veroordeelde de heer Koekoek tot een dwangsom, als hij de toevoer niet zou Perstellen. Het Kamerlid boog het Vpofd, maar schreef de kleuterleidster Wt na de veroordeling een brief, .Varin hij, volgens haar zeggen, op hieuw de kamer opzegde en haar op Verkapte wijze bedreigde. Zij kreeg §©en post meer, haar fietsbanden ston den telkens leeg en haar naambordje Verdween van de deur. De kleuterleid ster ging naar haar vader in Leeuwar den en hoorde daar van haar medehuur ders, dat een enorme ravage op haar earner in Bennekom was aangericht, "©halve zij zelf, heeft alleen het Ka merlid een sleutel van de kamer. Hier- ?P diende zij opnieuw een aanklacht in. Luchtmachtbasis Edwards, 28 april Tijdens een demonstratie is een Ame rikaans experimenteel vliegtuig op de luchtmachtbasis Edwards neergestort. Het toestel, de XV-5A stortte van 150 meter hoogte neer toen de piloot ver ticaal wilde landen. De vlieger maakte gebruik van zijn schietstoel, maar de parachute ging niet open. Hij kwam om het leven. DEN HAAG, 29 april In verband met de twintigste herdenking van de bevrijding heeft de commissie samen werkende verzetsorganisaties, bestaan de uit hoofdbestuursleden van de na tionaal federatieve raad van het ver zet en van de Nederlandse vereniging van ex-politieke gevangenen (uit de be zettingstijd), aan de heren Rogier van Aerde, Karei Norel en H. Wielek ver zocht een verhaal over de bezetting te schrijven voor de jeugd van Neder land. Deze verhalen zullen via de Ne derlandse jongerengemeenschap in de m. and april worden opgenomen in de Nederlandse jeugdbladen. De commissie heeft voorts de heer Jan Rogier te Amsterdam bereid ge vonden een artikel te schrijven voor de studenten in Nederland. Dit artikel wordt via het maandblad „Student" aan alle studenten gezonden. Voor de schooljeugd (vijfde en zesde klas lagere school) is een vrijheids- boodschap opgesteld. De commissie heeft het onderwijzend personeel ver zocht deze boodschap aan de leerlingen voor te lezen en toe te lichten. lastige horzel van zich af te schudden. Tussen de bedrijven door schiet er nu en dan plotseling een zwarte schicht vanuit de flank, wat dan als trap be doeld is van een machtige hoef, be stemd voor Jos of Omar. Jos Uyter linden heeft niettemin alle vertrouwen in zijn dieren en neemt hen mets kwa lijk, alhoewel hij bont en blauw ziet van de stompen die Buffalo met kop en horens heeft uitgedeeld. „Wanneer hij niet agressief zou zijn, zou hu geen echte bison zijn. Het is maar al te letterlijk de aard van het beestje. Maar het komt allemaal wel goed. Het moet nog wennen. Over een paar maanden is het nummer perfect en dan kan ik er overal mee terecht en voor hoge gages. Nu heeft Boltini er nog rekening mee gehouden dat het nummer niet af is en daar heeft hu gelijk in", zegt Uyterlinden. Een half jaar geleden had hij ge noeg van zijn werk als pikeur in een manege („Er zijn zoveel mensen die alleen maar rijden, omdat het nu een maal moet. Je staat gewoon tegen een bord aan te praten") en zocht naar de mogelijkheid van 'n re-entree in het circus, waar hij eerder was op getreden met kamelen („hooghartig, dus koppig. Heel moeilijk. Ze spugen, schoppen en bijten") en beren („Je kan niets van hun ge/echt aflezen, wat zeer verraderlijk is. Bovendien zijn ze helemaal niet koddig, terwijl ze wel als zodanig gebracht moeten worden"). Hij wist dat iiij alleen kon slagen met een nummer dat geheel nieuw zou zjjn. Het werd deze „Old Shatterhand-show met zijn merk waardige dierencombinatie. Hij schaf te zich de leeuw, de bison en de gier aan, gewoon door deze in Nederland te kopen. Dat kan in dit handeldrij vende land. Je kunt ze de volgende dag thuisbezorgd krijgen. Daarna vond hij een boer in Schipluiden be reid een stuk land af te staan, waar onder een tentje met de dressuur be gonnen kon worden. Terwijl Jo's Uy terlinden overdag in Wassenaar rijles gaf, bouwde hij, stapje voor stapje aan zijn act. Eerst moesten bison en leeuw aan elkaar wennen: het begon met de vermenging van eikaars mest en het eindigde met een ritje op de rug van de bison. Wat daar tussen in lag aan teleurstelling, wan hoop („Ik laat dat beest doodschie ten") en doorzetten, weten alleen de dressseur en zijn vrouw. „Op een keer wilde de bison niet meer stilstaan op de plaats waar de leeuw op zijn rug moet springen. Wei een meter ervoor of erachter, een halve meter, twee decimeter, maar niet op de plaats zelf. Dan komt het er op aan wie de baas is. Dat was een beslissende proef. Dat ge vecht begon 's middags om twaal' uur totdat het uren later zwart voor mijn ogen werd. Toen ging ik door tot twaali uur 's nachts en toen had lk hem weer op de plaats waar hij staan moest Ik was geestelijk en lichame lijk geradbraakt", vertelt Jos. IIIIHIIllHIHIIIIlIlIIIIIHIlIlllllllllimilllllllHlllllllllllllllllllllimiHIUIIHIIlllllMIIIHIIIHIHHIIIIIIIMIHIIIIlHIimiilHIII u het alleen voor het zeggen zou hebben?" vraag ik. „Dat is eenvou dig," antwoordt Ruting. „Ik zou veel geld beschikbaar stellen voor massale emigratie, ik zou er op aandringen dat er op het leger niet genoeg bezui nigd kan worden en voorts zou ik problemen als de water- en luchtver ontreiniging, de urbanisering, de kin dermishandeling en het verkwanselen van recreatieterreinen grondig gaan aanpakken. O nee, ik zou nooit de moralist gaan uithangen. Dat nooit. Je moet altijd scherp de betrekkelijk heid der dingen blijven zien. Om een moralist moet ik altijd lachen" Hij zui. peukje. I. nerveus aan zijn sigaren- vraag Jos Ruting: „Bent getrouwd?" „Nee, helaas niet, ant woordt hjj. „Als ik bij mijn broers of zusters of andere familieleden op be zoek ga, voel ik dat niet-getrouwd zijn als een heel groot gemis. Ik had graag kinderen willen hebben." Zo maar ineens is hij van het toneel verdwenen. In alle stilte heeft hij zich teruggetrokken. Na dertien jaar in het valt te hebben gezeten, na ruim tweehon derd t.v.'s en vier jaar Sleeswijk- revue heeft Aart Brouwer een ander beroep gekozen. „Ik ben heel geluk kig met mijn nieuwe werkkring, ik wil niets anders meer." Dat zijn de woorden van de nieuwe chef van het filiaal-reclamebureau van de Amster damse Bijenkorf. „Ik hield van de showbusiness, maar mijn hemel, ik ben nu 35 jaar, vader van een gezin en ik wil nu eindelijk wel eens waf gaan verdienen." Bovendien zijn mijn kinderen groter geworden en vragen dus meer aandacht." Het levensverhaal van Aart Brou wer is op z'n minst wonderlijk te noemen. Als jongen scheen hi) voor bestemd om huisschilder te worden. Zijn vader, zijn grootvader, zijn broer en zijn oom waren schilders en niets leek er aanvankelijk op dat de jonge Aart een ander vak zou kiezen „Kor te tijd heb ik inderdaad geschilderd. Ik ging vaak met mijn vader mee. Ik had een specialiteit: ik deed al tijd de toiletten. Expres om mijn vader te pesten zei ik soms bij voorkeur in zeer chique milieu's „zeg ouwe, moet je eens kijken hoe mooi die plee wordt. Dat woord „plee" sprak ik altijd zo plat mogelijk uit en herhaalde dat zo'n keer of twintig. Mijn vader werd steevast razend. Op het laatst was ik natuurlijk niet meer te handhaven." Hij ligt gemakkelijk achterover tn zijn stoel en trekt aan een enorme pijp. We hebben het over zijn „diplo ma's". Hij zegt: „Ik ben altijd een jongen van aanpakken geweest. Je ge looft het niet maar ik ben >n het bezit Ambachtsschool, het diploma van de schoenenhandel, het diploma etaleur verkoper, het schildersdiploma en nog een paar die mij nou niet te binnen willen schieten. Mijn eerste honora rium bestond uit vijf sigaretten, die ik ontving voor mijn werkzaamheden als assistent schillen-ophaler. Ik heb ont zettend veel gedaan in mijn „jonge" jaren. Iedere minuut van de dag heb ik intens geleefd, weet je. Als ik daar eens over nadenk, dan begrijp ik nog niet hoe ik het allemaal heb kunnen doen. Ik ben elektriciën-instrument- maker geweest (heb ik ook een diplo ma van), ik werkte een tijdlang als banketbakker (gewoon omdat ik zo dol was op lekkere dingen) en inder tijd had je mij als badmeester in ac tie kunnen zien. Om bjj te verdienen schilderde ik toen oude autootjes op. Driekwart jaar heb ik mij ook nog als boerenknecht verdienstelijk pro beren te maken. Ik heb ook nog geva ren en na een periode waarin ik ma gazijnbediende en etaleur was ben ik bij de luchtstrijdkrachten gekomen. Ruim 27 maanden ben ik daar geble ven. Toen ben ik in de schoenenhan del terecht gekomen..." Hjj neemt even adempauze. „Al die beroepen zijn ergens in mijn le ven toch weer van pas gekomen." Ik vraag: „Hoe ben je tenslotte in het theatervak verzeild geraakt?" Aart Brouwer: „Eigenlijk omdat ik gewoon iets anders wilde doen. Ik kwam bij het Scapino-ballet. Ik had al eerder balletlessen genomen. Ik wilde goed kunnen dansen. Alle dan sen moest ik onder de knie krijgen. Tien maanden bleef ik onder con tract bij Scapino; daarna ging ik naar het Ballet der Lage Landen. Lang- hield ik het daar ook weer niet uit. Ik werd nu solo-danser bij Scapino. Om een zo all-round mogelijke oplei ding te krijgen ging ik in '56 bij het cabaret van Wim Kan werken. „De kat van het huis" heette dat pro gramma. Van Wim Kan stak ik weer over naar Tom Manders op het Rem- brandtsplein. Twaalf maanden heb ik daar typetjes gemaakt. In 1957 kreeg ik een uitnodiging om naar Amerika te komen. /ules de Corte gaat een boekje en een verzenbundel schrijven. De veertigjarige chansonnier acht daar nu de tijd rijp voor. De ti tel» zijn er al: „24 juni" en „Over hef spoor'7. Zoals bekend heeft Jules de Corte al eens eerder, in tijdschriften, verzen en verhalen gepubliceerd. „Nee", zegt de rustig sprekende De Corte, „tot dusver heb ik 'zo maar iets' (wat ik wel aardig vond), gepubliceerd. Nu wordt het ernst lk ben serieus aan het werk gegaan. Hoewel ik nogal bezet ben ik ga een vervolg uit brengen op de langspeelplaat .Liedje*. die niet mogen" heb ik er toch tijd voor vrij gemaakt. Misschien klinkt u die titel „24 juni" wat vreemd in de oren. Dat zal wel, maar u moet weten dat ik niet in leeftijden of in jaren denk, maar in maanden van het jaar. Als je dus januaribent, dan kan er nog van alles gebeuren. Juni echter is een kritieke leeftijd. 24 juni heeft voor mij een aparte betekenis. Dat is in vele opzichten een bepalende datv/m in ieders leven." Ik zeg dat sommige mensen zijn lied jes en met name zijn teksten soms cy nisch vinden. Jules de Corte zwijgt een ogenblik. Dan: „Zeggen ze dat werkelijk van mij? Dat heb ik nooit geweten. Ik geloof het ook niet. In cynisme bespeur ik altijd een gebrek aan deernis. Deernis met de mensen. En dat is in mijn werk niet het geval. Ik houd juist zo ontzettend veel van de mensen. Voor mij gaat het individu boven alles. Ik heb het niet zo begre pen op 'normen', op 'gemiddelden', op het begrip 'men'. Ik zoek altijd de mens erachter. Daar gaat het om. O nee, ik ben zeker niet cynisch. Ik heb soms wel eens een vervaarlijke ironie. Dat wel. Maar dat is niet verontrus tend, meen ik." Wij zitten in de kantine van de KRO-studio. Zo dadelijk gaat hij met zijn medewerker Joop Kuipers weer een Roulette-programma in elkaar draaien. „In twaalf jaar heb ik nu zo onder hand duizend tot vijftienhonderd lied jes gemaakt. Dat is veel te veeL Als ik zou gaan selecteren blijven er mis schien 25, of nog veel minder, over waar ik zelf nog echt van kan houden. Ik vind veertig jaar (de '24ste juni') een mooie leeftijd om jezelf eens te hernemen. Er is nog zoveel te doen, hè. Er moeten nog zoveel dingen worden rechtgezet; er is nog zo veel moois te vertellen en ook zo'n boel nare dingen. Er zij nog zoveel misverstanden. Een voorbeeld: als men „religieus nieuws" geeft is het altijd: „Kardinaal X zal morgen de H. Mis opdragen in de ba siliek S enz." Dat is onzin. Religieus nieuws is: „Wij zullen geen sla meer verbouwen." Een ander misverstand: de Nederlandse taal is niet geschikt om chansons te maken. Ook dat is niet juist. Ik zeg altijd: de taal is wel ge schikt, maar de mentaliteit van de Nederlander niet. Wij zijn een volk dat teveel het zinnetje „bij wijze van spreken" gebruikt. Er is niets dodelij- kers dan dit bij wijze van spreken. Wij moeten ook ophouden met een hele boel dingen." En dan zegt Jules de Corte iets, wat de (elders in deze ru briek genoemde) Jos Ruting uit het hart gegrepen zal zijn. „Die 5 mei-ver toningen hoeven voor mij niet. Ik durf er niet aan mee te doen, gewoon om dat ik niet kan zeggen: „Bedankt dat je jouw leven hebt gewaagd voor dit zootje." Nee, die vieringen en her denkingen moeten wij snel staken. De mensen begrijpen het toch niet Zij begrijpen het al niet als een dominee op de kansel zegt: „De Heer is waarlijk opgestaan." Dan zegt iedereen: dominee is overwerkt en moet een tijd rust hou den. Je moet voor je eerlijke mening durven uit komen. Ik heb eens voor de KRO-microfoon een liedje gezon gen dat eindigde met de woorden: „Misschien is God toch wel écht!" „Het is zo'n krankzinnige wereld, waarin wij leven. Toen ik eens optrad in een bejaardenhuis was er een man van negentig jaar die een roos stond op te eten. Ik werd bij deze medede ling bestormd door allerlei gevoelens. Ik vond alles op dat moment. Ik zou die man willen omhelzen, ik zou hem tegelijk de trap willen afdonderen, ik zou hem nóg een roos willen geven, ik zou hem willen vereren als een hei lige, ik zou hem tevens willen wurgen. Dat heb ik wérkelijk meegemaakt. Maar hoe moet je dat aan de mensen duidelijk maken, hoe moet je ze dat vertellen? Niemand gelooft het. Op de weg van Medemblik naar Enkhuizen kan iets gebeuren wat wereldnieuws is. Toch zullen de mensen als je het vertelt de schouders ophalen en hun werk vervolgen. Maar het feit heeft zich intussen werkelijk voorgedaan, al leen: er was niemand bij. Ik zou willen dat de mensen eens echt gingen luis- Het is daar mijn mooiste tijd geworden. Ik houd eig van Amster dam, maar ik geloof dat ik best in de States zou willen wonen. Ik vind de Amerikanen een heerlijk volk. Ik woonde enkele maanden in Hollywood en in de overige maanden heb ik veertig staten bezocht. Bij de be roemde Lotte Gosiar heb ik een half jaar pantomime gedaan." „Jongen, wat heb ik eigenlijk een ple zier gehad in die jaren. In Hollywood heb ik een tijdje gewoond in de flat van Charles Laughton, ik heb gezwom men in het zwembad van Marilyn Monroe en zowat de hele poenige so ciety uit de filmwereld ontmoet." jn "59 Wat ontwend teruggekeerd wordt hij weggeroepen. Er moet opge- uit de V.S. werd ik geëngageerd nomen worden. Jules de Corte veront- teren, gingen léven. Men doet maar wat soms. Ik houd niet van half werk. Ik heb liever te maken met een goeie dief dan met een slechte dominee." Even later zegt hij: „Ik ben bang voor pathetiek. Toch ben ik iemand die in „morgen" gelooft." Ik heb het over zijn pianospel. „Mu ziek is enorm. Ik kan uren achtereen spelen. Ik zou graag eens een lang speelplaat met alleen maar pianomu ziek vullen. Niet iets van Mozart, Beet hoven of Chopin. Nee, iets van mezelf. Miniaturen kunnen ook mooi zijn." Net als het gesprek goed, op gang komt, van het Mulo-diploma, het diploma bij het Leidseplein-cabaret van Jaap schuldipt zich. van de Merwe, waaraan toen o.a. Marjan Berk, Peter Lohr en Ruuö Bos meewerkten. Vervolgens kwam Slees wijk. Vier seizoenen heb ik in d* revue gezeten. Ik deed alles: zingen, dansen, pantomime en in sketches spe len. Toen kwam de affaire Zwolsman. Die amusementsafdeling waar ik mee te maken kreeg zat organisatorisch niet slecht in elkaar. Er zijn heel wat zaken tot stand gebracht, vooral op TV-gebied. Maar ja, Zwolsman is nu eenmaal een moeilijk man. Nog liggen er grote mogelijkheden. Daar ben ik zeker van. Het is onvoorstelbaar hoe wij bij Zwolsman soms moesten wer ken. In februari ben ik eruit gestapt. Een vluchtig engagement bij Van de Merwe is het laatste wat ik gedaan heb." „Nu is alles afgelopen. Ik heb eeu grote streep onder dertien jaar thea terwerk gezet. Geen televisie, geen gastvoorsteUingen, helemaal niets meer. Ik heb vijf aanbiedingen gekre gen van o.a. Slees wijk en de N.C.R.V.- televisie. Ik heb ervoor bedankt. Ik wil mij uitsluitend concentreren op mijn nieuwe functie. Dat is het voor naamste." „Geen heimwee?", vraag ik. „Nee", zegt Aart Brouwer. „Ik heb geen heimwee. Ik ben nooit in het vak gekomen met de bedoeling om er uiteindelijk dè grote ster te worden. Mijn systeem was vooruitkij ken en proberen de „bovenkant van de middenmoot" te halen. Dat is mü gelukt. Nu ga lk eens geld verdienen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 15