w Voorde doden is dil stuk niet geschreven. Het is voor de levenden. Zeg niet: de nachtmerrie is voorbijlaten we er nu maar het zwijgen toe doen. De kampen stellen ons een vraag voor nu en later: WAT IS ER MET DE MENS GEBEURD? w M r M i PIN M WÊËÊmmÊM f: -- in het betnn TVT aar zijn de woorden te vinden om te zeggen wat gezegd moet worden. Wie Auschwitz bezoekt, kan overvallen worden door de gedachte gek te zijn. Efen gedachte. Wie in Birkenau komt, voelt zijn hart omsloten raken door een kille mist. Een gevoel. In Majdanek geen gedachten meer en geen gevoelens Alleen de absurde erva- ring een leegte te worden. Het monument voor de verwoeste stad in Rotterdam dat geeft er iets van aan. Het heeft een holte in het lichaam. Dat is het ongeveer: Majdanek kan de mens uithollen. Nu nog, na twintig jaar. Maar het beeld van Zadkine heft de armen omhoog. Het doet iets. Wie de vernie tigingskampen gezien heeft, moet ook iets doen. Schrijven. Ik'zou willen, dat dit stuk geschre ven werd door een onzichtbare hand. Het is immers buiten elke orde van verhoudingen „verslagge ver te zijn van Auschwitz, Birkenau of Majdanek. Maar ik kan mezelf niet onzichtbaar maken. Het is niet mogelijk te blijven schrijven over een vage „men" of over een zekere „bezoeker", die de dingen op een bepaalde.wijze ervoer. In één groep kunnen zich zeer verschillende reacties voordoen. De groep bestond uit Nederlanders en Belgen, wier fa milieleden en vrienden slachtoffer wer den van de georganiseerde misdaad en de individueel bedreven bestialitei ten. Er waren ook mensen bij, die be hoorden tot de weinigen, die de vernie tigingskampen overleefd hebben. De groep trok naar Polen ter gelegenheid van de eerste-steenlegging voor het Auschwitz-monument. Het is niet mogelijk te rapporteren over de reacties van anderen bij de confrontatie met de kampen, de gas kamers en de crematoria. Ik kan al leen maar spreken voor mijzelf. Ge steld tegenover de realiteit var het ver leden de tragedie van miljoenen Is hetgeen een enkeling nu, achteraf, in een vernietigingskamp ervaart vol slagen onbelangrijk. Maar hoe kan men stem geven aan wat eens werke lijkheid was? Ik zou willen, dat er een kracht buiten mij was, die de woorden op papier bracht, waarmee gezegd Werd wat gezegd moet worden, op nieuw na twintig jaar. Waar te beginnen? Bij dat stukje zeep of bü de bajonet? Bij dat aardige meisje of bij het Oogst feest? Bü die boom of bü het Plafond? Dit relaas heeft geen begin en geen «inde. Wat zou men het eerst moeten registreren: de stompzinnigheid of de gestimuleerde verachting van de men selijke waardigheid, de uitbarstingen van wreedheid of de verwording van het intellect? Het grijpt allemaal in een en het wentelt in het rond. Wie zal ooit een greep krijgen op deze dol- ledans van het kwaad? Het is alsof de duivel zelf nu nóg een spel met ons speelt; alsof hü het is, die ons belet te doorzien hoe de ontaarding zich ont wikkeld heeft. En toch moet er gesproken worden. Als er geen geordend betoog te leveren ls, dan maar praten in het wilde weg. Ik noem de staancellen in de kelder van Block 11 van Auschwitz. Vier cel len, elk met een vloeroppervlakte van negentig bij negentig centimeter, her haal: 90 x 90 cm. Een lage ingang als bij een hondehok, afgesloten door een hek en een houten deurtje. Vol slagen duisternis in deze ruimten. Luchttoevoer door een opening van vfjf bij vijf centimeter. In zo'n cel kon den vier gevangenen opgesloten wor den. Geen mogelijkheid tot liggen of zelfs maar hurken. Staan. Staan. Staan. Staan. Een gehele nacht door met vier mensen in een donker hok, waarin men langzaam kon verstikken. Soms liep door het kleine gat van de luchttoevoer de smeltende sneeuw naar binnen. Wie de nacht in de „Stehzelle" overleefde, werd de volgende ochtend weer aan het werk gezet. Voorbeeld van een „misdraging", waarvoor deze straf werd opgelegd: «en gevangene had tij dens de arbeid zün behoefte gedaan drie nachten staancel. Ik denk aan een fotootje in een vi trine van het Auschwitzmuseum. De foto van een lief meisje met een aar dig jurkje Het kind tilt de twee uiter ste puntjes van haar rokje op, zoals zo'n kleine meid dat kan doeri wan neer ze voor haar vader staat te co- quetteren om te laten zien hoe mooi ze wel is aangekleed. Dit kleine ding werd vergast. Ik noem de zwepen en de gesels, die )n Majdanek bewaard zijn gebleven. Er is een gesel van gevlochten staaldraad hij. Wanneer werd er met de zwepen geslagen, vraagt een bezoeker. De SS- ers droegen ze altijd bij zich, zegt de gids met een ijzige vanzelfsprekend heid. Ik denk aan die executie van Joden op de derde november van het jaar 1943. Op die éne dag werden vlak bü het crematorium in Majdanek 18.400, herhaal: achttienduizendvierhonderd Joden onder schallende muziek door eikaar aflossende SS-lieden vermoord. Men noemde deze executie het „Ernte- fest". V*7" 7 aarom (leze dingen nu weer op- \I/ halen na zoveel jaren? Terwille li van een herdenking? Het is toch allemaal voorbij- Wat baat het degenen, die omkwamen door ont bering en ziekten, op transporten en op appèls, door uitputting en mishan delingen, door injecties en door het gas wat baat het hun, nu nog ge wag te maken van hun lijden? Maar voor de doden wordt dit stuk ook niet geschreven. Het is voor de levenden. De kampen leggen ons een vraag voor, een werkelijk levensgrote vraag: WAT IS ER MET DE MENS GEBEURD? En nu denk ik niet aan de mens, die ten onder ging, maar aan de mens, die de ander ten onder deed gaan. En dan denk ik niet in de eerste plaats aan zijn berechting of aan het gemak kelijke leven, dat hij nu nog leidt in Zuid-Amerika of waar dan ook. Ik doei óp zijn menselijkheid. Wat is er gebeurd met DE MENS, dat hij in die huiveringwekken de periode van het nazisme zóver kon ontaarden. Zeg niet: de nachtmerrie is voorbij laten we er nu verder maar het zwijgen toe doen. We hebben de incarnatie van het kwaad in onze na bijheid gehad en die incarnatie is er nóg in degenen, die ook in de hele naoorlogse periode de feiten zijn blij ven bagatelliseren of ontkennen. Maar ook als die generatie van de SS-ers en hun medeplichtigen uitgestorven zal zijn. dan nog blpft de vraag: hoe kon het kwaad zich zó in de mens nestelen? Het is deze vraag, die blijft voor nu en later. We weten het: er was een sys teem. Een stelsel gericht op het heersen door een superieur ras, dat gediend zou worden door slaven. Abel Herzberg heeft dit stelsel treffend gekarakteriseerd in zijn beschrijving van de eindeloze ap pèls: het ritueel van het tellen van de slaven door hun meesters. We weten hiervan, maar ik vrees, dat men de formule meesters-knechten toch nog altijd tezeer als een beeldspraak be schouwt. Laten we dit punt even goed vastleggen: het ging om een in bittere ernst ontwikkeld systeem. De sterilisatieproeven, waaraan Hen- Professor Carl Clauberg zijn lugubere reputatie dankt, hadden een welover wogen doel: er moest een middel ge vonden worden om „minderwaardige" rassen en volken Joden, Polen, Rus- sen uit te dunnen en te doen ver dwijnen. In de stukken is na te zien op wélke schaal de nazi's bevolkings politiek wilden bedrijven. Brief van SS-Oberfiihrer Viktor Brack aan Himmler dd. 23 juni 1942: We zullen er toch wei goed aan doen van de ongeveer tien miljoen Joden in Europa er twee drie miljoen niet te vernietigen, maar ze te gebruiken ai. arbeidskrachten, maar dan moeten de ze Joden uiteraard „Fortpfianzungsun- fahig" gemaakt worden Brief van de nazi-arts dr. Adolf Po- korny aan Himmler (oktober 1941): Wanneer we er in slagen mensen on gemerkt te steriliseren, opent dit „weit- gehende Perspektiven" ten opzichte van de drie miljoen Russen, die we gevangen houden. Rapport van dr. Wetzel, verbonden aan hel „Rassenpolitische Amt", dd. 27 april 1942: Aan een volledige ver nietiging van de Russen valt niet te denken zolang de Duitsers niet in staat zijn het Russische gebied te vullen. On ze bevolkingspolitiek dient er dus op gericht te zijn het Russische geboorte- djjfer beneden het Duitse geboortecü- fer te brengen. In het bezette Rusland moet zoveel mogelijk propaganda ge maakt worden voor de opvatting, dat men beter geen kinderen kan krijgen. Verder ruimere verspreiding van voor behoedsmiddelen, bevordering van abortus, geen zuigelingenzorg, vermin dering van de aandacht voor de be strijding van kinderziekten. Het kan van een zeker belang zijn de Ukraïnse bevolking wel wat meer kinderen te laten krügen, zodat zij een tegenwicht kan vormen voor de Russen, maar men moet dit goed in de hand houden opdat later de Ukraïners niet de plaats in gaan nemen van de Russen. Enz enz. Bij dit stelsel kwam het bevel, dat een bevel was. Ook die slagzin kennen we. Ik geloof, dat de draagwijdte ervan wel eens on derschat wordt. De gevallen zijn zeker niet zeldzaam, waarin het niet opvol gen van een bevel de Duitser z'n leven kon kosten. Dan zeggen wdit offer had men dan maar moeten brengen. Er komt. een moment, waarop het ge weten de doodslag moet geven, wat ook de gevolgen zijn. Dan is het we derwoord: er zün inderdaad Duitsers geweest, die méns wilden blijven en umbedrüf in Majdanek liet zich in dit crematorium zelf een bad bouwen. Er is een perfecte warmtebron bij de hand om het badwater op de gewenste temperatuur te brengen. Een bevel, dat die SS-er zich juist op déze plaats met baden moest verkwikken? Twee SS-ers spelend met een klein jongetje. Ze gooien het naar elkaar toe, zoals een vader en moeder dat ook wel doen wanneer ze stoeien met hun kind. Wat een plezier zo'n jong te horen schateren. Wat een vreugde zo'n kind op te vangen. En nadat het spel letje even geduurd heeft, vangt een van de SS-ers die jongen op met ziin bajbnet Een bevel? aar zijn de woorden te vinden om te zeggen wat gezegd moet worden. In het begin is er bij het bezoeken van de voormali ge vernietigingskampen de neiging om wild te vloeken. Ik kan het niet meer Ik kan nog wel schelden op de stupidi teit van een commissie, die voor dc viering van onze Bevrüdtngsdag de suggestie doet in feestoptochten de de portatie van Joden in beeld te bren gen. Maar de lijfelijke confrontatie met de sporen van de misdaden en steeds meer misdaden en steeds erger mis daden werkt verlammend op de nü'd. Er draait een grammofoonplaat in ...er zijn geen woorden te vinden om te zeggen wat HwU moet worden daarnaar gehandeld hebben. Dan is de reactie: het waren er toch niet veel. Maar deze hele discussie leidt de aandacht af van wat veel belangrijker is voor de beoordeling van het ontmen- selijkingsproces, dat zich onder het na zisme voltrok. Het gaat namelijk niet alleen om de bevelen, die zijn opge volgd. Het gaat niet minder om het individuele sadisme, dat bij de uitvoe ring van die bevelen aan de dag 's getreden. Waar zün de woorden te vinden om te zeggen wat gezegd moet worden? De Joden, die niet direct vergast werden, moesten werken tot ze er b|j neer vielen. Een bevel. Maar het is ook mogelijk Iemand zo In zün borst te stompen, dat het bloed hem meteen uit de mond springt. Men moet wel de juiste plaats weten te vinden om die stomp toe te bren gen. Dan gaan twee SS-ers een barak binnen, kiezen zich om beurten een ge vangene uit en oefenen wie het eerst dat bloed tevoorschijn kan brengen. Een bevel? Een Jodenkerkhof in Polen. Een be graafplaats van mensen, die het geluk Hadden te sterven vóór de Duitse be zetting. Maar het zün en blüven ten slotte lüken van Joden, die daar rus ten. En ook een dode Jood tekent men met het hakenkruis. Derhalve worden er kogels afgevuurd op de zerken van het kerkhof. Men schiet de vorm van een hakenkruis in zo'n zerk. Een bevel? In Auschwitz won men zeep uit men selijke resten. Men heeft er een hele fabriek voor gebouwd met een zeep- produktie van onvoorstelbare omvang- Dan gooit een SS-er een kind in het kamp een stuk zeep toe. „Da hast du ein Stiickchen von der Mama". Een bevel? De onderofficier belast met de lei ding van het afsehuwelüke crematori- m'n hoofd, die niet verdei wil dan die ene groef, waaruit telkens wèer dezelf de woorden klinken: wat is er met de mens gebeurd wat is er met de mens gebeurd wat is er met de mens gebeurd dat luj zó onmense- lük werd. Laat men niet beweren, dat die ont aarding slechts een kwestie van exces sen bü enkelingen is geweest. Uit ge heel Europa zün miljoenen en miljoe nen mensen onder omstandigheden, die minder dan beestachtig waren, naar de concentratiekampen en de vernie tigingskampen gevoerd. Ze zijn er ver nederd, uitgehongerd, afgebeuld, ge- exeeuteerd, vergast en verbrand. Het ligt allemaal al weer zo'n tüd achter ons, dat men het zicht op de zün enorme stapel: zijn metersdiepe etalage van brillen, zijn onvoorstelbare hoeveelheid men senhaar enz. enz. In Majdanek een ba rak van 45 m. lengte, herhaal: vüfen- veertig meter, met een ruimte in hel midden en aan weerszijden over een breedte van circa twee meter niets dan mutsen en mutsen en mutsen van gevangenen. Drie donkere barakken idem dito met versleten en afgetrapte „schoenen". De stomme nalatenschap van de immense massa, die geleden heeft onder het Derde Rük. Het is absoluut uitgesloten, dat de misdaden aan die miljoenen begaan zouden zijn door slechts een handjevol schoften. Van de andere kant gaat het stellig niet aan de eerste de beste Duitser aan te spreken voor lit drama in zün Im mense totaliteit. Maar wat dan? Er is een begin geweest. Ik weet niet waar. Maar er moet een be gin zün geweest. Misschien op aie dag in het begin van de jaren '30, toen men een Jooa een bord om hing met een tekst, die vernederend was voor zün ras. Met dat bord aan zün lichaam werd hü de straat opge stuurd om veracht te woiden. En er verscheen een foto van in de krant. Op dat moment werd een grens over schreden. De grens van wat een mens mag doen. En dan ontstaan de kampen. Niet alleen voor de Joden, maar ook voor communisten en socialisten. Let wel: kampen voor Duitsers. En dan wordt er opnieuw een grens overschreden. Op de Ettersberg bij Weimar bevond zich een bos. Er worden grote stukkenx van gekapt. Men bouwt er een concentra tiekamp: Buchenwald. Maai men laat in dat kamp één boom staan. Die boom is gewüd aan een groot man. Het heet, dat hü onder die boom heeft zitten denken en dichten. Die boom vormt de herinnering aan een hoogtepunt van cultuur en men plakt nu op de ver schrikkingen van het concentratiekamp het etiket van de cultuur. Een Goethe- boom in het hart van Buchenwald Wat is er gebeurd met de mens? En dan gaat het verder. „Wir ha- bon es nicht gewusst". Wanneer men niet „es" Alles bedoelt, dan kan dit zeer waar zijn. Tal van mensen, die in de kampen hebben ge zeten waren niet eens op de hoogte van alles wat daar omging. Tal van Duitsers, die er buiten hieven, kunnen inderdaad tal van dingen niet geweten hebben. Maar er is zo ontstellend veel gebeurd, dat men wel degelijk moet geweten hebben, dat men een proces van menselijke ontaarding meemaak te. De gevangenentransporten trokken een spoor van ellende door Europa. Heeft men daar werkelijk niets van gezien? En dit was dan nog maar een kwestie van waarnemen. Er is ook de kwestie van het indirect of rechtstreeks betrokken zün bij de misdaad. Er was de groep van leidende poli tici op het gebied van de rassentheorie, de bevolkingsplanning, de tewerkstel ling van arbeidskrachten/Er waren de medici met hun brede scala van mis dadige proeven: de chemici, die de samenstelling van hel gas uitdachten: de bouwdeskundigen. die de gaska mers en crematoria ontwierpen; de firma's, die de materialen ieverden. Er waren de leidende functionarissen van de kampen honderden en hon derden kampen en er was dat legioen van SS-ers met hun persoon lijk sadisme. De zwepen. De bajonet. Ein Stiickchen von der Mama. En laten we de vrouwen niet verge ten. Ik denk niet alleen aan een rise Koch, die zich in Buchenwald persoon lijk zo nu en dan een gevangene uit zocht om hem te laten doden en van zün huid een lampekap te laten ma ken. En ik denk niet alleen aan de vrouwen, voor wie in Majdanek strijk- U'zers en naaimachines werden aange vraagd uit de bezittingen van de Jo den. Ik denk ook aan ai die gewone vrou wen van de mannen, die misdadigers werden. Die mannen hadden z(j in hun nabijheid of ze kwamen met verlof houden die vrouwen dan niets gemerki hebben van de ver-wording van hun echtgenoten? Het gaat er nu niet om of zü die verwording op dót moment nog hadden kunnen stuiten. Het gaat om het wéten. Ik meen het oprecht, dat wü moeten zien met de Duitsers een nieuw begin te maken. Ik heb in Duitsland één maal een man ontmoet, die uitkwam voor zijn bedenkelijk verleden. Ik was er op een schrijnende wijze blij om. Want het is niet mogelijk een nieuw begin te maken op de basis van „laat liet verleden nu maar zitten". Er blijft een vraag liggen voor nu en later: wat Is ur met de mens gebeurd? Deze vraag heb ik in Majdanek zelf niet kunnen overdenken. Daar was alleen maar de leeg te. Waarom juist in Majdanek? Het kamp, brutaal dicht geplaatst bü de weg van Lublin naar Piaski on geveer honderd kilometer van de Rus sische grens staat te boek als het tweede vernietigingskamp in Polen. Auschwitz met de grootste crematori umcapaciteit kan men kwantita tief een nóg grotere verschrikking noe men. Er zün ook plaatsen geweest, waar de verschrikking een nóg lugu berder karakter had. Auschwitz, Ausch- witz-Birkenau en Majdanek waren zo wel concentratie- als vernietigingskam pen. In Sobidor, Treblinka, Belzee en Chelmno echter was zelfs de opzet van een concentratiekamp niet meer aan wezig. In deze oorden bestond eigen lijk alleen maar een bedrüf voor de vernietiging van mensen. In Majdanek is ook gelééfd. Vraag niet hoe maar er was een concentratiekamp. Opper vlakte van het hoofdkamp 270 ha. Daar omheen de gebruikelijke subkampen. ajdanek, dat een van die vele dodenoorden is geworden voor mensen uit alle landen van Eu ropa de internationale collec tie persoonsbewijzen in het museum legt er getuigenis van al Majdanek werd bevrijd op 22 juli 1944. En daar om is liet. clai ik moet schrijven juist over dit kamp. De Russen waren zo snei opgetrok ken naar Lublin, dat de nazi's de dui delijkste tekenen van hun misdadig heid in Majdanek niet meer konden ver nietigen. Zij hebben daaruit hun lering getrokken toen het zich liet aanzien, dat ook Auschwitz in Russische handen zou vallen. Het museum in Auschwitz barst nog al tüd van het belastende materiaal. De SS is in haar laatste dagen van Ausch witz druk bezig geweest met het ver branden van stapels documenten, maar dit geschiedde onder zulke chaotische omstandigheden, dat vele stukken toch verspreid zün geraakt. Wel zün de meesters van Auschwitz er in geslaagd de bouwwerken van hun wreedheid op te blazen. Dit nu is in Majdanek niet gebeurd. In Auschwitz staat men voor de ru ines van de gaskamers. In Majdanek komt men in de gaskamers zelf met de zogenaamde badruimten en al les er bij. Waar zün de woorden t« vinden om te zeggen wat nu gezeg» moet worden? Dit is het relaas van een oud-Hap ling, die dacht door eigen ervaring ierr van concentratiekampen te weten. Dw medegevangenen op transport zap gaan naar een duistere bestemming. Die later hoorde en las over hun ver nietiging. Maar die in Majdanek lege» werd dan hü voor mogelijk had gehoo- den: als een mens zonder hart en ze nuwstelsel. De donkere vertrekken, waarin een menigte mensen vergast is zo wel met Cyclon B als met kool- monoxyde kan het zün, dat de duivel zelf hierin werkzaam is geweest? Het zal wei een kinder- lü'ke gedachte zün, maar ik geloof, dat het zo is. Door een ruitje kou een SS-er obser veren hoe het vergassingsproces in dat donkere hol verliep. Wat is e- gebeurd met de mens? Mpn God. wat is er ge beurd met de mens. Hoe is het moge lijk, dat een mens met gevoel en ver stand door een venstertje heeft kunnen kijken naar dit drama, dat hij zelf aan richtte. De gaskamers van Majdanek zün laag. Men kan er tot het plafond rei ken. Dat plafond is van beton. Beton is zó hard daar krijgt een mens geen vat op, zou men denken. Maar zó sterk kan de kracht zün van een mens in zijn doods trijd met het gas, dat hij zijn vingers drukt in een plafond van beton. Lichte instulpingen in de richting van de deur, waardoor men naar bin nen werd gejaagd. Die vingerafdruk ken zün enkele millimeters diep ga- worden en het zijn er veel. Dat kail wanneer men maar genoeg mensen vergast. k heb met mijn vingertoppen getast in die instulpingen in het plafond. In die doods- greep van een naamloos gewordene. Ik heb getracht mij in te denken wat er in hem of haar is omgegaan bij zijn ondergang. En ik werd alleen maar een holte. Er zijn voor wie leeft geen woorden te vinden om te zeggen wat gezegd moet wor den. Dit stuk had geschreven moeten zijn door een hand, die onzichtbaar gewor den is. De hand, waarvan de vingers in de gaskamer van Majdanek een spoor van wanhoop achterlieten. Misschien ook deed die hand in het beton een greep naar God. Ton Elias

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 7