Hoogtepunten uit het verzet
gekozen door Evert Werkman
Documenten,
fragmenten
en facetten
„Meikevers"
Gideonsbenden
Stakingen
Authentiek
Zondag 11 juni 1944 reizen vier mannen van de Knokploeg
Twente in opperbeste stemming terug van Arnhem naar
Enschede. Die middag is hun, na drie vergeefse pogingen,
de tweede overval op het Huis van Bewaring in de Gelderse hoofd
stad gelukt; 54 gevangenen werden bevrijd. Het hadden er 140
kunnen zijn, maar de meeste gevangenen vonden het veiliger in de
cel te blijven dan het risico te lopen van een tweede arrestatie. Op
het station van Delden zien de Twentse KP-ers in een andere trein
een goede bekende uit de Ondergrondse die hen wenkt. Zij stappen
over en de man vraagt hun mee te doen aan een nieuwe overval,
nu op de gevangenis van Zutphen, waar ook iemand zit die hoog
nodig vrij moet. De KP-ers willen wel en ook deze kraak wordt een
succes. De bevrijde man is dolgelukkig, maar één ding zit hem nog
dwars: de Duitsers houden zijn meisje gevangen in Arnhem. „Maar
man", zegt een KP-er, „dan hebben we haar vanmiddag juist
bevrijd." (Later blijkt dat dit meisje een verraadster is. Zij geeft
haar verloofde prompt weer aan bij de SD. Hij wordt opnieuw
gearresteerd en komt om. Een poging van de Ondergrondse het
meisje te liquideren mislukt.)
pamfletten en aanplakbiljetten die het leven in het Groot-
Germaanse Rijk o zo mooi voorstelden, werd het Nederlandse volk
bestookt. De aanplakzuilen zaten er vol mee, maar veel indruk
maakten de opwekkingen niet.
In de herfst van 191/4 zijn de verschillende verzetsgroepen onder
gebracht in de N.B.S., de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrach
ten. In kelders en schuren krijgen de enthousiaste jongeren
schietles met de stengun.
(Door Jan Wienema)
Nee en nog eens nee! Dat is
de kofdate reactie ge
weest van vele honderd
duizenden Nederlanders toen zij
vrij spoedig na de bezetting in
m®r-1940 tot de ontstellende
ontdekking kwamen dat de
Duitsers voor niets zouden te
rugdeinzen om hun gruwelijke
plannen te volvoeren en het be
sef tot hen doordrong dat ook
ons land danig te lijden zou krij
gen van de verschrikkelijke
nazi-terreur. Voor hen die in de
jaren 1933-1940 een open oor en
oog hadden gehad en zich niet
door valse voorspiegelingen in
slaap hadden laten wiegen, was
de mensonterende knechting
van bepaalde bevolkingsgroepen
in het Germaanse rijk, een dui
delijk waarschuwend teken aan
de wand geweest. Het verzet be
gon al meteen op 15 mei 1940,
op het moment dat de Duitsers
zegevierend ons land bezetten
on het heeft zonder ophouden
geduurd tot zelfs enkele dagen
na de capitulatie in mei 1945
toen b.v. in Amsterdam bij ge
vechten tussen leden van de
Binnenlandse Strijdkrachten en
Duitsers die zich niet wilden
overgeven, nog slachtoffers
vielen.
Zo'n foto kon in de zomer van 191/0 nog worden gemaakt, daarna
niet meer of ze moest in scène zijn gezet. Zo hadden de Duitsers
het zich overigens ook voorgesteld: samen in de rondvaartboot
Als de omstandigheden gunstig waren kon het onderduiken op het
platteland soms wel even lijken op een romantisch „terug naar de
natuur".
Ktt»SM«Ilt5
„Ik neem het niet"
ven een ander uit hoofde van zijn be
horen tot een bepaald ras of volk is
in strijd met de diepste gronden van
het geioof in Jesus Christus... Voor
God en mijn geweten kan ik nooit
medewerken aan de .toepassing van
bovengenoemde maatregel".
In deze zelfde tijd leidde de Ariër
paragraaf ook tot de eerste ongere
geldheden aan de universiteiten van
Leiden en Delft. En de eerste grote
razzia onder de Joden in Amsterdam
in februari van het volgend jaar had
daar de befaamde februaristaking
tot gevolg.
Eén van de markantste verzets
strijders is ongetwijfeld Sieds van
Straten uit Dokkum geweest,
een oud-officier niet een één
mans-inlichtingendienst. Reeds enkele
weken na de capitulatie begon hij,
een 65-jarige, te voet het land door
te trekken om gegevens over verster
kingen, vliegvelden, troepenverplaat
singen en dergelijke te verzamelen.
Hij ging gekleed als een bedelaar,
zodat de Duitsers, als zij achterdocht
kregen al gauw dachten: laat die
arme drommel maar lopen. 5 oor de
verzending van zijn gegevens naar
Engeland zag hij de eerste tijd geen
andere mogelijkheid dan de flessen
post. Hij verborg zijn schetsen in een
fles. lakte die dicht, reisde naar Rot
terdam, nam de pont naar Charlois
en wierp de fles midden op de rivier
in het water. Van de twintig flessen
die hij zo uitzond, zijn minstens vijf
in Engeland aangespoeld. Later
kreeg hij contact met andere verzets
strijders die zorgden voor een snellere
verbindingslijn. Begin juli '43 kreeg
Van Straten op zijn sterfbed bericht,
dat de koningin hem benoemd had tot
officier in de Orde van Oranje-Xas-
sau. Daarvoor had hij een keer een
fietsband uit Engeland toegestuurd
gekregen.
Zeer zwaar z|jn, naast de voortdu
rende angst, de .alledaagse" zorgen
geweest van de mensen die moesten
onderduiken en van hen die onder
duikers in huis hadden. Mevrouw Mar
tha van Huessen-Pikaar in Baren-
drecht, die doorlopend onderduikers in
huis had, schreef in haar dagboek:
„Walter (een Joodse jongen) is ern
stig ziek. De dokter moet komen en
deze zegt dat we raad moeten schaf
fen, want het gaat niet goed. In de
vroege ochtend zitten Ted en ik aan
zijn bed, want hij wil met ons enige
dingen bespreken. Hij wil v eten of
wij, als het ergste mocht gebeuren,
hem zullen begraven. Walter vertelt,
dat het de gewoonte is, dat zij in een
ongeschaafde kist begraven worden.
Dat zou hij ook zo graag willen en
het graf zal in het kippenhok komen.
Wij beloven dat alles zo goed moge
lijk zal gaan". En verder: „Jopie
(een Joodse verpleegster) is ook ziek,
ze heeft struma, ze heeft het ver
schrikkelijk benauwd. Als ik haar wat
te drinken geef, vraagt ze: „Martha,
als mijn ziekte heel ernstig wordt,
haal je dan mijn oudeys?" „O", zeg
-ik, ,-,zó veris het nog .niet". „.Maar
als ik nu eens doodga", houdt zij
aan, „wat doe jé dan met mij?" „Be
graven", zeg ik kalm. Walter en Jopie
krijgen er een woordenwisseling over.
Want Wal' is bang zijn plaatsje te
moeten delen en dat mag niet. Jopie
vraagt hoe het dan moet en ik plaag
haar dat zjj dan in de kachel moet.
Van schrik is ze meteen beter..."
Aalten In de Achterhoek telde in
het laatste oorlogsjaar 2.500 onderdui
kers. Een boer die geen onderdui
kers had stelde zich als het ware
buiten de gemeenschap. Twee boeren
kwamen eens klagen bij de dominee,
dat hun buurman hardnekkig bleef
weigeren een onderduiker in huis te
nemen. Men werd het erover eens,
dat met hem na de bevrijding een
hartig woordje gesproken zou wor
den. Toen de bevrijdingslegers door
Aalten trokken, waagde de bewuste
boer het toch langs de weg de solda
ten toe te zwaaien. Naast hem ston
den zijn voor vriend en vijand ver
borgen gebleven oorlogsgasten: Jood
se landgenoten.... Het hartig woordje
bleef ongesproken.
Op 11 april 1944 voert de Britse
luchtmacht een precisiebombar
dement uit op het gebouw Kle.v-
kamp in Den Haag, waar de
Rijksinspectie der Bevolkingsregisters
gevestigd is. 62 ambtenaren komen om
het leven, onder wie één. Jaap die
zelf de illiegaliteit opmerkzaam had
gemaakt op de wenselijkheid van
zo'n bombardement. Een broer van
deze Jaap, woonachtig in Kampen
schreef voor en na het bombarde
ment in zijn dagboek: „16 december
'43. Jaap met Kerstverlof hier en
van de gelegenheid gebruik gemaakt
om met Jacques over een aanslag
op Kleykamp te confereren 14 ja-
uuari 44. Rapport van Jaap uit Den
Haag gehaald en hem opdracht gege
ven nu ook voor een bombardement
de nodige tekeningen en kaarten te
vervaardigen, want die kan Hilbert
naar de overkant krijgen15 april
'44. Onder de doden bij het bombar
dement van Kleykamp is ook onze
Jaap. Dinsdagmorgen in alle vroegte
naar Den Haag afgereisd en net een
half uur op het bureau toen de bom
men der Mosquito's insloegent
mei 44. Zoeven heeft Radio Oranje
ons meegedeeld, dat het Nederlands
Vliegerkruis is toegekend aan Wing-
commander Robert Bateson, die de
aanval op Kleykamp leidde, 't Valt
niet mee dit aan te horen als je
eigen broer er onnodig als slachtof
fer bij gevallen is. Want gisteren is
wel gezegd, dat expresselijk niet de
middagpauze voor het bombardement
tverd gekozen om slachtoffers op
straat te vermijden, maar waarom
kon het 's morgens vroeg of 's avonds
Iaat niet?"...
De Barendrechtse mevrouw Mar
tha van Huessen-Pikaar is, nadat ver
raden was dat zij en haar man altijd
onderduikers in nuis hadden, in con
tact gekomen met de Amsterdamse
verzetsgroep die op 23 juni 44 de
mislukte, tweede overval op de ge
vangenis aan de Weteringschans
ondernam. Toen de manner waren
uitgetrokken, zat zjj met andere vrou
wen in een grachtenhuis, te wachten
op de uitslag. Zij schreef hierover:
„Weer gaat een auto voorbij en
dan: schieten! Overal hoor ik mi
trailleurs. O, God. is dat hun loon?
Het schieten is niet van de lucht en
auto's rijden af en aan. Ik houd het
niet uit en wek Hilda en Mien. Sa
men gaan we de nacht in, naar
de gevangenis. Ik heb een Rode
Kruiskaart, daar moeten we het maar
mee redden. Bij de gevangenis ligt
op straat een man te kreunen: ,0,
mijn vrouw en kinderen, had ik het
maar niet gedaan". Voor we bij
hem kunnen zijn, giert er een over
valwagen langs ons heen. Er springen
soldaten uit die even later de man
naar binnen sleuren. In een portiek
vinden we een man ineengedoken zit
ten met verwrongen trekken. Als ik
hem beetpak, spuit er een straal bloed
uit zijn rug. „Is het mis?" vragen
we doordringend: Hij knikt
(Van een onzer verslaggevers)
Portret van de illegaliteit
onderaan: de lege portretlijsten van
de koninklijke lamilie in Beemsters
raadzaal: de aankondiging van Rot
terdamse tramconducteurs: Hier was
de Coolsingel; het liedje: Op de hoek
van de straat staat een NSB-er, enz.—
om enkele treffende voorbeelden te
noemen uit de afgedrukte verzame
ling van schijnbare verzets-,.spelle
tjes" het was allemaal al gauw bitte
re ernst geworden en bereikte steeds
meer het stadium van leven of dood.
Uit, de L.O. kwamen de Landelijke
Knokploegen voort, kordate Gideons-
benden, zoals „Nee en nog eens nee"
ze heel raak typeert. Zij pleegden de
overvallen. De tweede grote verzets
organisatie was de Raad van Verzet,
een bundeling van politiek vooral links
georiënteerde kernen. De derde heet
te de Ordedienst, en bestond voorna
melijk uit beroepsofficieren onder wie
men veel verliezen telde. Die harde
fase lokte natuurlijk tegenmaatregelen
uit. Mussert kwam met zijn met jacht
geweren bewapende Landwacht op
straat en de Duitsers gingen uit wraak
over tot de zogenaamde Silbertanne-
moorden, waarbij willekeurige Neder
landers geliquideerd werden. Hot
eerste slachtoffer was de bekende
schrijver A. M. de Jong (van „Me-
rijntje Gijzen").
Steeds dieper ondergronds maar ook
steeds feller werd het verzet en de
heelden in het boek spreken daarvan
duidelijke taal: brandende treinen in
Zeeland, de enige foto van een be
vrijding uit een gevangenis (het groot
ste verzetssucces: zonder één schot
worden 54 illegalen in Arnhem uit de
wurgende greep der Duitsers gerukt);
het drukken van ondergrondse bladen,
het aanleggen van illegale wapenop
slagplaatsen, het geven van schietles
aan B.S.-adspiranten, liquidaties en
overvallen.
Dolle Dinsdag kwam en de derde
grote staking: die van de Spoor
wegen, die vrijwel overal di
rect slaagde. Opmerkelijk was
het groot aantal personen dat zich in
die tumultueuze dagen bij de illegali
teit kwam aanmelden. Het was uit
kijken geldazen want onder deze „sep-
temberriders", zoals ze smalend ge
noemd werden, zaten elementen die
zich nog even meenden te kunnen
schoonwassen. Ze werden overigens
nog gevolgd door de „meikevers", de
dapperen van het allerlaatste uur, die
ecu paar dagen de verzetsheld wilden
uithangen. De Duitse terreur kreeg
nu een infernaal karakter, terwijl het
Westen van het land kreunde onder
de hongersnood. Maar de humor ver
liet de Nederlanders niet getuige het
pamflet met de „ezelskop" voor het
Arbeidsbureau: „Ik geef me ook op
voor Duitsland. Ze zeggen dat het
gras daar veel beter is dan hier".
En dan toch nog plotseling: de be
vrijding. De laatste schietpartijen, jui
chende mensen, vlaggen, gevangenis
sen die open gaan, bevrijdingsnum
mers van de illegale bladen, een wan
ordelijk terugkerend verslagen Duits
leger...
Wie zou trachten aan de hand van
namen, leeftijd, maatschappelijke sta
tus, woonplaats, godsdienstige over
tuiging zich een beeld te vormen van
de verzetsman, zou tot de ontdekking
komen dat het verzet een verrassen
de gelijkenis vertoont met het in alle
opzichten zo wisselende beeld van het
gehele Nederlandse volk, zo besluiten
Hoekstra en Werkman hun tekst en
ter staving, maar niet minder als
eerbetoon aan het verzet in zijn totali
teit, geeft het boek de portretten van
ongeveer veertig, willekeurig gekozen,
verzetsstrijders. De meesten zijn al
leen bekend in de eigen kleine kring,
enkele anderen hebben namen van
meer bekende klank omdat zij als lei
ders optraden. Maar samen maken
zij het gezicht uit van het verzet in
Nederland tegen de Duitse bezetters
in de jaren 1940-1945. Het fotoboek
„Nee en nog eens nee" is zelf als
een indringend portret dat het ver-
zetsgezicht voor het nageslacht heeft
vereeuwigd.
„NEE EN NOG EENS NEE"
In z|jn eerste uitingen is het ver-
Set onbeholpen en soms naief geweest,
zeker in het licht van de sluwe en
barbaarse nazi-methoden om elke te
genkanting de kop in te drukken en
op een mensenleven niet te kjjken.
Maar al gauw ging het hard tegen
hard. Vooral toen bleek dat de nazi's
de afzichtelijke opzet hadden de to
tale Joodse bevolkingsgroep zo ver
weven als ze was met ons volk zon
der mededogen uit te roeien, ontlaad
de de afschuw zich in een verzets-
drang welke b|j zeer, zeer velen
eeii integrerend onderdeel van het da
gelijks bestaan werd. Dat uitte zich
bij de een in het lid worden van de
illegaliteit, die sabotagedaden pleeg
de, overvallen deed op distributiekan
toren en bevolkingsregisters, gevan
genen bevrijdde tijdens spectaculaire
acties, falsificatiecentrales oprichtte,
aanslagen deed op Duitse verbin
dingslijnen, verraders en nazibonzen
liquideerde, militaire geheimen aan
de geallieerden doorgaf, een ontsnap
pingsroute opbouwde voor piloten,
tienduizenden vervolgden aan onder
duikadressen hielp, een rjjk gevarieer
de illegale pers in stand wist te hou
den met koeriersdiensten door het
hele land en wat al niet meer facetten
er aan de bestrijding van de vijand
waren. De ander ging over tot lijde
lijk verzet. Hjj luisterde naar de En
gelse radio, leverde zijn gouden tien
tjes niet in, onttrok zich aan de „ar
beidsinzet", werd geen lid van de door
de Duitsers verplicht gestelde orga
nisaties zoals de Kuituur- en Artsen
kamer, liet zich niet inschrijven als
student enz., activiteiten die soms ook
met de dood bekocht konden worden
én als enig alternatief het onderdui
ken hadden. Er waren talloze moge
lijkheden om de Duitsers dwars te zit
ten, ook voor degene die zich niet in
de illegaliteit waagde. Een illegaliteit
die op den duur goed georganiseerd
en veelzijdig gespecialiseerd was en
haar leger haalde uit alle lagen van
de bevolking.
Dat leger telde toen de vjjand dan
eindelijk, ook met zijn daadwerkelijke
hulp, verslagen was. het aantal doden
in de duizenden. Naar schatting ver
loren 22.500 mannen en vrouwen het
leven in hot verzet. Van hen kwa
men ongeveer twintigduizend^ om in
de concentratiekampen en 2.500 wer
den door een Duitse kogel gèëxecu-
teerd. Het z|jn zeker de verzetsstrij
ders geweest, die de naant van het
Nederlandse volk, van wie de we-
Vijf jaar ondergrondse strijd
in harde fotoheelden gevangen
reld al door de eeuwen heen weet
dat het geen onrecht verdraagt, eer
aandeden en de schande uitwisten,
welke de met de Duitsers heulende
overlopers en verraders met de
NSB-ers mee wordt hun aantal ge
raamd op een nietige minderheid van
nog geen 100.000 aan die naam
hebben toegebracht.
worsteling om de vrijheid zich met
succes te weer stelde tegen een recht
verkrachtende overmacht
Een kwart eeuw is het nu geleden,
dat het verzet in z|jn nog heel
pril stadium het de Duitsers las
tig begon te maken op 15
mei schreef de Haarlemse tapijtwe
ver Bernard IJzerdraat z|jn eerste
Geuzenbericht dat, overgeschreven
door de ontvanger en verder ver-
snreid zün bevrijdende rondtocht be
gon en twintig jaar zijn voorbij
sinds de vijand verslagen is en het
verzet bekroond. Veel is er m de af
gelopen twee decennia al over geschre
ven Nooit genoeg uiteraard, want nieu
we generaties moeten weten hoe ons
land zijn vrijheid heeft bevochten. De
tegenwoordige mens is echter meer
vdfueel ingesteld. Een fotoboek van
het verzet bestond er nog met. Het
verzet kon geen flitslicht en de aan
wezigheid van fotografen velen. Na
tuurlik is er wel gefotografeerd en
ook zijn er tal van prenten, afbeel
dingen e.d. van zaken, gebeurtenis
sen en personen, die met het verzet
te maken hadden of er toe inspireer
den. Uit dat toch nog schaarse
authentieke materiaal hebben de Am
sterdamse journalisten Han G. Hoek
stra en Evert Werkman een collectie
samengesteld en er met een summie
re doch veelzeggende begeleidende
tekst een „Fotoboek van het verzet"
van gemaakt, dat dit gemis in één
keer opheft. De N.V. Het Parool gaf
het uit onder de sprekende boven
reeds aangehaalde titel „Nee en nog
eens nee", daarmee kernachtig uit
drukkend wat zovelen bewoog de
ondergrondse strijd aan te binden.
Het spreekt vanzelf dat het indruk
wekkende boek geen volledig beeld
van alle verzetsactiviteiten kan ge
ven, maar als een boeiende documen
taire zal het de soms bitter schrij
nende herinnering vasthouden aan
de wijze waarop een klein volk in zijn
Dat verzet heeft drie grote sta
kingen gekend februari 1941,
april-mei 1943 en september
1944 die zelfs Himmler er
toe brachten persoonlijk bevelen te
geven de „opstand" neer te slaan. De
eerste begon in Amsterdam en breid
de zich tot de omringende steden uit
als een massaal protest tegen de Jo
denvervolging. De gelijkgeschakelde
kranten berichtten er niet over maar
in het boek staan telexberichten afge
drukt, die het Algemeen Handelsblad
voor intern gebruik naar haar redac
tie in Den Haag seinde en die een
beeld geven van wat er in Amster
dam gebeurde. Het eerste nummer van
het illegale Parool, voortgekomen uit
Pieter 't Hoen's Nieuwsbrief, leidt
die staking min of meer in met een
opsomming van de Duitse terreurda
den in de week van 2 tot 9 februari
1941: uitstoting van Joodse artsen, ju
risten, apothekers, makelaars e.a. uit
de Nederlandse samenleving; stem
peling van de ,,B" (voor „bastaard")
op het identiteitsbewijs van Joodse
medeburgers; verbod van de Boeken
week en vernietiging van 75.000 exem
plaren van Het Geschenk; anti-se-
mitische demonstraties en het onmo
gelijk maken van het jubileumfeest
van de acteur Paul Huf; vervanging
van drie commissarissen der koningin
door NSB-ers: verbod van „De Maas
bode": arrestatie van alle Hilversum-
se notabelen.
Op 25 en 26 februari is de staking
in Amsterdam een voor de Duitsers
ongehoord feit. Ruim een week later
executeren zjj de eerste Nederlander,
de Amsterdamse communist L. Schjj-
venschuurder, betrapt bij het aanplak
ken van pamfletten met een oproep
tot een tweede staking. Er zullen nog
vele honderden fusillades volgen, me
dio maart al van de groep waaraan
de dichter Jan Campert zijn ontroe
rend gedicht „De achttien doden" op
droeg. Door het hele boek heen zijn
ze afgedrukt, de „Bekanttmachun-
gen", waarin de namen van de ter-
doodveroordeelden zich aaneenrijen
tot een diep droeve lijstNico Snij
ders was een van hen uit het eerste
Paroolproces. Z|jn afscheidsbrief
twee uur voor de executie geschre
ven jegt getuigenis af van de dap
perheid waarmee de verzetsstrijders
voor het vuurpeloton stonden. In
schrille tegenstelling daarmee is de
bijzonder laffe en kleffe brief van een
andere Nederlander, ook uit Amster
dam, die zich bij de Duitsers beklaagt
dat hij door zijn assistentie bij de
arrestatie van een Jood op 24 sep
tember 1942 lichamelijk letsel en scha
de aan zjjn kleding opliep: „tand uit
geslagen, hoed verloren, regenjas en
overhemd besmeurd en pantalon met
bloed bevlekt. Dokterskosten en het
kiezen van andere kleren uit Joden-
inventaris begroot op 66,. Hoogach
tend.... Als getuigen tegenwoordig ge
weest (Volgen drie namen). Hoe
wel dë Duitsers dankbaar gebruik
maakten van dit schaamteloos ver
raad ze betaalden ook rustig drie
rijksdaalders per aangebrachte Jood
(en zo'n afzichtelijke kwitantie van
dit Judasloon grijnst de lezer uit dit
boek aan) deden ze toch deze
brief heel cynisch af met: „Abge-
lehnt. Führerbefehl" (Geweigerd. Be
vel van de Führer)... Soms kreeg zo'n
verrader van de illegaliteit de reke
ning gepresenteerd en dergelijke exe
cuties horen helaas ook tot het har
de verzetsbeeld dat „Nee en nog eens
nee" tekent. Een van de beruchtste
handlangers van de Duitsers was An
ton van der Waals, een Rotterdam
mer die de dood van honderden land
genoten op zjjn afschrikwekkende
naam heeft staan. Hem kreeg het
verzet niet te pakken, hoewel de ko
gel- na de bevrijding - hem niet
bespaard bleef.
De april-meistakingen 1943 die in
Twente begonnen en snel oversloegen
naar andere delen van het land
bjjna heel Friesland deed mee wer
den veroorzaakt door het opnieuw in
kriie-so-evangenschap voeren van alle
ouclmfiitairen. Weer pamfletten met
oproepen tot staking weer „Bekend
makingen van het Politiestandrecht
Opnieuw machteloze woede onder
de bezetters en triomf in de ogen
van de stakers, vooral in die van de
provincie. Het waren namelijk de plat
telandsbewoners die naarmate de
oorlog vorderde steeds meer deel gin
gen uitmaken van een verzetsorgani
satie Vaak was dat de L.O., de Lan
delijke Organisatie voor Hulp aan
Onderduikers, waarvan de Winters-
wijkse huisvrouw mevr. Kuipers-Riet-
béro en dominee Slomp, alias Fnts
de Zwerver, de grote inspirators wa
ren. Oom Hannes' en zjjn vader
Joh. Bogaard, boeren uit de Haar-
lemmermeer, zijn lichtendG voorbed-
den geweest van de macht die de
stoutmoedige eenling had om de
viiand te weerstaan en de vervolgde
medemens te helpen. Hun portretten
sieren dit boek en zyn zeer terecht
gesteld naast die van hun duivelse
tegenstanders: de Duitse politiechef
Willy Rauter en de genadeloze leider
der'Amsterdamse Sicherheits Dienst,
de S.D.-er Willy Lages.
Het verzet kreeg allengs een fa
natiek karakter. Wat in het
begin nog op spel had geleken
witte anjer in knoopsgat op
verjaardag van de prins juni 1940;
bloemen voor de paleishekken en hel
tekenen van de felieitatieregisters op
de verjaardag van de koningin; een
sigarettendover van een cent, een stui
ver en een halve cent (zes-
en-een-kwart: Seyss-Inquart)de
advertentie van een slimme banket
bakker: Ons Wilhelmièntje boven aan
en Nieuwe Soorten Boterkoekjes
Dit is een van de voorvallen uit
de bezettingstijd, geboekstaafd
in een nieuw werk over het
verzet, getiteld „Ik neem het
niet", woorden waarmee, volgens het
getuigenis van ds. J. J- Buskes, een
onbekende Rotterdammer na liet bom
bardement van '40, staande met gebal
de vuist in een brandende straat,
uiting gaf aan zijn woede tegen de
overweldiger en zijn wil tot verzet.
Evert Werkman heeft het beek sa
mengesteld uit rapporten, dagboeken,
toespraken, artikelen en andere do
cumenten van tijdens en na de oorlog
met het doel „een indruk te geven
van de geest waaruit het verzet is
ontstaan en van de daden naartoe
het heeft geleid". In fragmentarische
vorm brengt hij de lezer in contact
met zoveel mogelijk facetten van het
verzet: met spectaculaire overvallen
als de bovengenoemde en huisvrouwe-
lijke moeilijkheden met zieke onder
duikers, met professorale artikelen
en nozemaehtig schooljongensverzet,
pilotenhulp en falsificatiecentrales,
mei het verzet in de kerk, het onder
wijs, van de artsen, de kunstenaars
en de pers, maar ook met een dappe
re gymnasiast uit Middelburg, die
ondergedoken in Breukelerveen op
zijn eentje een illegaal blaadje uit
gaf, gearresteerd werd en na vrese
lijke martelingen stierf op 22 april
1945, enkele dagen voor de bevrij
ding.
De eerste uitingen van verzet waren
onverhuld. Op de eerste verjaar
dag van Prins Bernhard tijdens de
oorlog, zaterdag 29 juni, waren al
vroeg in de ochtend alle witte anjers
uitverkocht, omdat iedereen de lieve
lingsbloem van de prins wilde dra
gen. Voor het witte paleis aan het
Noordeinde in Den Haag lagen oran
je bloemen en de deuren van het pa
leis waren open om iedereen in de
gelegenheid te stellen de felieitatiere
gisters te tekenen. Toen de opperbevel
hebber der strijdkrachten, generaal
Winkelman, aankwam om zjjn hand
tekening te plaatsen, werd het Wil
helmus aangeheven, 's Avonds waren
er botsingen tussen mariniers en NSB-
ers. Een en ander leidde tot ontslag
van de Haagse burgemeester.
De Kampense professor Schilder
maande het Nederlandse volk in het
blad De Reformatie: „de schuilkelder
uit en de uniform aan". Een ambte
naar schreef in zjjn dagboek: „Wat
Schilder met zjjn artikelen voor ons
volk doet is ontzaglijk. Ze moeten la
ter in goud gegrift... De rubriek Ker
kelijk Leven hoe heeft ze ons ge
sterkt en de weg gewezen". In
augustus werd De Reformatie verbo
den, in september de professor gear
resteerd.
Op 16 september van dat jaar riep
de leider van de sociale jeugddienst,
N. H. de Graaf, zjjn ambtenaren op
het ministerie van Sociale Zaken bij
een om hun mee te delen, dat hij
ontslag nam vanwege de invoering van
de Ariërparagraaf (Joden mochten
niet langer ambtenaar z|jn). Hij zei:
„Iedere voorkeur van één mens bo-