Achtste aflevering: WAAR IS DE REVOLVER? II gröS Geen gelaarsde kat, maaf geschoeide hond- Vervolgverhaal door Wim Hornman Idioot Zijn jullie gek? •f Dorst Op de uitkijk De rivier Wat er aart voorafging Wie mBÊÊP^ 2 C NEL als een kat sloop Pedro Dias langs de slapende mensen, hen een voor een opnemend in zoverre dat in het halfduister van het oerwoud mogelijk was. Toen hij de revolver niet vond, sloop hij naar Gordon en zag dat deze met een harde slag bewusteloos was geslagen. Hij haalde wat alcohol uit z'n verband kistje en hield hem dat onder de neus. Na een minuut kwam Gordon bij kennis en onmiddellijk voelde hij op zijn borst naar het kleine pakje met de foto's van de aanleg van geheime vliegvelden. Ze waren er nog en hij haalde opgelucht adem. „Wat is er gebeurd, Pedro?". Dias' stem was kort. „Dat weet ik niet, maar je revolver is gestolen". „Mijn revolver gesto „Inderdaad. Maak iedereen wakker. Binnen enkele seconden zal ik onderzoeken wie hem in zijn bezit heeft". De eerste die de woedende stem hoorde van Dias was pater Martin. „Wat is er aan de hand?". „De revolver van Gordon is weg. Iemand moet hem hebben gestolen". „Maar waar had hij hem dan?". „In zijn hand". Pater Martin floot. „Dat is wel een bijzonder hardhandige dief". Dias knikte. Dan nam hij een snel besluit. t I I -r 4 Junia Is nu een heel gélukkige hond. Deze Deense dog, eigendom van mevrouw Barbara, Woodhouse in het Engelse plaatsje Rickmans- worth, trapte de laatste tijd herhaaldelijk in glasscherven en andere scherpe voorwerpen, waardoor het dier verwondingen aan zijn voe ten opliep. Dat begon mevrouw Woodhouse, die békend staat om haar grote kennis en liefde voor honden, te vervelen. Zij liet door een spe passen om de poten van, Junia. De zooltjes zij11 van plastic en bestand tegen alle mogeliJke scherpe voorwerpen, waar Junia per onge in mocht trappen. Junia is een tamelijk prÜ^ beestje. Hij is wel eens in films opgetreden was dan verzekerd voor het sommetje 500.000 gulden Maar dat was dan ook onSe schoeid „Maakt u ze stuk voor stuk wak ker en laat ze hier komen. Ik zal ze fouilleren. En wee de man, die zich daarte gen verzet. Laat Suzan in haar hangmat liggen, die komt vanzelf wel als ze lawaai hoort". Voor het eerst was hij buiten zichzelf van woede. Daal maar in een parachute af om een stel mensen te redden. In dit oerwoud keren ze gewoon weer tot hun na tuurstaat terug. Hier geldt alleen de macht van de sterkste. De sterkste was hij, die een revolver had en deze kon gebruiken als hij dacht dat zijn uur was gekomen, Enkele minuten later stonden ze <«n hem heen. Rolf Gordon had met een grimmig gezicht het geweer van Dias op hen gericht en deze zijn revolver. Zijn stem kraakte toen hij begon: „We zijn dan zover. Niemand zal niemand meer vertrouwen. Vannacht is Gordon neergeslagen en zijn re volver is verdwenen Er klonk een zucht van verbazing door de kleine groep mannen en niemand zag hoe Suzan Howard angstig op hen toekwam en op een afstand bleef kijken en luisteren. Met fonkelende ogen keek Dias hen een voor een aan en iedereen voelde, dat hij geen pardon zou hebben voor de man, die de dief stal op zijn geweten had. „Ik zal u een voor een grondig fouilleren. Vind ik de revolver op een van jullie, dan zal Gordon hem met mijn geweer onmiddel lijk neerschieten. Het „standrech telijke" gaat dan toch in, gene raal Schwebel. Pater fouilleert u, dan houden Gordon en ik de schoft die hem dat geleverd heeft, onder schot". „John Well kom hier". Well deed opgewekt. „Dacht jij dat ik daarvoor in aanmerking kom? Wil je werke lijk zeggen, dat je mij hiertoe in staat acht? Als dat zo is, dan weet ik in het vervolg tenminste met wie ik te maken heb". Het gezicht van Dias vertrok niet. Hij keek Well alleen recht in de ogen en zijn stem was niet „Goed, pater, Gordon en ik zoe ken nu het kamp af. Iedereen blijft staan, waar hij op het ogen blik is". Maar ook dit zorgvuldige onder zoek leverde niets op. Dias voelde dat hij machteloos was. Een ogen blik dacht hij dat Gordon de revol ver had, maar hij herinnerde zich duidelijk hoe hij hem 's nachts met het wapen in de hand gezien had. Hij nam Rolf Gordon apart, be keek de bult op diens voorhoofd, een bult, die door een stevige tak moest zijn toegebracht. „Wat denk jij ervan. Rolf?", Deze lachte even schaapachtig. „Ik heb mijn hele leven achter misdadigers van het grootste ka liber aangezeten en hier bespringt me iemand van achteren, slaat me bewusteloos en steelt dan mijn revolver. Wat ben ik een verdom de idioot geweest". De stem van Dias was hard. „Het gaat er niet om of je een wijs of een stom man bent, Rolf. Het gaat erom wie de revolver heeft en vooral wat hij er meent (Dichtbij Mandus, in het Amazone-gebied in Brazilië valt een vier-motorig passa giersvliegtuig tussen de mil joenen bomen van de Groene Hel te pletter. Een beroemd groot-wïld-jager, Pedro Dias, wordt per parachute in de nabijheid van het wrak ge dropt en vindt zes overleven den. De zes mannen en een vrouw hebben samen drie wapens. Op een nacht ver dwijnt de revolver van een van henGordon. Zelf werd hij door iemand neergesla gen). meer dan een gefluister, toen hij zei: „Pater, ga je gang". Snel onderzocht pater Martin de kleren van de journalist, maar hij vond niets. „Andrès Galonis, kom hier". Galonis zei geen woord. Zijn ge zicht stond niet bitter. Hij aan vaardde gewoon wat hem over kwam en ook op hem vond pater Martin geen revolver. „August Schwebel. Recht opgericht stond Schwebel tussen hen in. Zijn ogen glansden, zijn lichaam leek uit hout gesne den en hij verroerde zich niet Met korte, afgemeten stappen kwam Schwebel naar voren alsof hij zich meldde voor de leger-com- mandant. „Ik denk er niet aan me te la ten fouilleren," blafte hij. „Zijn jullie gek geworden, dat je denkt dat een voormalig generaal een ordinaire dief wordt". Pedro Dias kwam twee passen naar voren. Hij zette zijn revol ver op de borst van Schwebel en zijn stem was beslist: „Goed, herr Generaal. Ik ga nu hetzelfde doen als jouw strijdkrachten deden in Frankrijk, Polen, Rusland en over al waar jullie verdomde leger kwam. Ik tel tot drie. Bij de der de tel schiet ik en als jij probeert me de revolver uit de hand te slaan, dan doet Gordon het". Nu kwam pater Martin tussenbei den. „Astublieft geen moord, senlior Dias. Schwebel zal zich zo wel la ten overtuigen. Nietwaar", en zonder diens goedkeuring te vra gen, betastte hij de kleren en het lichaam van de man voor hem en vond niets. Schwebel zweeg, maar zijn ge zicht was asgrauw geworden. Een ogenblik dacht Dias dat hij zich op hem zou storten, maar er ging een korte, hevige trilling door het stramme lichaam en daarna keer de hij zich om. Hf"/ en overzag riet oerwoud iemand zal niemand meer vertrouwen. mee te moeten gaan doen". Gor don knikte. „Ik weet niet of je eraan gedacht dacht hebt Pedro, maar je hebt twee mensen overgeslagen. De pa ter en je mooie Suzan". Dias schudde het hoofd. „Goed, ik vertrouw ze, maar als jij erop staat, dan neem ik ze persoonlijk onderhanden. „Pater. Rustig kwam pater Martin aange wandeld. Hij glimlachte even ter wijl hij hen aankeek. „Ik denk dat u mij nu ook wilt fouilleren?". „Natuurlijk", antwoord® Gordon kort. „Gaat uw gang. Ik ben geen Schwebel. Ik heb er niets op te gen." Ook dit onderzoek leverde geen resultaat op, evenmin als dat van Suzan Howard. „Goed, laat iedereen dan maar weer gaan slapen. Ik zal de wacht houden", kondigde hij luid aan. „Denk eraan dat het morgen een zware dag wordt". Terwijl hij enkele takken op het vuur gooide, want 's nachts kon het fris zijn in de jungle, maakte een gevoel van verslagenheid zich van hem meester, dat hij tot au toe nooit had gekend. Hij voel de het gevaar nader komen, maar aij wist niet van welke kant. Er gens meende hij een grote bui delrat te zien, die tegen de tak van een boom opklom en daarbo ven sliep een luiaard, een vreemd, log altijd slaperig dier, soms een prooi van de jaguar of de slan gen. Hij vroeg zich af wie er belang kon hebben bij een revolver. Was het misschien toch waar dat ie mand het op de tekeningen van Gordon had gemunt? Maar waar om had hij die dan niet gestolen toen hij hem bewusteloos had ge slagen? Of had hij gemeend daar voor geen tijd te hebben. cialist een viertal schoentjes maken, die preC^s dief leren. Hij zou vandaag het tempo verhogen, graag of niet, want de voorraad water was bn- na uitgeput. Moeizaam liepen ze achter hem aan. Ze hadden allen weinig ge slapen en de een vertrouwde d® ander niet meer. Het gevaar kwam en dat besefte ieder voor zich nu niet alleen uit het oer woud, maar het was midden tus- tussen hen in. Ze vielen over lia nen, die als zware kabels over het wildpad gespannen waren, ze schrokken van een plotseling op duikend stekelvarken en van eeo groene boomboa, die zich echter niets vau hen aantrok. Wie zou het kunnen zijn? Su- Howard kon hij rustig uitschake len. Pater Martin ook. Dan ble- ve er dus over August Schwebel, John Well en Andrès Galonis. De laatste kwam misschien het meeste in aanmerking, maar ook de twee anderen kon hij niet uitschakelen. Of had Gordon een spel gespeeld? Hij herinnerde zich nu, dat Gordon de enige was ge weest, die hij niet had gefouilleerd. Gordon zou dus toch nog in het bezit van de revolver kunnen zijn. Als hij een goed moment uitkoos, dan kon hij met zijn geweer niets beginnen. Vervloekt, waarom had hij ze niet allemaal door die trek- mieren laten overvallen, want maar al te goed besefte hij dat zijn leven nu ook in gevaar was. En toch.hij moest een vertrou wensman hebben en de veiligste leek hem Rolf Gordon. Toen de brulapen tegen zonsop gang weer begonnen, gaf hij het teken tot opstaan. Ze zouden vroeg moeten vertrekken, want tegen twaalf uur veranderde het oerwoud in een benauwde, gloeien de hel. Hij deelde de groep precies het zelfde in, alleen gaf hij Gordon instructies goed op te letten. Bo vendien moest deze John Well wat helpen met zijn zere been. Schwebel en Galonis kregen op dracht de overgebleven resten van het wilde zwijn mee te nemen, hetgeen niet zo prettig was, omdat allerlei insekten daarop afkwamen en het hun nog moeilijker zou den maken dan het al was. Voor ze vertrokken, liet hij hen een voor een drinken en had toen nog een-kwart van de fles over. Daarna begon hij te lopen, oog steeds vloekend op het nach telijk incident. Maar hij zou de Meter na meter vorderde de uitputtingsslag. Nadat ze drie uur gelopen hadden en soms midden in zware spinnewebben waren te recht gekomen, terwijl de grote, soms hardgele spinnen een weg naar hun gezicht zochten en de mucuin-beten hun benen tot grote wonden hadden gemaakt, viel Su zan Howard met een kreet neer op de grond, woelde met haar vin gers, die als klauwen waren uit gestoken tussen de twijgen, de do de bladeren, de lianen en de ver rotting van eeuwen en schreeuwde dat ze wilde drinken. Haar lippen waren opgezet en om haar ogen waren bjjna zwarte randen. Dias trok haar ruw overeind. Hij sleurde haar een paar meter mee, totdat ze wankelend weer over eind kwam en hem met bloeddoor lopen ogen aanstaarde. Het pak op zijn rug met de zender en de enkele levensmiddelen woog als lood, maar hij hield zijn ogen niet van haar af. „Zet door", siste hij. „Denk ner gens aan. Kijk alleen naar het groen of naar de hemel, maar laat je fantasie niet gaan. Loop door alsof je een machine bent. Denk dat de dieren hier minder ge vaarlijk zijn dan slangen. Krab de mucuien-beten niet stuk, want het worden bloedende wonden, die tenslotte gaan zweren enstel je niet aan als een zeurende tante. Je bent jong, Hollywood heeft je reserves genoeg gegeven om door te zetten. Vooruit, verder..". Ze keek hem aan alsof ze een roofdier had gezien tussen de bo men, dan fluisterde ze: „Je bent een monster". Hij snoof verachterlijk en zette zijn „wandeling" voort. Zijn lip pen waren ook kurkdroog en het zweet liep hem tappelings van het lichaam, dat kletsnat werd van zijn transpiratie. Soms keek hij om hoe het in de achterhoede was. Schwebel zei niets. Het leek of hij een eigen jungle-oorlog voerde en ondanks alles kreeg hij enig res pect voor de Duitser, die hij van het begin af aan niet had gemo gen. Pater Martin keek star voor zich uit, bleef af en toe heel even stilstaan als wilde hij op adem ko men, maar John Well was er het ergste aan toe. Zijn been begon hem elke mi nuut meer pijn te doen, totdat het hem leek of hij in een soort koorts droom alleen nog maar het geluid van de krijsende apen hoorde. Als hij over een liaan struikelde, bleef hij hijgend en naar adem happend liggen en zijn gezicht werd donkerrood alsof hij aan te hoge bloeddruk leek. Soms zakte het verband af en dan moest Gor don het weer herstellen, geholpen door Andrès Galonis. Tegen twaalf uur gaf Dias het bevel tot stoppen. Het leek hem of het oerwoud minder dicht ge worden was. Het beste zou mis schien zijn om in een der veertig meter hoge bomen te klimmen en vandaar de jungle te overzien. Mogelijk ontdekte hij in de verte een rivier mogelijk ontdekte hij totaal niets. Maar het was het proberen woord. „Blijf hier ik ga even een kijkje nemen" zei hij en klom meteen naar boven. Terwijl hij van tak tot tak zich ophiees, eerst proberend of die wel sterk genoeg was en intus sen scherp om zich heen kijkend of er zich niet een of andere boa in de boom had verscholen, dacht hij aan het groepje beneden, dat al zijn bewegingen volgde. Ze waren stuk voor stuk al op en het zou niet lang meer duren of het aller ergste zou gebeuren en dat was dikwijls een aanval van waanzin. In het begin van zjjn carrière hier had hijzelf daarmee te kampen gehad, maar nu was hij er reeds lang overheen. Ze kenden noch d® gevaren, noch de manier om zich te voeden. Ze hadden allen min of meer een shock van de val van het vliegtuig en misschien ook de gevolgen daarvan. Hij vroeg zich af of Suzan Howard niet het eerste slachtoffer zou worden en zag een twee-tenige luiaard, dia aan een boom hing te slapen. Hij behoefde niet bang te zijn van da luiaard, want nooit zou deze blik semsnel aanvallen, maar altijd zijn kalmte bewaren, zoals een ander veel gevaarlijker dier, dat in de ri vier leeft, de krokodil. Hij bleef een ogenblik op zijn tak staan en za3 hoe de luiaard verder weg schoo1 totdat hij bij een andere boo# gekomen was, waar hij tussen het groen verdween. Naar bene* den kijkende zag hij de andere0 al niet meer staan. Ze schenen volkomen opgelost te zijn in h®: groen. Hoger en hoger klom M en hier en daar dartelden een paar apen niet ver van hem en een rolstaartbeer maakte 05 het laatste ogenblik dat hij weg' kwam. Eindelijk zag Pedro Dias de he* mei en voelde hij ook de frissere teugen en overzag het oerwoud- Dan slaakte hij een zucht va» verlichting. Ver van hem af, °P een afstand van vele kilometer» zag hij in het felle licht van d® zon de glinstering van een rivie* en een rivier betekent water- He* moest een brede rivier zijn, wan* een smalle kreek had hy onna?' gelyk kunnen zien. Hy haalde zU° kompas te voorschijn en bereken de in welke richting hy zou moe' ten trekken. Als er geen bijzonde re obstakels waren dan duurde het toch minstens nog een dag voordat ze het water zouden heb ben bereikt. Maar er was in elk geval hoop en als hij terugkwah1 kon hij hun vertellen, dat hun el lende niet lang meer zou durefl- Of zou hij het hun niet vertellen- Was het misschien beter voorlp* pig maar te zwijgen. Als hij zijn belofte niet na zou komen, kon een van hen weieens in wild® woede uitbarsten en dan zou M hem neer moeten schieten of neef moeten slaan. Langzaam klom hij naar bene den en de eerste, die hem aan sprak, was de Duitser Schwebel- „En?", vroeg hy alsof hy op een slagveld in de Russische stepp.® stond. Pedro Dias rustte even uil- tegen de boom en zei dan lang zaam: „Niets, generaal, we zul len af moeten wachten hoe de Duitse troepen zich gedragen, voor- nameiyk u zelf. Ik ben benieuwd.' Op dat moment viel Suzan Howard bewusteloos en een ogenblik dacht hy dat ze een hartverlamming had gekregen. Zij was de enige, di® hy wat lauw water in de kurkdro ge keel goot, dan keek hy de an deren aan en snauwde: „Maak een kampvuur. Ik ga proberen wa* te schieten. Gordon blijf jij hief' voordat de revolverdief meent iejs te moeten doen. Hier heb je mi)0 wapen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 18