"pLUS" VERSCHIJNT ALS WEEKEIND-BIJVOEGSEL VAN
DE NIEUWE dag, het nieuwe dagblad, de nieuwe
haarlemsche courant en het kennemer dagblad
Wel aardige stunt,
maat het eff ect
is niet duurzaam
WAARDERING
VOOR PREEK
ZAKT. MAAR
PEIL STIJGT
NIETTEMIN
Collecte
Pijnbank
Moeilijk
Saaie piet
Journalisten
Redactie: Hans Stevens en Harriet Kunkeler
mmmw"pf
"f; Tl*
OPLAAG: 61.000
15 MEI 1965
(Door CEÉS GRIFFIOEN)
ls schouwburgbezoekers zich even ongeïnteresseerd,
slaperig, onwelwillend, ongeduldig en onintelligent ge
droegen als vele kerkgangers tijdens de preek, zouden zij
moordend zijn voor liet toneeltalent op de planken. Met een
klein voorschot aan aandacht en hoffelijke welgezindheid zou
menig priester, alleen al door de aanmoedigende kracht die
Viln zulk een houding uitgaat, aanzienlijk beter preken.
^oals het publiek een spreker kan Vernielen, kan een pa
rochie, tot eigen schade, een zwakke predikant helemaal
kapot maken. Ik heb een pastoor gekend die een goed priester
maar, technisch, een slecht spreker was. TI ij vatte zijn roeping,
ambt en verantwoordelijkheid de verkondiging van het
Woord Gods stellig zeer ernstig op. Maar zijn preken wa
ren te lang. hij had een storende tic en voor zijn parochianen,
die meer letten op hoé hij het zei dan op wat hij zei, was hij
van zijn eerste preek af een teleurstelling.
Dat lieten ze hem overduide
lijk merken. Ze gaven hem kre
diet noch kans. Daarom werden
2lJn preken steeds moeilijker
0lti aan te horen en voor hem
Zelf, steeds moeilijker om te
houden. Opgegeven heeft hij
het echter nooit. Zijn preken
kregen iets weg Van een bittere
strijd tussen pastoor en paro
die. Ik ben bang dat zijn roe-
pir>g en opdracht tot preken
v°°r deze man een groot lijden
§eworden zijn. De stupide hard
heid, om niet te zeggen de on-
christelijke onbeschoftheid yan
de parochiemassa, overtrof de
Eerlijke ongeschiktheid van
de predikant- Niemand zal we-
teri hoe die priester heeft moe-
vechten, om zijn zondagse
e^len te blijven beminnen.
-Gehuld in superplie wacht de schrijver-dichter Gabriël Smit het
ogenblik af, waarop hij in Odijk de kansel mag bestijgen.
(Vervolg op pagina 1)
<PLUS", NIEUWE Z1JDS VOORBURGWAL 65, AMSTERDAM, TELEFOON 020-221355.
&eaj,resse
op de
men de beminde gelovigen van-
de dag hoort praten over de
a Paclteiten van de predikanten en
in .,kvva-liteit van de preken, moet er
jb -"'VU *»1 i "v. 1"
ren Praktijk nogal wat aan manke—
h.. Toch geloof ik, dat het eerder
rr dan slechter wordt .De op se-
tree"c,khe-s en spreekmodellcn
VpJjjh'beelende predikant is aan het
Pre u jnen- Maar het is waar: de
Won j w'°rdt niet hoog geschat. Het
lp rdenboek geeft een aantal onthul-
belh kwa :ficaties. Het preek
ppen wij ook een saaie vermaning,
nodeloos uitvoerig verhaal en met
t0o^clis'ijl" een gemaakte zalvende
sipplu Een prekenmaker
"en
..V,
vervelend prediker.
e- n
Moeten nict-gewijden dan altijd luis
teren? Mogen zij nooit spreken? In
de oude kerk konden de christenen
spreken en getuigen, als de gave daar
toe hun geschonken werd. In een vor-
menkerk is daarvoor weinis ol geen
ruimte. Maar misschien staan wij
voor een periode van herbloei van
de kerk. waarin dc gave van het
Woord ook weer rijker geschonken zal
worden Dat er heimwee naar is.
staat wel vast. maar voor het momenl
moeten we stellen, dat preken een
pricslerlaak is.
Nu hoort men de laatste tijd af en
toe van leken, die ter kansel stijgen.
Hun optreden wordt nogal prijzend
beoordeeld en men kan hier en daar
wel een enthousiaste pro-leekstem-
ming beluisteren.
Zijn deze waardering en stemming
evenwichtig? Ik dacht van niet. Wij
zouden op de eerste plaats niet de ge
woonte moeten invoeren te spreken
van „prekende leken". Een lee.k kan
niet preken, niet omdat hij persé on
bekwaam is, maar omdat hij geen ge
zag heeft. Het is hem niet opgedra
gen.. Hij is er niet toe gemachtigd.
Doch de leek kan wel Spreken. Er
zijn veel onderwerpen die verband
houden met het religieuze, waarover
sommige feken met groter deskundig
heid kunnen spreken dan de gemid
delde predikant. Als dit zinvol is, dan
moet men de leek ook in de kerk
als spreker aan het woord laten ko
men. maar het is opnieuw een vraag
of dit dan moet gebeuren tijdens de
ViwharMievieiing. Ik meen dat we
hierop in het algemeen, néén moeten
zeggen Want ai zal het best waar zijn
dat de «rekende" leek een voortref
felijke indruk kan nalaten, op den
duur zal hij de ontwaarding van
preek en preekstoel eerder versnel
len dan vertragen.
een
Ook ken-
c nsrOiff? ze/rswijzen:
,.t\?0r s*°den en banken preken" en
Pas* vos f'e Passie preekt, boer
"P je kippen".
hUn fm?tQr fehe christenen noemen
W Pikanten bedienaren van het
feite °nKe priesters zijn dat in
va, J"5 Preken is het verkondigen
V."nn,.rf 5'^? Boodschap, van Gods
Waart 's een belangrijke taak
gevoi!2e. Z1i' 0,13 priesters, geroepen
Z>i vo ?n °fficieel gemachtigd zijn.
Pft-srUvM n deze taak niet °P hun
de gezag. maar krachtens
als van de Kerk. Evenmin
functie Ye!e an-dero ambten en
kan de ?"risme kan gedogen,
klaring Ja"geheverhondigmg en ver-
ti cu li eren zond" overgelaten aa" Par-
*ntwoordeli!kheidgeZag Z0"der V6r"
ve aa^n!'1,1! de verkondiging ,behal-
Wn a», a 'nie' ook kan opdra-
een, bv' aan diakens, is
Schien e in. de toekomst mis-
""orden. P°sitief beantwoord zal
Als de waardering voor preek en
cn preekstoel zo gehavend zijn, dan
zullen we pas als we de oorzaken on
derzocht hebben, kunnen zeggen of
de prekende loek er toe kan bijdragen
die waardering weer te herstellen.
De preekstoel wordt goedbedoeld
veelvuldig misbruikt. Er staan vaak
eerder propagandisten dan predikan
ten op. Wij hadden over dit onder
werp een gesprek met de dichter-jour-
nalist Gabriël Smit die zelf ook wel
eens in een kerk spreekt. Hij formu
leerde het zo:
„De prediker moet de mensen die
andere, bétere wereld van bet Evan
gelie laten zien. Dat het niet hun
eigen keuken met wijwater of hun
eigen' kamer met wierook, maar wer
kelijk een andere wereld. Dit wil na
tuurlijk niet zeggen, dat preek
„weltfremd" moet zijn, maar zijn de
preken nu niet vaak vreemd aan het
Evangelie?".
Het ls zo practisch en realistisch
gezien. 's-Zondags komen de mensen
met miljoenen bij elkaar in de ker
ken. De kerk heeft talloze noden en
behoeften die materieel slechts met
geld gelenigd en bevredigd kunnen
worden. De mensen komen niet zon
der geld naar de kerk. De logische
gevolgtrekking is de preek mét col
lecte. Niet de preek maar de col
lecte is het doel en nu zijn dat mees
tal wel doelen die vanuit het Evan
gelie zeer goed gemotiveerd kunnen
worden, maar het blijft de vraag 01
zulke preken zo heilzaam mogelijk
zijn voor de toehoorders zelf.
Er zijn betere middelen en me
thoden dan de preek om de financiër
bijeen te bre.n.gen, middelen die op
den duur méér zullen opleveren als
het Evangelie belangelozer en intenser
verkondigd wordt.
Als de leek nu soms tijdens dc
Eucharistieviering op de preekstoel
verschijnt heeft zijn optreden ge
makkelijk het niet onbedenkelijke
karakter van de stunt. De mensen
zijn het nipt gewend. Ze vinden
het wel sympathiek en uiten dit
door, desgevraagd, wat dieper in de
buidel te tasten. Maar die leek
staat dan doorgaans niet het Evan
gelie te verkondigen, maar propa
ganda te maken. Zodra er echter
evenveel leken als priesters op de
preekstoel komen, of meer, is de
stunt voorbij.
Om een goede preek te kunnen hou
den. die naar inhoud, vorm en presen
tatie aan redelijke eisen voldoet, moet
de predikant nogal wat in zijn mars
hebben. De seminarie-opleiding was
op het stuk van de welsprekendheid
weinig doelgericht en dus ook niet
doeltreffend. Misschien is dat nog
wel zo. Seminaristen vertelden me
dat zij, zo nodig, enige spraaklessen
kregen van een muziek- en zangdo
cent en dat zij bij toerbeurt proef
preekten voor hun medestudenten.
Deze methoden zijn natuurlijk be
gaafden van weinig nut en zwak be
gaafden helemaal niet
Ik herinner me nog goed de voor
drachtlessen van Willem Tollenaar aan
de Maastrichtse Toneelschool. Voor
hem en je medestudenten bracht je
dan een stuk proza of een vers. Daar
na ging jie genadeloos de pijnbank
van de kritiek op, desnoods woord
voor woord en zin voor zin. Een pijn
bank waarop je je steeds naakter ging-
voelen. Geleid door je manier van
zeggen, drongen de critici je ziel bin
nen, om daar de oorzaken op te sporen
en aan te wijzen van de aarzelingen,
de valse accenten, de troebelheden,
fouten en onduidelijkheden die ze be
luisterd hadden. Want spreken is méér
dan een techniek. Het is de uitdruk
king van een wijze van bestaan. Wie
spreekt, geeft zich bloot. Een onvol
wassen preker of spreker, een incom
plete of onvolgroeide persoonlijkheid
kan meestal wel goed genoeg kome
die spelen om deze manco's verbor
gen te houden. Al is natuurlijk zelden
iemand zo argeloos ais de pastoor uit
Fons Jansens grapje die tot zijn scha
pen zei: „Vandaag zal ik niet preken,
want ik moet u iets zeggen."
Er is een groot verschil tussen spre
ken in een zaal en. preken in een
kerk. Het lijkt mij veel gemakkelijker
de afstand spreker-publiek dan pre
dikant-gelovigen te overbruggen. Een
spreker heeft doorgaans meer tijd ter
beschikking dan de tien a vijftien mi
nuten die de predikant töcgemeteh
krijgt. Het is niet gemakkelijk in zo
korte tijd de toehoorders te vangen,
te boeien, te confronteren met een
idee of probleem, daarvan een behoor
lijke uitwerking te geven en tot een
overtuigend slot te komen. De predi
kant die dit in kort bestek allemaal
kan, is een begaafd man. Het moei
lijkst is voor de predikant meestal
de start. In de eerste twee, drie mi
nuten valt de beslissing of zijn ge
hoor zal luisteren of alleen maar zal
wachten op liet „amen". De start is
een kunst o£ een truc. Tot de trucs
reken ik het kwasi-populaire inhaken
op de actualiteit. Misschien is zon
preekbegin wel boeiend maar als het
geen er op volgt niet boeiender is,
zal de truc dc predikant niet baten.
„Was u vrijdag jongstleden ook zo
blij?" hoorde ik een jonge kapelaan
het kerkvolk vragen. Terwijl we na
dachten of we blij waren op die dag
en waarom dan wei. ging hij vrolijk
verder: „Was het niet heerlijk al die
jonge onbekommerde mensen te zien?
Werd je niet meegesleept door hun
pleizier? Miljoenen mensen, jongeren
en ook ouderen, werden samen blij
gemaakt door vier zingende, gitaar
spelende jonge mannen. „Toen was
het duidelijk dat de eerwaarde refe
reerde aan een TV-uitzending van de
Beatles, „Waar wil hij ons, met een
nmweg over Liverpool, hebben?" vroeg
ik me af. Dat was werkelijk een ver
rassing. in een enkele volzin schakelde
de predikant over van de Beatles naar
het Heilig Hart. Dit is voor moderne
kapelaans misschien een koud kunstje,
voor de gewone gelovigen, hoe pro
gressief ook, is liet een vrij moeilijke
wissel. De predikant praatte dus door
over het Heilig Hart waarvan het op
die bewuste vrijdag óók feest was ge
weest en dat ons nog méér reden tot
blijdschap geeft dan de genoemde
Beatles. De gelovigen soesden onder
tussen wel rustig-ritmisch voort op
het preekbegin, dat inderdaad goed ge
pakt had.
Werkelijk vaardige, vlotte, boeien
de en indringende sprekers zijn er
in Nederland onder de leken even
weinig of nog minder dan onder de
geestelijken. De Nederlander hoort
graag een boeiend en vervoerend
woord, zó graag dat hij er zich soms
wel door laat verlakken, maar zélf
ls hij als spreker doorgaans een vrij
saaie piet die moeilijk en traag uit
zijn woorden komt, die niet voor de
vuist weg kan spreken en zelden
komt. tot wat men een „helder be
toog" noemt.
Daarom ben ik er van overtuigd dat
de leek gesteld voor dezelfde taak als
de priester-predikant, nl. om regelma
tig en vaak op dezelfde plaats voor de
zelfde mensen over zeer verschillende
onderwerpen te spreken, spoedig be
wijzen zal dat hij beslist niet beter
en met meer „succes" kan spreken,
dan de gemiddelde priester-predikant.
In dit opzicht is het t°ch jammer dat
de zeer kritische parochianen niet zelf
een keer kans krijgen te preken. Het
zou de kritiek matigen en als preek-
producenten zouden ze ondervinden
dat er ook aan de preek-consumenten
het een en ander mankeert. Als leek
met wat spreek- en prcekpraktijk mag
ik dat misschien wel zeggen.
Een enkele maal kan het zeer zin
vol zijn een leek liet woord te geven,
ook tijdens of na de zondagsmis.
Verschillende journalisten zijn door
hun werk en belangstelling goed ge
ïnformeerd in actuele missieproble
men. Waar een missionaris de indruk
wekt te preken over zijn probleem
kunnen deze leken scherper stellen,
dat het gaat over ons probleem
en dit kan geestelijk en daarmee
ook materieel) zeer heilzaam zijn.Er
kan echter ook in de kerk gespro
ken worden buiten de Eucharistievie
ring tijdens speciale bijeonkomsten.
Horen LEKEN wel thuis
„Nog altijd aan het werk met de pneumatische boor?"
„Je kunt genezen, als je lang genoeg leejt om het mee te maken".
„Hij is weer eens met zijn verkeer-
de been uit bed gestapt"
„Eerst moet u proberen u te ont
spannen, meneer De Klerk."
Als uw vrouw u niet begrijpt, waar
om legt u het haar dan niet duide
lijker uit? I
„Hou op met roepen, dat je on
schuldig bent, idioot, je bent
getuige!"