TIENDE AFLEVERING:
ma;
eraan
voorafging
i
HARD WERKEN IN BED
Vervolgverhaal
door
Geen druppel meer
Weer verder
Bezweken
Wim Hornman
Hoe durf je...
fff
x V 'srA;W 4
PLUS
22 MEI 1965
1\/Tet afschuw in de ogen keek Suzan Howard naar
Dias, die rustig de aap vilde en hem dan boven het
vuur te roosteren hing. Ze vroeg zich af of ze niet de
grens van haar lichamelijk en geestelijk uithoudings
vermogen had bereikt. Soms joegen er golven van pijn
door haar maag en de band om haar hoofd werd
strakker. Haar ogen brandden en haar tong leek uit
gedroogd. Ze zou nu wel op die aap lijken, dacht ze.
Ze behoefde alleen nog maar boven een vuur te han
gen en te schroeien. Dus dit was langzaam doodgaan,
pas voor pas, meter voor meter. Eens had ze in eeh
oorlogsfilm meegespeeld en waren de zogenaamde
helden zonder zogenaamde glorie gevallen. Want als
de film was opgenomen en de regisseur woedend was
geweest als er weer een scène moest worden over
gespeeld, omdat hun wanhoop, hun ellende, hun
doodsverachting niet genoeg op het witte doek tot
uiting kwamen, dan hadden de zogenaamde helden
zich bezopen gedronken achter de coulissen, omdat
ze het een rot-dag hadden gevonden. En de meisjes,
die zogenaamd van hun zogenaamde helden hielden,
waren 's avonds met totaal andere mannen naar hun
huizen gegaan om het allemaal eens echt met een
ander over te doen.
m
mm I -TV a Mi&i I mmm'Mf Bi
m fAI 11 m-M* A;
A■'->?. -
Deze lieftallige dame is gelegen in wat waar
schijnlijk 's werelds kostbaarste bed mag heten.
De prijs is tenminste vastgesteld op 25.000,
In ruil voor dit bedrag wordt, dat moet gezegd
wel véél geboden. Het bed maakt in feite de
zitkamer overbodig, en dat is in deze jaren van
steeds kleinere woningen, natuurlijk wel een
voordeel.
Een aantal drukknoppen brengen de volgende
mogelijkheden binnen bereik: televisiekijken,
koffie en thee zetten, brieven dicteren, radio
beluisteren ,het openen en sluiten van de gordij
nen en scheren.
In de prijs zijn dekens van mlnkbont begrepen.
Er wordt door de Engelse firma, die dit meubel
voor luiaards in de handel brengt, niet gegaran
deerd, dat de inliggenden een goede nachtrust
genieten. Waarschijnlijk hebben zij het te druk
met het bedienen van de knoppen
"4
heb jij je liefje al gevondenDias
Eens was ze in een film gestor
ven. De scène was twaalfmaal
overgedaan en de regisseur had
tenslotte woedend uitgeschreeuwd:
„Maar zó sterf je toch niet. Je
sterft met de wanhoop in je ogen,
omdat je zo aan je leven hecht".
Als ze hier ooit uitkwam, dacht ze,
dan behoefde ze zo'n scène niet
twaalfmaal over te spelen. Dan
zou ze het precies weten. Ze zou
sterven als die aap, maar dan
aan een geestelijk braadspit.
Ze schrok omdat Pedro Dias
naast haar kwam zitten. Hij had
wat apevlees in de hand en gaf het
haar. Ze probeerde te eten, maar
kon het zoete vlees niet door haar
keel krijgen, zoals kinderen, die
hun eigen konijntje hebben zien
slachten en hun geloof een ogen
blik in de mensheid verliezen, om
dat iedereen zo smakelijk van hun
witte konijntje eet.
„Eet, snauwde Dias, „wie weet
wanneer ik weer iets kan schieten"
Ze schudde haar hoofd, terwijl
ze het vlees op de grond voor haar
liet vallen. Zijn ogen leken stalen
kogels toen hij haar aankeek, maar
zijn stem was zachter dan ze ooit
geweest was.
„Luister goed, Suzan, jij bent de
moed aan het verliezen. Jij ge
looft dat je hieruit nooit meer van
daan komt. Maar ik haal je eruit,
dat beloof ik je en ik hoop dat je
je dan niet over jezelf behoeft te
schamen".
„Is er nog wat te drinken?",
vroeg ze wanhopig.
Hij schudde het hoofd.
„Geen druppel meer. Maar luis
ter goed en bewaar het geheim.
Toen ik straks in die veertig me
ter hoge boom klom, heb ik in de
verte een rivier gezien. We zullen
nog één dag zonder water moeten
doen. Ik heb echter niets gezegd,
omdat ik me vergissen kan in de
afstand en dan wordt de stemming
nog slechter. Maar jij weet het
nu en doe er in 's hemelsnaam je
voordeel mee. Mocht je, op weike
manier dan ook, in moeilijkheden
komen, roep dan om ;nij".
Hij werd onderbroken door de
iuidschreeuwende stem van Schwe-
bel.
„Heb jij je liefje al gevonden,
Dias. Geen betere gelegenheid dan
dit oerwoud, vind je ook niet?"
„Houd je kop, Schwebel, ik heb
je niets gevraagd", en toen zag
hij plotseling, dat Schwebel zijn
zelfbeheersing aan het verliezen
was. Diens ogen stonden hol en
koortsig in zijn brede gezicht. Zijn
handen wezen naar de kop van de
aap en die handen leken grote
trillende takken: „Ja, zo zagen ze
'eruit daarginds, precies hetzelf
de Dias. Neen, ze hebben hen niet
geroosterd en opgevreten, ze heb
ben ze gewoon in de gaskamers ge
duwd. De geur van dat gas was net
zo weeïg als dit apevlees".
Gordon's ogen schitterden, ter
wijl hij Schwebel aankeek. Maar
zijn stem was kortaf toen hij snauw
de: „Ja, zo was het Schwebel. Als
apen heb je ze de dood ingedreven.
En nu spelen de apen boven je en
lachen je uit. Ga door met je be
kentenis, het wordt nu pas echt
interessant"
Schwebel scheen hem niet te ho
ren. Hij stond op en wees een denk
beeldige kaart aan.
„Hier moeten we oprukken. We
drijven een wig door de vijande
lijke linies.
Mijne heren, het Groot-Duitse le
ger moet overwinnen. De Führer
heeft nog niets van zijn vertrouwen
in ons verloren en wij niet in hem.
Partisanen moeten neergeschoten
worden.
Het was doodstil tussen hen in
Tussen zijn woorden schreeuwden
de apen en bromden de bloedzui
gers en gonsden de vliegen. Het
9 9 9
was een grotesk beeld, zoals hij
daar stond tussen de verrotting
van eeuwen, zijn verrotting, zijn
geestelijk oerwoud met bomen
als rechte stramme mannen, die
naar hem schenen te luisteren.
„Laat hem er in Godsnaam mee
ophouden," fluisterde pater Mar
tin.
„Het enige is een ijskoude dou
che", zei Gordon koud, „maar
waar haal ;e water vandaan"
André Galons lachte even,
maar zijn lach klonk verwrongen
en het zweet stroomde hem tappe
lings van het gezicht.
„We worden allemaal nog eens
gek", zei hij.
„Hij was het al jaren", meende
Rolf Gordon en er was geen mede
lijden op zijn gezicht.
Ineens kwam August Schwebel
weer 'tot zichzelf en hij keek naar
de kring van mannen en daarna
naar Suzan Howard. Zijn gezicht
was verwrongen en zijn ogen haar
den van vuur.
Pedro Dias stond op en zijn stem
was hard en zakelijk.
„We moeten verder. Als we van
avond ons kampvuur aansteken,
mag iedereen weer zijn eigen rol
vervullen."
In enkele passen stond Schwebel
voor hem. Zijn haar was verward
en een baard van vele dagen gaf
zijp gezicht het aanzien van een
zwerver.
„Is er nog water?", vroeg hij.
Dias schudde zijn hoofd.
„Geen druppel meer."
„En hoe lang zullen we zonder
zitten."
Dias keek hem hooghartig aan.
„De bevoorradingstroepen kun
nen niet meer door de vijandelijke
legers heenkomen, Heer General.
We zullen op onze eigen wilskracht
moeten vertrouwen".
Hij hees het pak met de kleine
zender en de medicijn-kist oo zijn
schouder en gaf het sein tot ver
trek. Moeizaam stond Suzan Ho
ward op en volgde hem en daarna
kwamen pater Martin, Schwebel,
John Well, Galonis en Gordon. Niet
een die er meer sprak, iedereen
was te veel met zijn eigen gedach
ten en zijn eigen moeheid bezig.
Het oerwoud leek op een 'tochti
ge kathedraal. De bodem was goed
te belopen, want in dit halfduister
klom alles naar het licht, de li-
nanen, die zich als armen om de
bomen slingerden, de klimplanten,
ja zelfs de fel-gekleurde orchi
deeën, de apen en de papegaaien,
de coleiro en de ara, de iepaars
en de zilverreigers, de parkieten
en de ibissen maakten een oor
verdovend lawaai bovenin de zwaar
met bladeren behangen takken van
oerwoudreuzen, die schenen te
groeien tot ver in de staalblauwe
lucht.
Urenlang liepen ze achter elkaaj;
zuchtend, steunend, transpirerend,
elk met hun eigen gedachten be
zig. En terwijl het vocht uit hun
lichamen trok en ze gebrek aan
zout kregen, werden de bomen ge
vaarlijker, het gekrijs van de apen
en de vogels een boosaardige ob
sessie, die tot in alle vezels van
hun lichamen drong, maar ook be
gon aan hun geest. Hun levens
werden opgeblazen tot luchtballon
nen, die elk ogenblik konden klap
pen en zoals alles hier groter en
gigantischer leek, takken met de
middellijn van een meter, bomen
met de middellijn van betonnen
pilaren, die wolkenkrabbers droe
gen en spinnen ter grootte van
twee tot vuisten gebalde handen,
zagen ze hun levens vergroot tot
dwaze proporties alsof ze door een
reusachtig vergrootglas keken.
Maar ze zagen op die manier ook
elkaar, hun brandende cgen leken
vuurballen, hun bezwete lichamen
kregen de vorm van afzichtelijke
dikke varkens en hun verlangens
zwollen op, maar ook hun sympa
thie en hun afkeer. De rechte rug
van Pedro Dias leek op die van een
enorme slavendrijver en ze begon
nen die rug te haten met a!le kracht
die er in hen was.
Dias dacht aan wat hun nog te
wachten stond, de jacares, de
krokodillen, de tocht over de ri
vier, het gevaarlijkste jungle-ge
deelte. Dichtbij het water wemel
de het natuurlijk van wilde dieren,
(Dichtbij Martaus, in het Ama
zone-gebied in Brazilië, valt
een passagiers-vliegtuig tussen
de miljoenen bomen van de
Groene Hel te pletter. Een be
roemd grootwildjager, Pedro
Dias, wordt per parachute in de
nabijheid gedropt. Zijn taak is
om na te gaan of er nog over
levenden zijn. Na twee dagen
vindt Dias zes mensen. Op een
nacht wordt een van hen Rolf
Gordon, agent van de Ameri
kaanse Geheime Dienst, die fo
to's heeft genomen en bij zich
draagt van geheime vliegvelden
in de jungle aangelegd door
Cubaanse agenten, neergeslagen
en zijn revolver is verdwenen.
Wie heeft het gedaan? Er ont
staan spanningen en iedereen
begint iedereen te verdenken).
en misschien kwam de malaria,
die je milt doet opzwellen en je
door de hoge koortsen zó totaal ver
zwakt, dat het oerwoud je graf
wordt.
Als automaten liepen ze door en
er werd geen woord meer gespro
ken, totdat John Well met een
zware zucht in elkaar zakte. Zijn
been zag er nu verschrikkelijk uit
en hij had koorts. Het wit van
zijn ogen was geel geworden en hij
leek bewusteloos. Ondanks haar
vermoeidheid knielde Suzan Ho
ward bij hem neer en nu pas zag
ze hoe mager zijn gezicht was ge
worden Er ontstond onmiddellijk
'n woordenwisseling tussen Schwe
bel en Gordon. De laatste stond er
op, dat er een draagbaar ge
maakt zou worden, maar Schwebel
verzette er zich tegen. Pedro Dias
bleef nadenkend staan en knielde
dan naast Suzan bij John Well neer.
Diens ademhaling ging snel als het
gesis van een kleine stoom-lucomo-
tief en zelfs nu, terwijl hi] lag,
stroomde het zweet hem van het
voorhoofd.
Als ze op tijd de rivier haalden
en daar wat konden uitrusten, be
stond de kans dat Well het nog
zou halen, maar zeker was hij er
niet van. Wie zou hij moeten aan
wijzen om de gewonde te dragen?
Van lianen zouden ze een soort
hangmat kunnen maken, maar van
de dragers zou dan 't dubbele wor
den gevergd. Hij besloot dat hijzelf
en Gordon er het eerst voor in
aanmerking kwamen, maar beter
nog zou hij Gordon en Schwebel
hiervoor kunnen uitkiezen. Hij be
sloot tot het laatste, omdat hij zijn
handen vrij wilde hebben en toch
al genoeg moeite had met het pak
op zijn rug.
„Gordon wil jij hem dragen?"
vroeg hij.
Gordon knikte en daarop legde hij
hem uit hoe hij van iianen een
soort draagbaar kon maken. Ze
werkten er samen aan en daarop
ging Dias naar Schwebel. Het
hoofd van de Duitser leek op een
grote rode kool, waarin de ogen
troebel en haatdragend stonden.
„Voorlopig zullen jij en Gordon
de zieke moeten dragen", zei hij
kort.
Schwebel dacht er niet aan en
dat zei hij ronduit.
„Je bent bedonderd. Ik ben nu
al vrijwel aan het einde van mijn
krachten. Zie je dat dan zelf niet."
„We zijn allemaal aan het einde
van onze krachten."
„Ik doe het niet."
Op dat moment nam Dias een
besluit.
„Goed, luister Schwebel, op dit
moment heb jij het leven van alle
mensen hier in je macht.."
Het gezicht van de generaal
staarde verbaasd naar Dias.
„Ik.
„Ja, niemand anders dan jij."
„Waarom?".
Pedro Dias keek hen een voor
een aan. Langzaam ging hij op zijn
hurken zitten het geweer in zijn
hand. Hij zag het wanhopige ge
zicht van Suzan Howard, een slan
ke, verwende vrouw van de hemel
van Hollywood in de hel van het
Amazone-gebied gekomen. Daarna
keek hij AndrèsGalonis, die eruit
zag als een middeleeuwse struikro
ver en hij probeerde hem te ver
gelijken met de bandiet „O Lam-
piao", bekend in heel Brazilië.
Maar hij zag slechts een bijna uit
geteerde man met doffe ogen, een
zwarte baard en een hoed die vrij
wel aan flarden was.
keus. Ofwel ze moesten hem hier
Vervolgens keek hij over het
hoofd van Schwebel heen naar Rolf
Gordon, wiens spottende glimlach
om de mond verdwenen was, alsof
hij ook wanhoopte ooit uit dit on
metelijke oerwoud te kunnen ont
snappen. Tenslotte bleven zijn ogen
gericht op John Well. Er was geen
laten liggen ofwel Gordon en
Schwebel moesten hem dragen.
Hij haalde diep adem en zei:
„Omdat, als jij weigert hem te
dragen, ik jullie aan je lot overlaat.
Probeer dan maar alleen de weg
te vinden. Ik geef jullie echter de
verzekering, dat geen van jullie
hier dan levend uit vandaan komt"
Schwebel zweeg en keek naar de
anderen, die hem zwijgend aan
staarden. Dan drong pater Martin
naar voren.
„Laat mij meehelpen, Dias. Maak
er geen prestige-kwestie van. Gor
don en ik zijn nog het meeste fit
van ons allen."
Maar Dias schudde het hoofd.
„Ik vroeg Schwebel," zei hij
koud.
Hij stond op en ging op de Duit
ser toe.
„Jij hebt de keus. Ik heb er ge
noeg van om telkens met je te moe
ten bekvechten.
Tijdens de laatste oorlog besliste
jij over duidenden mensen en je
hebt het gedaan. Nu zul je over je
vijf mensen moeten beslissen en
tevens over je eigen leven. Nu.
Het scheen of Schwebel in de
houding ging staan. Zijn zware
lichaam rekte zich, zijn hoofd
wierp hij in de nek en zijn ogen
stonden uitdagend. Zijn lippen ver
trokken in een gemene grijns en
het leek of hij met zijn rechterhand
de maarschalksstaf vasthield.
„Neen..", zei hij bits.
„Herhaal dat als je het lef hebt"
schreeuwde Gordon, die nu ook
voor hem ging staan.
Maar Dias duwde hem weg en
snauwde: „Ga opzij Gordon, dit is
een kwestie tussen hem en mij."
Gordon's lippen, uitgedroogd door
gebrek aan vocht, knepen zich sa
men.
„Dat is geen kwestie tussen hem
en jou. Dat is een kwestie die ons
allemaal aangaat. Als jij ons in de
steek laat, zijn we verloren, dat
weet zelfs een kind".
Andrès Galonis was nu ook naar
voren gedrongen. Zijn stem klonk
met een diepe zucht in elkaar zakte
hoog alsof hij adem tekort kwam
en zijn magere handen leken klau
wen.
„Gordon heeft gelijk Dias. Laten
wij met hem afrekenen. Hoe durf
je ons leven in de handen van een
kapitalist te geven, van een egoist
een profiteur, een mensen-doder"
Maar Dias schudde beslist het
hoofd.
„Ik heb er genoeg van. Ik pro
beer jullie eruit te slepen en het
enige wat er gebeurt is ellende,
vechtpartijen en haat".
Nu was het Suzan Howard, die
op Dias afliep
„Dit mag je niet doen, Pedro"
en ze besefte niet, dat ze voor het
eerst zijn voornaam gebruikte.
„Hei. is niet eerlijk tegenover de
anderen. Voor mijn part schiet je
die arrogante idioot neer, maar ons
kun je toch niet in de steek laten."
Dias zweeg. Hij stond hoog opge
richt tegenover Schwebel onver
moeid, rustig, maar zeer beslist.
„Nu, Schwebel?".
De Duitser zweeg.
Dias knikte. Hij nam zijn ge
weer en hield 't voor zich uit. Zijn
stem klonk spottend toen hij zei:
„Dan heb ik de eer u allen te groe
ten en denk eraan: nu is slechts
een van jullie bewapend en hij
zal jullie straks regeren tot de dood
toe. Vaarwel."
Toen hij zich omdraaide en in het
oerwoud verdween, viel Suzan Ho
ward voor de tweede maal bewus
teloos.
9
;:-v
1
■Kin
p!
I