HEER BOMMEL en de Labberdaan h REVOLVER MET MONOGRAM Alfredo m ALS U HET Bokma uommi Pelsjagers van Pecos VRAAGT alle ra men mm door Marten foonder PANIEK IN DE DROOMFABRIEK m r -WD0HANWPIEI?EWIET een Nieuu) Fuchsia Middenstand Roofovervallen £Ll. IvUumI Te veel Moeilijke keus IJzeren maagd ZATERDAG 22 MEI 1965 door Dic/c Pointer 6458 Piep was een figuur van weinig woorden. Hij be steedde dan ook verder geen aandacht aan zijn werkge ver en begon met zo'n ijver stenen aan te slepen voor 't verzakte wegdek, dat heer Ollie begreep, dat zijn aan wezigheid niet langer vereist was. Daarom ga| hij gas en reed weg om zich in de Kleine Club wat te gaan ont spannen. De krachtige aanpak van de Labberdaan bleef echter niet lang onbespied; nauwelijks was de Oude Schicht om een kromming verdwenen of een zekere Bul Super ver scheen van achter een boomgroep in het beeld. „Goed zo, jongen", sprak deze schamper. „Doe jij je best maar, hoor! Sappel jij maar; je baas zal wel pret maken!" De werker stortte zijn vracht dreunend ter aarde en keek de spreker verbaasd aan. „Piep maken ook pret", verklaarde hij. „Mooi prach tig werken!" „Ja, ja, ik zie het", hernam de ander. „En wat krijg je daar nou voor?" Deze vraag bracht de eenvoudige Labberdaan in ver warring. Hij ging tussen zijn plaveisel zitten en trok rimpels. „Piep krijgen boel veel", zei hij ongerust. „Lekker eten met klapstukken van de hutsepot en nieuwe pak en aardige praat van baas. Boel veel!" Nu barstte de ander in een ruw gelach uit. „Wel ja!" riep hij smalend. „Mooie praatjes van de baas! Wat heb je daar aan? Wat koop je daarvoor? De baas rijdt in een auto en jij werkt je het kniewater! Dat moet je niet nemen, jongen. Dat is uit de tijd. Jij hebt toch zeker ook recht op geld en vrije tijd en een ge ruite jas? Waarom de baas wel en jij niet? Denk daar maar eens over na!" AVONTUUS2 VAM SPC06TJ6 KARL MAY De Wedders PAUL VLAANDEREN ^yTNjI 54 5 8 I ©pi i I cmT MOCO NU, DPN ZULLEN ure HET t/oc gshde Doen.- ik ken een utpgenmpke-r in unc- USMSTPD,- Ure GP0N ER STIL US TJES NPPR TOG BH (UU 6E Ginnen weer pp/j o/js onder. ieeër rue /rJ Z/JN WERKPCPPTS. neren, u/ar Doerf ure Houden ur/j eRmse op, met Dar gevppr *OofZ OGEN O Nee, STEL ue KOOR TEMEER N/er, omoar de duikerppKUEN MET t/eGnree d zijn Die Z/JN IN HET KPS- TEEC C>ie NflöHT.. ZPC DE KIST MET DE PPKK/EN IN DE KOFFERRUIMTE (Kunnen op WEG 'NPPR WILcEM- stpd' en rijd HPRD DOOR, Je! cue KUNNEN ter niet Ge- •OC0D WORDEN, MPKKECUK HE&&GM Jucc/E HC CE PC au/JEN Noeep. Hoesp?) 47 Commissaris Duprez was die middag, nadat hij Meerzicht had verlaten, naar Genève gereden. Aan het begin van de stad, bij de Botanische Tuin, was hij rechtsaf geslagen de Avenue de la Paix in, waaraan het Palais des Nations is gelegen. Hij maakte een onduidelijk gebaar tegen de portier, die in een glazen hokje bij het hek zat, en reed onder de poort door naar de binnenplaats, waar hij de wagen parkeerde. Bij ingang A ging hij het gebouw binnen en kwam in een kleine hal, waar hij de concierge aantrof, die achter een balie gezeten was .bij de telefooncentrale. Opzij waren een aantal cellen om gesprekken te voeren. De secretaris van meneer Van Polsbroek? Dat was moeilijk te zeggen. Er waren zoveel in- en uitgangen in het gebouw, de concierge kon met geen mogelijkheid zeggen, of meneer Elinkwijk hier was of niet. En als hij er was, waar hij dan zou kunnen zijn? Ook dat was een moeilijk te beantwoorden vraag. Misschien was hij in de lounge voor de gedelegeerden, maar misschien ook wel in de bibliotheek of in de bar. Het kon ook wel zijn, dat hij in bespreking was in een van de honderden vertrekken van het gebouw. Duprez krabde op zijn hoofd. Het was als het zoeken naar de speld in de hooiberg. Toch wilde hij proberen of hij meneer Elinkwijk kon treffen. Hij ging een telefooncel binnen en draaide nummer 331000. Dat was het nummer van Villa La Pelouse, zetel van de Nederlandse Vertegenwoordiging bij het Europees Bureau van de Verenigde Naties. U spreekt met commissaris Duprez van de Zwitserse Recherche, belast met het onderzoek naar de dood van meneer Van Polsbroek. Meneer Elinkwijk was wel geweest, maar vertrokken naar het Palais des Nations om enkele zaken te regelen. Natuurlijk, zodra hij terugkwam, zou den ze hem vragen contact op te nemen met het hoofdbureau van politie. Zou hij ook Meerzicht nog bellen? Je kon nooit weten. Duprez draaide Meerzicht en vernam, dat mevrouw Van Polsbroek om half acht verwacht werd aan Cornavin-Swissair. Hij liet een boodschap achter voor meneer Elinkwijk en belde vervolgens nog diens huis op in de Avenue Peschier. Na al deze voorzorgen ging Duprez zijn geluk beproeven in het grote Paleis van de Verenigde Naties. Hij ging een paar treedjes op en drukte op het liftknopje. Op de derde étage had hij de meeste kans, dacht hij. Dat was de verdieping, waar de grote vergaderzaal lag, waar ook de nieuws bulletins verspreid werden, waar een aantal kleinere vergaderzalen lagen en waar een brede wandelgang was, die een schitterend uitzicht bood op het meer van Genève en de Mont-Blanc. De gedelegeerden liepen hier vaak druk pratend op en neer en wanneer men iemand zocht, was dit wel de eerste plaats om te gaan kijken. Boven aangekomen ging hij een lange gang door die enkele malen een bocht maakte en ten slotte uitmondde in een ruime marmeren hal, waarvan de rechterwand grotendeels van glas was. Even bleef hij staan om naar het panorama te kijken, want hoewel hij geboren en getogen was in Genève, boeide dit uitzicht hem iedere keer opnieuw, en hoe vaak gebeurde het maar, dat hij hier kwam? Een ogenblik bleef hij kijken naar de grote hemelglobe beneden op het gazon, om te zien of hij de langzame draaiing om de hellende as kon waarnemen. Maar al gauw wendde hij de blik af en vervolgde zijn weg door de hal. (Wordt vervolgd) (Advertentie/ Oude penever -* Bessenrood Citroen jenever SWAN «ATUMS SYNDICATE 64. Verrast draaiden wij ons om. Een halve cir kel van Hurons stond achter ons met de wapens dreigend op ons gericht. „Wie zij't gij en wat doet ge in het land der Wendat?" vroeg de aanvoerder. „Dit is Winnetou, het opperhoofd der Apachen en ik word Old Shatterhand genoemd," antwoordde ik. „Winnetou's naam ken ik. Hij zou door de Wen- dat welkom zijn geheten, als hij niet met vijandige bedoelingen was gekomen." Onze bedoelingen wa ren juist vriendschappelijk," protesteerde ik. „Onai- do heeft u zien strijden met „Ontembare Hand", die onoverwinnelijk werd gewaand. Uw vriendschap zou de Wendat welkom zijn. Gij blijft echter onze gevangenen, tot is bewezen, dat gij vrienden der Wendat zijt. Boeit hen!" Twee Hurons stapten naar voren en bonden ons de handen op de rug. De Hu ron, die door Winnetou was gèvangen en nu van zijn boeien werd bevrijd, zei iets tegen de aanvoer der. „Dat zal over Sam gaan," dacht ik en het bleek, dat ik juist geopperd had, want de aanvoer der stuurde tien man in Sams richting. Even later kwamen ze terug met onze drie rijdieren als buit, maar zonder Sam. „Uw vriend heeft zich teweer gesteld. Mijn mannen hebben hem moeten doden," zei de aanvoerder. Lezers schrijven de krant De fuchsia, die oorspronkelijk groei, de op de berghellingen van Mexico, Peru, Bolivia, Columbia en Nieuw Zee land, is langzamerhand ook in ons land een goede bekende geworden. Zo bekend, dat menigeen bij 'het zien of horen van de naam fuchsia zegt: „O ja, die ge zellige, ouderwetse belletjesplant". Wel nu, deze ouderwetse plant is hard bezie weer in het nieuws te komen en stijgt kalmpjes naar een hogere plaats aan het vaderlandse bloemenfirmament. Om nu in Nederland meer bekend heid te geven aan en intwesse te wek ken voor deze dankbare en makkelijk te kweken planten, is het plan geop perd om een kring van fuchsia-vrien- der te vormen, wat op 1 januari 1965 gebeurd is. Bovendien stelt de kring zich voor nieuwe variëteiten te impor teren, de ervaringen en kweekgegevens aan elkander uit te wisselen dia- en foto-wedstrijden van fuchsia's te orga niseren en zo mogelijk reeds volgend jaar een landelijke tentoonstelling van fuchsia's te houden. Zij, die lid wensen te warden van deze kring, kunnen zich opgeven bij de secretaris, de heer D. van Delen, v. d. Valk, Boumanlaan 43, Woerden. De contributie bedraagt 10,- per jaar M. J. Meursing-Pergueon. Holl. Rading. De voorzitter van de middenstand heeft op de jaarvergadering nogal af gegeven op de vakbonden als zouden de werknemersbonden misbruik maken van de krapte op de arbeidsmarkt en da grootste macht willen uitoefenen in de Stichting van de Arbeid. Deze voorzit ter heeft zijn tijd niet begrepen. Wij leven niet meer in de tijd van 1665. Gelukkig niet! Wanneer de werkgevers bonden de grootste macht zouden bezit ten, dam kwamen de arbeiders nergens. De tijd die achter ons ligt heeft dat wel bewezen. In de jaren dat alleen de werkgevers het voor het zeggen had den, lieten zij de arbeiders onder het loon werken, ja zelfs voor alle prijzen. Haarlem J. P. v. d. Westen Het is mij een behoefte eens dit schrij ven tot u te richten naar aanleiding van de laatste tijd steeds meer voorko mende roofovervallen op taxichauffeurs. Naar mijn mening zou dit euvel op een mogelijk niet al te kostbare manies te verhelpen zijn. Als men namelijk op de zitplaats van de chauffeur een hokje aanbrengt van glas, plastic of ander doorzichtig eventueel kogelvrij materi aal. Langs het plafond of voor bij de voorruit zou dan een ruimte vrij gela ten moeten worden om elkander te kun nen verstaan. Tevens moet daar in wor den aangebracht een handige opening of te openen ruimte om af te rekenen. Is het verder mogelijk dat in de ruim te bij de chauffeur een handel kan wor den aangebracht die de portieren kan afsluiten dan kan de chauffeur bij voor komende gelegenheid de portieren af- sluiten en zijn vrachtje netjes bij een politiepost afleveren. Hij moet dan wel de meter aan laten staan want m.L zijn de kosten naar dit politiebureau voor rekening van de passagier. Overigens laat ik de juiste uitwerking daarvan aan de deskundigen over. Is het zover uit te voeren dan zou de afsluiting mogelijk nog naar beneden geplaatst kunnen worden aan de zijde van de chauffeur, indien hij dit voor mogelijk houdt. Mogelijk dat door dit idee het laat ste slachtoffer onder de chauffeurs is gevallen. Lisse J. Th. van Koppen Naschrift v. d. red.: Uw oplossing lijkt ons nogal benauwd voor de chauffeur en beslist niet goedkoop. de mbrnstèen VOHAN, IR... IR RAN L/zoT* t en klem FA, 'A/Me borsTrok: is se net ce EN HET BOER \ZANDOOiS dÖÉÉ&iÖi! 5] Ouwe Sslim begon bitter te lach en, toen Pit Loeris opmerkte, dat er in de saloen voldoende stoere ke rels aanwezig waren, om zich tegen Drassige Dik te verdedigen. „Dat is nou net tragische," mompelde de bejaarde cowboy: „Het zijn stuk voor stuk woeste dappere mannen, maar ze veranderen in opgejaagde wezels, zodra ze die naam maar ho ren uitspreken." „Alles goed en wel," bromde de detective: „Maar er is tot nu toe niets aan de hand. M'n oom Johan zei altijd: Wie gaat er nou trèuren om dingen, die nog moeten 'gebeuren! En zo is het!" Ouwe Slim gaf geen antwoord maar liet zich om- izichtig op de planken vloer van de veranda zakken en legde zijn over jarig oor er tegen. Na enige ogenblik ken hees hij zich weer overeind. „Nog maals, vreemdeling, wees verstandig en maak, dat je wegkomt. Ik heb zo juist hoefgetrappel waargenomen. Drassige Dik bevindt zich op dit mo ment op hoogstens anderhalve mijl van het dorp. Je kunt nu vluchten met dat juffie!" Maar de detective schudde vastberaden het hoofd. „Geen sprake van, broer, hangbroek," gromde hij: „En ik zal je nog iets anders vertellen! Als er dan niemand de moed heeft, om die Drassige Dik het hoofd te bieden, zal ik het doen!" „Maar u krijgt niemand mee!" huil de de cowboy: „U komt helemaal al leen tegenover die bende schurken te staan. Ze zijn in staat om het he le dorp plat te branden en al het vee mee te nemen. Ik smeek u om te vertreken, seur!" Maar de we reldvermaarde speurder had zich reeds omgedraaid en wandelde de saloen weer binnen. teN SOHO-CLUB WESTEON. JOE EU DE J0W3EWS B'JUfll BEU KALF OUE WEÖ mSim'SHÜIS, I'D HEHDOh). EEN UUR LhTER IEMAUD ACHTEB OttS 6EEFT L1CHT- SIGMALEW, ALSOF H'J 0N5 WILLA- ÜU/TELSf DAM MOET IB ZE ZELF RCHTEEMR TEM STOPPEU oke. item LRM&- yJ\Mm, ZAAMBUDEW. - E'JR'S WAT DIE VENT WIL. 30-50 HET HOF van beroep in Londen vond dat een 59-jarige gewezen sein- wachter genoeg was gestraft voor het wegnemen van kolen tot een bedrag van twee gulden. Door zijn misstap had hij 1500 gulden gederfd door schorsing tijdens zijn berechting, had hij, na 28 jaar trouwe dienst zijn baan verloren, moest hij zijn dienstwoning verlaten en moest hij een maand in de gevangenis in voorarrest zitten. De drie rechters van het hof van beroep vernietigden het vonnis van zes maanden gevangenisstraf van een andere rechtbank en gelastten de on middellijke invrijheidstelling van de seinwachter. DE INWONERS van het Engelse dorpje Claverley zijn verdeeld over de vraag wat belangrijker is voor hun gemeente: een politieagent of een openbaar toilet. Op het ogenblik heeft Claverley geen van beide. Een raadslid, dat meer voor een po litieagent voelde, verklaarde: Als de jeugd in het weekeinde het dofj» bezoek heerst er vandalisme en straas» schenderij". Een toiletaanhanger verdedigde zijn mening aldus: „Voor bezoekers die in de zomer de oude kerk komen bezichtigen en in. een café wat drinken is een toilet be langrijk". OP EEN VEILING is Londen zal binnenkort een ijzerenmaagd uit da zeventiende eeuw te koop worden aan geboden. De ijzeren maagd was een martelwerktuig dat de binnen ingeslo ten veroordeelden met messen door kliefde. De messen zijn verwijderd, zodat de 21-jarige secretaresse van de veiling kon opmerken: „Het is een knus ding nu, het past me als een handschoen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 7