ALLES ADEMT DE SFEER VAN MOZART Muziek belangrijker dan macht &ALZB UR G: tweemaal de Schoonste stad van Oostenrijk Zware reis Eerste wereld- Vorstelijk huwelijk Noodlot Reeks kluchten oorlog Op rubber dipxi 1965 PLUS ■Seeid van een dronkaard in de tuin van slot „Hellbrunn". Mozart kreeg een standbeeld in de Altstadt. Overzicht van de stad van Mozartwaar in augustus weer de Festspiele zullen worden gehouden. Rechtsboven het slot „Hellbrunn". 2ijn zeldzaam geworden, de ^olkenschepen aan de he- lw kernel die niet geladen zijn bo01 en giftige gassen, sym- is he welvaart. Frisse lucht *uxe en wie mag wonen in &a^reek zonder als torens van iigjj °rnhoogpiekende schoorste- zich gelukkig prijzen. De op onze aarde waar de zon niet door een gordijn van walm hoeft door te dringen om de men sen te verwarmen, worden vooral in Europa steeds minder talrijk. Laat is meteen met de deur in huis vallen: Salzburg waar ik een de zer dagen na goed anderhalf uur vliegen vanuit Schiphol per AUA neerstreek was letterlijk en figuur lijk een verademing. Het regende, en de landingsbaan glom. Nu is regen bij aankomst in een vreemd land altijd wat onplezierig voorai voor iemand, die met vakantie gaat. Maar het merkwaardige is, dat een malse bui in Salzburg heel anders aandoet dan in ons eigen kikkerlandje. Tenminste, zo onder vond ik dat. Yloek der richt Indio's familie Patino ten gronde Enige tijd geleden werden in het openbaar de laat ste bezittingen verkocht van Joanne Connelly, gewe zen echtgenote van Jaime Ortiz Patino. Het was een kostbaar sieraad van een ontzaglijk rijke familie die volgens de Indio's niet gelukkig mocht zijn. In Zuid-Amerika en vooral in Bolivia is men er zeker van dat de vloek der Indio's de Patino's blijft achtervolgen, want het kolossale fortuin, opgebouwd op lijden en dood van duizenden arme India nen, die hun gezondheid verloren In aan de Patino's toebehorende tinmijnen, be staat niet meer. Van het standpunt der Patino's uit gezien is de op bouw van hun ontzaglijk fortuin als een sprookje, in de ogen van de duizenden arme mensen die dit fortuin hielpen opbouwen, is dit sprookje echter niets anders dan het tragisch verhaal van schandelijke uitbuiting en niets ontziende schraapzucht. De stichter van deze tin dynastie was een arme indio, zoals de meeste inwoners van Bolivia. Het toeval ech ter hielp hem uit de armoede en gaf hem de kans een van de rijkste mannen ter wereld te worden. Simon Boiiver Iturri Patino werd in 1862 in Cochamba, een stad in cen traal Bolivia, geboren als zoon van een arme Cholo (half-ïndiaan, half blanke), die van beroep schoenmaker was. Rijk geworden streefde hij er voortdurend naar om zijn afkomst te vergeten en om zijn gezinsleden klinkende huwelijken met blanke grootheden te doen aangaan. Nog vóór zijn fantastische loopbaan begon huwde hij met een blank meisje, dat hem een giote steun was ln zijn verder leven. Hij kreeg spoedig een baantje op een kantoor van de zilvermijn „Huancacha", waar hij 15 dollar per maand verdiende. Zijn vrouw, Albina Kodri- gue, gaf hem de raad bij een Duitse mijnmaatschappij te gaan werken, die van de Indianen goud en zilver op kocht. Dat deed hij en toen begon zijn succes. Het begin was louter toeval. Op zekere dag kwam een uitgehonger de Indiaan aan zijn loket die hem eten vroeg. Hij gaf de man een stuk vlees en aan-, hoorde zijn klaphten over de tegenslagen in de bergen. Hij zocht namelijk goud, maar vond er alleen een tinmijn, het zilver van de arme mensen. Simon Patino luisterde aandachtig toe. Hij vroeg de man hem de tin mijn te verkopen. Na loven en bieden kocht Patino de tinmijn voor 75 dollar. Nu had hij wel de mijn gekocht, maar eerst moest hij haar nog vinden! Volgens de ver klaringen van de Indiaan zou hij de ader vinden op 5000 meter hoogte in de bergen boven Le Paz Voor 25 dollar kocht Pa tino zich een karretje plus een lama en voedsel en trok toen samen met zijn vrouw op avontuur. Het werd een vreselijke reis en ze hadden ontzettend te lijden van koude en slecht weer. De schaarse lucht op grote hoogte belette hen snel vooruit te komen, doch ten slotte bereikten zij toch de aangeduide plaats, een on herbergzaam oord, waar slechts enkele doodarme In dio's woonden, die Patino direct als arbeiders aanwierf, tegen betaling van een aal moes. Nu begon het delfwerk. Inplaats van tin vond men slechts stenen en leem. Reeds wilde de ontmoedigde Patino naar de bewoonde wereld terugkeren, toen zijn vrouw hem wist op te mon teren en hem kon overhalen te bljjvcn. Het graafwerk werd voortgezet en na korte tüd stootte men inderdaad op een tinader die meer dan een meter breed was. Later zou deze ader de rijkste tin mijn blijken te zijn. Het was het jaar 1894. Simon Patino was 34 jaar oud en had nog een heel leven voor zich. Hij organi seerde nu het transport van het tin naar La Paz, waar hij een kantoor opende. Hij kreeg het kolossale bedrag van vier miljoen aangeboden voor zijn tinmijn, maar wei gerde. Hij deed alles op eigen houtje en hoefde zien over geld niet bezorgd t<> maken, want binnen twee jaar tijds boorden zijn ar beiders niet minder dan 22 rijke aders aan. Patino kocht en bouwde zijn eigen gïete- ren en vergrootte in snel tempo zijn kapitaal. Hij be gon eveneens de exploitatie van koper-, goud- en zilver mijnen, van borax, salpeter, kobalt, magnesium, enz. De Boliviaanse grond verbergt als het ware één grote mijn van grondstoffen. hem de rijkste man van de wereld- Zijn vermogen werd geschat op ongeveer vier biljoen dollar. 35000 Indio's werkten voor hem als sla ven tegen een hongerloon. Hij bezat spoorwegen, sche pen. krachtcentrales, banken en paleizen, niet alleen in Bolivia, maar ook in Spanje en Parijs. Hij verkreeg de Boliviaanse adelstand, maar toch voelde Patino zich nog steeds niet de gelijke van de blanken. Hij was een half bloed en in zijn eigen stad werd hij niet toegelaten in de club van de blanke aristocratie. Duizenden en duizenden arme mannen, die in de on mogelijkste omstandigheden en bijna zonder eten in de mijnen werkten, stierven aan tuberculose. Degenen die ziek werden verloren hun werk en konden van honger omkomen. Maar aan deze onsociale toestanden werd geen ruchtbaarheid gegeven, omdat de kranten ook aan de Patino's behoorden. In tussen steeg echter vanuit de Boliviaanse ondergrond een eindeloze reeks klachten en vervloekingen op. Wan neer er een staking uitbrak om enkele centen loonsver hoging, liet Patino zijn eigen leger tegen de ongelukkigen optrekken en werd de sta king onderdrukt ten koste van veel mensenlevens. HR reisde naar Europa, om daar te zoeken wat hij in eigen land niet vinden kon: de glorie van een groot man. Omdat in zijn eigen land de adel hem nog met de nek bleef aankijken, wilde hR de zoveel belangrijker Europese adel veroverendoor zijn kinderen. Zijn oudste zoon en opvolger, Antenore Patino, liet hR in Duitsland studeren en deze wist een vorstelijk huwelijk te sluiten met Maria Christine de Bourbon, dochter van de hertog van Duncal en nicht van Alfons XH1, koning van Spanje. Het huwelijk werd ingezegend door de aarts bisschop van Madrid ln de kapel van het Padro. De bruid droeg juwelen ter waarde van 5 miljoen dollar, die ze van haar man had gekregen. Simon Patino lachte in zijn vuistje en nam een brutale wraak: hij nodigde alle voor aanstaande Bolivianen uit op het huwelijksfeest en die lieten geen verstek gaan. Ze kwamen alleen voor de Spaanse prinses en dat wist vader Patino maar al te goed. Hij liet hen de bruid bewonderen en mét de bruid de geschenken, hoofdzakelijk uit zijn eigen portemonnee betaald, doch ze kregen ver der niets, geen slok water zelfs Patino werd schatrijk en tot zRn geluk kwam de eer ste wereldoorlog van 1914. Voor tin kon Patino prijzen vragen die hij zelf wilde. 35 jaar nadat hR de tinmijn van de onbekende Indiaan had gekocht, noemde men Ook zijn andere kinderen wist hij een adelijke titel te bezorgen. Zo bijv. trouwde Luzmilla met de graaf de Boisrouvray en Helena met de markies van Carirosa. Maar al die schitterende huwelRken betekenden geen geluk voor de Patino's. De vloek der Indio's zou hen voortdurend achtervolgen. Als bR toverslag echter kwam er wRziging in de toe stand. Tussen Bolivia en Pa raguay brak oorlog uit om het bezit van de Gran Cha- co. Paraguay bleef aan de winnende hand omdat het de Indio's kon overhalen te deserteren. Bolivia verloor de oorlog en moest 194 mil joen dollar als oorlogsschuld betalen. Het was Slmon Pa tino die met één cheque deze zaak vereffende. In ruil daarvoor verzekerde hR zich het uitbatingsrecht van alle ertsbronnen van zRn land- Het ging hem allerminst voor de wind. Bij een nieu we staking van zijn mishan delde en uitgehongerde ar beiders werd zijn paleis te Cochama verwoest. Tot overmaat van ramp brak de tweede wereldoorlog uit en Simon Patino meende zijn tin weer aan Engeland en Duitsland te kunnen verko pen zoals in 1914. Hij reken de echter niet op de tegen werking van de Verenigde Staten. Brutaal reisde hij naar New York doch onder vond een geweldige agitatie. Om veiligheidsredenen durf de hij zijn schip niet verla ten en keerde onverrichter - zake naar zijn land terug. Doch ook in Bolivia kwam men tegen hem in opstand, zodat het evenmin veilig was naar La Paz terug te keren. Tenslotte vestigde hij zich onder bescherming van Peron in Argentinië, waar hR werd vermoord. De vloek der Indio's ging verder. Alle Patoino's wer den door het noodlot getrof fen. Ongelukkige huwelR ken, financiële débacles. ziekten en dood maakten van het rRke geslacht Pati no een arme, ongelukk/je familie. De vloek der Indio's had zRn uitwerking niet ge mist THEO LUYSTERBURG Een blond fris stewardesjc van de AUA stond met een zwierige rode para plu daaronder aan de vliegtuigtrap en even later wandelde ik in haar gezelschap naar de balie waar politie en douane gul en gastvrij hun „Gruess Gott"-groet toe roepen. De „poort" van Salzburg stond wagenwijd open en toen ik in een snelle bus deze veelbezongen stad binnenreed, brak boven Schloss Hellbrunn de lucht en daalden de zonnestralen als een gigan tische harp naar beneden. Hotels van allure rezen als paddestoe len uit de grond. Concertzalen kregen voorrang in het bouwprogramma, en toen vele Salzburgers nog in nissenhutten woonden omdat zij waren „ausbombar- diert" werden zgn. „Schlosskonzerte" in volle luister hersteld in gerestaureerde kastelen. De tijd ligt ver achter ons. Het Salzburg van nu is een pulseren de stad met moderne verkeersmiddelen die niet razen, maar rijden. Het lijkt of in Salzburg alles op rubber loopt. De auto's hebben minder haast. De trams gieren niet in de bocht en vliegtuigen mijden het gebied tussen Mönchsberg en Kapuzinerberg, waartussen het oude! stadsgedeelte is geborgen, dat kenmer kend is door de barokstijl van vestingen en Dom. Een slentergang door deze Alt stadt is onvergetelijk. De vijf en dertig klokken van het carillon, dat Melchior de Haze uit Antwerpen in 1688 voor Salz burg bouwde, begeleidt met zijn jubelen de klanken onze weg door stegen en over pleinen. Watervallen van bergstroompjes kletteren langs de straten omlaag. Koel Uit wonderlijke standbeeld staat in Londen, in een uithoek van het St. Pancras-kerkhof. Het stelt een ze kere Henry Croft voor, die behoorde tot het gilde van de fruit- en visventers in de Engelse hoofdstad. Deze straat verkopers plachten hun jas en hoed te voorzien van honderden parelmoeren knopen als een soort uniform, een „image" zou men tegenwoordig zeggen. Op zich was deze afwijkende uitmonstering geen voldoende reden om de nagedachtenis van Henry Croftfloor middel van eert standbeeld levendig te houden, al geeft dit er een apart accent aan. Maar de eigenlijke reden om een beeld op te richten het staat er al weer zo'n dertig jjaar was, dat de heer Croft zich beijverd heeft om geld bijeen te zamelen ten behoeve van armlastigen die ziekenhuis- verpleging nodig hadden en dat niet konden betalen. Het standbeeld is dan ook betaald door een aantal Londense ziekenhuizen. In Salzburg leven, werken en genieten 120.000 inwoners. Zij zijn vlijtig, muzikaal en bezeten van hun stad, die binnenkort weer in het centrum van de internatio nale muziekwereld zal staan en waar mu- ziekkrecencenten hun jaarlijkse bivak op slaan om de groten van het muzikale le ven te kunnen horen. Honderdtwintig duizend mensen hondertwintig duizend Salzburgers al of niet in klederdracht (Dirln's en grijze jasjes met grove be-1 nen knopen) maken zich op om dit feest; vond Mozart weer tot een succes te ma ken. Salzburg bestaat in hoofdzaak van' het toerisme en hopelijk blijft dat. Het; is juist de afwezigheid van walmende ia- j brieksschoorstenen, die de mooiste stad van Oostenrijk ook tot de schoonste maakt. Er was een andere tijd. De Salzbur gers spreken er niet graag over. De oorlog, bommen die uit de hemel vie len en vele monumenten aanvraten. Alom geweld en vernietiging. Het leek of Mozart's muziek was verstomd en ten ondergegaan in een chaos van wa pengekletter. Nee. praat in Salzburg j maar liever niet over die tijd. Alle spo-i fc ren zijn verdwenen, alle puinhopen op- r geruimd en de stad van Mozart kwam mooier tevoorschijn dan ooit. De tijd van loutering „het vagevuur" zoals! een Salzburger het noemde was no~ éie om tot het besef te komen dat mu ziek belangrijker is dan macht. helder gesmolten sneeuwwater, dat de ge hele lente en zomer door van de hoogste wachttoppen van Salzburg vloeit. Op de Domplatz met de indrukwekkende stand beelden, die de genoegens en de dood strijd van de rijkaard symboliseren, bruist de fontein omhoog. Jonge meisjes laten zich fotograferen, zittend op de ba lustrade van het monument. Zij lachen in de lens en zijn huebsch en luchtig ge-! kleed. Maar des avonds, wanneer die zelfde Maedel aan de arm van hun vriend naar de marmeren zaal van het kasteel! Mirabell gaan om een serenade van Mo zart te beluisteren, zijn ze stemmig en| in stijl gekleed. Stil en helemaal „in" zit-j ten zij voor het podium, waarop vier violisten en een cellist musiceren onder het licht van polsdikke kaarsen. Het is eenvoudig onmogelijk niet aan Wolfgang Amadeus Mozart te denken wanneer men over Salzburg spreekt. De stad is zo nauw verweven met deze componist, en zijn begenadigde muziek hoort hele maal thuis in de klassieke paleizen, die door de machtige bisschoppen van wel eer werden gebouwd. Salzburg in kort bestek beschrijven !s een onmogelijke zaak. Deze stad moet men beleven in al zijn facetten. Over dag bij zon of regen, des avonds in con certzaal of Weinstube. De mogeiijkehden om te genieten van natuur en kunst zijn zo tairRk, dat niemand met een onvoldaan gevoel Salzburg zal verlaten. W.B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 21