OVERPEINZINGEN BIJ HET RIJKSDAGGEBOUW Oostenrijk kocht „Duits bezit" van Rusland terug Is hereniging ran Duitsland nog mogelijk? Succes bij bouwen aan de toekomst TERUG NAAR DE GRENZEN VAN 1937 EXTRA BAT J AST VAN OORLOG OVERWONNEN Oder-Neisse linie Voornaamste taak 150 miljoen dollar Jalta en Potsdam Deutschland über alles Zelfbeschikking Belemmeringen VRIJDAG 11 JUNI 1965 PAGINA 9 Het Rijksdag gebouw, in het wes telijk stadsdeel van Berlijn, staat nog in de steigers. Aan de res tauratie wordt hard gewerkt. De- tekst op de gevel springt weer scherp uit. Het gebouw is gewijd „aan het Duitse volk". Voor véle Westberlijners en Westduitsers is dit een monument van de Duitse eenheid, die door de oor log verbroken werd. Weense kinderen spélen in ver woeste huizen. (Door H. Bronkhorst) Het gebouw van de Rijksdag in West-Berlijn staat op het ogenblik nog in de steigers. Maar er wordt hard gewerkt aan de restauratie. Men hoopt dat het herstel over enkele Jaren voltooid kan zijn. Intussen heeft de voorzitter van de Duitse Bondsdag, Dr. Eugen Gersten- hiaier, hier reeds een fraaie Werkkamer. Straks zouden hier de periodieke Berlijnse vergade ringen van de Bondsdag gehou den moeten worden, inplaats van in het nabijgelegen Congresge bouw. Voor de Duitsers is dit Rijksdaggebouw een monument van de Duitse eenheid die na de Tweede Wereldoorlog verloren ging. De restauratie is symbo lisch voor het streven naar Duit se hereniging, waarover in de Bondsrepubliek en in West-Ber lijn nu weer zo veel gesproken Wordt. (Door P. Balazs) Het is nog nooit eerder in de geschiedenis voorgekomen, dat zo vele landen, men kan wel zeggen werelddelen, de beëindiging van een verschrikke lijke oorlog en tevens hun bevrij ding van de tyrannie in het zelf de Korte tijdsbestek konden vie ren. De maand mei, met april vooraf, blijft in de annalen der mensheid geboekstaafd, als de tijd, waarin men opnieuw vrij ademen kon. Ook in Oostenrijk, waar de onbarmhartige krach ten van Hitiers Derde Rijk sinds de prille lente van 1938 de levens krachten van het volk begonnen uit te persen, heeft men de dag van de bevrijding, 27 april 1945, met ontroering herdacht. Op die dag werd de „Proklamation", die in het Staatsblad als No. 1 ver scheen, door vier vertegenwoor digers van de politieke partijen ondertekend; door dr. Karl Ren ner en dr. Adolf Scharf voor de Socialistische Partij Oostenrijk, Leopold Kunschak voor de Oos tenrijkse Volkspartij en Johann Koplenig voor de Communisti sche Partij Oostenrijk. üe brandende Stephansdom in Wenen. In West-Berlijn staat vlak bij de Muur een bord met de woorden waarmee nu het Duitse volkslied, begint: „Eenheid en recht en vrijheid". Het is een boodschap aan de Oostberlijners en een uit daging aan het regime van Ul bricht in de „Duitse Democrati sche Republiek". De Bondsrepu bliek en West-Berlijn streven naar een hereniging van Duits land, waar recht en vrijheid moeten bestaan. Onder bestuur van de U.S.S.R. GRENZEN VAN 1937 Stettin: Breslau: Berlijn steeds meer ontwikkeld en geconsoli deerd. Hoewel vele bewoners van dit land familie hebben in de Bondsre publiek, zou een nieuwe generatie toch geleidelijk kunnen vervreemden van West-Duitsland, mede onder in vloed van de communistische indoc trinatie en de propaganda tegen Bonn en het Westen. Naarmate de staat kundige verdeling langer bestaat zal de hereniging op meer bezwaren stui ten. Die hereniging heeft voor de Bondsrepubliek voorlopig alleen betrekking op West-Duitsland en op Oost-Duitsland tot de Oder- Neisse linie. De voormalige Duitse gebieden ten oosten van de Oder-Neisse werden na de oorlog aan Polen en Rusland toe gewezen. In Potsdam werd besloten dat die regeling voorlopig tot het Duitse vredesverdrag zou bestaan. De Bonds republiek beschouwt de „Ostgebiete" nog altijd als delen van Duitsland, die tijdelijk aan Duits bestuur onttrokken zijn. Maar in het Russisch-Poolse vriendschapsverdrag van 21 april j.l. wordt gesproken van de „onschend baarheid van de staatsgrens van de Poolse Volksrepubliek aan de rivie ren Odra en Nysa" (Oder en Neisse). Voor Polen en Rusland is dit een afgedane zaak. De Bondsrepubliek zegt, dat de „Ostgebiete" na het vre desverdrag weer Duits zouden moe ten worden. De Bondsrepubliek streeft uiteinde lijk naar een herstel van Duitsland binnen de grenzen van 1937, dus vóór de Anschluss van Oostenrijk (maart 1938) en vóór de inlijving van het Sudetengebied (oktober 1938) maar na de terugkeer van Saarland (maart 1935), dat nu ook weer Duits is. Hoe wel de Bondsrepubliek zich als de vertegenwoordigster beschouwt van de Duitse staat van 1871, maakt zij geen aanspraak op Elzas-Lotharingen, dat in het keizerrijk bij Duitsland ge trokken was, maar dat na 1918 weer Frans werd. De' Duitse Bondsrepubliek telt 55 miljoen inwoners op 248.000 km2. De Duitse Democratische Republiek 16 miljoen inwoners op 108.000 km2. De oppervlakte van de „Ostgebiete" is 114.000 km2, maar de vroegere Duitse bevolking is grotendeels verdreven. De Westduitse minister van Bui tenlandse Zaken, Gerhard Schroder, heeft onlangs, op de partijdag van de Christen-demo cratische Unie in Dusseldorp, een vu rig betoog gehouden voor Duitse her eniging. Dit gebeurde in het kader van de campagne van de C.D.U. voor de Bondsdagverkiezingen van septem ber. Hij noemde de hereniging: de voornaamste taak van de buitenland se politiek van de Bondsrepubliek. „Men kan zelfs zeggen, dat in een verdeeld land als het onze. alle bui tenlandse politiek in wezen hereni- gingspolitiek is". Hij herinnerde aan de verplichtingen van de geallieerden met ongeveer 90 miljard Schilling t« vergelijken is. Men toog aan het werk en weldra zag men ook resultaten. De bruto nationale produktie (in 1937 gelijk met 100) steeg tot eind 1963 tot 256; het nationale inkomen, dat men in 1950 op 6122 Schilling per hoofd be rekend heeft, steeg in 1962 tot 20.100 Schilling. Het inkomen per werkne mer bedroeg in 1953 1564 Schilling en vorig jaar reeds 3040 Schilling. De Spaarbanken beheerden in 1948 acht miljard Schilling en vorig jaar reeds 83 miljard Schilling. Dit succes werd bereikt ondanks het feit, dat Oostenrijk onder een zware hypotheek zuchtte. Oostenrijk heeft namelijk bij het. ondertekenen van het Staatsverdrag van 5 mei 1955 de verplichting op zich moeten ne men de door de Sovjet-Unie in beslag genomen „Duitse eigendommen" terug te kopen. Deze werden tot het sluiten van het „Staatsverdrag" onder de naam ,,USIA"-bedrijven beheerd door een „Beheermaatschappij van Sovjet eigen dommen in oostelijk Oostenrijk". Zij omvatten ongeveer vierhonderd on dernemingen, die dertig procent van de produktie in de Sovjet-sector en ze ven procent van de totale Oostenrijk se produktie vormden. De olievelden in Neder-Oostenrijk met hun raffina derijen en andere installaties werden door een zustermaatschappij van de Sowjetische Mineralölverwaltung" be heerd. Ook de Donau-Dampfschif- fahrts-Gesellschaft stond onder Sov jet-beheer. Om aan deze politiek en econo misch ondraagbare toestand een eind te maken, mocht Oostenrijk geen of fer schuwen. Zo heeft het zich in arti- tel III van het „Moskauer Memoran dum" van april 1955 verplicht om voor de teruggave van zijn olievel den, raffinaderijen en exploratie- rechten binnen tien jaar tien miljoen ton ruwe olie aan de Sovjet-Unie te leveren. Voor het terugkrijgen van de USIA-bedrijven heeft Oostenrijk in zes jaar voor 150 miljoen dollar aan goederen geleverd en verder twee mil joen dollar neergeteld voor het terug ontvangen van de Donau-Dampfschif- fahrts-Gesellschaft. De last van de leveringen werd later bij tussentijdse overeenkomsten door de Sovjet-Unie enigszins verlicht. Wat de verplichting van de beta ling van 150 miljoen dollar in zes jaar tijds betreft: Krachtens het Staatsverdrag werd Oostenrijk toege staan deze geldschuld door warenle- veringen te voldoen, hetgeen ook is gebeurd. De leveringen, ter waarde van 25 miljoen dollar per jaar, wer den in de tijd van 27 juli 1955 tot 26 juli 1961 strikt op termijn uitgevoerd. Hierdoor is aan deze overeenkomst geheel voldaan. Oostenrijk heeft hier voor de door de Sovjet-Unie als „Duits eigendom" in beslag genomen ondernemingen teruggekregen. De twee miljoen dollar, die Oosten rijk voor de Douau-Dampfschiffahrts- Gesellschaft moest betalen, werden reeds in 1955 voldaan. De Sovjet-Unie heeft hiervoor schepen, haveninstal laties en de scheepswerf in Kornen- burg afgestaan. Er volgden meer verlichtingen van de aflossingsplicht. In de zomer van 1958 werd overeengekomen, dat de last van de toen nog voor zeven jaar geldige aardolieovereenkomst tot de helft zou worden teruggebracht en wel door gratis tegen-leveringen van de Sovjet-Unie aan Oostenrijk in de vorm van 500.000 ton ruwe olie per jaar. Op 27 juli 1961 werden de Russische tegenleveringen van jaarlijks 500.000 ton ruwe olie stopgezet. De Oosten rijkse leveringen werden voor de res terende drie jaren met de helft ver minderd. De levering van het laatste jaar (27 juli 1964 tot 26 juli 1965) werd geschrapt. Verschillende andere verplichtingen die voortvloeiden uit het Staatsverdrag hebben het land nog een financiële last van 8.375 milj. Schilling bezorgd. Hier onder vielen de betalingen voor scha deloosstellingen aan politiek-vervolg- den, aan religieuze gemeenschappen, oorlogs- en bezettingsslachtoffers, vluchtelingen en migranten. Aan de ze verplichtingen werd voor het groot ste deel voldaan. Dit jaar moest nog 656 miljoen Schilling in de staatsbe groting worden opgenomen voor diver se betalingen krachtens het Staats verdrag. De komende jaren steeds 437 miljoen. Om dit alles te kunnen doen, heeft men een gunstige econo mie nodig gehad. Als niet-Duitser bekijkt men dit ge bouw met gemengde gevoelens. Het Wekt herinneringen aan de bouwheren de beide Wilhelms, aan Bismarck en aan de glorie van het Duitse keizer rijk. Het herinnert aan de Weimar-re- publiek en aan Brüning, toen de Rijks dag meer dan tevoren het karakter van een parlement kreeg. Maar dit ge touw is ook nauw verbonden met de verschrikkelijke geschiedenis van Hitiers Derde Rijk. Boven de zuilen van de hoofdingang kan men weer het opschrift lezen: „Dem Deutschen Volke". Het gebouw werd toegewijd aan het Duitse volk, maar dat volk leeft nu in een ver deeld Duitsland en een verdeeld Ber lijn. Vlak bij het Rijksdaggebouw ziet men de Berlijnse Muur, die een deel is van de grens van de „Duitse De mocratische Republiek", zoals Oost- Duitsland zich officieel laat noemen.- Aan weerszijden van de Muur zijn bor den opgesteld met opschriften die boodschappen inhouden voor de bewoners van de overzijde. West-Ber lijn heeft voor de Oostberlijners een hoog bord bij de Muur gezet met de tekst „Einigkeit und Recht und Frei- heit", de eerste regel waarmee men hu het Duitse volkslied begint. Het is een uitdaging aan het regime van Ul- bricht en een oproep tot hereniging in recht en vrijheid. Maar bij Checkpoint Charlie, de Amerikaanse doorlaatpost in de Muur, staat een Oostberlijns bord met de woorden „Die DDR exis- tiert und erstarkt! Sie ist weder zu kaufen noch zu annektieren!" En dat is een uitdaging en een waarschu wing van Ulbricht aan West-Berljjn, de Bondsrepubliek en de westerse ge allieerde mogendheden. Die twee bor den symboliseren het diepgewortelde staatkundige conflict. West-Duitsland streeft naar hereniging, maar de Sov jet-Unie en de machthebbers in Oost- Duitsland wensen niet te praten over een liquidatie van de D.D.K., die in tussen al weer ruim vijftien jaar be staat. Zij willen althans het commu nistische systeem in dit gebied hand haven, hetgeen op hetzelfde neerkomt. Wat is de voorgeschiedenis van de Duitse staatkundige schei ding, waarvan de Berlijn se Muur nu het tastbare teken is.' Reeds in 1943 werd, op een gealli eerde conferentie in Moskou, de basis gelegd voor de na-oorlogse verdeling van Duitsland in bezettingszones en van Berlijn in bezettingssec toren. Op de conferenties van Jalta en Potsdam werden die afspraken uitge werkt. Uit de drie westelijke bezet tingszones van Duitsland ontstond in september 1949 de Duitse Bondsrepu bliek en een maand later stichtte R,us- land in de Sovjetbezettingszone de Duitse Democratische Republiek, voor de Sovjet-Unie en bijgevolg ook voor de D.D.R. bestaat er wel een Duitse Bondsrepubliek, maar voor de Westerse geallieerde mogendheden ®n voor de Bondsrepubliek is er geen D.D.R., maar officieel nog altijd een Sovjet-bezettingszone. Zo erkennen de communisten ook het bestaan van West-Berlijn als een afzonderlijke staat kundige eenheid, maar voor het wes ten is Oost-Berlijn niet de hoofdstad van de D.D.R., maar nog steeds de sovjet-sector van Berlijn. Na de oorlog hebben de Grote Vier In deze proclamatie werd de onaf hankelijkheid van het land afgekon digd en werd de gehele wereld te kennen gegeven, dat de „Anschluss" van het jaar 1938 als voorbij te be schouwen was. Men toog onmiddellijk aan het werk. De klap die jaren van bezetting en oorlog volk en land toe brachten, was zeer groot. Tweehon derdduizend mensen hebben het leven verloren; men telde zesenzeventigdui zend vermisten; honderdvijftigdui zend mensen kwamen met zware ver wondingen en verminkingen uit de oorlog. De verwoestingen aan bouw werken heeft men op 7,5 miljard Schilling geschat, welk bedrag thans de Duitse hereniging te blijven be vorderen. „De vier zegevierende mo gendheden van de tweede wereldoor log kunnen wij niet ontslaan van hun verantwoording voor de eenheid van Duitsland." Hij stelde ook nog eens, dat de Bondsregering het recht had voor het hele Duitse volk te spreken. Ir. een samenvatting van zijn lange rede verklaarde Schroder: „De doel einden van de Duitse buitenlandse po litiek zijn: de handhaving van de vre de, de verzekering van de vrijheid en de hereniging van de natie. Die doeleinden vormen één geheel." Hij zei ook, dat de Bondsrepubliek, sa men met de Westerse geallieerden moest blijven proberen de Sovjet-Unie voor dc hereniging te winnen. „De Sovjet-Unie moet leren inzien, dat de Duitse hereniging ook haar nationale belangen en die van de Oosteuropese landen zal dienen." Ongetwijfeld be seft Schroder zelf ook dat die wens niet zo gemakkelijk vervuld kan wor den. Rusland en de andere Oosteuro pese landen die onder de Duitse over heersing geleden hebben, koesteren immers een gerechtvaardigd wantrou wen ten aanzien van een nieuw groot Duitsland. Een dergelijk wantrouwen bestaat ook in die Westeuropese lan den die in de twintigste eeuw in een of twee oorlogen met het Duitse rijk geconfronteerd werden. De idee van Duitse hereniging is buiten de Bonds republiek niet algemeen populair, al beseft men, dat de bestaande scheu ring van Duitsland een blijvende bron van internationale spanningen is, voor al ook door de kwetsbare positie van West-Berlijn, een westerse enclave in het communistische gebied. Maar ook verscheidene Westerse volken zouden afdoende garanties willen hebben dat een herenigd Duitsland niet zal domi neren, geen expansie zal zoeken en zich van avonturen zal weerhouden. Zo fronst de Nederlander de wenk brauwen als hij leest, dat de Westduitse vice-kanselier, Erich Mende, verlangt dat men weer „Deutschland, Deutschland über al les" gaat zingen. En in Tsjechoslowa- kije ergert men zich met reden aan wensdromen van de Westduitse minis ter van Verkeer, Christopli Seebohm, ten aanzien van het Sudetengebied. Daarom moest de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Michael Stewart, bij zijn recente bezoek aan Praag nog eens uitdrukkelijk verklaren, dat voor Engeland de overeenkomst van München van 1938 „dood" was. (De Gaulle heeft reeds in 1942 tegen Be- nesj gezegd, dat voor Frankrijk „Mün chen" niet meer bestond). Het Westen wil, mét de Bondsre publiek, alles in het werk stellen op dat de bevolking van Oost-Duitsland eens weet in vrijheid zal kruinen le ven. Maar dat geldt ook voor de be woners van andere Oosteuropese sta ten, die nu onder een communistisch bewind gebukt gaan. De bevordering van het herstel van recht en vrijheid in Oost-Duitsland kunnen wij niet los zien van de bevordering van de libe ralisering in de resterende commu nistische staten in Europa. In de Bondsrepubliek houdt men zich, om begrijpelijke redenen, té uitsluitend bezig met het lot van de Oostduit sers. Dit lot wordt echter gedeeld door vele andere volkeren, als de Hon garen en de Polen en anderen die ons niet-Duitsers minstens zo na staan. Duitse hereniging zou voor ons ook vooral verenigbaar moeten zijn met Europese integratie en Atlantische sa menwerking. Maar het is de vraag of er ooit een Duitse hereniging komt. (V.S., Engeland, Frankrijk en Rus land) herhaalde!'jk conferenties gehou den over de Duitse kwestie. De laat ste topconferentie was die van juli 1955 in Genève. In Genève werd in het voorjaar van 1959 ook voor het laatst een conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken over Duitsland gehouden. (De Parijse topconferentie van 1960 werd door Khroesjtsjev al vóór het begin onmogelijk gemaakt). Het tegenwoordige Russisch-Wester- se meningsverschil over een oplossing van de Duitse kwestie kan als volgt worden samengevat. De Westerse mogendheden en de Bondsrepubliek houden vast aan het recht van het Duitse volk op zelfbeschikking. Het hele Duitse volk moet na vrije verkiezin gen een representatieve regering voor heel Duitsland kunnen vormen. De Sovjet-Unie stelt zich op het standpunt dat in een toekomstig Duitsland het communistische stelsel van de D.D.R. onveranderd gehandhaafd moet blij ven. Volgens de Westerse mogendheden moet een herenigd Duitsland zijn ei gen buitenlandse politiek kunnen be palen. Het moet vrij zijn, deel te ne men aan de Europese of Atlantische samenwerking, als het dat zou wen sen. De Sovjet-Unie heeft verklaard, dat een toekomstig Duitsland geneutra liseerd zou moeten worden. Voor Mos kou zijn de plannen voor een oplossing van het Duitse vraagstuk nauw ver bonden met de kwestie van de Europe se veiligheid. Moskou wil garanties te gen het „revanchisme" en „militai risme" in de Duitse Bondsrepubliek. (De plannen van de Poolse staatslie den Rapacki en Gomulka voor een atoomvrlje zone in Centraal-Europa, althans voor een „bevriezing" van de kernwapens in dit gebied, zouden vol gens de communisten bij kunnen dra gen tot een oplossing van de Duitse kvestie). Volgens het Westen kan een vredes verdrag alleen gesloten worden met een werkelijk democratische en repre sentatieve regering van een herenigd Duitsland. Rusland wil eerst een vre desverdrag vóór aan een eventuele hereniging gedacht kan worden. Mos kou wil vredesverdragen met de D.D.R en de Bondsrepubliek afzon derlijk, of anders met een Duitse confederatie, waarin de twee Duitse staten gelijkwaardig vertegenwoordigd zijn. Het Westen dat de D.D.R immers niet erkent, zal met die „staat" dus ook geen pact kunnen sluiten, en het verwerpt de confederatie-gedachte, omdat het de DDR. niet als gelijk waardig aan de Bondsrepubliek kap accepteren. De voormalige Sovjet-premier Khroesjtsjev heeft sinds 1958 herhaal delijk gedreigd met een afzon derlijk Russisch-Oostduits vredes- pact. Maar dat dreigement is niet uit gevoerd. al sloot de Sovjet-Unie in ju ni vorig jaar wel een „vriendschaps verdrag" met de D.D.R. Praktische belemmeringen voor een Duitse hereniging bestaan aan beide kanten. De Bondsrepubliek is een van de belangrijkste leden van de Noord- Atlantische Verdragsorganisatie. In West-Duitsland bevinden zich zes Ame rikaanse divisies. De staat speelt ook een grote rol in de Europese Econo mische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en in Euratom. West-Duitsland is volko men geïntegreerd in het Westeuropese en in het Atlantische kamp. De Duitse Democratische Republiek is lid van het Oosteuropese militaire bondgenootschap: het Pact van War schau. In de D.D.R. zijn twintig Sov jet-divisies gelegerd. In de Oosteuro pese economische organisatie COME CON, is de D.D.R. het belangrijkste land na de Sovjet-Unie. De D.D.R. heeft zich sinds 1949 1 Franse sektor 2 Britse sektor 13 Amerikaanse sektor 4 Sowjet sektor Onder bestuur van Polen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 9