En brullend kwant de reüen Sneller naar de top DERTIENDE AFLEVERING: Vervolgverhaal door Is dat leven? Wat er aan vooraf ging Vreemde geluiden Regen Orchidee Wim Hornman Vaartuig Waarom? PLUS 12 JUNI 1965 e vraag bleef dreunen in zijn hersens. Wie was de moordenaar van John Well? Wie? Maar daar volgde onmiddellijk een andere vraag op, die zeker even belangrijk was: waarom? Wat was de bedoeling van de moordenaar, die tussen hen in liep? Moesten ze één voor één sterven? Maar dan kwam opnieuw en dan sterker nog de vraag: waarom? John Well had vrijwel niemand iets misdaan. Vanaf het begin was hij ziekelijk geweest. Wilde de moordenaar hem daarom uit de weg hebben? Dan zouden het Schwebel of Galonis moeten zijn geweest, die gedwongen waren hem te dragen. Het leven begon te lijken op de takken, die onder zijn laarzen braken en ginds stond een kruis boven het dode lichaam van John Well, het eerste slachtoffer van deze angst-expeditie. Hij lachte grim mig. De meest veilige in dit zuchtende en kreunende gezelschap was hijzelf. Dat had pater Martin goed onder woorden gebracht een paar uur geleden. Als hij hen verliet, kwamen ze onherroepelijk in dit onmete lijke oerwoud om. Bij de bosbouw in Engeland maakt men sinds kort gebruik van de zogenaamde boomfietsen. Dit apparaat bestaat uit een stel pedalen met daaraan verbonden stalen banden, die zich om de boom heen klemmen. Er komt ook nog een rubber kussen aan te pas, dat de man verhin dert naar beneden te glijden. Al met al een ver nuftige constructie (van Zwitserse oorsprong), die het de boswerkers mogelijk maakt met een minimum aan inspanning de top (van de boom) te bereiken. .wrongen hun kleren uit en hielden die boven hun mond. J Dichtbij Manaus, in het Ama- J 4 zone-gebied, in Brazilië, valt een 4 J vier-motorig passagiers-vliegtuig J t tussen de miljoenen bomen van de Groene Hel te pletter. 2 Een beroemd grootwild-jager, J Pedro Dias, wordt per parachute 4 J in de nabijheid gedropt en hij J vindt zes overlevenden. 4 J Op een nacht wordt een van J J hen, Gordon, neergeslagen en 4 zijn revolver is verdwenen. Wie t heeft dit gedaan? John Well, een J ander, door een aanval van wilde J zwijnen aan het been gewond, 4 J wordt op een geïmproviseerde J t draagbaar gelegd en ijlt. Water is 4 J er niet meer, allen smachten van J 4 dorst. Als Dias stil staat, omdat 4 J hij meent dat er een onga in de J 4 buurt is, wordt hij onverwachts door de jaguar aangevallen. Hij 4 4 schiet het dier neer, maar op hetzelfde ogenblik hoort hij tij- 4 2 dens de algemene verwarring J 4 twee schoten. Als hij omkijkt, 4 J blijkt John Well doodgeschoten J 4 te zijn, maar door wie? 4 4 Zo dacht ook Suzan Howard die achter hem aan strompelde. Nie mand zou in haar meer de ge- Mierde filmster ontdiekken. Haar smalle ovaalvormige gezicht drcop van het zweet en haar blonde haar was in wanorde. Af en ■toe mom pelde ze in zichzelf en ze wist am per dat ze nog liep. Als een hond volgde ze de slanke figuur voor haar, die geen enkele vermoeid heid scheen te kennen. Soms hoor de ze de vloeken van Schwebel, Galonis en Gordon achter haar en ze besefte maar al te goed, dat één van hen de moordenaar moest zijn. Af en toe kwam ze in pa niek en dan voelde ze een hevige pijn in haar maagstreek alsof er een dolk in haar lichaam drong. Dat duurde maar heel kort, maar het kwam in steeds ergere mate terug. Ze dacht aan het lichaam van John Well, zoals zij het had gezien, roerloos, moegestreden, dood en ze huiver, ondanks de klamme, vochtige warmte die als een deken om haar heen hing. En dan ineens hoorde ze het en het was of heel de jungle erdoor begon te leven. Het begon met een gierend geluid alsof er een straal jager laag over hen heen vloog. Het werd sterker en sterker en het oerwoud werd een gevaarlijke, duis tere tuin. Pedro Dias bleef stilstaan en zij botste 'tegen hem op. De lichame lijke aanraking met hem deed iets als een elektrische schok bij haar ontstaan en daarop begon ze on bedaarlijk te snikken. Dias sloeg zijn arm om haar heen en wees naar voren. Zijn gezicht was op geklaard en er lag zelfs een glim lach op. „Een temporal," zei hij en uit zijn woorden klonk intense voldoe ning. „Wat?".... „Een 'temporaleen storm. We krijgen donder, bliksem, maar ook regen. We krijgen zoveel regen, dat we het idee zullen hebben erin te verzuipen". Suzan Howard draai de zich om naar de anderen: „We krijgen regen", schreeuwde ze.... „regen, regen Horen jullie dat?" Het was midden overdag, maar het scheen of de avond al over het oerwoud was gevallen. Het gieren de geluid kwam dichterbij. Boven hen kwam er beweging in de oer woudkruinen. De apen en de vo gels hieven een verschrikt concert aan en zij stonden dicht opeen ge drongen bij elkaar. Het kwam echter zó plotseling, dat ze allen verschrikt terugdeins den. Een bliksemschicht spleet een i>tu too? mu« Wmmi oerwoudreus doormidden en direct daarop kwam de donder, zó krach tig, dat ze er een ogenblik door verdoofd werden. Suzan Howard begon te gillen, maar Dias drukte haar steviger tegen zich aan. „Be houd je zelfbeheersing. Gil niet. We zijn dichtbij de rivier, maar hier zullen we nog even door moe ten of we willen of niet". Het brullen van de temporal kwam nu dichterbij en voor zich uit dreef hij de regen, die ijskoud tegen hun bezwete lichamen aansloeg en hen in een paar seconden volko men doorweekt had. Maar het kon hen die eerste ogenblikken niet schelen. Ze juichten, ze schreeuw den, ze dansten, ze wrongen hun kleren uit en hielden die boven hun monden. Gillend joeg de storm door de jungle en sloeg de takken van de bomen, verdreef de apen, die dolgeworden wegvluchtten, ter wijl de bliksem als een reusach tig scherpgeslepen goudgeel mes grote verwoestingen aanrichtte en de donder de boze, grommende stem scheen van een gekgeworden monster. Het tumult was onbeschrijfelijk en Pedro Dias bracht aan de ri vier, die nu op een zee zou lijken met hoge golven en de caboclo's en de indianen, die haastig hun kano op het droge zouden hebben getrokken om zodoende te ontko men aan een absolute dood. „Lopen", schreeuwde hij, „lo pen. Blijf in beweging, wees voor zichtig voor de takken", en ze lie pen verder met naar voren gebo gen schouders, terwijl hun schamele kleren natte vodden om hun licha men werden. Het scheen of er een kudde oli fanten door het oerwoud trok. Over al hoorden ze het geluid van val lende bomen en 'takken en de angst kreet van de apen en de vogels, die dan werden meegesleurd. Het duister joeg hen nog meer angst aan, want nu scheen het of er hor den lange, magere mannen over al om hen heen stonden, die tril lend, schuddend, druipend hen 'trachtten te overrompelen. En daarop kwam de kou hun door weekte lichamen teisteren. De kou die tot diep in hun botten drong, kou, die ze voor onmogelijk hadden gehouden in deze geweldige broei kas. Pedro Dias wist dat dit de gevaar ,Te uren waren. Als hun lichamen nog voldoende weerstand hadden, ondanks alles wat er al gebeurd was, dan zouden ze dit wel overleven. Zo niet dan zou de koorts komen en hen in een paar dagen grafwaarts dragen. Hij zag hoe ze begerig de regen van hun handen likten als honden, die erg gesteld zijn op hun meester. Hoe ze met hun voeten door de plassen, die zich langzaam op de oerwoud bodem vormden, waadden en hoe ze naar de hemel keken, die door het dichte bladerdak amper zicht baar was. Hun stemmen gingen verloren in het loeien van de tem poral, in de hevige donderslagen en ineens was het weer allemaal voorbij en hoorden ze alleen nog maar het zwakke gerommel in de verte en zagen ze een flauwe bliksemstraal, die achter het on weer scheen aan te komen, want de donder bleef uit. Van de hoge bomen vielen de regendruppels op hun hoofden als grote witte rupsen en ze liepen nu sneller alsof het water hun nieuwe kracht had gegeven. Ook het oerwoud scheen nieuw leven gekregen te hebben. Het was of in die tie n minuten geweldige hoeveelheden levenssappen waren toegestroomd, want hier en daar vlamden de orchideeën als kleine miniatuur-tijgers op de stammen van de bomen. Bij een ervan bleef hij stilstaan en wees Suzan Howard erop. Zij rukte zich echter los en liep door. Hij ging naast haar lopen en zijn stem klonk teleurgesteld. „Dat wil je niet zien, hè. Dat in teresseert je niet. Of misschien be angstigt het je, dat de mooiste bloem van de wereld, die jij van je aanbidders in de studio kreeg, hier vandaan komt, uit de ze modder, uit deze hitte, uit de ze eenzaamheid. Heb jij de kleuren gezien van de jaguar, die ik neerschoot, zwart en geel, de orchidee, die ik je wilde laten zien is geel en bruin. Bloe men en dieren tonen hier overeen komst. Ze zijn ofwel afzichtelijk le lijk of mooi als in een droom. Maar dat zien jullie niet meer. Jullie zijn opgevoed om alleen maar aan jezelf te denken, aan de kleur van je kleren, je auto en de stoelen waarin jullie zitten Heel langzaan draaide ze haar hoofd met de blonde, piekerige ha ren naar hem toe en haar stem was vreemd leeg, toen ze antwoord de: „Een beschaafd mens wordt in de jungle een varken, niets meer en niets minder. Kijk maar naar mij. Zou er één man zijn, die nog ergens de gedachte in zich voelt opkomen om mij te verleiden? En dan ga jij lofliede ren lopen houden over orchideeën Weet je wanneer wij in onze we reld iemand orchideeën schenken? Als we in een jubelende stemming verkeren. Heb jij weieens ooit orchideeën op een graftombe zien staan? En als zeer bij uitzonde ring te vinden zijn, dan is dat een teken van liefde. Orchideeën wor den bij ons zorgvuldig gekweekt in kassen, waar de benauwdheid net zo is als hier. Maar je kunt zo uit die kassen de frisse lucht instappen, in je auto wegrijden, ergens gaan zitten waar goede mu ziek en goed eten en goede tafel wijnen je doen weten dat er nog leven is. Hij grinnikte. „Levenja. dat noemen jullie leven, 's Morgens de studio in, het kantoor of de fabriek, 's avonds naar je huis met vier muren, die mij meer benauwenis geven dan dit oerwoud. Jullie hebben wegen aangelegd om gemakkelijk van 'de ene plaats naar de andere te ko men, hier hebben de dieren dat ook gedaan. Maar jullie wegen vergen jaarlijks tienduizenden men senlevens omdat de een veel snel ler 'thuis wil komen dan de ander. Jij maakt films om de massa de indruk te geven, dat het hele le ven uit liefde bestaat, dat er geen gevaren zijn, dat alle mensen in grote huizen wonen, dat alle vrou wen mooi zijn en alle mannen hel den. Jij maakt films omdat de men sen zich niet meer met zichzelf kunnen bezighouden, omdat je or chideeën moet grootbrengen in kas sen en de mensen alleen in leven kunnen blijven in wolken van stof en afval .Maar hier, waar alles eerlijk is, waar de hel een para dijs en het paradijs een hel is, hier voel je jp doodongelukkig, om dat de machine, die de mens is geworden, amper meer weet hoe een vogel zingt, hoe een jaguar brult ,hoe de kleur is van een ge le boom, hoe purper, blauw, zwart, grijs, oranje tezamen toch een kleuren-patroon kunnen vormen, waarnaar je ademloos kijkt Suzan Howard, heel tenger nu, broos als een klimplant, schudde haar hoofd. „Dit is een reusachtig groene schreeuwend „uma rio, uma rio"..-. doodkist", zei ze voor zich heen. Hij zweeg, want hij wist dat ze nu de rivier naderden. De bodem van het oerwoed was bezaaid met allerlei planten, die hoger en hoger werden naarmate ze het water naderden. Hij wist dat de rivier de anderen voor allerlei nieuwe problemen zou stellen, de insekten, die hier veel- vuldiger zouden voorkomen dan in het oerwoud, het gevaar van de waterslangen, de krokodillen en misschien zelfs de piranja's, de ge vaarlijke vleesetende vissen. Maar ■ook de gevaren van de drinkende ■dieren in al hun verscheidenheid. Hij stond stil en wenkte de an deren. Hij keek ze één voor één 'aan, eerst pater Martin, dan Au- 'gust Schwebel, vervolgens Andres 'Galonis en Rolf Gordon. Hij zag hoe uitgeput ze waren. Hij keek 'naar de wonden op hun benen, naar de striemen op hun gezicht, •naar hun doorweekte kleding en zag vaag de wanhoop in hun ogen. „Voor het duister valt, zullen we 'zeer waarschijlijk de rivier berei ken", zei hij kort. Hij was nog niet uitgesproken of hij zag een glans van hoop in hun ogen. Peter Martin glimlachte even, maar Andrès Galonis maak- 'te een wilde rondedans, schreeu wend„Uma rio.. uma rio.. een rivier.... een rivier.." Dan stond hij een ogenblik stil en staar de Pedro Dias aan „Ik heb een naam voor die rivier", zei hij, „een naam, die we nooit verge ten. Rio maravilhosa.de won derbaarlijke rivier Bent u het daarmee eens? „Waarom niet, maar vergeet u één zaak niet, senhor Galonis. Dias knikte. We zullen water hebben. We zul len op dieren kunnen schieten. We pullen wonderbaarlijke bloemen zien. We zullen last hebben van wol ken muskieten. We zullen te ma ken krijgen met krokodillen, met slangen, met piranja's en boven dien.... we zullen die rivier nog over moeten steken ook. U zult er waarschijnlijk geen reigers zien geen vlaamse gaaien, geen water snippen, maar misschien wel in dianen als het „bravo's" zijn, wil de indianen, dan kan ons van al les overkomen". Nu mengde zich August Sch^'** bel in het gesprek. „We zullen een vaartuig mo^t maken", zei hij, „een vaartuig ons allen kan vervoeren, desno° twee". Dias keek hem minachtend 8 „Waarmee?", vroeg hij. „Met die machete van u of t u in het Portugees dat gch<?r" mes dan ook noemt". Dis schudde het hoofd. Hij zag het gezicht van Sch^e4 bel opzwellen en op een of and8» manier deed het hem denken al>f een enorme rode ballon. Dien. stem klonk rauw als een rasP' „U wilt dus zeggen, dat wij strajj weer opnieuw door dit vervloei1' te oerwoud verder moeten?". Dias knikte. „Gebruikt u toch in 's hemeB" naam uw gezond verstand, he« Schwebel. Hoe wilt u met 1 ee® mes een kano maken? En da» bent u niet tevreden'met één ka« no, met één uitgeholde boomstam» maar u wilt er zelfs twee hebben- Mag ik u erop attent maken, da' u niet op uw fabriek in Duitslan8 bent of als Pantzer-divisie-cofl1' mandant ergens in Rusland ope' reert. Wij hebben niet, totaal nie's' We zullen rivieren over moeteP zwemmen of u dat nu leuk vind' of niet. We zullen dwars door he oerwoud naar het zuiden moet#1 trekken of u dat bevalt of ni®1. Toen u eens uw soldaten de op' dracht gaf tegen het veel sterker' Russische leger stand te houden» was dit nog heel wat onzinnige' dan datgene waartegen u nu pr"' testeert" Rolf Gordon lachte sarcastisch" „Waarom debatteer je met hen1' Dias Hij heeft toch geleerd da' Befehl Befehl ist" of ging da' alleen op in Hitler-Duitsland. Da8' waren de mensen, die de mees'8 wapens in handen hadden, de mach' tigsten. Moeten we generaal SchW®' bel aan het verstand brengen, tijd maar weer opnieuw, dat dn principe hier precies hetzelfde geldt. Is er zoveel verschil tussen de Witte Hel en de Groene Hei- De kleine, magere Galonis lach' te schril en hard. „U kunt hem niets aan het ver' stand brengen, senhor Gordon* Niets. Weet u waarom? Omda' Amerikanen niemand in de vre- reld nog ooit iets aan het verstand hebben kunnen brengen. Ik ben ook niet voor Schwebel, maar pr°" beert u nu niet zo'n hoge toon aan te slaan, alstublieft. Jullie zijn 00» buiten de laatste oorlog gebleven, totdat de Japanners Pearl Har' bor aanvielen. Toen pas kregen jullie medelijden met jezelf en gin' gen jullie begrijpen, dat je Rusland zou moeten helpen in d" strijd tegen Duitsland" Gordon zuchtte. „Man, schei nu alsjeblieft w» met je politiek, dat interesseer^ me geen donder. Ik ben geen P°" litieke figuur". Ze werden onderbroken door een kreet van ongeduld van Suzan Ho' ward. Haar ogen fonkelden, haa stem was scherp, haar woede reen op de man af. „In een film heb ik eens moete zeggen: „Alle mannen zijn^vve' lustelingen, ofwel naar macht, OI" wel naar roem, ofwel naar ee 1 ofwel naar weelde. Loop door moet ik als vrouw de enige r.ij die haar tijd niet verkletst". Dias gezicht vertrok tot ,g grijns en dan begon hij hardop lachen. „Ze heeft gelijk. Alle blonde vro wen hebben trouwens gelijk, z gen we hier in Brazilië. Hij draaide zich om en weer 's ken ze verder op weg naar rivier, waar de kop van een kaaiman even boven het water kwam, toen hij het geluid van 111 ,e selijke voetstappen in de 3l' rt hoorde. Langzaam ging zij1} ^jd' op en neer, de staart, die zijn n lti del was om de prooi de r'viender te slaan, waarna hij die zu te kauwen zou doorslikken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 16