Zwerftocht door een nachtstil huis Wandbord van oud schoteltje BORD KINDERPUZZEL Weet je veel Het leven van de beroemde sprookjesschrijver Andersen het nieuwe vriendje a Theater Naar Kopenhagen Fantasie Kleine Tuk 't Lelijke eendje ra 11 ^4jfösr PLUS ,5 T oen Anita vijf jaar was ge- worden, kreeg ze voor haar verjaardag een prachtige doos met klei. Na een poosje kon ze er aller lei leuke figuurtjes van maken, zoals een eendje, een olifantje, een popje en nog veel meer- En zo stonden er verschillende kleifi- guurtjes op haar kamer. Eén van die beeldjes, 'n popje, was erg bru taal. 's Nachts als Anita sliep, ging het op verkenning. Het sprong dan van de vensterbank af en sloop door het hele huis. Tegen de tijd dat Anita wakker werd, zorgde ze er voor weer op haar oude plekje te staan. ff Zó buig je het ijzerdraad. ROBBIES BOOSHEID wordt steeds groter, v tuurlijk blijf ik hier niet een beetje j*1 jou zitten dammen", verklaart hij des ,,We moeten gaanMaar een schaterlach v de jongen doet hem zijn mond houden. ol) ha", hijgt Kareltje, „Ik kan het niet meer volh den! Ik heb je nu lang genoeg geplaagd! Ik heus niet aan het inbreken hoor. Dit is mij11 huis! Daarom wist ik hoe ik het raam open n106 krijgen, en waar de ijskast stond, en waar speelgoed lag! Mijn vader en moeder komen n thuis voorPlotseling springt hij overel en staart de tuin in. LS KARELTJE uit het raam heeft gek^ ,ke" rent hij de kamer uit. „Hij moet iets geZ' hebben", denkt Robbie. „Eens kijken Hallo, daar is veldwachter Brompot en hij het tuinpad op. En ik hoor ook mijn twee vri^, jes praten. De meester heeft hen natuurlijk de veldwachter gestuurd. Goed zo. Nu zullen 'v;, allemaal wel gauw weer terug zijn. Kareltje is W natuurlijk tegemoet gegaan." En hij gaat bij kamerdeur staan en luistert naar de geluiden V0' de voordeur. ve-syo ROBBIE WACHT en hij hoort stemmen en kl°jj, pen, maar er wordt niet open gedaan. Hij kil de gang eens in of hij Kareltje soms ^e[', maar de jongen is er niet, dus hij maakt de v°0l'( deur zelf open en komt tegenover veldwach'^ Brompot en Bingo en Sjors te staan. Ze kijken 3 drie heel nieuwsgierig. „Ha, daar hebben we B°. J bie de Beer", zegt de veldwachter. Ik wist dat fI." huis leeg stond, maar ik wist ook dat het het l,ll'j. was waar Kareltje woonde dus ben ik eerst mat eens hier naar toe gegaan. Hij is weggelopen- .- hij soms hier?" „Ja," zegt Robbie ,„en ik ben bl1' dat u er bent!" KOM BINNEN", zegt Robbie opgelucht. t' was doodsbang. Ik weet ook pas sinds dat dit Kareltjes huis is. Hij zag jullie aa^ komen en ik dacht dat hij de deur voor jullie ope j ging goen." Ze luisteren, en ze roepen allemaa, tegelijk, maar de jongen geeft geen antwoor „Wat hebben jullie hier binnen gedaan?" vraav Sjors, het Guinese biggetje. „Nou, Kareltje hee0 melk uit de ijskast genomen", zegt Robbie," e toen koekjes uit een kast. En voordat jullie era3> kwamen wilde hij nog met me dammen." Plotseling roept Bingo iets. INGO HEEFT iets gezien. „Waarom staat 1 raam open?" vraagt hij. „Want als die j relt je niet hier in huis is is hij misschien hierdoor naar buiten gegaan!" „Nou, we zij11 al- zo naar binnen gekomen", zegt Robbie. oen reltje wist hoe hij het raam van buitenaf °Pdt moest krijgen." Hij gluurt naar buiten en dan helemaal opgewonden. „Ja hoor, hij Is jjjj. weer door het raam naar buiten gegaan", \.cfrO' „Want de houten kist is een heel eind weggen- ven. Dan moet de achterdeur dus op slof Misschien heeft zijn vader de sleutel wel d1 nomen!" i '2 uilLi.l i»oJ Het avontuurlijke poppetj e van klei was afgelopen. Maar 't popje was nog niet genezen van zijn lust tot avontuur. Toen het die nacht weer aanstalten maakte, om op stap te gaan, waarschuw den de anderen haar en zeiden: „Wat ben je toch dom. Nu is er zo iets naars met je gebeurd, de volgende keer breek je misschien je benen. Je weet toch, dat je 's nachts moet gaan slapen? Anita heeft ons niet gemaakt om te lopen, wij staan hier alleen maar voor de sier!" Op een nacht, toen 't kleine ondeugen de popje weer aanstalten maakte, om er op uit te gaan, gebeurde er iets heel akeligs. Het sprong overmoedig als al tijd de vensterbank af en toen.boems, pijnlijk viel het met een harde smak op de grond. Een krak klonk en de kleifi- guurtjes op de vensterbank keken ge schrokken naar omlaag, toen ze zagen wat er gebeurd was. Daar lag 't arme popje, zonder hoofd. Wat een schrik! Niemand kon meer slapen en angstig wachtten ze de ochtend af. Toen de zon de kamer binnenscheen, werd Anita wakker, meteen zag ze dat 't popje kapot was. Met een sprong was ze haar bedje uit. „Oh, wat erg", mom pelde Anita verschrikt. „Het hoofdje is afgebroken". Ze dacht, dat 't de schuh was van 't gordijn, dat door de wind was gaan waaien, waardoor 't popje op de grond was gevallen. „Kom maar hier pop, ik zal je wel weer maken". Anita maakte een nieuw hoofdje voor de kleine pop en allemaal waren ze blij, dat 't nare avontuur toch nog goed „Ja", zei 't popje, „dat kan nou wel zijn ,maar ik verveel me als ik altijd maar op die vensterbank moet blijven staan. Bovendien kan ik lopen. Jullie denken toch niet, dat ik net zo roerloos wil blijven als jullie allemaal, ik wil wel eens wat van de wereld zien". Het was nog niet eens uitgesproken, toen het met een sprongetje op de grond terecht kwam voor zijn nachtelijke tocht. „Maar o, waamm stoot ik me nou toch iedere keer. kan niets zien aan de voorkant, w; .s er toch met me aan de hand?" Wat was er gebeurd? Anita had het popje wel een nieuw hoofdje gegeven, maar het er verkeerd opgezet. Het buikje zat nu aan de achterkant en als 't naar onderen keek, zag het zijn hielen mplaats van zijn teentjes. Toen de kleifiguurtjes zagen wat er gebeurd was, schoten ze allemaal in de lach. 't VVas ook zo'n mal gezicht, een omgedraaid hoofd. Daarop werd het popje erg boos en dacht: „Ik ga lekker toch op stap, ik doe net of er niets aan de hand is". Maar dat viel niet mee, want het vloog met een harde knal tegen de deur op. Boem au, au: een grote buil op zijn hoofd was het gevolg. Weer kionx een gelach vanaf de vensterbank en 't popje werd nog bozer. Het deed net of het geen pijn voelde en !i--n over de gang naar de trap. Maar jullie begrij pen al wat er gebeurde. Omdat het nu iedere keer achterom moest kijken om de weg te vinden, merkte het popje de trap te laat op en met een geweldig geraas buitelde het helemaal naar bene den. Au, au. Het popje zit nu vol builen en schrammen en verdrietig ging het zitten. Ineens moest het toch een beetje lachen, toen het zag, dat het achterom moest kijken om zijn eigen' beentjes te zien. Weet je wat, dacht het opeens, ik ga gewoon achterstevoren lo pen! het hoofdje zat er verkeerd op. Zo gezegd, zo gedaan, maar het ging maar heel langzaam Het had ineens geen plezier meer in zijn nachtelijke tocht en besloot naar de vensterbank boven op Anita's kamer terug te gaan. Maar dat was niet zo eenvoudig, want om achterstevoren een trap op te gaan vooral als je zo klein bent, is heel erg moeilijk. Toen het eindelijk na veel moei te boven was aangekomen, hoorde ze Anita juist uit haar bedje opstaan, 't Was al helemaal licht geworden en 't popje merkte verschrikt, dat het te laat was. Wat nu? Op muizevoetjes sloop het stiekum rt kamer binnen, waar Anita, die had ont dekt, dat haar popje van de vensterbank was verdwenen, in alle hoeken en gaat jes van haar kamer aan 't zoeken was. Heel zachtjes sloop 't popje onder Anita's bed en wachtte in angstige spanning af. „Mam, mammie, weet je waar mijn poppetje van klei is gebleven?" Anita liep de kamer uit. Toen, zo vlug als 't kon, haastte 't popje zich naar de vensterbank, waar het hijgend zijn plaats innam naast de andere figuurtjes. Het vertelde zijn angstige avontuur en beloofde nooit meer op stap te gaan en voortaan verstandig te zijn. Intussen kwamen moeder en Anita de kamer binnen om nog eens overal goed te zoeken. „Maar kindje, kijk nou eens op de' vensterbank, wat daar staat? Je was na tuurlijk nog niet goed wakker zo straks"1 en ze schoten allebei in de lach, toen ze zagen, dat 't popje een omgedraaid hoofd je had. „Wat ben ik dom geweest, zeg, om je daarnet niet te zien en om je hoofd et- verkeerd op te zetten. Ik zal je straks wel weer beter maken, hoor". j essen r Oplossing van de kinderpuzzel van 22 mei j.l. is: HORIZONTAAL: 1 televisie, 4 bos, 5 pan, 6 soldaat, 8 rob, 10 schim, 12 pegel, 13 net. VERTICAAL: 1 toets, 2 vis, 3 eend, 4 bel. 5 patroon, 7 arm, 9 boot, 10 sop, 11 heg. De prijswinnaars zijn: Marian Kos ter, Hannie Schaftstraat 84h, Haarlem- Oost; Martien van Kesteren, M. de Ruiterstraat 40, Hillegom; Tonnie Bou- man, Wielewaalstraat 9, Amsterdam; Lidwina Bremer, Zwaardleliestraat 38, Rotterdam; Cobi Scholtes, Koorn- waardstraat 32, Rotterdam. DENK je weer eerst goed na, voor dat je deze pagina omdraait om de antwoorden te kunnen lezen? Hier komen de tien vragen: 1. Op 18 juni a.s. is het honderdvijftig jaar geleden, dat zich een belangrijke gebeurtenis afspeelde. Welke was dat? 2. Is Ko van Dijk a) een toneelspeler, bi een schrijver, cl een musicus? 3. Is André Courrèges al een wiel renner. b) een modeontwerper, cl een dichter? 4. Binnenkort kx-ijgt een jong konings- ipaar. waarvan de vróuw een Deense prinses is, een baby. Welk koningspaar j is dat? 5. Wat was de aanleiding tot de eerste wereldoorlog? 6. Wanneer eindigde deze oorlog? 7. Wat betekent het alarmsignaal s.o.s.? 8. Kun je een beroemde leerling noe men van Socrates? 9. Van wie is de film „Mensen van morgen"? 10. Enkele jaren terug was er een rampzalige dijkdoorbraak in ons land? Wanneer was dat? ANTWOORDEN. '8S61 I-ren-iqaj 'Ol !assn.ig saavf '6 iojeig '8 :<U3i3iz azuo par uptrq uiz asiagug azap uba guneiaaA aspuepispak ap) s\nos :uno oaes :8xgi uaquiaAou u '9 -*hI6I linnf 86 do OMafEjag aj puRutp.iag zue.tg suuduoojj{ as^fijuapsoo ap do paooui ap -g laiuEuiauuv avtio-ia ufiz ua puej -ua^atio uba uCijuejsuoo 3utuo^ x :aad -.ia,*A;uo-apoiu uaa -g l.tapadsjaauo; uaa z !oopia}BA\. fiq Seepiapau suoatodEjsi Het wandbord hang je op aan het ronde stukje draad, dat er boven uit steekt, KOPJES breken meestal eerder dan schoteltjes. Bjj jullie thuis heeft je moeder vast ook wel 'n stapeltje oude schoteltjes In de kast staan. Als je zelf eens per ongeluk een kopje ge broken hebt, troost je moeder dan door van 't overgebleven schoteltje iets moois te maken: een wandbordje. Je beschildert het schoteltje daartoe met plakkaatverf. Dat kun je op verschil lende manieren doen. Je kunt bijvoor beeld alleen 't middelste gedeelte kleuren en de randen ongeverfd laten, je kunt ook het hele schoteltje verven. Het moet natuurlijk wel een effen scho teltje zijn. Wit is het gemakkelijkste, want daar kun je allerlei kleuren mee combineren. Is het schoteltje gekleurd, kies dan een of meer kleuren die daar goed bij passen. Er zijn ook nog allerlei mogelijkheden in het schilderen wat betreft de figuren die je erop wilt zetten, bloemen of die ren bijvoorbeeld. Je kunt ook alleen een mooi kleurenspel samenstellen. Als de verf droog is, ga je het bord vernissen, dan kan de verf er niet af bladderen. Vernis kun je al in heel klei- potjes krijgen. Het bord hangt aan ijzerdraad. Dit buig je in de vorm, die je op de teke ning ziet. Het bovenste stukje steekt dus boven het bord uit. De beide uiteinden worden om het bord geklemd. In plaats van een schoteltje kun je natuurlijk ook een oud bord gebruiken, dan krijg je een groter exemplaar. TRUDY In het oude stadje Odense op het eiland Funen staat in een klein straatje een huis je met een rood dak. In een klein kamertje van dat huis werd op 2 april 1905 de be roemde sprookjesschrijver Hans Christiaan Andersen geboren. Dat kamertje was zo klein, dat het bijna helemaal gevuld was door het rek met schoenma kersgereedschappen de va der was schoenmaker de ta fel en de stoelen en de bedstee- De muren waren volgehangen met allerlei platen en boven het rek had Vader Andersen een boekenplankje getimmerd waarop zijn lievelingsboeken stonden. Na enige jaren verhuisden de Andersens naar een groter huis, waarvan het echter al leen de twee kamertjes van de bovenverdieping bewoonde Vanuit 't keukentje kon men met een ladder op de zolder komen. In het dakraam tegenover het i huis van de buurman stond eer. grote bak aarde, waarin Chris- tiaan's moeder allerlei groente gezaaid had en die zij „haar tuin" noemde. In zijn sprookje ..De sneeuwkoningin" bloeit deze tuin zomer en winter door Hans bleef enig kind en werd vreselijk verwend door z'n va der, die hem in alles toegaf 's Zondags maakt hij poppetjes en kleine theaters voor hem en las hem sprookjes voor uit Duizend en een nacht." Nu en dan mocht Hans met vader en moeder mee naar het theater, dat weldra zijn liefste verblijf plaats werd. Omdat er geen geld was om er vaak heen te gaan werd Hans bevriend met de programmaverkoper, die ihem telken» een programma gaf. Daarmee ging hij dan stil in een afgelegen hoekje zitten en verzon een heel toneelstuk volgens de namen van de per sonen, die in het stuk voor kwamen, Plotseiing stierf zijn vader en van nu af was de jongen aan zichzelf overgelaten. Zijn moeder ging uit wassen voor andere mensen en Hans zat dan thuis met het kleine theater, naaide poppenkleren en las to neelstukken. Zijn jeugd zou heel eenzaam zijn geweest als er niet schuin tegenover hem een mevrouw had gewoond, die hem dikwijls vroeg op visite te komen- Zij las hem stukken voor uit Shakespeares toneel werken en dat maakte zó'n in druk op de jongen, dat hij to neelschrijver wilde worden. Zijn moeder hertrouwde met een man, die wel vriendelijk voor Hans was maar die zich verder niet om hem bekom merde. In zijn grote eenzaam heid ging hij helemaal op in zijn poppenkast en zijn poppen theater. Zo werd de toneel schrijver in hem wakker, maar z'n moeder begreep hem niet en wilde dat hij kleermaker zou worden. Hans bad en smeekte naar Kopenhagen te mogen gaan. Eindelijk stemde zijn moeder toe en op 5 september 1819 kwam hij in die stad aan Hij vond overal mensen die hem hielpen. Eerst was het de di recteur van het muziekconser vatorium, Sibonl, die hem zangles gaf, maar zfln stem bleek daarvoor niet geschikt. Nu ww het de dichter Gold berg die hem beloofde niet al leen Duits te leren, maar hem bovendien een maandelijkse toelage gaf, waarvan hij nok een cursus in Latijn kon vol gen. In het huis van deze dich ter ontmoette Andersen vele beroemde Deense dichters zo als Rahbek, Olenslager, Inge- mann en ook de heer Collin, een van de aanzienlijkste man nen van Denemarken, die in zijn verder leven als het ware zijn tweede vader is geworden Andersen schreef achtervolgcns enige grote romans, waarmee hij veel succes had. Ze hadden tot titel „De improvisator", „Het was maar een speelman" en „De twee baronessen". Wereldberoemd is hij echtei geworden door zijn sprookjes, die onovertroffen in ge voel, geestigheid en fantasie1 zijn. Overal werd Andersen nu ontvangen, in alle kringen, zelfs bij de koning- Door diens hulp kreeg hij reisgeld om met verschillende Europse be roemdheden kennis te maken Zo ontmoette hij onder meer Dickens, Heine. Dumas Frede- rika Bremer, de sprookjesvor ser Tieck en de gebroeders Grimm. Het liefst verbleef hij bij de familie Melchior. Wanneer hij daar zijn sprookjes vertelde, maakte hij onderwijl fantas tische knipsels, waarin de fi guren werden uitgebeeld, die in z'n sprokj es voorkwamen. Deze knipsels worden nog bewaard m het Andersenmuseum te Odense Men kan er de ballet danseres uit het sprookje „Het standvastige tinnen soldaatje" uit herkennen, „Duimeliesje" en nog veel meer andere per sonen, bekend uit zijn sprook je». Wat voor mooie sprookjes heeft hij niet geschreven. Zo hij voorbeeld „De prinses op de erwt", „De nachtegaal". „De stopnaald". „De zwijnenhoe der". De geschiedenis van de klei ne Tuk is hartveroverend. Tuk moest op zijn zusje passen, dat nog veel kleiner was dan hij. Tegelijkertijd moest hij zijn les leren, „maar die twee dingen konden niet goed samengaan". En morgenvroeg moest hij in de aardrijkskundeles niet al leen alle steden van Seeland kennen, maar er alles over we ten, wat er maar over te ver tellen was. Hij legde zijn aard rijkskundeboek bij het slapen gaan onder zijn hoofdkussen, omdat hij wel eens gehoord had, dat dit heel veel hielp wanneer men zijn les wilde le ren. Daar lag hij nu en dacht en dacht. En opeens was het alsof iemand zijn ogen en mond kuste Hij sliep en toch sliep hij weer niet. Het was net of de oude wasvrouw die hij des middags had geholpen met wa- terdragen hem met haar lieve, zachte ogen aankeek en zei: „het zou jammer zijn als je morgenvroeg je les niet kende. Je hebt mij geholpen en daar om zal ik het jou doen." En op eens kriebelde het boek onder Tuk's hoofdkussen. En kijk, daar kwam een hen aankrui pen en die vertelde Tuk pre cies hoeveel inwoners Kjöge had. En even later droomde Tuk, dat een houten vogel hem van allerlei over de stad Kor- sör kwam vertellen. En zo kwam ledereen hem in de droom vertellen wat hij op school moest weten.. Toen h{j da volgende morgen wakker werd en uit zijn bed sprong, hoefde hij maar één sekonde in zijn boek te kijken om zijn les te kennen. De oude wasvrouw stak toen even haar hoofd om de deur en knikte hem vrien delijk toe.. Hoe heeft Andersen in „Het lelijke eendje" de nederigheid en zachtmoedigheid laten voe len. waarmee het eendje alle smaad droeg en van de oot moed toen het tot de ontdek king kwam dat het een zwaan was, van zijn roerende dank baarheid voor zoveel geluk Het is niet mogelijk alles op te noemen wat Andersen schreef. Ook oudere mensen genieten van zijn sprookjes. Steeds ontdekt men er iets moois in zoals dat is wanneer men naar een bloem kijkt, wanneer men luistert naar het zingen van de golven, naar het ruisen van de wind in de boom toppen en naar alles wat er in de natuur is. Op zijn 62e verjaardag werd Andersen benoemd tot ere-bur- ger van Odense en er was groot feest in de stad. Op zijn ge liefd Roliged stierf htj op 4 augustus 1875. En toen hij in Kopenhagen begraven werd liep er 'n lange stoet van kinderen en volwassenen achter de lijk koets. Want hij had overal vrienden en ook nog nu, lang na zijn dood, blijven zijn sprookjes het lezen waard. THEO LUTSTEKBUKG ROBBIE DE BEER en: MWr. A~—X cnv 11CI i. eld lil IICCIU w. ^r*ull,r*Tu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 22