TOM POES EN DE PASMUNT moet REVOLVER MET MONOGRAM Alfredo ALS U HET VRAAGT Piet Loeris en de Tappalappa's U ^^vakantie? la 14) DE ZOON VAN DE BERENJAGER door Marten Toonder ff, £er rVÏÏ i P V Coppes Brandpunt •ènUfènttoeeb DINSDAG 13 JULI 1965 Vrïè door Dick Pointer 5500. Heer Bommel liet de edelman bij de modderpoel achter en begaf zich opgewekt naar huis. „Zag je hem kijken?" vroeg hij. „Net goed voor de markies, wat jij, jonge vriend? Hij dacht, dat hij de mun ten voor zichzelf kon houden!" „Dat kon hij ook", zei Tom Poes. „Die grijsaard wil de ze niet terug hebben. Maar ik snap niet wat iemand aan zulke geldstukken vindt. Je kunt er niets voor kopen want het waren geen gewone Rommeldamse florijnen en zelfs geen kwartjes. Ik zou wel eens willen weten wat die oude van plan is". „Het is een zonderling, heel gewoon", verklaarde heer Ollie. „Kom mee naar binnen jonge vriend; Joost zal de thee wel klaar hebben en een stukje zelf gebakken cake zal smaken, wed ik". Op dat moment verscheen er een mandje met afval bo ven de muur die Bommelstein aan deze zijde begrensde. „Pas op!", riep Tom Poes nog. Doch het was reeds te laat; de inhoud werd met forse hand over de voorbijgan gers uitgestort. Heer Ollie slaakte een verraste kreet, die echter ge smoord werd in graten en rottend ooft. Hij verloor dan ook het evenwicht en zat even later met Tom Poes tussen de lompen en metalen. Een ogenblik heerste er een druk kend zwijgen, doch toen verwijderde de getroffen heer een vergaan koolblad van zijn gelaat om uiting aan zijn ontstemming te kunnen geven. „Plmff!" zo riep hij met overslaande stem. „Welke sjlungel gooit daaj vuilnisj op de openbaje weg? Uit mijn eigen tuin nog wel?" Nu verscheen het gelaat van de bediende Joost boven de muur om een blik naar beneden te werpen. „Dat deed ik, met uw goedvinden", sprak hij. „En wat zou dat als u mij toestaat?" ebn Nieuw flVONTUUB VAN SPJZ06TJ6 "Hf-V" f "V0 O'" - J 4 vJ j ftkV tv iw bo 9> VAN De. mmwmm een Nieuw pvontuus? van j oh nu eN pieaewieT sro*!*/ fu Moer "fififioo I Touv- *-rr Lezers schrijven de krant De Wadders w'L - PAUL VLAANDEREN mr dood? ik Plotselinge hoofdpijn Opkomende verkoudheid? Laat uw vakantie niet bederven Neem 'ASPRO' mee Want u weet 't: 2ASPRO5 Advertentie MOCO 'Jf 7 V. V. 0 Dl VI J V. fioe) OUD U/J Cl! Hij heeft voorspoedig carrière gemaakt Als zoon van een onderwijzer uit Goldau is hij medicijnen gapn studeren in Zürich. Reeds daar vestigde hij de aandacht op zich door de gouden medaille te winnen die de faculteit uitgeloofd had voor bepaalde onderzoekingen op het gebied van de thorax- chirurgie. Ernst Henner bleek echter niet alleen een goed onderzoeker te zijn, doch tevens een kundig chirurg, en direct nadat hij klaar was volgde zijn benoeming tot chef de clinique van het Cantonale Ziekenhuis te Genève. Mevrouw Van Polsbroek nam een sigaret en al pratende trof het Covens hoe, bij het licht van de aansteker die Verhoeven haar voorhield, haar gezicht nog smaller leek dan anders. Voor vrouwen had hij weinig tijd, daar zijn werk hem geheel in beslag nam. Enkele maanden voor hij zijn assistentschap in Zürich be ëindigde, kwam hij ambtshalve in contact met een analyste die op het chirurgische laboratorium werkte van het zelfde ziekenhuis. Toen dr. Henner benoemd werd in Genève trouwden ze, zonder veel meer van elkaar te weten dan waartoe hun vak aanleiding had gegeven. Ze verhuisden hier naartoe en daarmee was een einde gekomen aan de werkzaamheden van mevrouw Henner. Maar na vijftien jaar iedere dag op een laboratorium gewerkt te hebben, viel haar die verandering niet mee en meermalen is het ter sprake gekomen, of ze niet zou trachten in het Cantonale Ziekenhuis of op een ander labora torium hier in de stad een plaats te vinden. Maar haar man voelde daar weinig voor, meende dat het huwelijk wel spoedig andere bezigheden van haar zou vragen. Verhoeven had zijn bloknoot weggelegd en zat met zijn kin op zijn handen gesteund te luisteren. Naast Covens zat Duprez met zijn duimen omhoog en keek in het niets. De rol van huisvrouw in een gezin zonder kinderen, waar het dagelijkse werk wordt verricht door een dienstmeisje, lag de ijverige Louise Henner slecht. Het werk van haar man, dat met zich meebrengt dat hij ook 's avonds nogal eens weg is, bezorgde haar lange dagen, die ze in eenzaamheid door bracht. Te laat ging haar man beseffen, dat zijn vrouw wel een ijverige en goede analyste was, maar dat ze geen werkelijke belangstelling had voor zijn vak. Zo verstreken zes, zeven jaar. Toen ontmoette dr. Henner na een blindedarmoperatie, die hij verricht had bij baron Van Polsbroek, diens vrouw. Ze was jong, ambitieus en het toeval wilde dat ze elkaar enkele malen onverwachts ontmoetten, op een receptie, in de pauze van een concert. Beiden werden ze zich al spoedig bewust van de sympathie, die bezig was tussen hen te groeien, maar ze voelden zich gebonden, ieder in het eigen huwelijk. Covens pauzeerde en nam een slok van zijn koffie, die inmiddels koud was geworden. Maanden gingen voorbij en hoewel ze elkaar zelden zagen, bleef de band tussen hen bestaan, werd in feite steeds sterker. Toen kwam de ontmoeting die beslissend werd. Op een liefdadigheidsbal ten bate van de kinderverlamming, waar Henner als medeorganisator aanwezig was, ver scheen mevrouw Van Polsbroek - alleen. Haar man was op het laatste ogenblik verhinderd geweest om mee te gaan. Deze ontmoeting had tot gevolg, dat beiden trachtten hun vrijheid terug te krijgen ten einde te kunnen trouwen. Maar mevrouw Henner wilde hier niet van horen. Hoewel haar man de naam van mevrouw Van Polsbroek niet genoemd had, was Louise Henner ervan overtuigd, dat er een vrouw in het spel was. Ze raakte buiten zichzelf van jaloezie en woede, en trachtte haar man te pressen van zijn plannen af te zien. (Wordt vervolgd) 1 -au .rS-^jr f/Vw. i 1. Enigszins ten westen van de plek, waar de staten Dakota, Nebraska en Wyoming elkaar be grenzen, reden op een hete zomerdag, twee man nen, wier verschijnen elders zeer opvallend geweest zou zijn. De één was heel lang en mager, terwijl de ander zich onderscheidde door zijn dikte. Tegelijker tijd was hij veel kleiner, dan zijn metgezel, zodat hij veel leek op een kogel. De dikke bereed een hoog, bonkig paard, terwijl de lange zich van een muildier bediende. Beiden waren eigenaardig ge kleed. De lange droeg een leren broek, die hem veel te wijd was. Door de wisselende invloed van het weer was deze zeer gekrompen, zodat de pijpen er van de bezitter nauwelijks tot over de knieën reik ten. Daar deze de gewoonte had steeds zijn handen aan zijn broek af te vegen, was het niet te verwon deren, dat êr wel een lekker soepje van gekookt kon worden. Zijn voeten waren voorzien van afgetrapte schoenen. Bij dit alles droeg hij nog een soort leren jachthemd. Knopen en knoopsgaten vielen er niet aan te ontdekken, terwijl het zijn door weer en wind gebruinde borst vrij liet. De mouwen hingen tot. even over de ellebogen, zodat zijn magere, pezige onderarmen zichtbaar warén. Vredesoproepen van de Kerken maketl nauwelijks indruk, constateert rector Coppes in dit blad. Dat die van pausen in een groot deel van de niet-Katholieke wereld vaak weinig of geen effect sorte ren. is voor ons, Katholieken, moeilijk te beseffen. Daar er veel mensen zijn die zich hier intensief mee bezig houden, zoals schrijver stelt, geloof ik dat een afwijkend geluid van een dier velen vruchtbaar kan werken. Op de eerste plaats lijkt het mij nut tig vast te stellen dat ik juist als Katho liek mij in zekere zin aan de vredesop roepen onzer laatste pausen (Pius XII, Joannes en Paulus) heb geërgerd. Zoals ik mij erger aan ieder bloedvergieten. Deze schijnbare tegenstrijdigheid zou ik nader willen uitwerken. Schrijver spreekt van de zinloosheid van de oorlog. Ik ge loof dat hij hier een denkfout maakt, ge dreven door dezelfde aversie van ge weid als ondergetekende, sprekend uit dezelfde bewogenheid waarmede de pau sen hun vredesboodschappen de wereld inzenden. Maar wat verstaan we eigen lijk onder vrede? Hier moet ik denken aan het oorlogs-monument dat Pennsyl vania heeft opgericht in Varrennes, het zelfde plaatsje waar Lodewijk XVI werd aangehouden (Argonnenwoud). Over het gehele fronton staan deze woorden: „Right is more precious than peace". Met andere woorden: geen vrede zonder recht. Indien Pius XII vlak voor de in vasie in Normandië een vredesboodschap zou gelanceerd hebben, had dit de dolk steek (in de rug) voor de geallieerden (lees het avondland) kunnen beteken. In „Eenzaam maar niet alleen" laat Wilhelmina duidelijk uit komen dat haar ijveren met Leopold III van België om nog tot een vrede te komen in 1939 een slechte indruk on onze bondgenoten maakte. Het tijdstip was fout gekozen. Zo moet de thans regerende paus niet over vrede praten waar hij moet weten dat de Viet Cong echt niet naar hem luistert. Extreem gesteld verraadt hij de drie millioen geloofsgenoten, die uit Noord- Vietnam voor de rode terreur hebben kunnen wijken. En zo lang er nog 56 con centratiekampen achter het IJzeren Gor dijn bestaan waarin Polen hun ellendig leven slijten, stuiten mij de glaasjes wod ka op het Kremlin tegen de borst. Da Baltische staten staan nog steeds van de kaart weggeveegd, Mr. Baeten (e.a.) Het is mij altijd een raadsel hoe we on der de leus van vreedzame coëxistentie een man als Khroeshev zijn jubeltooh- ten door Frankrijk en Amerika hebben kunnen iaten mak-n. En nu kun je weer een reis win- Moscou met een of ui-ere fotowedstrijd Als rector Wj., sieit dat wij Katho- Ken, zo slecht kunnen begrijpen dat de pauselijke vredesoproepen in de niet-Ka tholieke wereld weinig of geen indruk maken, dan verzoek ik hem dat „wij" te schrappen en er zich tevens van te overtuigen dat ook in de Katholieke we reld het efect uitblijft omdat we de in druk krijgen dat de Kerk zich om de lieve vrede en niet om het recht bekom mert. Heemstede J. A. BOMANS rEillWES 5VNPIC«T£ H/WQ RAPiQSTB 13 Ondanks de eervolle opdracht om de vrije wereld uit de puree te halen, voelde Piet Loeris een lichte weerzin in zich opkomen. „Ik begrirp het niet", sputterde hij: „daar heb ben jullie toch je eigen mensen voor, kolonel Soppel! „Ja, maar die zijn niet zo handig als jij, Loeris," ant woordde de militair met een fijn glim lachje: „Jij bent op je eentje meer waard dan een heel regiment contra spionnen!" „Dat is waar," beaamde de detective: „de kracht van mijn intellect overtreft alles, wat ik tot nu toe op het gebied van geheime dienst verlening van anderen heb meege maakt. Mijn oom Johan zei altijd: Wil een man niet tot slavernij gera ken, dan moet hij zijn eigen fouten kunnen maken. En zo is het". Nu trad Peul de Eerste naar voren en drukte de speurder langdurig de hand. .Ik wist het wel," sprak hij ge roerd: „U bent een man uit een stuk, Loeris. Ik ben blij dat je de opdracht aanvaard. Gaan jullie nou maar gauw pakken en kom vanavond om acht uur naar hotel de Witte Bies. Van daar uit vertrekken jullie samen met mij naar het hoge Noorden". Even later verlieten Piet en Sientje het ge bouw van de veiligheidsdienst om al les gereed te maken voor hun ver trek Dit wordt een heel bijzonder 'avontuur meneer Loens! SNATER! de Sientje, terwijl ze op weg wa ren naar het privaat-kantoor van de detective: „We gaan dingen beleven, die onze stoutste verwachtingen zul len overtreffen". „Dat weet ik nog zo net niet," wierp haar beroemde pa troon haar tegen: „Ik heb zon ge- voel dat die kleine bromtol van 'n j Hat Si Kee er wel weer tussen zal i zitten In uw komman laar over de „Brand- punt"-uitzending van zaterdag 3 juli over de and-Claus demonstratie op de Dam, schrijft u dat de „i>randpunt"-redaktie maar twee mogelijkheden had om te we ten dat deze demonstratie op handen was. De eerste was, dat de poiitie „Brand punt" had getipt, wat u onwaarschijnlijk acht. De tweede, dat de demonstran ten „Brandpunt" hebben gewaarschuwd. „Als er nog een derde weg denkbaar is langs welke „Brandpuntaan zijn inlich tingen is gekomen mag Frits v. d. Poel zijn vinger opsteken. Maar erg goedge lovig zijn wij niet." aldus uw commen taar. Deze laatste zin zal uw eigen ver slaggevers opmerkelijk in de oren klin ken. Zij immers weten wat u blijk baar niet weet uit dagelijkse erva ring. dat een goed journalist over ko mende gebeurtenissen zonder politie of organisatoren precies geïnformeerd is. Als u suggereert dat „Branopum" me de-aanstichter was van de demonstratie, ondanks het feit dat het zich in de uit zending er duidelijk van gea.s.antieerd heeft, zouden wij bijna gaan denken dat de redaktie van uw blad haar handen vol heeft bij het organiseren van bijeenkom sten die u verslaat zonder tevoren een tip te hebben gekregen van de politie of de organisatoren. Maar dat denken wij niet, wij zijn wel wijzer! Hilversum B. M. BRANS chef perszaken publiciteit KRO Nachrift van de redaktie: Wij vinden dit een aardige brief, maar ei'g duidelijk is hij niet. Kan de heer Brans ons en nu concreet zeggen wie „Brandpunt" tipte? Als dat geheim moet blijven. Advertent"- DOT KRN IK NIET BELOVEN. ALS GRRNT NIET DOOD 15, MOET DE POLITIE HET WETEN. LUISTER, ME. VIRRNDEEEN- RISU'T WETEN WILT,MOET 0 BELOVEN DRT 0 HET NIEMAND VERTELT Sfi DRT I8H0NZRRK...GEEU BELOFTE-SEEN VERHRRL.' WRT BEDOEL JE? IS FREDDIE GRRNT HEB Z'JN LICHARM ZELFGEZIEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 4