TOM POES EN DE PASMUNT Alfredo ■H,»' !F:V REVOLVER MET MONOGRAM m SS Mr. Piet Loeris en de Tappalappa's m .alle maal ense ALS U HET VRAAGT door Marten Toonder DE ZOON VAN DE BERENJAGER I feOJE h Monster van Loch Ness Zo vader zo zoon Val Bewijs 2ATÉEDAG 17 JULI 1965 rir"^ ft} 5504 Tom Poes had genoeg gezien. Voorzichtig daal de hij het trapje af en sopte door de modder naar de vas te grond, juist op het moment dat commissaris Bulle Bas op zijn avondronde het terrein passeerde. „Dat treft goed", zei Tom Poes, „U moet daar eens naar binnen kijken!" De politiechef hield de pas in en wierp een blik vol te genzin op het gebouwtje „Waarom?" vroeg hij. „Ik heb wel wat anders te doen dan friteskramen te inspecteren", dan fritekramen te inspecteren". „Het is geen fritekraam", zei Tom Poes. ,Het is een speelhol". Er wordt gegokt en dat is toch' verboden?". „Huh?" hernaam de commissaris. Hij fronste de wenk brauwen en bezag het optrekje met nieuwe ogen. Uit de open deur klonk belgerinkel, gevolgd door het geluid van vallende munten en opgewonden uitroepen. „De hele pot!" riep een krassende stem. „Gefeliciteerd, meneertje! Alweer de hele pot. U zult me nog arm ma ken. Hóhèhè!" Nu aarzelde de plichtsgetrouwe beambte niet langer: hij betrad de modder en stapte de treden op. „Wat is hier aan de hand?" vroeg hij bars. Hazard spel, huh? Mag ik je papieren eens even zien?" „Oho!" riep de ondernemer uit. „U jaagt een arme oude man dè stuipen op het lijf! Men mag toch zeker wel een onschuldig spelletje doen? Daar heeft toch niemand last van?" „Een onschuldig spelletje?", riep de commissaris uit Hij wees beschuldigend op Joost, die met een hoed vol geldstukken voor een apparaat stond en snauwde: „Wat is dat dan?" „Behendigheid", verklaarde de grijsaard. „Die meneer is een héél knappe speler: hij wint altijd!" £L •J de HAV is uw vertrouwen waard! VERZEKERD KAPITAAL: MÉÉR DAN 2 MILJARD GULDEN! HAV LEVENSVERZEKERINGEN - SCHIEDAM - TELEFOON(010)26 93 04* - HAV LEVENSVERZEKERINGEN door Dick Pointer ESN Nieuu AVOMTUUB van spgoerje JU o mbtsizL. cue Getost-Ditze sr/cre /s pajc,s apa/jpg€ijc>... //«er ts eeu du/pc/mg je metz nece~ MPPU /QeceeM TS (PtQ- J -«c »*cv SPRoerje. ouu/e JotJGeM, e>esKj PPMlGM... MPPR... mppr oar ts /-/er Ge luid i/PU ee\t MotoR' Mre/g?!... cppr tt< uer ZoetJL/cp/r UtTCoest o/cpretzstJ V" VÖN De m ni.euuj nvoNTuue van johou en pieaevuiei - n STtcr^^uS%^i^ KARL MAY De Wadders ■tr 1 PAUL VLAANDEREN Lezers schrijven de krant' 34V% PI B COPENHAGEN Advertentie 93 Terwijl uw man Vera naar huis bracht, werkten uw gedachten koortsachtig. Wat moest u doen? Uzelf aangeven? Toen vond u de oplossing waarnaar u had gezocht. De voorzienigheid speelde u daarbij in de kaart. Vera had u het sleuteltje van haar wagen gegeven en u had gezegd deze de volgende dag wel naar Meerzicht te zullen rijden. Dit verschafte u een onopvallend excuus om het huis van de familie Van Polsbroek te bezoeken en u hoopte de revolver te kunnen achterlaten op een voor Pauline be zwaarlijke plaats. Wij weten, dat het u gelukte het wapen in een lade van de kaptafel van mevrouw Van Polsbroek te verbergen, en u hoopte dat deze vondst zijn uitwerking niet zou missen De stoel van Henner kraakte niet meer. Pauline van Polsbroek zat nog altijd geleund op de bank; Vera naast haar leek diep in gedachten ver zonken en Covens zag het wit van haar tanden oplichten tussen de half geopende lippen. Maar het pakte anders uit, dan u gewenst had, en dus Duprez liep naar de deur en legde zijn hand op de kruk. Toen hij over zijn schouder de kamer inkeek zag hij hoe Louise Henner langzaam met het hoofd knikte. Haar lichtblauwe ogen keken star in de verte. Toen zuchtte ze diep en stond op. Voor geluk moet je geboren zijn, zei ze bitter en liep naar de deur die Duprez voor haar openhield. HOOFDSTUK 10 Zo zie je hoe verkeerd het is, zei dr. Covens tegen commissaris Duprea, toen ze enkele weken later een kopje koffie dronken op een terrasje aan het blauwe meer, zo zie je hoe verkeerd het is om al die detective-puzzels psychologisch te benaderen, zoals de mode van de laatste tientallen jaren dat wil. Ik ben ook zo te werk gegaan en bij wie kwam ik terecht? Bij Henner. Het was alweer een stralende dag. Het leek wel of het weer in Genève niet slecht kon zijn. De vakantiegangers kleurden de boulevards en vulden de terrasjes al ijs-etend en genietend van het uitzicht op het Lac Léman en de bergen rondom. U legde het monogram uit als H.E. en verdacht de secretaris, ik inter preteerde het als E.H. en vroeg me af, of de revolver aan dr. Henner zou kunnen toebehoren. Het was tijdens het diner met mevrouw Henner, dat ik ontdekte dat hun huwelijk te wensen overliet, maar pas later legde ik verband met mevrouw Van Polsbroek. Frappant is, dat het de dader was die me ongewild op de gedachte bracht door de revolver van Henner te verbergen in de kaptafel van Pauline. Henner en Pauline, bestond er een relatie tussen de chirurg en mevrouw Van Polsbroek? Toen ik het verhaal van haar leven vernomen had, was ik er haast zeker van dat mijn theorie juist was. En aldus kwam ik bij Henner. Hij had de sterkste reden om de baron dood te wensen; deze stond immers als laatste beletsel niet slechts zijn huwelijk met Pauline in de weg, doch ook het kind dat zowel Henner als Pauline wilden. (Wordt vervolgd) r U/0 T SGU OMJOOA. Sreca0/ee eerj- ZP0AMAjeiC.' U//QT tS DPT 77? tJGT KOMT EEN HHPTc-a/ /is L/n*?r ere 1 a nasty cpore buppoopp uier? u^r momdgU ugm toom Die JoU- CP// BMSCMAMVAM 7 JP, AT PP A MM /S /'S DAT 7 u/er cgm! ^aPouueuue MGGA ScP- mppc wers vooa om Mi oet/eu TG etuoiGGU pes eu mppp u/er op AP APer Jm MtSG re CPPU.' ttf U/K, 11/ AP/JU BGD DOOD CPPU/ gsm cglppdggao <sg&kpp \Mer eeuToerje pereesi? t-'P IM MfUM mg U CPTGTM mij u/eer mggc. Gogo DPT MfJ GA MISSCMIGM ZIJG A/V/O B*J /USGMiGT.^ 'C/9/9T At? SCP AAGM Cppr mg t/SGp i Oooar 5--"sar ty je SWAN FEATURE* SYNDICATE 5. Zij hielden hun rijdieren in en volgden met de ogen het spoor in de verte. „Zullen we het nauwkeu rig bestuderen?" opperde Jemmy. „Zullen?' 'sprak Davy. „Moeten is beter gezegd. Je weet zelf ook wel, dat je in deze streken elk spoor, hoe onbelang rijk soms, moet nagaan, anders kon je 's morgens wel eens zonder haar wakker worden. „Jemmy liet zich van zijn paard zakken en bestudeerde het spoor. „Indiaan," zei hij. „Toch? We bevinden ons hier niet op het jacht- of weideterrein van een stam. Waaruit constateer je dat het een indianespoor is?" „Het paard is onbeslagen en zo te zien op indiaanse wijze gedresseerd." Hij volgde het spoor een twintig meter, waarna hij Davy toeriep: „Het paard was zeer vermoeid. Toch liet zijn berijder het galoppe ren, zodat hij wel haast gehad moet hebben." Thans achtte Davy het nodig ook af te stijgen en zich bij Jemmy te voegen, terwijl de dieren hen volgden, alsof dit van zelf sprak. „Je hebt volkomen gelijk Jemmy. Het paard is hier en daar zelfs gestruikeld. Of de indiaan werd vervolgd, of hij moet een andere dringende reden gehad hebben, om zo'n haast te maken." Het kan niet anders, of de laatste ver onderstelling is de juiste. Hoe oud schat jij het spoor?" - y jj 't iML*: i 178. „Wat deed u opeens nijdig te gen baron Kozejad", sprak Sientje verwijtend tot Piet Loeris: „Ik vind het geen symphatiek persoon, maar hij deed u tenslotte niets." De de tective wierp haar een scherpe blik toe. „Voorkomen is beter dan gene zen, Sientje" bromde hij: „Die kerel heeft kwaad in de zin, dat zie ik aan z'n postzegel, zodra we op de grond staan, zal ik koning Peul ernstig te gen hem waarschuwen". Tijd), er iets aan te voegen, kreeg hij niet, want op dat moment kwam de ste wardess met een dienblad vol dran ken bij hen staan. „Heeft u beiden zin in een glaasje kaskenade, onze nationale volksdrank?" kirde ze: ,,'t Is een verrukkelijk vocht, mag ik wel zeggen!" „dat mag je zeker," grinnik te de speurder, die zijn boze bui van zoeven allang weer vergeten was: „Het lijkt me anders een raar brouw sel. Waar maken ze het van?" Dat 's gauw genoeg verteld, seur!" deed de stewardess gedienstig. „Het is gewoon een mengsel van gestampte rendier lever, ijzervijlsel en braambessen sap! Heerlijk voedzaam en gezond en een glaasje is ruimschoots voldoen de, om je een hengst tussen je ogen te verkopen!" „Laten we^ het gauw proberen, meneer Loeris!" juichte Sientje, die, zoals altijd tuk was op onbekende versnaperingen. „'t Ziet er heel aanlokkelijk uit". „Kwestie van smaak", antwoordde de fameuze detective, terwijl hij twee kelkjes van het blad afpakte: „Ik zou maar kleine teugjes nemen, Sientje, want dit lijkt me een gevaarlijk spul voor iemand, die er niet aan gewend is." Maar helaas nam Sientje meteen een flinke slok! WRAE0M? W'J WILD EU IBTCE DSmiTIE BELRCHELUKMH MAAK DAfieVOtffe KEE6EU WE HOOIT DE EflfiS DUS LIETEN WE HET CO H'J VEEWBEDE 0UZE UflMEU BU DEAEEES- TflTIE. JULLIE HEESTEL-^lI'^r DEU DIE FOUT WIET? Jfl.ZE SWRPTEB ONS... OP HETEE- DflRD... MAAE DIE flOEUT WAS NIET EEG SMUGGEE «tl* Net op tijd voor het zomerse toerk- tenseizoen is in Schotland het monster van het Loch Ness gesignalerd. De 32-jarige William Cameron en zijn broef James hebben het bij het kam peren gezien en zijn lengte geschat op vijftig meter. Over de inktzwarte rug liep een kam van haaiachtage vinnen. In de grote dierentuin van Bazel (Zwitserland) werkt een jonge Ne derlander als dierenverzorger. Het is de zeventienjarige Cor Ouwehand, kleinzoon van wijlen de stichter van Ouwehands Dierenpark op de Greb- beberg en zoon van één van de huidi ge directeuren, de heer A. Ouwehand, Cor, genoemd naar zijn grootvader, volgde tot voor kort de vier-jarig» handelsdagschool te Wageningen en zal na de zomervakantie nog twe» jaar het lyceum „doen". Maar eerst zal hij gedurende negen weken in Ba zel een studie maken van het vak van dierenverzorger en uiteraard van het dierenleven. Hij begon inmiddels als neushoornoppasser. Of hij in de voet sporen van grootvader en vader zal treden is nog een open vraag. Wan neer hem die vraag gesteld wordt, haalt hij ongeïnteresseerd de schou ders op, precies zoals zijn grootvader dat vroeger kon doen en precies zoals ook zijn vader dat nu nog doet. Maar achter die kwasi onverschilligheid zit ook bij de jonge Cor een vastomlijnd plan voor de toekomst, precies zoals bij grootvader en precies zoals bij va- der-Ouwehand die evenals zijn zoon vóórdat hij zijn vader als directeur opvolgde in vele dierentuinen van d» wereld, o.a. in die van New York, praktische ervaring opdeed. w De 49-jarige Glen Thompson, een uw woner van de gevangenis in de Mexi» kaanse stad Sioux City, viel bij het zonnebaden op het dak van het aan grenzende gerechtsgebouw door een bovenlicht naar beneden in d» rechtszaal, pal voor kantonrechter George Paradise. Paradise, niet van zijn stuk gebracht verdaagde de behandeling van d» jeugdzaak waar hij mee bezig was. De gevangenisdirecteur zei dat Thompson, die een straf wegens open bare dronkenschap en landloperij uit zit, samen met een andere vertrouw de gevangene „om gezondheidsrede nen" een zonnebad nam op de plaats waar inwoners ook was te drogen en dekens en matrassen te luchten han gen. Het is een voorrecht voor gevange nen die zich goed gedragen. Alleen had hij niet op het bovenlicht moeten gaan zitten, zei de directeur. In uw blad van donderdag 8 )vM schrijft u, dat uit het politie-onderzoek niet is gebleken, dat de redaktie van d» KRO-televisie rubriek Brandpunt d» hand heeft gehad in de organisatie van de z.g. anti-Claus-demonstratie op 2 juli op de Dam in Amsterdam. „Met andere woorden: vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. De twijfel blijft" zo schrijft u. Mag ik u er op wijzen: dat dit e«n nogal insinuerende uitspraak is? Dat in n' normale rechtsstaat nieft de aangeklaagde, maar de aanklager de bewijzen moet aandragen? dat iedere journalist weet, dat een politieman nooit kan toegeven, dat hij gelogen heeft. Hij zegt dan, dat een nader onderzoek niet heeft uit gewezen, dat hij de waarheid sprak. dat wij het een opgewonden inspec teur heus niet kwalijk nemen, dat hij iets onvoorzichtigs zegt en ook de politie er niet kwaad op aankijken, dat zij die uitspraak op die mander rectificeert. dat wij het een kwalijke zaak vinden als kranten, die beter moesten we ten. meehelpen het onzindelijke den ken te bevorderen t-o.v. mensen en instellingen, waartegen het mode is anti te zün. HILVERSUM B. M. BRANDS Chef perszaken en publiciteit, KRO. Naschrift van de redactie: Wij worden natuurlijk vervelend, maar hoe wist „Brandpunt" het nu, geachte heer Brao»?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 4