TOM POES EN DE PASMUNT Alfredo HET HUIS MET HE ROZEN m m B alle maal mensen Piet Loeris en de Tappalappa's ft I 3 Glansrijke zege van Verhagen f, DE ZOON VAN DE BERENJAGER door Marten Toonder m In Hollandweek 2 op IJsselmeer G» Hoge vlucht Niezen Kort Acht meter te veel Baggeren Schilderen r~ ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1965 5522 Heer Bommel begreep, dat hij het gedrag van zijn bediende niet langer kon nemen. Hij stelde zich dan ook achter de voordeur op en kruiste de armen. „Ook aan het geduld van een heer komt een einde", zo sprak hij. „Ik kan niet langer goedkeuren, dat Joost de kachel met mij aanmaakt". „Het komt van die Pasmunten", zei Tom Poes, maar heer Ollie had daar geen oor voor. „Voor een Bommel speelt geld geen rol", hernam hij. „Laat staan pasmunten. Daarom is het heel vreselijk wat er gebeurt; geld en goed verliezen hun waarde en nu spreek ik nog niet eens over de goede zeden! Nee, zo'n Joost maakt misbruik van het tekort aan huispersoneel. Maar ik neem het echt niet langer, jonge vriend. Als hij direct thuis komt zal ik zonder pardon Op dat moment knarste de sleutel in het slot en daarop werd de deur met zo'n kracht opengeworpen dat de spre ker de woorden in de mond bestierven. Het was de knecht die in verwilderde staat huiswaarts keerde. „B-beroofd, wanneer m-men m-mij t-taastoet!" riep hij met schrille stem. „Op klaarlichte avond! Men heeft ïnij met een pi-pistool bedreigd M-mijn munten zijn gestolen, met uw welnemen" „Umpf", stamelde heer Ollie van achter de deur. „Dit gaat niet langer. Een bloedneus, vrees ik.Snuf. .mpf. .Ik bedoel. „Het is heel betreurenswaardig," vervolgde Joost ver wilderd. „Zonder die geldstukken kan ik niet leven, als ik zo vrij mag zijn. En ik eis, dat mijn loon voortaan in pasmunten wordt uitbetaald Ik heb mijn rechten Pas munt wil ik hebben" door Mea Allan NieUUl AVONTUUR VAN SPROETJE woo/2... /tter ut tr ue STfZtePGSf. Je een Gevfloeujuc v ve#£t §Peu, WAMT oe utflpi-\- TSIN is in hst HOU Te r«j g g e u om e ni et.tnuu/? VAN KARL MAY De Wadders PAUL VLAANDEREN bewrkem-eu op die DIKKE JftR» LETTEIL V SPORTNIEUWS PI B CDPENHAGïN MOCO 356* 17. A.ls Dodo wilde kon ze allerliefst zijn. Zij drukte zijn hoofd tegen haar warme borst en legde haar wang er tegenaan. Een losse krul van zijn haar kriebelde tegen haar neus en ze vond toen dat het tijd werd op te houden met die onzin. Maar toen Oscar weer tegenover haar zat keek zij hem met een warme uitdrukking in haar ogen aan en zei: „Ik geloof dat ik hier ge- lukkig zal worden. Tenminste. voegde zij eraan toe, „als de mensen me hier met rust laten." Dodo was al genoeg bespioneerd in haar leven. Zij was bang voor glurende blikken. Het waren zulke ogen geweest die ertoe geleid hadden dat er met grote letters „JUDE" op de muur van hun huis in Torgau werd gekalkt, toen de Bloed- en Bodem-theorie hoogtij begon te vieren. Dodo's vader, een Röntgen-specialist, werd ervan beschuldigd dat hij Arische artsen het brood uit de mond nam en boven de koperen naamplaat op zijn deur werd een kaart bevestigd, waarop stond: „Achtung, Jude! Besuch verboten!' Toen Dodo dertien jaar oud was werd zij begluurd omdat zij speelde met Greta Ruemann, die van zuiver Germaanse afkomst was. De meisjes leerden zwemmen en gingen naar een openbaar zwembad. Dodo zou die zaterdagochtend nooit vergeten waarop Greta haar plotseling op een heel vreemde koude manier aankeek, plotseling haar stem verhief en tegen de andere meisjes riep terwijl zij op Dodo wees: „Zij heeft het zwembad bezoedeldzij is een Jodin. Was het een wonder dat zij er niet tegen kon als de mensen haar begluur den? Om niet te denken aan de vreselijke jaren in het kamp, waar zu bij al haar doen en laten bespioneerd werd. Oscar trachtte haar die angst te ontnemen, hij lachte en zei dat zij nooit meer vervolgd Zou worden. En toen hij merkte dat ze er niet tegen kon aal de dorpsbewoners haar bekeken, zei hij lachend: „Laat ze kijken. Wij zullen zorgen dat ze wat te zien krijgen." Voordat Polly die eerste nacht ging slapen deed zij op haar fiets een ver kenningstocht door Dellwood Camp. Zij had in geen weken de fiets gebruikt en wilde zien of deze nog in goede conditie was, „want," zei ze tegen Banjo, „je kunt nooit weten." De kat scheen het te begrijpen, maar voor alle zekerheid voegde ze er nog aan toe: „Ja, zie je, stel je voor dat het ons hier niet bevalt, dan kunnen we ergens anders heengaan." Ze wist wel niet waarheen, maar ze kon zich in ieder geval verplaatsen en dat was belangrijk. En dan was er toch altijd Staveney, waar ze af en toe een bezoek zou brengen. Toen Donny haar verliet had zij hem gevraagd hoeveel kilometer Dellwood van het dorp lag en toen hij haar vertelde dat het tien kilometer was, fleurde zij helemaal op. Dat waren maar een paar stapjes. Het had wel honderd kilo meter geleken, daar boven op die kar. Drie volle dagen probeerde Polly aan haar nieuwe omgeving te wennen. Zij miste het ruisen van de zee, haar tuin en al het groen en de bloemen. Mrs Molyneux had wel gezegd dat zij hier slechts zolang behoefde te blijven totdat men iets beters voor haar gevonden had, maar hoe kon iemand geloven dat zij zich ergens anders thuis zou voelen dan op Rose Cottage? Daar hoorde zij en op een of andere manier moest zij zien dat zij daar terugkeerde. Het was zondagochtend. Polly was vroeg opgestaan. Om zeven uur had zij ontbeten en toen reed zij haar stevige fiets tot voor haar woning. Banjo kreeg een goede maaltijd met veel vis en werd toen in het fiets mandje gedeponeerd. Enkele minuten later peddelde zij heen, de grote weg op. Het was een heldere, mooie ochtend. De vroege ochtendzon scheen vrolijk op de bomen langs de weg. De vogels zongen het hoogste lied. Na zes kilo meter gereden te hebben kwam zij bij het kruispunt waar de bus rechtsaf sloeg naar Cockford en op een wegwijzer las zij dat het maar vier kilometer was naar Staveney St. Andrew. Hoe dichter zij bij haar vroegere woon plaats kwam, hoe gelukkiger zijn zich ging voelen. Op vrolijke toon riep zij tegen Banjo: „Wij zijn er bijna, jöh!" Polly wilde regelrecht naar het huis van Joe rijden, maar Banjo besliste anders. Toen ze dicht bij Staveney gekomen waren zette hij zijn oren op, snoof eens en sprong pardoes uit de mand. Op de stoep van een van de huisjes, waar zij langs kwamen, lag een Cyperse poes en Banjo was al vaak de vader geweest van haar jongen. (Wordt vervolgd i °P PIT OGtZU-tfoeuJ& Blik specur sproet-/ (/eeHPO<~ upp hst ZO0C.S Je CU/CT.'3ffj USSt UfJF fsllUUT£hJ ZPtc Je we Getover Je ZfPL HeCGMFFU &CPUUJ WoPDeU jpf Moot Bt-Ptuuj, GtPS!f VIJF MINUTeN l-flTee, NtQTUUPUJt*MGT /S eetJ c/sr! t-tfj UJru Me OootQ oe PoLt-rte G/Ztj pgm Beu ous N/er Scpc/uj tJetSPPj/PL, S Tom Me l ttJG fu Beu t/eceMtPPc. tJter een NieuuJ avontuur van johon €N PieRevuieT k f (Cjeajiresse 23-CT .-■vtt SWAN FEATURES SYNOICATB 23. „Waarom durfde Wohkadeh de boodschap niet hier te vertellen? Als het een prettige mededeling betrof, dan had hij toch niet gewacht? Hij deelde mij reeds mede, dat Yellowstone te komen." „Dan moet ik hem beslist onmiddellijk spreken!" Hobble Frank zette zijn paard aan, maar toen Wohkadeh merkte, dat men hem poogde in te lopen, legde hij er een schepje bovenop, zodat Frank al gauw zijn pogingen moest staken. Onderwijs had Davy gepro beerd Martin wat uit te horen, maar de zoon van de berenjager bleek zo gesloten als een bus, zodat de lange zich verontwaardigd afwendde. Na enige tijd maakte de beek, die zij gevolgd waren, een scherpe bocht en op een heuvel ontwaarden de mannen een blokhut. De heuvel was aan dire zijden zo steil, dat hij daar niet te beklimmen was. De vierde kant was voorzien van een dubbel hek. Beneden aan de voet was een maisveld aangelegd en daarnaast een groentetuintje. Vlakbij graasden twee paarden. „Daar hebben die kerels van straks onze paarden gestolen," bromde Hobble Frank. „Waat zit onze Bob?" Hij floot schel, waarop een zuil van een ne ger van tussen de maisplanten tevoorschijn kwam. WW rÉ*TuBE3 SWPICATt N/lfRO WOSTR'p 358. Er ging een luid hoeraatje on-; der de reizigers op, toen koning Peul mededeelde, dat het gezelschap in het igloo-dorp zou overnachten. „Gelukj kig," zuchtte Sientje, die helemaal stijf van het zitten was geworden: „Een paar uur slaap^ zullen me goed doen, meneer Loeris!" „Ik zou anders best nog iets willen eten!" antwoord de haar meester: „Meestal kom jij met 'n voorstel in die richting aanzet ten, Sientje, maar nou heb ik voor de variatie 'n keertje honger!" „Mij weten leuk restaurantje hier vlakbij," sloeg Hat Si Kee voor: „Grote man darijn en kleine lotusknop mij maar volgen." Een ogenblik later liepen ze gedrieën in de richting van een bij zonder groot uigevallen igloohut, aar een kleurig zonnescherm buiten hing Toen ze er binnenstapten bleek het er behagelijk warm te zijn. Overal stonden eenvoudige tafeltjes, waar pelsjagers en robbevangers broeder lijk aan zaten te eten. „Zoekt u een tafeltje?" vroeg de gérant, die ijlings kwam aanschieten: „Ik heb nog 'n beeld van 'n tafeltje achterin staan." Toen ze eindelijk zaten begon hij een keur van spijzen op te ratelen. „Ik zou u het menu willen aanbevelen, dat begint met een loempia, overtrok ken met knapperig robbenvel, gevolgd door een geurige pinguinsoep. Daar na krijgt u berenlever in traansous met een slade van diverse mossen en het dessert bestaat uit een lek kere ijsschots!" De detective knikte. „En wat heb je te drinken broer?" „Warme zeehondenmelk!" antwoord de de man prompt: „Vers van de hond, seur!". W'JZ'JN DICHTEZB'J EOTEMOMBIT UU rKEDDIE DOOD IS, EEST OUS Rt- IEEU WO&EUUICE.' 51-50 IE ülioor- PRT W'J WRIZ- ME2 WOeDEU,IUR...W'J MOETEk! EUNICE SCHERP Charles Thomas zit al vele dagen op de top van een watertoren op de terreinen van de staatsgevangenis de Amerikaanse staat Illinois. Water heeft hij genoeg, maar met de voor raad pindakaas is het anders gesteld. Thomas is een 25-jarige jongeman uit Chicago, die 35 jaar uitzit wegens diefstal en aanranding. Op 30 juni maakte hij van de recreatie gebruik om 30 meter hoog te vluchten. Daar kraste hij zijn naam, gevangenisnum mer en een uitnodiging -oor goever- neur Otto Kerner van Illinois in het steen en ging zitten zitten. De direc teur maakt er zich niet druk over. „We laten 'm lekker zitten. Vandaag of morgen komt ie wel naar beneden" zegt hij. Door het openen van een dienstval- luik en het daardoor laten zakken van een tinnen kroes komt Thomas aan wa ter. Voorts heeft hij een voorraad re pen chocola, brood, sigaretten en pin dakaas (die dus opraakt) bij zich. de andere ervan beschuldigd Jat ze haar huis was komen binnenrennen en haar in de haren was gevlogen. Van dit offensief was de kanarie zo ge schrokken dat alle veren uitvielen. Op de Amerikaanse luchtmachtba sis van Alconbury in Engeland meld de zich voor dienst een Amerikaans» militair met zijn borst in verband. Bij het niezen had hij een rib ge broken. Drieëntwintig leden hebben dins dag in het Britse Hogerhuis gemid deld vier en een halve minuut ge sproken over een motie die voorstelde dat de redevoeringen korter zouden worden. had van het bezoek van de 82 meter had van het bezoek vn de 82 meter meter lange onderzeeër „Tallent" op een dag in augustus een groot feest willen maken. De gemeenteraad heeft ijlings de marine gebeld en het bezoek afgelast nu blijkt dat het haventje maar 74 meter lang is. Vijf politiewagens begaven zich met gillende sirenes naar de St. Mat- thewskerk te Londen op berichten dat kinderen aan de dakgoot hingen en een man aan de vensterbank van een hoog venster. Bij het gebouw aangekomen bleek dat de koster met een troep padvin ders de goten aan het uitbaggeren SERGEANT EDMUND MURRAY, die gedurende 15 jaar heeft gewaakt voor de veiligheid van wijlen Sir Win ston Churchill trekt zich terug uit de actieve politiedienst. Hij vertrekt naar Zuid-Frankrijk, waar hij zich zal wij den aan de schilderkunst. HUIDEN, 7 augustus. Op de tweede dag van de Internationale Hollandweek 2 op het IJsselmeer bij Muiden heeft Ben Verhagen opnieuw een glansrijke overwinning behaald. De Rotterdammer die na een matige start als zevende uit het eerste kruisrak kwam, steeg in het volgende rak naar de derde plaats. Bij het ingaan van het grote kruisrak lag Verhagen in vierde positie achter res pectievelijk Imhoff, De Jong en Bellin- ga. Door met bijzonder veel vakman schap zijn slagen te kiezen in de twee mijl lange race naar de bovenwindse boei schakelde Verhagen al zijn tegen standers uit en nestelde zich stevig op de eerste plaats in het algemeen klasse ment. Achter zijn spiegel werd om de tweede plaats veel strijd geleverd tus sen het team Imhoff-Korver en de ge broeders Bellinga. Pas in het laatste korte kruisrak naar de finish besliste Fred Imhoff deze in zijn voordeel. Ook in de drakenklasse bestaat er nog maar weinig twijfel over de hoofdprijs winnaar. Cor Groot stuurde voor de tweede keer zijn schip winnend over de finishlijn. Na twee rakken had hij al een voorsprong, die voor geen enkele con current was in te halen. De meeste spanning is er in de inter nationale Finnjollenklasse, waarin na de race van vrijdag de eerste vijf plaatsen in het algemeen klassement met bijzon der gering verschil worden bezet door Respectievelijk Henk van der Rest 2406, Hans Sleeswij k 2365, de Engelsman Hart 2202. Rinse Koopmans 2151 en Anton Ot to 2064 punten. De Nieuwzeelander Eve rett, kampioen van de South Pacific, kwam als eerste binnen, maar werd op een bakboord-situurboord-protest met Van der Want uitgesloten. De overwinning ging nu naar Hans Sleeswijk, die ach ter de Nieuwzeelander als tweede bin nenkwam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 9