o ANNELIES ZET DE SCHAAR IN HAAR LANGE VLECHTEN Sieraden van kralen en elms Betoverd wnze pagina voor de jeugd BEER en: De betoverde paraplu ROBBIE DE SPEKTAKEL ROND TOMBE VAN JULIA Ex-gids zint op wraa „Graf is een vervalsing" Naar de kapper Jammer... Tranen Fabeltje PLUS 21 AUGUSTUS 1965 ft MANNETJE Sip was een oud kereltje met een lange, grij ze baard. Hij woonde in het Toverbos, dicht bij de heks Kar- line Krol. Mannetje Sip had heel veel jaren gespaard voor de oude dag. Hij had twintig goudstukken verstopt in een dichtgeknoopte zakdoek, maar de heks had deze Nauwelijks had Stapgraag de geluksparel te voorschijn gehaald of de zakdoek weggehaald en in een toverboom met goudstukken plofte naar beneden. opgehangen. Daar hingen de goud- i w p stukken al een hele .tijd en er was nog niemand geweest, die Manne tje Sip wilde helpen. DAT is aardig van je, Robbie, zegt mevrouV Schaap, „maar wat zou jij kunnen doen- Kijk eens, dit was mijn lievelingsplan Een uurtje geleden stond hij er nog prachtig bij. En kijk nou eens, hij is helemaal verschroeid en verdroogd!" „Maar wie heeft dat dan gedaan? vraagt Robbie. „Is er in dat uur iemand hier êe' weest?" „Twee mensen maar, allebei een beetje vreemd," zegt mevrouw Schaap. „Een donkere man die kleedjes en koperwaar verkoopt en een jongeman met paraplu's." „Dan snap ik wel wat er gebeurd is," zegt Robbie, „heeft u iets van hen ge" kocht?" MEVROUW Schaap kijkt heel verrast op die vraag van Robbie. „Nee", zegt ze. „Ik heb geen kleedjes of koper of een paraplu ge kocht. Die man stond me helemaal niet aan." „Dat is de oplossing" roept Robbie uit. „Die jongen met de paraplu's is een slaaf van die man en hij heeft me verteld dat zijn meester een kwaad mens is en dat hij kan toveren. En soms spreekt hij een vloek uit over de mensen die niets van hem kopen. Hij moet uw plant hebben gedood! Ik kan nu niet meer wachten, ik moet een boodschap doen voor mijn moeder." En daar gaat hij weer, met nog steeds die harde wind achter zich. VLAK bij het dorp ziet Robbie nog een vriendin netje, dat heel nadenkend kijkt. „Hallo, Tij gerlelie, heb jij ook in de regen gelopen?" roept hij. „Nee, mij niet nat geworden. Mij kennen alle schuilplekjes" antwoordt de dochter van de Chinese tovenaar. „Mij aan het werk zijn voor mijn eerbiedwaardige vader." „Wat voor werk?" vraagt Robbie nieuwsgierig. „Betekent dat, dat je iets doet met die toverstok van je?" Tijgerlelie blijft een ogenblik stil. „Misschien vertel ik het jou, ja, ik doe het," zegt ze. „Er is iets geheimzinnigs in de lucht!" TIJGERLELIE gaat er bij zitten. „Mij denken niet dat jij kan helpen," zegt ze, „maar mij11 eerbiedwaardige vader hij zich zorgen ma ken. Hij voelen kan wanneer andere toverkracht dan de zijne in de lucht is. Hij te druk heeft om er zelf naar te kijken, dus daarom stuurt hij mij. Kijk eens hoe mijn toverstaf schittert. En nu is het in eens weer weg!" Robbie krijgt plotseling een idee- „Daar is een kleedjesverkoper die allerlei gemene vloeken uitspreekt," roept hij. Wacht op me tot ik mijn boodschap heb gedaan. Dan zal ik je alles ov^ hem vertellen. Misschien is hij schuldig aan dat heimzinnige waarover je vader zich bezorgd maakt!" ROBBIE komt tenslotte bij de winkel en doet de boodschap voor zijn moeder Als hij kla3^ is komt hij drie van zijn vriendjes tegen. rfle zeg, waarom heb jij zo'n haast?" vraagt Gijs Geit. Sjors het biggetje en Daantje Das vragen of h)J met hen gaat spelen. „Een andere keer. Ik heb n» echt geen tijd," zegt Robbie en hij holt weg. Al gauJ; is hij op de heuvel, worstelend tegen een heel sterk wind. „Tijgerlelie zal wel belangstelling hebbe voor het verhaal over die kleedjesman en zijn slaaL die jongen met de paraplu's", denkt hij. LIEFDE, bezegeld aan het graf van Julia zal nooit verwel ken, want door haar tragi sche dood werd zij de bescherm vrouwe van alle verliefden. Zou er gens ter wereld een onheil overko men aan een verliefd paar, dat el kaar bij het graf van Julia vond, vergeet dan niet haar te schrijven. Uw brieven komen terecht. Julia Capuleto heeft voor iedereen raad en hulp. Ik ben haar privé-secre- taris." In Verona en ook elders in Italië heeft deze zaak heel wat opschud ding teweeg gebracht. Solimani buigt zich glimlachend over de tal rijke foto's van illustere personen, die zich samen met hem bij het „graf van Julia" lieten vereeuwi gen, Th. L. gestraft werd k U. AU," klonk het iedere morden in de badkamer, als moeder het haar van Annelies kamde. „Au. au. niet zo trekken, die snertharen, al tijd die vervelende klitten," mopperde ze boos. ..Ik wou dat ik kort haar had in plaats van vlechten" „Wees maar trots op je vlechten: ze staan je heus leuk." „Ik ben er helemaal niet trots op, die jongens op school trekken er altijd aan en dan dat vervelende kammen, bxh!" „Nou, het is al weer gebeurd. Niet zi zeuren op de vroege morgen," vermaan de moeder. Annelies stapte met een boos gezicht de deur uit. Op school bleef ze piekeren, maar ineens kreeg ze een idee. Na schooltijd pakte ze stiekem de schaar uit moeders naaimandje en liep daar mee naar haar kamer. Ze ging voor de spiegel staan, pakte een vlecht vast en probeerde die af te knippen. Dat viel niet mee, want de vlecht was erg dik. Vlug maakte ze het haar los en toen ging het beter. Plukken haar kwamen od de grond terecht. Ziezo, dacht ze, het is gelukt. Mei een veger en blik ruimde ze de afge knipte haren op en pakte daarna een kam. Weer stond ze voor de spiegel. En toen kreeg ze de schrik van haar le ven, want al kammend bemerkte ze, dat ze ongelijke pieken had aan ailo kanten en hoe ze ook haar best deed, haar lokken in fatsoen te krijgen, het lukte haar niet. De tranen sprongen in haar ogen. Het leek wel of ze een pruik van een clown op had. Het haar was helemaal ongelijk, lange en korte pieken hingen rond haar gezicht. Wat nu? Weet je wat, ik zal 't wat bij knippen, dacht ze. Zo gezegd, zo ge daan. Maar toen werd het nog erger. Er bleef niets anders van haar mooie lokken over dan ongelijke stukken en tot over maat van ramp riep moeder haar. Nog eens probeerde ze met de kam haar lok ken netjes te krijgen. „Annelies, ben je boven?" „Ja, uh, ja moeder." „Is er iets, je doet zo raar." „Nee, uh. nee moeder." antwoord de Annelies met tranen in haar stem. ,.Kom eens naar beneden." Ik ik ik durf niet „Ik durf niet? Waarom niet? Ik zal je heus niet opeten, hoor." „Zul.zul zul je dan niet boos wor den op me?" „Aha," zei moeder, „jij hebt weer iets uitgehaald. Wat heb je gedaan?" „Ik jk iw durf 't niet te zeggen." „Nou, kom Annelies, als je iets gedaan hebt, moet je maar de moed opbrengen er ook eerlijk voor uit te durven ko men." „Ja ja moeder." Langzaam kwam Annelies de trap af en moeder keek of ze water zag branden Was dat haar Anneliesje? „Maar kindje, wat heb je nou toen ge daan?" Annelies barstte in snikken uit, maar PAPERCLIPS en kralen vormen het materiaal, waaruit je bro ches en hangers kunt maken. De paperclips buig je eerst in grillige vormen. Dan komen de kralen aan de beurt, die zet je op drie. vier ver schillende plaatsen aan de clip. Je zorgt dat ze er niet prompt weer af glijden, door een stukje van de clip om de kraal te buigen. Je hebt daar voor wel een tangetje nodig. Als dit gebeurd is rraak je er een veiligheidsspeld aan vast. Daarmee is de broche klaar. Je kunt hem het bes te gebruiken als versiering voor een ias of een jurk met een kraag. Je kunt de veiligheidsspeld dan onder die kraag verbergen. Op dezelfde manier kun je ook een ketting maken. De clip met de kra len bevestig je dan aan een koord. Misschien heb je nog een oud kettink je, waarvan de hanger je niet meer bevalt. Je kunt dan van oud nieuw ma ken. Denk erom dat je, wanneer je ver schillende kralen gebruikt, tinten kiest, die goed bij elkaar passen. TRUDY moeder, die 't ongelukkige gezicht van haar dochter zag met die malie pruike- bol er boven, kon zich niet meer goed- houden. Ze schaterde 't uit en dat vond Annelies veel erger dan straf. „M m moeder, nou loop ik voor gek. U moet er ook om lachenstot terde Annelies. „Ja meisje, dat heb je nou aan je zelf te danken." „M.. maar ik kan toch zo niet naar buiten en ik durf morgen niet naa" school," bekende Anneliesje kleintjes „Je bent wel verschrikkelijk dom geweest. Maar we zullen zien, wat de kapper er nog aan kan doen.'' „Maar dan moet ik met die gekke haren over straat en dat durf ik niet." ..'t Zal toch heus moeten, de kapper komt echt niet naar jou toe. Doe maar een hoofddoekje om." En die middag liep Annelies zwijgend en met een vuurrode kleur naar de kap per. „Maar mevrouw," zei de kapper ver baasd, ,,'t lijkt wel of de ratten er aan ge knaagd hebben." „Ja," zei moeder, „ze is zo onver standig geweest om zelf voor kapper te spelen." „Dat viel je zeker wel tegen he, meis je?" vroeg de kapper. „Ja meneer," antwoordde Annelies ti mide. „Er is maar één ding dat ik kan doen, en dat is het haar heel kort knippen, dat is gauw genoeg weer aangegroeid" „Krijg ik dan een jongenskop?" vroeg Annelies benauwd. „Wacht maar af. je zult 't zo zien," zei de kapper, terwijl hij een schaar pak te. Na een poosje herkende Annelies zichzelf bijna niet meer. Ze keek in Je spiegel en schrok van dat onbekende ge zicht. „En bevalt 't je een beetje?" „Nee meneer, niet zo erg," antwoord de Annelies. „Kom. kom, 't is nu nog een beetje vreemd, maar daar wen je gauw genoeg aan. Morgen weet .ie al niet beter." „Ja ja meneer." antwoordde Anne lies weifelend. „Kom", zei moeder, „we gaan nog wat boodschappen doen en dan gezellig een kopje thee drinken." Toen vader die avond thuiskwam, zei hij: „Zo, zo, je vlechten verdwenen? 'I Staat je best leuk zo kort, vind je niet moeder?" „Ja, maar je hud 't vanmiddag eens moeten zien," en toen vertelde moeder het hele verhaal. Ook vader schooi in de lach. „Wat zal jij 't benauwd gehad hebben" „Nou, reken maar, ik ga voortaan wc) naar de kapper hoor, wat was ik ge schrokken." Tot op zekere dag Stapgraag, een ka bouter uit het naburige kabouterland, tijdens een wandeling verdwaalde en in het Toverland terechtkwam. Hij had er al een paar uur rondgelopen, toen hij in eens een huisje tussen de bomen zag staan. Hij liep er heen en klopte op de deur. „Wie komt er bij Mannetje Sip op be zoek?", riep een stem vanuit het huisje. „Een verdwaalde kabouter." riep Stap graag terug. Nu ging de deur van het huisje open. Mannetje Sip keek naar buiten en zag daar de kabouter staan. „Kom maar gauw binnen", zei hij, „dan sluit ik een de deur." „Bent u soms van iemand bang?" vroeg Stapgraag een beetje verbaasd en nieuwsgierig tegelijk. „Ja, van de heks. Ze is de lelijkste en kwaadste van alle heksen, ja, dat is ze", zei Mannetje Sip en zijn stem beefde van angst. „Heeft ze u misschien kwaad gedaan?", wilde de kabouter weten.. „Nou en óf! Ze heeft mijn goudstukken gex-oofd en in de toverboom gehangen Je had haar eens moeten horen. Hupsa, zei ze, en vergeet niet dat ik je betoverd heb!" „Waarom haalt u uw goudstukken niet uit die boom?" „Daar moet je een sterk tovermiddel voor hebben en dat heb ik niet." „Zal ik u helpen?" Mannetje Sip keek de kabouter ver baasd aan. „Heb jij dan wél zo'n to vermiddel?'' „O zeker: Ik heb een geluksparel ge kregen van fee Zonneschijn, toen ik haar van de boze tovenaar verloste. Met die parel kan ik alles, dat wil zeggen, alles voor anderen, doen. Voor mijzelf hoef ik niets te wensen. Dan helpt de gelukspa rel niet." „Jammer voor je," zei mannetje Sip. terwijl hij over zijn lange baard streek. „Zo kun je nooit eens iets voor jezelf vragen." „Dat hoeft ook niet. Wij, kabouters, gijn rijk genoeg. Wij werken alleen om anderen gelukkig te maken. Daar zijn we voor. Dat weet u toch!" „Ja, dat heb ik, toen ik nog een kind was, in de boeken gelezen, maar ik heb het nooit geloofd." „Dan zult u het meteen ondei-vinden. Wijs mij die toverboom maar eens aan." „Ja maar, als de hekseh ze zal ons betoveren", stotterde Mannetje Sip angstig. „Ik ben niet bang. Kom, laat ons gaan kijken." Even later stonden ze samen onder de boom. Toen haalde Stapgraag de parel tevoorschijn en zei: „Ik wens de zakdoek met goudstukken om aan Mannetje Sip terug te geven." Hij had het amper ge zegd of daar plofte de zakdoek al naar beneden. Mannetje Sip was heel blij, maar daarmee was het niet afgelopen, want. Karline Krol, die op het punt stond op haar bezem een reis door de lucht te maken, hoorde de goud stukken vallen. Ze kwam aansnellen en krijste spin-nijdig: „Wie heeft me dat geleverd?" ,.Ik", zei de kleine Stapgraag, „hebt u er iets op tegen?" „Op tegen? Op... tégen...? Durf je mij nog voor de gek tc houden ook! Wacht ik zal je...Hokus... pokus...". Verder kwam ze niet, want Stapgraag zei heel kalm: „Ik verander je in een boom". Nou, dat deed die geluksparel toen fijntjes! Daar stond ze dan, de lelijke heks... En Stapgraag zei er nog bij: „Duizend jaar zult ge voor straf zo blijven staan". En omdat die dui zend jaar nog lang niet om zijn, hoef je niet bang te zijn de heks tegen het lijf te lopen. THEO LUYSTERBURG. Omdat haar vader best tevreden was over haar nieuwe kapsel, ging ze de vol gende morgen vol vertrouwen naar school. Haar klasgenoten keken eerst verbaasd, maar niemand lachte haar uit. „Jammer," zeiden de jongens, „nu kunnen we niet meer aan je staarten trekken..»" TIEKE SLIJK. De OPLOSSING van de kinderpuz. zei van 31 juli is: Horizontaal: 2 daklijst, 5 anker, 7 emmer, 8 een, 9 uier, 11 peen, 13 kap per. Verticaal: 1 kattepult, 3 koker, 4 traan. 5 armoe, 6 roede, 10 rok, 11 pop, 12 nar. De prijswinnaars van deze puzzel zijn: Helen Kattestaart (8 jr.), Paulus Buysstraat 123, Delft; Jos Jansen, Frans Halsstraat 105, Papendrecht; Piet Pennekamp, H. Gerhardstraat 363, Zaandam: Carla v. d. Staaij, Zandpad 43, Maassluis; José Baten burg (9 jr) v. Heuven Godhai'tsti-aat 70, Schiedam De OPLOSSINGEN van de kinder puzzel kunnen tot 30 augustus inge stuurd worden naar de puzzel-redac tie „Plus" Schiedamse Vest 111 te Rotterdam, of naar het bureau van de krant. Hoe de boze heks dat dit pensioen hem is tegengevallen, zijn loopbaan als gids-secretaris duizen- zint hij op wraak. den en nog eens duizenden brieven tv Duizenden toeristen hebben Solimani's beantwoorden heeft gekregen. Hij ver verzekering, dat Julia er een prive-se- diende er een goede boterham aan. maar cretaris op nahoudt om haar coi-respon- dat is nu voorbij. Sinds hij zich als gids dentie te verzorgen, geslikt als koek. heeft teruggetrokken. hopen de brie- Solimani verzekerde ons, dat hij sinds ven zich op. Ze mogen niet meer wor- den beantwoord, op last van het gemeen tebestuur, dat er een stokje voor heeft gestoken. „Het graf van Julia is niets anders dan een grove vervalsing", zo ver klaart thans de verbitterde Solimani. Zijn „bekentenissen aan de wereld" hebben Verona geen winst gebracht integendeel. De bezoeken aan het graf worden met de dag minder. Deze opwekkende woorden behoorden tot het verhaal, dat Ettore Solimani toe- riesten vertelde, die in de Italiaanse stad Verona worden geconfronteerd met het verhaal van Romeo en Julia. Ge dwee laten zij zich leiden langs alle brokwerken, die een rol speelden in de trieste geschiedenis van dit befaamde Car,waarover Shakespeares een van z'n kendste werken schreef. Maar even als deze geschiedenis behoort ook het verhaal van de gids tot de verleden tijd. Ettore Solimani is met pensioen. En om- i Volgens Solimani belastte het gemeen- .ebestuur hem dertig jaar gelden, toen hij werkloos was, met de „monumen tenzorg'. Hij moest ervoor zorgen dat de legende rond Romeo en Julia Verona winst zou opleveren. Met toewijding en fantasie verrichtte hij die taak. Hij bracht zijn gasten bij het „graf" in de tuin van een oud klooster, vertelde heji met veel verve over de scène met de gifbeker en deed dat met zoveel élan, dat menige traan werd geplengd op het graf van het zo tragisch om het leven gekomen meisje. In een nis in het huis van de Capu leto's staat een beeld van Julia- Jaren lang vertelde Ettore met een brok in de keel, dat de lege, verlaten 'ombe het graf van Julia Capuleto was, de vrouw die uit wanhoop de dood koos. Zelfs in de dood kon zij geen rust vinden, want aldus Solimani, het graf is leeg. Dan werden in de schemering de ogen vochtig. Bloemen werden bij het graf reergelegd en duizenden jonge paartjes zwoeren elkaar bij de tombe eeuwig trouw. „Dat is allemaal voorbij", zegt So limani. „Iedereen zal nu spoedig weten dat het een fabeije was". En al houdt het stadsbestuur van Verona vol dat verliefde paartjes bij het graf (T) van een meisje, dat haar liefde met de tombe wel degelijk eeht is, Ettore de dood heeft bekocht beweert met evenveel klem, dat het een stenen drinkbak is, die een eeuw feeleden op een landgoed in de omgeviiig van Verona werd gebruikt door paarden. Volgens zijn verklaring heeft hij zelf, met toestemming van het stadsbestuur, dit „graf van Julia" geïnstalleerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 16