Familiebadplaats heeft
toeristenschare geheel
naar zijn hand gezet
Verwantschap aangetoond
tussen Kretenzers en Indianen
Eigen publiek
Kinderen
Schijn
Dansen
ÉilÉÉ^ÉlÉ
r
Wwm- m
i
'nf u 'r *i1
li mni^s *®i
PtDS
28 AJJGUST1JS 1963
mÊMMMmÊBËÊËmmmÊmi
1
Duister
Toen Columbus met zijn drie
Scheepjes de Atlantische Oceaan
overgestoken was en de uitkijk
^anaf het kraaienest „LAND" naar
oeneden schreeuwde, dacht hij een
hieuwe onbekende wereld gevon
den te hebben. Het was de gebeur
tenis die nu nog in de geschiedenis
boekjes staat vermeld: 1492 Co
lumbus ontdekt Amerika. De grote
avonturier vergiste zich en in de
boekjes staat het verkeerd. Het
*d°et zijn: Columbus her-ontdekl
Amerika. Want vóór de Spanjaar
den waren al eerder al veel eer-
~er vreemdelingen in het zuide
lijk en noordelijk deel van het gro-
e Amerikaanse vasteland geweest.
In het boek „De Witte God" van
Hierre Honoré worden ze genoemd,
voorgangers van Columbus,
en eerste de zwervers die een
0.000 jaar terug de Beringstraat
overstaken en zo Noord-Amerika
betraden. Dan de Boeddhistische
andelaars uit Zuidoost-Azië. Zij
wam en met hun schepen tot mid-
en Amerika. En in Noord-Ameri-
*a kwamen ook voor Columbus
?ee koos de Vikingen uit IJs
land, via Groenland.
Niet zó goddelijk
Goud
Gewurgd
Nog meer verwoest
Overeenkomsten
1500 vóór Christus
„Niet op zondag". Het ligt
de rechtgeaarde Katwijker in
de mond bestorven.
„Patat verkopen?, oh nee.
niet op zondag, ik zou nooit
meer een Katwijker in huis
krijgen".
„Een ijsje?, op zondag?, me-
Foto links: Katwijk leeft van het
toerisme
Hieronder: patates en ijs alleen
in de week
neer dat kost me mijn good
will".
Op zondag gaat de Katwij
ker naar de kerk, bij voorkeur
twee keer en daarmee is het
hele dorpsleven wel bekeken.
De bioscopen zijn dicht, de
café's zijn dicht, de kleine res
taurants zijn dicht (op die
voor vaste badgasten na), zelfs
de sigarettenautomaten zijn
leeggehaald. En de „kwaden"
moeten met de „goeden" lij
den. [Want de Katwijkse vis
sersbevolking, zeg tienduizend
„zielen", wenst op zondag geen
rekening te houden met de
ruim 90.000 badgasten, die het
dorp ieder jaar overstromen.
Zes dagen van de week tiert de
toeristenindustrie welig, is
niets te goed of te veel voor de
vreemdelingen (trouwens niets
te duur ook), maar op de ze
vende dag van de week, de dag
des Heren, is "het afgelopen.
Dan is Katwijk weer voor de
Katwijkers en dienen de bad
gasten zich te schikken naar
de traditie van een oer-christe-
lijk volk.
Mi
Veel inwoners van Katwijk ont
ruimen 's zomers hun huis ten be
hoeve van de pensiongasten en
huizen zelf in de (uitgebreide)
schuur
gemeenteraad van Katwijk verzet
zich nu al jaren en jaren met hand
en tand tegen de vestiging van dans
gelegenheden in Katwijk. Dat dege
nen, die toch eens een avondje uit
willen nu. tot groot ongenoegen van
de plaatselijke horeca-bedrijven, naar
Noord wijk gaan deert de raadsleden
niet. De jeugd van Katwijk wordt ten
minste verre gehouden van het zon
dig dansbedrijf. Dat diezelfde jeugd
eveneens zijn geld kapot slaat in het
mondaine nachtii^en van Noordwijk
is een feit, dat ^gemakshalve over
het hoofd wordt gezien. Ook op dit
punt is het' zo, dat Katwijk de mil
joenen en miljoenen van de badgasten
graag opstrijkt, maar verder met de
wensen van de bezoekers geen reke
ning wil houden. Zo in de geest van:
„graag of niet". Alhoewel de Katwij-
kers toch één concessie gedaan heb
ben. Men wordt namelijk niet meer
bekeurd wanneer men zich niet ge
heel gekleed op de boulevard be
vindt.
Grappig is, dat de Katwijkers zelf
van mening zijn dat de welvaart, die
de toeristen hebben gebracht duur
betaald wordt. Per slot van rekening
sta»n de Katwijkse gezinnen drie
maanden per jaar hun huizen af aan
wildvreemde mensen. Zelf wonen ze
dan in schuren, garages of bijkeu
kens. De Katwijkers hebben Duits
moeten leren om zaken te kunnen
doen. Zij zijn hun strand kwijt ge
raakt aan de strandstoelen-verhuur
ders en worden wanneer zij zich nu
nog eens even in het zand laten zin
ken om ook een zonnestraal mee te
„pikken", haast weggekeken.
En wanneer men de burgemeester
hoort praten zou men zelfs geneigd
zijn te zeggen, dat de toeristen al
leen maar last geven. Vooral de Duit
sers, die In het seizoen domineren.
Zij zouden stelen gelijk de raven en
zo dus aanleiding geven tot een ver
sterking van de politiemacht, ze zou
den maar raak parkeren en rijden
en zo andermaal aanleiding geven tot
extra werk van de politie, zij zouden
helemaal niets begrijpen van de Kat
wijkse gebruiken en het stadhuis
overstelpen met klachten en proble
men. Nee, prettig is het allemaal niet.
En wanneer de Duitsers dan ook nog
te weinig geld meebrengen is hele
maal alle aardigheid er af.
Met dat „te weinig geld" wordt
dan bedoeld, dat de toeristen niet
genoeg zakgeld meebrengen. De Duit
se gezinnen, vooral de industrie-ar
beiders uit het Roergebied, laten zich
onderbrengen in pensions, betalen
liefst op voorhand de pensionprijs,
alles en alles inbegrepen en houden
dan nog een paar tientjes over om
veertien dagen de kleine genoegens
des levens te bekostigen. Dat deze ge
zinnen dan niet verder komen dan
een paar ijsjes en 's avonds een kop
koffie is duidelijk.
Wanneer men dit allemaal zo leest
vraagt men zich natuurlijk af hoe
Katwijk de tweede badplaats van ons
land is kunnen worden, beroemde
plaatsen als Noordwijk en Zandvoort
voorbij heeft kunnen streven.
Het antwoord is toch niet zo moei
lijk. In de loop der jaren heeft Kat
wijk een heel eigen publiek gekregen,
dat in de eerste plaats voor de kin
deren naar zee gaat. weinig geeft
om uitgaan en bovendien wil profi
teren van het feit, dat Katwijk altijd
nog tot de goedkoopste vakantieste
den van ons land gerekend mag wor
den.
Katwijk is een familiestrand waar
iedereen iedereen ieder jaar opnieuw
ontmoet, men overdag de kinde
ren met elkaar laat spelen en men
's avonds bij elkaar op bezoek gaat
Kortom de Katwijkse badgasten vin
den hun gezelligheid bij elkaar en
hebben de Katwijkers daarbij hele
maal niet nodig. Een bewijs hiervan
is, dat de paar restaurants, die in
Katwijk zijn er is er zelfs een met
eer strijkje na tien uur, als ook
de laatste wandelaar het op de bou
levard te koud vindt en naar huis
gaat niets meer te doen hebben.
Katwijk is echter bovenal een kin-
derstrapd, waar de kinderen het voor
het zeggen hebben. Op het strand zijn
geen rustige, afgezette stukken waar
de ware zonaanbidders rustig kunnen
bakken in hun slaap. Het strandleven
wordt bepaald dioor spelen en wedstrij
den, al of niet van bovenaf georga
niseerd. De ouders staan duidelijk in
dienst van hun kinderen, die als zij
heel klein zijn voortdurend achterna
gelopen moeten worden, die wanneer
ze wat groter zijn voortdurend de zee
in diep gegraven putten willen laten
lopen en die wanneer ze nog wat gro
ter zijn constant willen bewijzen, dat
ze beter voetballen dan hun vaders.
Zodra de kinderen zo groot zijn,
dat ze werkelijk hun ouders niet
meer nodig hebben, verliezen zij alle
belangstelling voor Katwijk, willen zij
genieten van juist die mondaine luxe,
die de stranden van Noordwijk,
Scheveningen, Wassenaar en Zand
voort beloven. Zij komen pas weer
terug als zij zelf kleine kinderen heb
ben.
Het is duidelijk dat Katwijk, mis
schien wel als enige vakantiestad ter
wereld, de toeristen volkomen naar
zijn hand heeft gezet.
F. I. VAN DER HEIJDEN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
ken hadden, geleid naar het rijk van
Chavin, dat de hele Andes besloeg, van
de bronnen der Amazone tot aan de
Stille Oceaan, duizend Jaar voor Chris
tus.
Maar vanaf de Olmeken en vanaf
Chavin is het een duistere zaak. Van
wie hebben zij de cultuur ontvangen,
die zo Kretenzisch lijkt in gebruiksvoor
werpen en sieraden, technieken en re
ligieuze elementen?
Er moeten nog grootse ontdekkingen
worden gedaan, zegt Pierre Honoré. In
de „Groene hel" van het Amazonege
bied heeft hij stenen gevonden met oer
oude inscripties Kretenzische kente
kenen maar de dichte, zwoele en don
kere jungle laat het grote raadsel nog
bestaan: waar ligt de oude stad van
waaruit de cultuur van Kreta is ver-
Spreid over de nieuwe wereld? Als die
stad gevonden wordt zal de oorsprong der
Indiaanse culturen zijn achterhaald en
de samenhang met onze eigen oude
wereld ontdekt.
Dan wordt wellicht bekend wie de avon
turier was die op Amerika's kust land
de en daar de Witte God werd, die nu
nog in legenden voortleeft
(De Witte God, door Pierre Honore
CJitgave W. de Haan N. V. te Zeist Voor
geïnteresseerden in oude volken en cul
turen uitermate boeiend boek over het
zoeken naar de herkomst der beschaving
van de volkeren van Zuid- en Midden-
Amerika. De inhoud wordt helaas op
niet zo gemakkelijk te lezen manier ge
bracht, nogal van de hak op de tak
springend. De illustraties zijn zeer ver
duidelijkend, jammer genoeg is er geen
enkele in kleur bij. Er zijn nog al wat
zetfouten, gelukkig niet alle zo storend
als die op pagina 115, waar het Aziati
sche Koninkrijk Klimer aan het jaartal
1200 vóór Chr. in plaats van 1200 ne
Chr, wordt gekoppeld.
Pierre Honoré is zeer interessant en het
boek daarom waardevol)-
J. H.
Witte goden bleken blanke duivels
goud dat de Inca's bezaten te roven en
ze wurgden Atahualpa.
Dat was genoeg voor de bedrogen
Inca's Ze vluchtten met al hun kostbaar
heden. Hetzelfde gebeurde op andere
plaatsen en bij andere volken. De Indios
verborgen hun kostbaarheden buiten be
reik van de Spaanse dieven. En dezen
smolten al de schitterende produkten
van edelsmeedkunst om, want ze zagen
niet de artistieke waarde, maar slechts
de waarde van het gele metaal op zich
zelf.
Stenen kop van een Azteekse ade-
marskrijgerwaarvan de beroemde
*ranse beeldhouwer Rodin gezegd
eeft, dat hij niet bij machte zou zijn
®en gelijkwaardig kunstwerk te maken.
(Illustratie uit „De Witte God").
JHjn behalve deze „ontdekkers" nog
ivf" vreemde'ingen Columbus vóór ge
weest in het bereiken van het verre
Zuid- en Midden-Amerika? Volgens au
teur Pierre Honoré is het antwoord:
„Ja". En hij bedoelt dan de oude Kre
tenzers, een paar duizend jaar voor on
ze jaartelling levend op hun bloeiende
eiland in de Middellandse zee. Als
mensen uit Azië in de eerste eeuwen
van onze jaartelling over de Stille Oce
aan naar de Indiaanse volken van Mid
den Amerika zijn gekomen, waarom kun
nen dan niet enkele eeuwen daarvóór
andere mensen via de Atlantische Oce
aan de reis gemaakt hebben," zegt Ho
noré. En hij wijst erop dat deze afstand
korter is en bovendien de wind en de
stroom naar Amerika bewegen in de At
lantische Oceaan, maar in de Stille Oce
aan juist van Amerika af.
In zijn boek De Witte God werkt Ho
noré zijn theorie uit en komt met frap
pante aanwijzingen.
De Witte God is een figuur die voor
komt in de mythen van alle Indianen
volken van Zuid- en Midden-Amerika.
Witte goden waren volgens de aloude
overlevering blanke mannen die in oer
oude tijden geregeerd hadden over de
Indio's na van over zee in het Indianen-
land gekomen te zijn. Zij waren op zeker
moment weggegaan doch zouden vol
gens het onwrikbare volksgeloof eens
terug te keren.
Het klinkt dan ook niet verwonder
lijk dat Columbus op 6 november
1492 kan schrijven: „Mijn boden berich
ten dat ze na een mars van 12 mijl een
dorp hebben gevonden dat waarschijn
lijk tegen de duiizend inwoners telt.
De inboorlingen hebben hen zeer plech
tig ontvangen, men heeft hen in de
mooiste huizen ondergebracht, hen op
de armen gedragen, hun handen en
voeten gekust, kortom getracht hun op
alle mogelijke manieren duidelijk te
maken dat men wist dat de blanke
mannen van de goden gekomen waren.
Een vijftigtal mannen en vrouwen heeft
hun gevraagd met hen naar de hemel
der eeuwige goden terug te mogen rei
zen" (citaat uit De witte God).
Het was een geweldige ontvangst die
de Spanjaarden ten deel viel, een god
delijke ontvangst. Maar de Indio's had
den gauw in de gaten dat de Spanjaar
den verre van goddelijk handelden. Na
de triomfantelijke tocht van Columbus
kwamen steeds meer expedities, voorna
melijk bestaande uit mannen die goud,
goud en nog eens goud wilden hebben.
Ze gingen dan verre van zachtzinnig te
werk en gedroegen zich als infame rovers,
wreed en eerloos.
De mannen, die door de Indios aange
zien werden voor godenzonen, stonden
in Cajamarca voor het eerst tegenover
de Inca van Peru. „Atahuaipa droeg een
diadeem van veren, zilver en goud, dat
bezet was met diamanten, turkooizen,
robijnen en smaragden. Om zijn hals
droeg hij een ketting van smaragden,
groot als duiveëeieren, en aan deze ket
ting hingen als waterdruppels de groot
ste topazen, die de Spanjaarden ooit ge
zien hadden. De Spaanse veroveraars
namen de Inca gevangen, juist zijn kost
bare sieraden werden hem noodlottig"
Atahualpa wilde zich vrijkopen en
bood aan het vertrek waarin hij stond zó
hoog vol te stoppen met goud als hij met
zijn armen kon reiken. „Hij ging op zijn
tenen staan en strekte zijn handen ver
uit", staat in de oude kroniek.
Pizarro trok een rode streep over de
muur, op de hoogte van de vingertop
pen van de Inca en hij liet de overeen
komst door de notaris vastleggen. Om
deze ruimte tot aan de aangegeven hoog
te te vullen was er, zoals men later heeft
berekend, honderd kubieke meter goud
nodig. De ene dag na de andere stroom
de het goud naar Cajamarca. Er werden
lasten aangezeuld die één man net nog
kan dragen. Van de gouden voorwerpen
waren de gouden maiskolven het mooist,
de gouden aren waren door brede, zilve
ren bladeren omgeven, waarvan een rij
ke bos draden van hetzelfde metaal om
laag hing. Ook was er een gouden fontei
met een fonkelende gouden waterstraal;
gouden vogels en andere dieren speelden
aan de rand van het water".
Toen al het beloofde goud naar hui
dig e maatstaven berekend ter waarde
van tientallen miljoenen guldens gele
verd was, dachten de Spanjaarden dat
het te riskant was om zich aan de af
spraak te houden en hielden Atahualpa
vast. En nog later besloten ze al het
Maya-tempel van Kabah. De overdaad
doet denken aan de pracht van Indi
sche tempels. (Illustratie uit „De Witte
God").
Een tweede verwoesting van onver
vangbare schatten werd aangericht door
andere Spanjaarden: monniken, gods
dienstijveraars, die bij de Indianen
bekeringswerk kwamen verrichten. Zij
zagen heidense tempels, vreemde go
den, onbekende gebruiken, onbegrijpelij
ke geschriften en hierin proefden ze de
Invloed van de duivel. Dus op de brand
stapel de boeken en geschriften, die zo
veel hadden kunnen leren over de eeu
wenoude IndianenculturenTegen de
grond de fraaie heiligdommen, die een
diep inzicht hadden kunnen geven in een
onbekende beschaving.
Deze vernielzucht uit hebzucht of
kortzichtigheid ontstaan is er de oor
zaak van dat wij nu nog niet veel weten
van de cultuur in Midden- en Zuid Ame
rika. Alles wat de geleerden nu te weten
komen is te danken aan onvermoeibaar
zoeken, aan enorm hard werken. Zonder
de verwoestende activiteiten van de
Spanjaarden zou ook het geheim van de
Witte God waarschijnlijk al lang geen
geheim meer zijn.
Thans wordt de sluier langzaam opge
licht. Plèrre Honoré zegt: ik heb het
spoor gevonden, het spoor dat de myste
rieuze Witte God terug voert naar het
eiland Kreta.
De draad die Honoré volgt, voert langs
talloze overeenkomsten tussen de van de
oude Europese wereld bekende voorwer
pen, kunstuitingen en stijlen tot de in
Amerika ondekte. Van de Maya's bij
voorbeeld is bekend dat ze het stucwerk
kenden. Ook Kreta was een stucwerk
cultuur. In de Maya-steden werden veel
stéles gevonden, monumenten die ook in
onze eigen oude wereld een belangrijke
plaiaits innamen. Het staat verder vast,
dat de oude Indiaanse culturen onze ka
lender gekend hebben.
Een frappante aanwijzing is het Maya
schrift. Ontdekt is dat de hiëroglyfen die
de Maya's gebruikten, een verbluffende
overeenkomst vertonen met het oude
Kretenzische schrift.
Pièrre Honoré schrijft: „Het resultaat
van deze vergelijking is ondubbelzinnig:
Het Maya-schrift gebruikt de Kretenzi
sche symbolen. In vele gevallen is de
overeenkomst zó glashelder, zó onloochen
baar tot in het kleinste detail, dat men
kan zeggen: het oude schrift van Kreta
is het schrift van de Maya's geweest.
Het is uitgesloten dat een schrift met
zulke gecompliceerde tekens volledig on
afhankelijk op twee zo ver van elkaar ge
legen plaatsen kan zijn uitgevonden, wan
neer de overeenkomst alleen maar be
trekking had op eenvoudige tekens, zo
als, cirkel, kruis, hand, oog, zou dat nog
geen bewijs zijn voor overdracht. Doch
beide schriftsystemen tellen naast de
primitieve tekens ook veel symbolen die
zo abstrakt zijn dat men niet kan nagaan
waarvan ze zijn afgeleid. Ook deze te
kens komen in beide schriften precies.
De „Witte God" schreef Kretenzisch.
Bovenstaande tabel laat overeenkom
sten zien tussen de schrifttekens van
de Maya's (links) en van de Kreten-
ziërs. De gelijkenis kan moeilijk op
toeval berusten. (Illustratie uit „De
Witte God".
met elkaar overeen. „Dat zou echter
zonder overdracht onmogelijk zijn."
Het schrift lijkt op net zogenaamde
Kretenzische lineair-A, het schrift dat
rond 1700 vóór Christus werd gevormd
en driehonderd jaar later verloren ging.
Kond 1500 voor Christus is het schrift
dus naar de Amerika's gekomen, con
cludeert Pierre Honoré. Omdat de Maya's
pas na het begin van onze jaartelling op
het wereldtoneel verschenen moet het
schrift, en ook andere cultuuruitingen,
vla een ander Indiaans volk zijn over
geleverd.
En dat is dan gebeurd door de Ol
meken, die een. kleine tweeduizend jaar
geleden Midden-Amerika binnenkwamen.
In Zuid-Amerika, waar de Inca's in
de tijd der Spanjaarden leefden, heeft
heeft het zoeken naar het volk waar
aan de Inca's hun beschaving te dan-
Gereformeerde, de Christelijk Gere
formeerde en de Gereformeerde vol
gens artikel 31. (Eerlijksheidshalve
moet gezegd worden, dat ook de ka
tholieke kerk er is er maar een,
in Katwijk aan de Rijn vol zit,
maar dan met badgasten.) In veel
huiskamers staat een orgel. Feike
Asma een leerling van de nog
maar pas overleden Jan Zwart, die
met zijn magistrale, zwaar ronkende
■akkoorden het zingen van psalmen tot
een oorverdovende zaak heeft ge
maakt concerteert blijkens gewel
dige aanplakbiljetten in het dorp zeer
regelmatig. De oude vrouwen gaan
nog steeds geheel in het zwart.
Maar toch rijst, wanneer men Kat
wijk wat langer kent. de vraag: waar
eindigt de gezaghebbende stem van
de levende God en waar begint de
schijnheiligheid?
Wat te zeggen bijvoorbeeld van de
praktijken van de bestuurders van
de Vereniging voor Vreemdelingen
Verkeer? In een badplaats, die de
tweede van Nederland is (alleen
Scheveningen krijgt meer gasten per
jaar) zou het toch wel wenselijk zijn,
dat het kantoortje van de V.V.V. ook
op zondag open was om nieuwkomers
op te vangen en onder dak te bren
gen. Dit nog te meer omdat Katwijk
uiteindelijk maar negen hotels heeft
waar de vreemdelingen op eigen
houtje kunnen binnenstappen.
De dertig pensions zijn natuur
lijk voor vreemdelingen onvindbaar
en het huren van een huisje of een
deel van een huisje (dit wordt ver
reweg het meest gedaan) is hele
maal een zaak, waaraan in het wil
de weg onmogelijk begonnen kan
worden. De eerste vergadering van
dit jaar zou benut worden om het
probleem van de openstelling te
bespreken. In de discussie had ie
dereen begrip voor de moeilijkhe
den van de badgasten. Maar bij
de stemming werd het voorstel ge
nadeloos de grond in geboord. Die
tegenstemmers waren degenen, die
het seizoen al „vol" zaten.
Een voorbeeld van kortzichtigheid
is het dansprobleem. De christelijke
Van de godsdienstige inslag van de
Katwijkers kan men zich nauwelijks
een voorstelling maken, er zijn na
tuurlijk wel symptomen, die een idee
geven.
In de wasserette neuriet de bazin
psalm 25, de groenteboer discussieert
met een (Katwijkse) klant over de
preken van dominé Barthold van Gin-
kel ,die nu helaas weg is. De kerken
zijn vol, allemaal.-De Hervormde, de