TOM POES EN DE PASMUNT m Canadese ouders geven aan hun kinderen meer vrijheid dan Hollandse HET DE HUIS MET ROZEN Piet Loeris en de Tappalappa's Geen dank E Pistool T Co Hoving toont de helmlijn J Wraak Miele er is geen betere M DE ZOON VAN DE BERENJAGER 1 door Marten Toonder Hollands-Canadese tiener meent: Wat kinderen er van zeggen BO0 „Draagbaar" voor iedere vrouw WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1965 5543 Joost staarde ontdaan naar de munten, die heer Ollie hem gegeven had. Omdat het valse waren hadden ze in het geheel geen bekoring voor hem en bovendien werd de invloed van de paar echte, die hij nog in zijn zak had er door teniet gedaan. Een diep berouw maakte zich dan ook van hem meester en hij barstte in schreien uit. „Hoe is het mogelijk", zo riep hij betraand, „dat ik voor dit slijk mijn betrekking en mijn goede meester op het spel heb gezet? Het is héél betreurenswaardig, met uw welnemen". „Laten we het verleden vergeten", sprak heer Bom mel zacht. „Je berouw siert je, Joost en daarom kan je weer in dienst komen, als je wilt". De knecht nam zijn hoed af en sloeg de vochtige ogen dankbaar naar zijn werkgever op. „Dat is heel mooi van u, werkelijk", lispelde hij. „U zult er geen spijt van hebben, als ik zo vrij mag wezen". Heer Ollie maakte met een mooie lach een eind aan het gevoelige toneeltje. „Goed, goed", zei hij. „Maar nu ook ferm aangepakt. Er moet iets worden ingehaald. Zet thee, Joost" De knecht repte zich naar binnen en niet lang daarna betrad hij reeds het studeervertrek met een blaadje in de hand. „Het is me een bende", sprak hij, door de geldstukken wadend. „Waar zal ik deze boel laten, heer Olivier?" „We gaan het in zakjes doen", stelde heer Bommel voor. „Wat heeft een heer aan zijn geld wanneer hij het niet laat rollen? Er is een groot tekort aan pasmunt, heb ik gemerkt en daarom ga ik er goede sier mee maken". VAN De Nieuw ovoNTuue sn PieRewieT /s ee. MoC Sreeos Wsr. fU Z/C*/T? door Mea Allan De Wadders VLAANDEREN J\ccntweelingbroer KARL MAY u x\\ mum» MOCO „Ik ken een meisje van zestien. Haar grootmoeder was zo bang dat haar lieve kleinkind niet zou trouwen, dat ze, zo gauw het meisje een vriend had, het heft in handen nam en ringen voor „het gelukkige paar" kocht", vertelt Irene Krausz (19). „Vriendin nen zeggen tegen mij ook zo dikwijls: „Als je nu nog niet verloofd bent, ziet het er wel naar uit dat je overschiet" Maar ik heb echt niet dat gevoel hoor, voordat ik trouw wil ik zeker eerst mijn studie afmaken en een paar jaar werken". Irene woont met haar ouders in het Franse gedeelte van Canada, in Mon treal. Dertien jaar geleden kwam zij met haar ouders uit Nederland naar Canada. Zij kan nog Nederlands spre ken zij het met een sterk Engels accent omdat haar ouders dat thuis nog altijd doen. Maar bij haar vrien den en vriendinnen is ze een gewone Canadese. Ze studeert kunst, dat wil zeggen dat het kleinste gedeelte van de studie aan de kunst gewijd is en dan nog altijd kunst in dienst van de commercie, een soort industriële vormgeving: de rest van de studie is een voortzetting van de middelbare school, vakken als Engels, meetkunde en biologie zijn verplicht. Zoals heel veel Canadese studenten betaalt Iree haar studie zelf. Ze werkt als verkoopster in een groot warenhuis op de damesmode-afdeling. En des avonds volgt ze de cursussen. Overi gens vindt Irene zelf dat ze het niet zo gemakkelijk heeft als Canadese stu dente met Nederlandse ouders. „Ze zijn veel strenger, dan de meeste Ca nadese ouders", vindt ze. „Als ik aan het eind vanhet jaar naar een examenfeest ga, waar iedereen in het lang komt, vindt mijn moeder het zonde als ik zo'n jurk wil kopen. „Je VAN JOHQW 56 Het werd Piet Loeris en Sien-| de detective, terwijl hij het voertuig- razende vaart rolden ze door een aan- tje spoedig duidelijk, waar het rom- besteeg: „M'n oom Johan zei altijd: tal tunnels heen, die er allemaal pre- melende geluid vandaan kwam, dat cles eender uitzagen. „Die professor het perronnetje plotseling vulde, na- Een man, die laf is op z'n tijd, raakti van jullie heet toch Acidius, niet?" dat hun bewaker Kobus een handel niet zo gauw zijn leven kwijt. En zo vroeg de detective: „Ik heb al eer had overgehaald. Stampend en hij- is heit" „Wat is het hier donker", der over 'm horen spreken. Waarom gend kwam er een kleine locomotief klaagde Sientje, toen ze op het houten wil die man eigenlijk zoveel macht uit de tunnel rollen, die gevolgd werd bankje had plaatsgenomen: „En het hebben?" „Omdat ie vrede wil stich- door een enkele geblindeerde wagon, ruikt hier ook zo tranig." „Dat is ten!" antwoordde Kobus: „Hij is een Meier: „En denk erom, jullie blijven m'n briljantine, dame!" antwoordde groot man. Hij heeft een heel fijn gedurende de reis netjes op je plaat- Meier: „En zodra we gaan rijden, karakter en hij heeft alleen 't goede sen zitten, anders zijn jullie nog lang krijgen we licht!" Inderdaad floepten met ons voor!" „En daarbij heeft ie niet klaar met ons!" „Der zal ons niet er een paar TLbuizen aan, toen het een geweldig verstand!" viel Meier veel anders overblijven" mopperde treintje zich in beweging zette. On hem bij RICHARD STEMP60N JVER YAt ROMANS 15 JAAR 53 JAAR VI A AMnCDCM kceen famiue BEHALVE KENT HIER IS EEN FOTO VAN DAT TWEETAL .WE VON DEN WEM VERSCHEURD IN ROGER'S PRULLE- MAND 38. Het was jammer dat hij Donny Tradescant moest ontstaan, maar Donny behoefde geen zorgen te hebben; hij kende de machines en hij was een uitstekend arbeider; spoedig zou hij elders werk kunnen vinden. Toen de mannen naar huis gingen wenkte Scarlett Donny en vroeg hem mee naar het kantoor te komen. „Kop op, kerel, zo erg is het nou ook niet," trachtte Scarlett hem moed in te spreken. Ikzelf vind het ook jammer je te moeten laten gaan, maar ik ben niet de enige farmer in deze streek." „Ik ben al overal geweest, maar niemand heeft een kracht nodig," gaf Donny ten antwoord. „Er is nu even een stilstand in het bedrijf, maar over twee weken heb je zéker iets. En dan. daar is toch genoeg werk bij het fruitplukken? Er is genoeg fruit in Croall. tien kilometer hier vandaan. Waarom koop je geen tweedehands motor? Dat zal je heel wat tijd sparen." „Ik werk al een paar jaar bij u, Mr. Scarlett," zei Donny. „Ja, jongen, dat weet ik. Maar wat wil je? Hoe meer machines ei komen hoe minder mankracht er nodig is. Vroeger duurde het knippen van de heggen weken en nu heb ik zoëven Sellars van Halesworth op gebeld en hij zendt een machinale knipper, en het werk is in één dag klaar. En de andere hier zijn allen vóór jou gekomen; het zijn goede krachten en allemaal getrouwd Je ziet, ik heb niet veel keus, is het wel?" Donny wist dat hij gelijk had. „I maak u geen verwijt, Mr. Scarlett," zei hij. Maar het was toch ellendig. Bob Scarlett was een flinke Kerel en hij had een warm hart. Toen hij zag hoezeer Donny het zich aantrok, zei hij„Ga nog eens even zitten." En toen legde hij hem uit dat hij voor het komende jaar grote plannen had, zodat het zeer goed mogelijK was, dat hij meer mensen nodig zou hebben. Hij raadde Donny aan enkele maanden elders werk te zoeken en zo gauw het mogelijk was, zou Scarlett hem weer in dienst nemen. Donny bleef stil zitten nadenken. Alweer een jaar verder zou het dan zijn en Ann bleef er maar steeds op aandringen, dat hij wat anders ging doen, dat hij de wijde wereld inging om een bestaan op te bouwen. Maar zijn hele hart hing aan deze streek. Hij verlangde geen andere omgeving. Hij voelde zich hier gelukkig. „Nou, dat is het beste wat ik voor je kan doen," zei de farmer weer. „Ik zou graag willen trouwen," zei Donny plotseling. Bob Scarlett barstte in lachen uit- „Zo, daaro mben je dus zo ongeduldig. En wie is het gelukkige meisje dan wel, Donny?" „Ann English." „Zo "De farmer kende Ann. Een flink, pittig ding. Donny zou flinR moeten zijn om Ann zover te krijgen met hem te trouwen. „Je bent zeket bang dat ze met op je wu wachten? Zeg haar dan uit mijn naam dat jij de baan hier terugkrijgt over een paar maanden als ik alles geregeld heb Nou, hoe vind je dat?" Donny stond op. „Dank u wel. Mr. Scarlett. Ik hoop dat dat invloed zaï hebben." Zou Ann tevreden met deze oplossing zijn? Of zou ze er toch op blijven aandringen dat hij wat anders begon. Misschien spotte ze wel met hem, omdat hij weer bij zijn oude baas kon terugkomen. „Ann zegt dat het goed voor me zal zijn als ik eens iets heel anders ga doen," zei Donny, „zelfs al zou dat betekenen, dat ik Staveney moet verlaten en naar de stad vertrekken. Maar ik ben geen stadsmens," voegde hij ei koppig aan toe. „Ik loop liever op het land dan dat ik in een stad omzwerf." Bob Scarlett lachte om de rebellie in zijn donkere ogen. „Vrouwen zijn af en toe lastig," gaf hij toe. „Maar je hoeft je er niet altijd aan te storen. Af en toe, als ze je werkelijk een goede raad geven, want vrouwen zijn lang niet dom." (Wordt vervolgd) .v draagt hem toch maar één keer", zegt ze dan. Bovendien is het dan altijd de gewoonte om tot drie, vier uur des nachts door te gaan, én dat mag ik dan ook weer niet. Canadese ouders zijn werkelijk nooit zo lastig. Daarom ga ik waarschijnlijk vol gend jaar op een flat wonen met een vriendin, als ik het mag. Ik denk wel dat ik het kan betalen." ..Zes jaar geleden ben ik weer in Holland geweest. Maar het was zo veranderd in die tijd, vond ik. Ik ge loof dat ik er nooit meer zou willen wonen. Montreal is voor mij de stad waar ik werkelijk thuishoor. Als ik niet studeer, of niet werk, ga ik meestal uit met vrienden. Dat gaat, denk ik, anders dan in Neder land. Wahneer een jongen je hier mee uit neemt, ga je naar de bioscoop. Soms ook neemt hij je mee in zijn va ders of moeders auto om een eindje de stad uit te rijden. Naar een concert of een toneelstuk ga je niet met je „boyfriend", daar ga je naar toe met je ouders. En wandelen doe je nooit, niemand houdt van wandelen. Alles ligt hier ook zo ver uit elkaar, dat je een auto werkelijk nodig hebt. Je verleert het bijna om te lopen. Maar verder geloof ik, dat er heus niet zo veel verschil meer is tussen Amerika en Europa. Het gaat met alles zoals met de „Omo" en de „Cornflakes". Toen ik in Holland was, werd daar dat „witter dan wit" wasmiddel ver kocht en nu zie je het hier ook. En hier in Canada eet iedereen sinds tij den van die snelle ontbijten met bij voorbeeld Cornflakes en dat is in Hol land toch ook niet vreemd meer. Iedereen gaat bij elkaar op vakantie en iedereen neemt wat van elkaar over, zodat de verschillen steeds klei ner worden." Wie zich nog niet eerder aan d« hoed gewaagd heeft, zou zich eens moeten wenden tot modist Co Hoving in de tweede Jan van der Hejjden- straat, Amsterdam. Vooral zijn mo dellen, die met midden houden tussen muts en hoed zijn zo draagbaar, dat geen enkele vrouw zich ermee te op geprikt, of te opvallend zal voelen. Met een dergelijke muts-hoed zal zij zich alleen verzorgd en modieus we ten, bovendien beschermd tegen de kou zijn. Gebreid of gehaakt zijn deze mut sen. Ze voeren het model van een helm. Ze bedekken het hoofd geheel. Soms hebben ze ter variatie een soort verpleegstersluiertje aan de achter kant. Soms zit er aan de helm nog een col. Dan hebben ze meer het uiterlijk van een losse capuchon. De helmlijn zet Co Hoving voort in zijn gekledere modellen van allerlei soorten bont of van jersey. Naast deze zeer modieuze lijn, die aansluit bij de ruimtevaartmode, is er de al wat ou dere baretlijn. De baretten zijn meest al gemaakt van suède, maar bonten baretten bevat de collectie tevens. Ze worden tot over de oren heengetrok ken. Van boven liggen ze plat tegen het hoofd. De ruimte begint pas van achteren en wordt vaak bijeengehou den door een lus aan de onderkant. Het derde model hoed van Co Ho ving heeft een vilten bol met een brede bontrand. Ze vragen van de draagster iets meer durf, dan de hoed- mutsen, hoewel ze eenvoudig van idea zijn. en nichtje logeerde bij ons met haar vierjarig dochtertje. Toen het bedtijd voor de kleuter was, bad moeder met haar het avondgebed, om O. L. Heer te be danken voor de fijne dag en de voorspoedige reis. Maar Saskia was het niet helemaal eens met die dank betuiging. Moeder en dochter had den slechts met de grootste moeite de tram kunnen halen en Saskia wierp dan ook op: „Jezus heeft ons anders maar hard laten rennen." (Fam. H. Blom, Rotterdam). Helm, met col van bont, ook ver krijgbaar in gehaakt of gebreid van wolUit de wintercollectie van Co Hoving. wee jongetjes speelden vlakbij mijn huis met een spee'goed- pistooltje. Toen ik met mijn hond naar buiten kwam, liepen ze onmiddellijk op het dier toe, aai den het en vroegen honderduit. Het pistooltje bleef eenzaam op de stoep liggen, terwijl de jongens met mij meewandelden. Totdat een van hen het zich herinnerde: „Oh, we hebben ons schietgebedje vergeten". (Mevr. S. C. v.d. Berg. Heemstede). antje speelt op zolder. In de dak goot zit zijn lievelingsduif, die na een poosje gezelschap krijgt van een soortgenoot. Daar komt Jantjes vriendje Pietje, gewapend met een blaasroer, de straat in. Hij stopt een papieren pijltje in zijn blaasroer en mikt op de duiven, maar het pijltje mist het doel. Een van de duiven vliegt geschrokken weg. maar Jantjes duif blijft rustig zitten. Pietje kiest een betere stelling uit om zeker te zijn van een goed schot, maar plotseling neemt de duif wraak en laat iets vallen wat van de duif is, precies op zijn wang. Pietje roept enige hartige woorden aan het adres van de vogel, waarop Jantje zijn hoofd naar buiten steekt en Piet je toeroept: „Daar kan die duif toch niks aan doen, dat hij beter kan mikken dan jij!" (J. v.d. Dungen, Amsterdam.) Advertentie VRAAG WASAUTOMATEN-PROSPECTUS NR. 15 BIJ MIELE. GOUDSESINGEL 92. ROTTERDAM. SWAN FEATURES SYNDICATE Tfcl&id; 44. De Shoshonen ontdekten spoedig de verse spo ren van Jemmy en Frank en achtervolgden hen onmiddellijk. De plek, waar zij Old Shatterhand ontmoetten, hadden de indianen reeds bereikt. „Ive, ive Mi mi." (Hier, hier, voorwaarts") riep hun aanvoerder en in snelle galop volgden zij het spoor. Terzijde in de struiken begon het paard van Old Shatterhand plotseling te snuiven, een duidelijk te ken. dat iemand naderde. De prairieman knielde achter een boom met de Henrybuks in de aanslag. Zijn voorzichtigheid was echter thans overbodig geweest. Het was zijn bloedsbroeder Winnetou, d' naderde. Het duurde niet lang, of hij stond hem. Old Shatterhand wilde iets zeggen, doch win netou legde een vinger op de lippen. In de ver naderde een dof geluid. Weldra kon men paaraege- trappel onderscheiden, terwijl de uitroep wuw, tot-si-wuw," hetgeen „scalp" betekent, herhaald werd. De twee Duitsers waren er niet geslaagd, te ontsnappen. Vastgebonden op hun Pa^et; den, reden zij tussen Soshonen in. Winnetou ver j Old Shatterhand en kwam even later met zijn paa terug.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 4