{J HOOGOVENS IJMUIDEN
Bouw uw toekomst op staal
BINNEN TWINTIG JAAR BOUWDE HIJ
CONCERN VAN 500 MILJOEN GULDEN
SOEK ARNO: U BENT GEEN KAPITALIST
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1965 PAGINA 5
(Door Henk Suèr)
Onlangs op een langdurige
ontmoeting op Buitenzorg
zei Soekarno tegen hem:
„Verolme, jij bent eigenlijk een
van de allergrootste kapitalis
ten". Het was een luie middag.
Cornelis Verolme was gaan ver
tellen wie hij was. Hij had ver
teld van de ambachtsschool van
Middelharnis en zijn vertrek als
hoofdingenieur bij Stork. Hij had
zichzelf uiteindelijk geschetst als
een van de hardst werkende
employees van een bedrijf dat hij
in nog geen twintig jaar van
helemaal niks had opgebouwd
tot een concern van 500 miljoen
gulden. „Alles, alles heb ik zelf
gebouwd. Alle centen die ik ver
diende, heb ik er weer ingesto
ken. En daar eten nu tienduizend
gezinnen in enkele werelddelen
van". Soekarno had al die tijd
stil geluisterd en tot slot plechtig
opgemerkt: „Dan bent u géén
kapitalist".
Het is zwaar geweest".
„Ik ben gelukkig mens".
Nog zoveel te doen".
Dit is een personeelsadvertentie van Hoogovens om over
na te denken. Hij gaat over de toekomst van staal. En
over uw eigen toekomst.
Staal heeft toekomst. Van staal worden bijvoorbeeld
bruggen gemaakt. En er zijn steeds meer bruggen nodig
om steeds meer auto's (van staal) en treinen (van staal)
te laten rijden. Van staal worden schepen gemaakt en
huizen en ramen en meubelen. Stofzuigers: staal. Was
machines: staal. Haarden: staal. Oneindig veel apparaten
en instrumenten: staal.
Steeds meer en meer staal. Daarom gaat Hoogovens
nu ook de 6e hoogoven bouwen: een reus, die per jaar
een miljoen ton ruwijzer kan produceren om nog meer
staal te maken.
Meer staal dus in de toekomst en meer zekerheid in
uw werk bij Hoogovens, voor smelters, walsers, elektro-
monteurs, kraandrijvers, apparaatbedienden, transport^
en havenpersoneel en al die andere functies.
Meer werk. Vast werk. Werk met toekomst. Ook
voor u. Denkt u daar eens over na. En schrijf naar
Hoogovens IJmuiden, afd. Personeelszaken, gebouw
„Buitenhof", Staalstraat, Velsen-Noord.
Cornells Verolme
vandaag 65 jaar
Eén week daarna luister ik, net als
Soekarno, hogelijk geïnteresseerd als
«e heer Verolme in de tuin van zijn
aangename huis in Ridderkerk weer
jo'n fascinerend relaas doet. De aan
leiding is zijn 65e verjaardag (van
daag, 4 september). Ik tref hem in
een stemming als zelden een journa
list hem heeft getroffen: ontspannen,
plezierig gestemd, levendig en iro
nisch. Het is zonnig. Er is koffie en
sherry. Twee witharige West High-
land terriers snuffelen langs het ga
zon, langs de bekroosde vijver en de
".omen langs de tennisbaan. Het uit
zicht ver weg is een Verolmewerl'
'n Alblasserdam. Het schijnt dat hij
«aar vaak met een verrekijker naar
juurt. Hij heeft eens impulsief als
«ij is gegrinnikt: „Zullen we 'ns
p®n lolletje hebben?" En per kijker
ha telefoon heeft hij toen een ver-
kraandrijver manoeuvre-
structies gegeven.
Hij is bereid, alle vragen onder
«gen te zien. Ook of zijn 65e verjaar
dag wellicht aanleiding zou kunnen
e??s aan afscheid nemen te den
ken. Maar hij piekert er niet over,
want hij meent dat het nog niet kan.
Er is in twintig jaar zoveel ontke
tend, dat hij nog met alles volop be
zig is. „Ik moet ze nog door een
moeilijke branding heenhelpen." In
schaarse momenten van dolce far ni-
ente heeft hij gemerkt dat NIET wer
ken ook zijn aantrekkelijkheden heeft.
„Ik moet oppassen dat het niet erger
wordt met dat geluier." Het vraag
stuk van de continuïteit verdient
evenzeer bezien te worden, en daar
voor hoeft men bij de heer Verolme
hiet de omslachtige bewoordingen
van een levensverzekeringsagent te
gebruiken. „Als ik nu dood ga, wordt
«et bedrijf op het zelfde moment een
stichting, die als fundament voor de
toekomst zal dienen. Dit gebeurt ook
als ik aftreed. Alle aandelen van mij
gaan naar de stichting. Mjjn kinde
ken hebben daarover niets te vertel
len. Er zijn al personen benoemd als
bestuurders van de toekomstige
stichting. De bedrijven zullen dus aan
«e gemeenschap toevallen, zoals het
hu eigenlijk ook is. Mijn taak is nu
T~ ik hoop nog een behoorlijk aantal
laren te hebben de jongeren voor
te bereiden op de leiding. Maar zij
Worden ondergeschikt aan de stich-
hng. Het mag niet meer zo gaan als
dusverre. Niemand zal de bruta
liteit hebben om risico's te nemen zo-
hls ïk heb gedaan."
Hij zegt nog helemaal niet het
idee te hebben dat Onze Lieve
Heer hem komt halen. Zijn al
les opmerkende, samengekne
pen lichtblauwe ogen kijken onder
zoekend. „Een heleboel mensen gelo
ven niet meer in Onze Lieve Heer.
ik wei Ik heb er ook mijn sterkte
fan, Daar durf ik best voor uit te
komen. Veel mensen durven niet voor
hun gevoelens uitkomen. Dat is jam-
toer." En dan, een beetje spottend:
„Ik voel mij lekker. Ik zie er niet
h't als iemand van 65. Ik zeg het
toaar. omdat u het niet zegt."
Die erfopvolging is een belangwek-
kend punt, dat voelt hij ook. Iemand
"ie erin geslaagd is een concern van
miljoen gulden een eenmanszaak
houden, en die verheugd constar
thert „Soekarno en ik zijn dictators;
^ij hebben elkaar best begrepen", zo
iemand mag niet zo maar „Adieu"
zwaaien. „Ik zie in mijn bedrijf de
n,ftn al. Hij moet nog meer op z'n
duvel hebben. Maar er zit'-n er meer.
Het moet een team worden."
„Hofstra?"
De heer Verolme heeft een geoe-
®ud pokerface.
„Een technische man?"
„^a, ongeveer. Of nee, hebt u zich
p'i eens gerealiseerd wat een leider
een groot bedrijf moet zijn?
°em maar op: hij moet van alles
kerstand hebben. Commercieel in
zicht, intuïtie. Hij moet charmant
unnen zijn en met mensen omgaan,
kan geen excentriek gebruiken,
wil bijvoorbeeld geen snor- of
hiardenfamilie. Hij moet een dui
zendpoot zijn. Bovenal iemand in wie
en vertrouwen heeft. Hij moet ei-
en'i.ik een dictator zijn, met alle
goeie eigenschappen. En je moet
er en, enorm hard werken. Ze zeg-
«an wel eens tegen mij: Wat heb
een mager gezicht ineens? Ja,
JJaar dacht je dat dat van kwam?
afr ik heb nog lust. Elke morgen
opnieuw."
zifh" behaagziek als een filmdiva die
mp ®en klem zwakheidje mag per-
miteren, onthult hjj niet te houden
sleepte. Wat zijn de gelukkigste mo
menten uit zjjn loopbaan?
„Dat kan ik eigenlijk niet zeg
gen Ik ben een van de gelukkig
ste mensen van de afgelopen twintig
jaar. Dat ik dit heb opgebouwd
Het is zó zwaar geweest, dat de vol
doening over een succes ook wel
groot moet zijn. U weet van dat ge
metalliseerd textiel waarmee wij en
kele jaren terug in de openbaarheid
zijn gekomen. Dit was een nieuwe
tak aan ons bedrijf, en wij zagen er
veel in. Maar wij zjjn er veel te vroeg
mee op de markt gekomen, er wa
ren nog veel foutjes aan. Samen met
de AKU hebben wij nu onafgebroken
geëxperimenteerd, alles perfect uit
geprobeerd. Drie maanden terug wis
ten wij het zeker: Nu is het hele
maal goed. Dit is totaal nieuw in de
textielindustrie, warmte- en koudewe-
rend, voor alles geschikt. Maar in de
ze magere scheepsbouwjaren hebben
wij in dit spul liefst dertig miljoen
geïnvesteerd. Ga eens na! Als dat nou
straks goed gaat lopen, dan kunnen
wij voldaan zijn."
Men ontmoet overigens zelden
een man die, zich terdege be
wust van al zijn verantwoor
delijkheden, oer-nuchter aller
lei financiële halszaken als vermake
lijke wissewasjes kan afdoen. „Een
paar dagen terug zit ik met Soekar
no aan liet ontbijt te praten over die
werf van .300 miljoen voor Tandjong
Priok. Hij vraagt van alles, over hoe
doe je dat nou? En hoe begin je?
Dan begin je maar gewoon te pra
ten hè. hoewel ik er ook hélemaal
nog niets van weet. Ja, dat wordt
toch alles bij elkaar groter dan het
totaal van de Nederlandse vestigin
gen. Een terrein van 400 ha. Hier i"
ons land bij elkaar hebben wij 200
ha. In Brazilië? Dat is liefst 800 ha.
Dat is een stad, met schoten en hos-_
pitaal en winkels. Daar leeft een ge
meenschap van 10.000 mensen van.
Maar er zijn veel moeilijkheden mee.
Ik heb enorme claims op de Brazi
liaanse regering, maar er wordt niet
betaald. Ik ga er gauw heen. Mijn
bezoek aan Castello Branco wordt
echt heel scherp, zeer ernstig. Ik
voel er niets voor er nog langer geld
heen te sturen. Het heeft mij tot nog
toe handenvol gekost, maar ik heb
er weinig van teruggezien. Er is mij
van alles beloofd: wegen, electrici-
teit, maar er is zowat niks van ge
komen.
Het is wel een mooi land. Ik heb
er een aardige bungalow. Als de vo
gels naar het zuiden trekken, ga ik
naar mijn bungalow daar. Wij Neder
landers hebben er toch wel iets moois
gedaan, daar. Mogen wij trots op
zijn."
Het metalige keelgeluid van zijn
stem en de meestal laconieke, maar
een heel enkele keer pathetische toon
waarop hij alles vereenvoudigd weer
geeft, hebben een begeesterend ef
fect. Hij kan onbekookte dingen uit
kramen. Hij kan ijdel zijn. Maar dan
is hij nog steeds Verolme, de onna-
yolgbare schepper van een fantastisch
miljoenenbedrijf. O, jazeker, hij is erg
tevreden over 't bereikte, beeft twin
tig jaar geleden geen moment ge
dacht dat het nou dit zou worden.
Wij spreken over datgene wat in het
concern zijn eigendom genoemd zou
kunnen worden. Hij noemt een basis
vervangingswaarde van ongeveer 250
miljoen. Maar in hoeverre men een
waardebepaling kan maken van zijn
bezit als enige aandeelhouder, is niet
te zeggen. „Al ben je niet op de
beurs, er is toch ergens een koers
waarde ook. Maar geld interesseert
mij geen laars, helemaal niets. Ik
voel mij niks gelukkiger dan toen ik
geen cent bezat. Eerder beroerder,
want het is een hoop zorg Waarom
ga je dan steeds door, vragen ze al
tijd. Dat kan niet anders, Als je met
een bedrijf begint, probeer je elk mo
ment dit verder te creëren. Ik doe
dit om het bedrijf sterker te maken.
Niet om meer te bezitten."
Maar wanneer zou dan eindelijk
een bedrijf sterk zijn? Hij zegt dan
vrij pessimistisch te zijn over de toe
stand, spreekt over een gevaarlijke
schijnconjunctuur. Nee, niet alleen in
de scheeps- en motorenbouw. Als wij
ons alleen maar bekommeren over
verhoging van ons levenspeil, zo zegt
hij, en niet over produktieverhoging,
dan raken wij bi) de internationale
concurrentie in de versukkeling. Hij
wil dan wel toegeven dat er vrij veel
vaart zit in ons industrialisatieproces,
maar met zijn rijpe ervaring, aldus
zijn woorden, noemt hij ons wel
vaartsperspectief nogal bewolkt.
Scheepsbouwers, olieproducenten,
chemische bedrijven, zij krijgen
steeds meer zware concurrentie te
verstouwen. „Als u ziet wat wij doen
aan huizenbouw, aan voorzieningen
voor het openbare leven enzovoort,
het geld en het enorme aantal men
sen daarbij betrokken, dan vraag je
je af of wij wel voldoende inzetten
tegen de internationale concurrentie.
Nee, ik zie het niet zo mooi in. Ik
ben blij dat ik een mooie periode heb
meegemaakt."
Somber over zijn bedrijf wil hij
evenwel niet zijn. „Dit zijn ze
ven magere jaren. Dat kunt u
in de Bijbel terugvinden. Die
komen na de zeven vette. Straks zal
liet wel weer eens beter gaan. Het
is nu slecht met de nieuwbouw van
schepen. Maar in dit werk zit een
grote rentabiliteit. Je houdt je repa
ratie van grote schepen, en dat is
een aardige compensatie voor uit
blijvende nieuwbouw. Bovendien kan
ik een stootje hebben, want ik heb
geen aandeelhouders die mij om di
vidend vragen. Ik heb trouwens toch
veel meer werk dan ik kan verwer
ken. Ik wou dat ik morgen 5000 ar
beiders extra kon krijgen. Ja,_ voor
hier in Holland. Ik heb er hier al
5000, maar ik heb twee keer zoveel
nodig. Wij kunnen altijd nog orders
krijgen. Waarom wij wel? Onze wer
ven zijn de modernste. Kn die Japan-
nezen? Ja, die wérken, zij zijn nog
bang voor ontslag. Maar die piek in
de Japanse scheepsbouw gaat ook
naar beneden. Zjj hebben veel Ame
rikaanse herstelkredieten gekregen,
maar die lopen ooit wel eens af. 'i
Is niet alleen Japan, ook Frankrijk
Italië en West-Duitsland doen veel
scheepsbouw."
Hij voelt voor nieuwe investeringen
in nieuwe Industrieën. „Om sterker
te staan." Maar wat? Hij spreekt
over machinefabrieken en een petro
chemisch bedrijf. Zou hij voor vlieg
tuigen voelen? Nee, dat weet hij ze
ker. „Zijn mij te klein. Wij zijn niet
aan maten gebonden. Straks bouw ik
tankers van 300.000 ton. Serieus! De
tijd komt dat de Noordzee niet diep
genoeg meer is. Dan gaan wij die
zelf uitgraven, en het zand gebruiken
voor ophoging van het land. Zand
kunnen wij best gebruiken. Ja, ik heb
het nu concreet over mijn eigen be
drijf. Wij bestuderen zandzuiging uit
de Noordzee."
Het grootste schip dat hij tot op
heden gebouwd heeft, is 92.000 ton.
Hij heeft een dok voor schepen tot
130.000 ton. „En nu bouwen wij een
dok van 350.000 ton." Heeft hij soms
al aanvragen voor zo'n gigantische
tanker? Hij zegt: „U weet, wij zeg
gen nooit nee. Wij kunnen binnenkort
zulke orders accepteren. Europoort
is een haven waar zulke schepen
thuis horen."
Hij brengt ook het REM-eTland ter
sprake. Als hij van tevoren had ge
weten wat hem te wachten stond,
was hij er nooit aan begonnen. „Wat
een sousah!" Maar hij hoopt het bin
nenkort te verkopen; er schijnen nog
al wat liefhebbers voor te zijn. En
intussen ziet hij nog steeds geen re
den het gesprek op te breken met
een van zijn beruchte opmerkingen
als „Moet u de trein niet halen?",
maar hij laat integendeel zijn echt
genote nog eens met de sherryfles
rondgaan. Wel zegt hij lachend: „Ik
had eerst met jullie willen varen,
maar dan zit ik de hele dag met de
pers opgescheept."
Als wij dan tocli afscheid hebben
genomen, roept hij nog opgewekt na:
„En ga zondag eens naar de kerk!"
van vroeg opstaan. Om kwart voor
acht krijgt hij ontbijt op bed en tot
half negen blijft hij liggen om kran
ten te lezen. Hij haast zich nog steeds
niet, en verlaat omstreeks kwart
over negen het huis om een half
uurtje later op kantoor te arriveren.
Daar blijft hy in het algemeen de
hele dag. En 's avonds zit hij thuis
waar hij meestal werkt. Hij wordt
zeer vaak opgebeld, heeft twee ge
heime nummers waarvan er één aan
vrij veel mensen bekend is. Maar
z'n tweede is wei zo geheim dat als
dat toestel rinkelt, dan is het meest
al voor iets belangrijks.
De ontploffing op de tanker Bo
na Star, waarbij mensenlevens
te betreuren waren, werd hem
over dit tweede toestel gemeld.
Het was een van de ergste momen
ten uit zijn leven. Hij is er dezelfde
avond niet heen geweest, pas de vol
gende morgen. „Ja, dat was het erg
ste wat ik heb meegemaakt, de Bo
na Star Ik zal u nog twee schok
kende momenten uit mijn leven ver
tellen. Voor Amerika heb ik twee
schepen voor vloeibaar gas gebouwd.
Die zijn heel bijzonder geconstrueerd.
Als die van stapel lopen, is er een
groot risico dat er iets met het in
wendige gebeurt. Wij laten er een te
water en 's avonds is er een party.
De nacht daarna word ik om drie
uur opgebeld. Het inwendige blijkt
enorm beschadigd. Ik heb heel wei
nig last van hartkloppingen gehad,
maar toen had ik ze. Wij hebben het
schip weer first class afgeleverd,
maar als dit een normale werf was
overkomen, was die failliet gegaan.
Wij hebben het overleefd. De tweede
keer dat ik hartkloppingen had. was
liij een schip op de werf in Alblas
serdam. Op de buitenhelling was één
kant van het schip tien centimeter
gezakt. Ook dit hebben wij gered.
Maar dit zijn tegenslagen van vele
miljoenen."
Ernstig gaat hij verder, over die
beroemde dwars-tewaterlating in de
(te smalle) Noord, van de Brazi
liaanse tanker „Presidente Jusceli-
no". Van tevoren heeft hij veertien
slapeloze nachten doorgemaakt.
„Twee dagen voor de stapelloop
kreeg ik een zenuwinzinking. Als je
bij dat schip van boven naar bene
den keek, was het net alsof je van
het dak van een kerk viel. Ik ben
toch naar de werf gegaan, heb de
stapelloop geleid, dank zij een extra
glaasje champagne. Niemand heeft
iets aan mij gemerkt. Maar toen heb
ik drie weken verlof genomen, en dat
had ik nog nooit eerder meege
maakt."
Er zijn wel meer droevige momen
ten in zijn leven geweest, zoals het
overlijden van één van zijn vier doch
ters in Congo. Maar hij heeft zelden
lang stil gestaan bij droevige onver
mijdelijkheden in zijn persoonlijk le
ven, omdat de fanatieke liefde voor
het bedrijf hem terstond weer mee-
(Advertent ie)