^Gezagscrisis99in het Vaticaan
Kerk en Concilie
bewegen zieh nog
steetIs voorwaarts
Radicale aanpassing dan
de tijd is noodzakelijk
De Joden
Machtige stemmen
Slechte pers
Onheilsprofeten
Tegenstelling
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1965
PAUS PA
US VI
de grote meerderheid der Vaders
Conciliebelangrijkste opdracht van Paus Paulus' pontificaat.
(Door Xavier Rynne)
Vanaf het begin van zijn Ponti
ficaat heeft Paus Paulus blijk
gegeven van een bijzondere
belangstelling voor de Verenigde
Naties. Sinds enige tijd overweegt
hij ernstig naar New York te reizen
pn persoonlijk de Algemene Verga
dering toe te spreken om te pleiten
voor de vrede. Dat de Paus, ondanks
de enorme moeilijkheden die aan
zo'n bezoek verbonden zijn, bereid
is een en ander in overweging te
nemen, bewijst dat hij vastbesloten
js alles te doen wat in zijn vermogen
hgt om de wereldcatastrofe te ver
mijden.
gen maakt schijnt hij zelf te beschou
wen als deugden.
Tijdens een onderhoud niet kanunnik Pé-
zërii merkte de Paus eens op: „Ik lees
in de kranten dat ik geen beslissingen kan
nemen, dat ik rusteloos ben, verlegen en
verscheurd door tegengestelde adviezen....
Misschien ben ik wat langzaam. Maar ik
weet wat ik wil. En uiteindelijk is het mijn
recht eerst over de dingen na te denken."
Naast deze karaktereigenschappen is de
Paus bijna bezeten van het verlangen bei
de partijen recht te doen. Als men al deze
hoedanigheden in ogenschouw neemt, en
dan nog in het bijzonder zijn ongelukkige
gewoonte om al zijn redevoeringen zelf op
te stellen aan de hand van een vast pa
troon (een serie positieve opmerkingen, die
bijna onveranderlijk worden gevolgd door
een serie negatieve, gewoonlijk met het
woordje „maar" ertussen), dan is het dui
delijk dat oppervlakkige commentatoren in
staat zijn geweest om te zijnen koste fraaie
stukken te schrijven.
Maar toch, al geeft men de Paus zo
veel krediet als mogelijk is, dan blijft nóg
het onwrikbare feit bestaan, dat de kritiek
op hem de laatste tijd sterk is geïntensiveerd.
De toon van enkele van zijn opmerkingen
is afgedaald tot het peil van klagen of
lamenteren. Van tijd tot tijd smeekt hij de
mensen openlijk om steun en begrip.
Het is niet verrassend dat de wereld zijn
bedoelingen verkeerd heeft begrepen, aan
gezien zij hem beoordeelt aan de hand van
uitlatingen, die heel anders zijn dan wat
de mensen gewoonlijk van een Paus ver
wachten. Niettemin is het waar dat, terwijl
zijn toon wellicht wat scherp wordt, zijn
gedrag altijd even rustig en beheerst blijft.
Tegen Antoine Wenger, de hoofdredacteur
van het Franse katholieke dagblad ,.La
Croix". zei hij dat hij zich niet al te zeer
kon laten opwinden door voorbijgaande cri
ses, omdat hij met de „ogen van het ge
loof" kon zien dat het Concilie het werk
was van de H. Geest.
Paus Paulus schijnt Zich niet te realise
ren. dat zijn goed bedoelde ..langzaam-aan"
op de weg naar hervorming, waarmee hij
hulp en troost geeft aan de conservatieve
minderheid, die tegen het Concilie gekant
is, verwaiTing wekt en gevoed bij de
slechte pers die hij heeft gehad zijn
moeilijkheden vergroot.
Het feit dat bekend wei'd, dat hij tijdens
de derde zitting tot het uiterste wilde gaan
om te voldoen aan de verlangens van een
onbelangrijke minderheid, heeft begrijpelij
kerwijs tot gevolg gehad, dat men is gaan
twijfelen aan zijn bereidheid of bekwaam
heid om tijdens de vierde zitting weer
stand te bieden aan de druk die op hem
wordt uitgeoefend.
Een goed voorbeeld vindt men in de
recente gebeurtenissen ond de con
troversiële Verklaring over de Joden,
die nu is ondergebracht in de breder
opgezette Verklaring over de Niet-Christe-
Hjke Godsdiensten. Het is algemeen bekend
dat de Arabische christenen, de Arabische
staten en een handjevol vastbesloten con
servatieve theologen vanaf het begin krach
tig hebben geageerd tegen hef document
betreffende de Joden. Zij keerden zich óf
tegen de passage, die het Joodse volk zou
ontslaan van de beschuldiging van Gods-
moord, of tegen de zogenaamde „politieke"
implicaties van de tekst. Het is duidelijk,
dat de geest van antisemitisme, die door
het dokument wordt veroordeeld, nog lang
niet bezworen is.
De pauselijke staatssecretaris, kardinaal
Cicognani, stelde de Paus het volgende
voor. Aangezien zoveel verbittering was op
gewekt door dat deel van de huidige Ver
klaring, dat zich bezighoudt met de Jo
den, was het betei; aldus zijn redene
ring om het in zijn gevoelens gekwetste
Joodse vol'k niet door een Concilie-docu
ment genoegdoening te verschaffen ook
al was zo'n document in eerste lezing al
tijdens de derde zitting goedgekeurd,
maar door een Pauselijke verklaring, on-
geveer op de manier waarop ook de tekst
of het „votum" over het huwelijk (gemeng
de huwelijken, enzovoorts) aan de jurisdic
tie van het Concilie was onttrokken om
door de Paus verder te worden afgehan
deld.
Het besluit dit inderdaad te doen viel
omstreeks de tijd dat de Coördinatie Com
missie bijeenkwam om de agenda voor de
vierde zitting definitief goed te keuren.
Van de genomen beslissing werd echter
g*n melding gemaakt in het communiqué,
dat in die tijd werd uitgegeven. Er werd
alleen maar vaag opgemerkt dat het do
cument over de niet-christplijke godsdien
sten een van de documenten was, waarover
tijdens de vierde zitting alleen maar zou
worden gestemd, maar niet gediscussieerd.
Op dit punt wordt het verhaal inge
wikkeld. Laat het voldoende zjjn te zeg
gen, dat de secretaris-generaal van de We
reldraad van Kerken, dr. Visser 't Hooft,
begreep dat het plan om de Verklaring
over de Joden af te voeren van de agenda
van de vierde zitting een stap „terug" was,
die door protestantse instanties niet over
het hoofd kon worden gezien en die het
voorspel zou kunnen zijn van verdere terug
gang tijdens het pontificaat van deze Paus.
Hij beraadslaagde met zijn collega's en
liet een vooraanstaande Amerikaanse kar
dinaal weten, dat, als het besluit vast
stond. de Wereldraad van Kerken geen an
dere keus zou overblijven dan te weigeren
de vierde zitting bij te wonen. De kardi
naal gaf deze informatie dom- aan het Vati
caan. waar haastige beraadslagingen resul
teerden in het besluit, om de agenda te la
ten zoals oorspronkelijk was vastgesteld.
Het is bijna niet te geloven dat Paus
Paulus bereid zou zijn toe te geven
aan de druk om een zó belangrijk
document als de Verklaring over de
Joden terug te trekken. Indien dit echter
toch zou gebeuren, is het hartverwarmend
te weten, dat machtige stemmen zich zou
den verheffen om het document in bescher
ming te nemen. In een toespraak voor da
Evelina de Rothschildschool van Jeruza
lem. in Chiswick (Londen), verklaarde on
langs kardinaal Heenan. die tijdens de der
de zitting een van de dapperste verdedigers
was van een krachtig document over de
Joden: „Ik kan u meedelen dat de kleren
van een kardinaal rood zijn om hem er
aan te herinneren, dat hij bereid moet zijn
z'n bloed te vergieten voor de waarheid.
Ik kan u de verzekering geven dat ik niet
zal aarzelen de waarheid te verdedigen,
vooral als het voor u, mijn vrienden, een
zegenrijke waarheid is."
Een van de meest opmerkelijke opmer
kingen van Paus Joannes tot zijn intimi
was: „Sono nel sacco qui" ,,Ik zit hier
in een kooi." Hiermee bedoelde hij, uiter
aard. dat het voor hem bijna onmogelijk
was de aandacht van de wereld te trek
ken zonder dat de bureaucraten zich ge
passeerd voelden. Ook ten aanzien van paus
Paulus rijst de vraag: Beheerst hij de Curie
of beheerst de Curie hém?
Het is niet aan te nemen dat een zó
ervaren en diplomatieke man als paus Pau
lus. die zijn opleiding kreeg in de Curie
zelf, die aan het begin van zijn pontificaat
de autoriteiten van de Curie bijeenriep en
him een uiteenzetting gaf over hun tekort
komingen en die hun onlangs, nogal na
drukkelijk, via de kardinaal-staatssecreta
ris verweten, dat hij van hun medewerking
verwacht voor zijn plannen om de Curie
structureel te hervormen het is niet aan
te nemen dat déze man werkelijk „nel sac
co" is, zich in een kooi bevindt.
Het is waarschijnlijk, dat de wereld tegen
het einde van de vierde Concilie-zitting, die
op 14 september begint, een duidelijker
beeld zal hebben van wat Paus Paulus,
naast het probleem van de vrede, be
schouwt als de belangrijkste opdracht van
zijn pontificaat het Oecumenisch Concilie.
(Copyright Xavier Rynne)
stemd: „De mensheid gaat achtex-ult in
plaats van vooruit op de weg die leidt naar
beschaving en vrede. Wij hebben de indruk
dat de opvattingen over de vrede zich in
een crisis bevinden..."
Maar wat is er dan de ooi-zaak van dat
de wereld de Paus niet schijnt te
kunnen zien, zoals hij graag gezien
zou worden: als „Vader voor allen"
of Goede Herder?
Twee belangrijke redenen zouden er zijn
voor het feit dat hij de laatste tijd over het
algemeen een slechte pers krijgt. De eerste
reden is zijn buitengewoon voorzichtige, af
wijzende benadering van gebeurtenis
sen, die journalisten in staat stellen de na
druk te leggen op de negatieve punten
die altijd interessanter zijn dan de positie
ve. De tweede reden is het chronische on
vermogen van de Vaticaanse autoriteiten
waardering of begrip te hebben voor de
noodzaak van een goede verstandhouding
met de pers.
De kwestie is dat Paus Paulus geen mgr.
Capovilla heeft om de meer menselijke en
intieme kanten van zijn karakter naar vo
ren te brengen of om leuke verhaaltjes te
laten uitlekken naar de pers, zoals de trou
we secretaris van Paus Joannes dikwijls
deed. Hoewel mgr. Capovilla zich nog steeds
bevindt in de onmiddellijke omgeving van
de nieuwe Paus hij werd gehandhaafd
uit eerbied voor de herinnering aan Joan
nes maakt Paulus geen gebruik van een
secretaris op de manier' die zijn voorganger
toepaste. Hjj geeft er de voorkeur aan alles
zelf te doen, met inbegrip van,het opstellen
van al zijn redevoeringen en belangrijke
publikaties. Het schijnt niet bij hem op te
komen dat het noodzakelijk is een goede
verstandhouding met de buitenwereld tot
stand te brengen door het in de circulatie
brengen van nieuws. Hij is er tevreden mee
bijna geheel te vertrouwen op de ondeskun
dige adviezen en diensten van oude getrou
wen van de Curie, in het bijzonder van het
bureau van de Staatssecretaris, dat toe
zicht uitoefent op het Vaticaanse dagblad
„Osservatore Romano". Deze functionaris
sen zien er op toe dat het publiek uitslui
tend wordt geconfronteerd met een zeer
conservatief beleid.
Aan de inspanningen van de Paus zijn
bedoelingen duidelijk te maken wordt der
halve ernstig afbreuk gedaan door het on
vermogen van het Vaticaan een effectief
werkend voorlichtingsbureau op te richten,
dat wordt geleid door kundige mensen.
Het is niet waarschijnlijk dat de journa
listen ooit een bepaalde persconferentie zul
len vergeten, die werd gegeven tijdens de
derde zitting van het Concilie. Tijdens deze
conferentie ontkenden functionarissen van
het Concilie-perscentrum, dat er achter de
schermen bepaalde machinaties aan de
gang waren en zij beschuldigden de pers
van valse berichtgeving met als resul-
taat dat zij een paar dagen later moesten
retireren en allerlei verontschuldigingen
moesten aanbieden. Ook zullen de verslag
gevers niet gauw de persconferentie van
mgr. Felici, de secretaris-generaal van het
Concilie, vergeten, die de pers betitelde als
een soort „splijtzwam", waarmee men het
nu eenmaal moest stellen totdat de offi
ciële verslagen van het Concilie zouden
worden gepubliceerd.
Maar goed vandaag de dag zal waar
schijnlijk niemand het oneens zijn met de
stelling, dat niet alleen het Concilie, maar
ook de gehele Kerk een periode van span
ning en crisis doormaakt. Gebleken is dat
het begrip „aggiornamento" „neindig veel
meer betekent dan alleen maar het „aan
passen aan de tijd" van bestaande structu
ren. Zoals de abt van Downside, Dom
Butler, het heeft gesteld:
„Bij het begin van het Vaticaanse Con
cilie wist niemand op welke manier de
Kerk zichzelf zou vernieuwen. Maar bij
het einde van de derde zitting realiseer
den wij ons, dat het niet gaat om een op
pervlakkige aanpassing, maar om een
radicale. Het komt neer op een funda
mentele herwaardering van het katholi
cisme. Toen de derde zitting voorbij was,
dacht niet alleen een progressieve min
derheid er zo over, maar was deze opvat
ting doorgedrongen tot de grote meerder
heid van de Concilie-vaders".
Velen hebben gesproken over een „crisis
van het gezag". In feite doet het de wereld
goed te vernemen, dat noch de katholieke
Kerk als instituut, noch de opvattingen van
haar leiders en gelovigen, zo monolitisch
zijn als werd gedacht. Het huidige pluralis
me toont aan dat de Kerk opnieuw tot le
ven komt na een periode van onbuigzaam
heid. Dit is geenszins iets om bevreesd
voor t^ zjjn, integendeel, deze ontwikkeling
moet worden verwelkomd. „Vrijelijk wordt
uiting gegeven aan allerlei schokkende op
vattingen," zo heeft de kardinaal-aartsbis
schop van Westminster opgemerkt. „Maar
dit bewijst wat de katholieken altijd hebben
beweerd dat er vrijheid bestaat in de
Kerk."
De „Zwarte Week", waarmee de derde
zitting van het Concilie eindigde, en
de steeds somberder wordende toon van
vele toespraken van de Paus, dik
wijls met verwijzingen naar „de moeilijke
tijd die de Kerk doormaakt", hebben de be
langstelling gericht op de werkelijke hou
ding, die de Paus ten opzichte van het Con
cilie aanneemt. De indruk is ontstaan, dat
zich in de Kerk, onder leiding van de
Paus zelf, een terugwaartse beweging heeft
ontwikkeld, die ertoe zal leiden dat men al
le als gevaarlijk beschouwde progressieve
standpunten zal verlaten. De derde zitting
eindigde slecht, zo zeggen de onheilsprofe
ten; de vierde zitting, zo gaan zij voort, zal
eindigen in een catastrofe.
Deze profeten hebben echter, hoewel er
een kern van waarheid schuilt in hun op
vattingen, de beschikbare aanwijzingen ken
nelijk verkeerd geïnterpreteerd. Zij hebben
verzuimd rekening te houden met het thans
algemeen erkende feit, dat de huidige Paus
een zeer gecompliceerd karakter heeft en
dat hij, vrijwillig of gedwongen, een bepaal
de rol te spelen heeft bij het bepalen van
de loop der gebeurtenissen. Tot op heden is
er geen sprake van een „volg het spoor
terug" of „achterwaartse beweging" in de
betekenis, die aan deze woorden meestal
wordt gegeven.
Integendeel de Kerk en het Concilie
bewegen zich nog steeds in een richting,
die definitief voorwaarts is. Er is niet één
Concilie-schema dat tijdens de behandeling
door de Concilie-vaders niet aan kwaliteit
heeft gewonnen, en enkele schema's zijn
zelfs onmetelijk veel beter geworden; niet
één schema is aan de debatten onttrokken
of uit de circulatie genomen.
Bij het benoemen van kerkelijke functio
narissen voert de Paus óf een goed óf een
routine-beleid; uit niets blijkt dat progres
sieve figuren worden geweerd. De oecu
menische betrekkingen met andere kerken
en ook de betrekkingen met de niet-chris-
telijke wereld hebben een nieuwe stimu
lans gekregen. Het is duidelijk, dat het
begrip „aggiornamento" diep wortel heeft
geschoten in het bewustzijn van de katho
lieke Kerk in haar geheel. Het is duidelijk
voor iedereen die de gegevens met zorg be
studeert, dat Paus Paulus de idealen van
zijn voorganger geheel is toegewijd en dat
hij vastbesloten is het Concilie tof een suc
cesvol eind te brengen. Maar tevens is thans
duidelijk, dat hij óók vastbesloten is voor
waarts te gaan in zjjn eigen langzame tem
po en dat hij verwacht dat de gehele Kerk,
ais één massaal blok, hem daarin volgt.
Niet één van de zogenaamde aanwijzin
gen dat men de „weg terug" heeft inge
slagen dient noodzakelijkerwijs als zodanig
te wox-den uitgelegd. Om slechts enkele van
deze „aanwijzingen" te noemen: het be
sluit van de Paus om de kwestie van de
contraceptie aan de bevoegdheid van het
Concilie te onttrekken; het feit dat hij tot
nu toe heeft verzuimd zjjn druk rondgeba
zuinde beloften in te lossen, dat hij de Ro
meinse Curie zou hervormen en een bis
schoppelijke senaat zou instellen; de ma
nier waarop hjj de kwestie van de collegia
liteit heeft aangepakt; de door hem bevo
len inlassen in het decreet over het oecu-
menisme tijdens de derde zitting; zijn re-
?elmatig terugkerende verwijzingen naar het
gezag van de Paus. Al deze zaken echter
kunnen worden geïnterpreteerd als tekenen
van een op de toekomst gericht beleid.
De duidelijke tegenstelling, die bestaat
tussen het benadrukken van het
Pausschap en het tegelijkertijd sti
muleren van het collegiale gezag van
de bisschoppen, schijnt voor een man als
Paus Paulus noch een obstakel noch een
probleem te zijn. Het is bekend dat hij re
gelmatig zijn vijanden in de Curie promo
veert, maar zelden zijn vrienden. Wat de
wereld beschouwt als zjjn tekortkomingen
zijn enorme scrupulositeit, zjjn voorzich
tigheid, zijn afkeer om te handelen, uit
vrees dat hij anderen kwetst of vergissin-
De belangstelling van de Paus voor de
zaak van de vrede en voor de Verenigde
>aties is ongetwijfeld oprecht en dat wordt
en. J.'?emee» erkend. Minder eenheid van
Pvatting bestaat er over zijn houding ten
anzien van het Vaticaans Concilie. Want
j «""gelukkige gebeurtenissen, die het ein-
V,|..,va" de derde zitting in november
V4 markeerden, veroorzaakten een
van speculaties over de vraag wat
jj® aus met het Concilie en zijn doelstel
en precies van plan is.
Paua\rsch®nli''k
is sinds 1870 geen enkele
nna: et onderwerp geweest van zóveël vtj-
Das t kntiek als Paus Paulus, hoewel hij
narLu ee iaar geleden werd gekozen. Maar,
laraüoxaal genoeg, nog nooit heeft een
dn<ufr,^ich *z?\ee} moeite gegeven zijn be-
ooeangen duidelijk te maken. Woorden als
"geheimzinnig" en „raadselachtig" worden
met betrekking tot deze Paus dikwijls ge
bruikt. De waarheid is echter dat Paulus,
als een reactie op de uiterste gereserveerd
heid van Pius XII, zich metterdaad inspant
om via de bestaande kanalen mededelin
gen naar buiten te doen.
Zijn eerste encycliek, „Ecclesiam Suam",
Was voor zo'n plechtig document tamelijk
informeel van toon en had ongeveei* het ka-
naKter van een „praatje bij de haard" in
de trant van de Amerikaanse president
Roosevelt. Zijn wekelijkse algemene audiën
ties op woensdag heeft hij omgevormd tot
een soort „discussieforums", waarbij hij
zelf optreedt als woordvoerder. De opmer-
kingen, die hij elke zondag opnieuw maakt
als hij liet Angelus voorbidt v=nuit het raam
van zijn werkkamer, hebben zelfs nóg meer
het karakter van een nieuws- en babbel
praatje.. Op een bepaalde zondag bijvoor
beeld' vertelde hij de mensen die naar hem
luisterden: Gisteravond kwam er beter
nieuws binnen uit lanto Domingo", alsof
hij verlangend was de menigte op de hoog
te te stellen van de inhoud van de laatste
telegrammen, die waren ontvangen door
het bureau van zijn Staatssecretaris.
De vrede is meestal het onderwerp van
deze zondagse opmerkingen en de toon ex-
van is over het algemeen optimistisch. Op
11 juli echter was hij pessimistisch ge-
Xavier Rynne is het pseudo
niem voor een man (of groep
van mannen, zoals ook wel
wordt beweerd) die er tot nu
toe zeer goed in is geslaagd zijn
identiteit verborgen te houden. Tij
dens de eerste zitting van het Vati
caanse Concilie begonnen in het
Amerikaanse blad „The New Yor
ker" beschouwingen over het ver
loop van de Concilie-zittingen te
verschijnen, die alom grote aan
dacht trokken door de duidelijk
zeer grote deskundigheid van de
schrijvRr. Alle artikelen waren on
dertekend met: Xavier Rynne. Het
was evident dat de man, die zich
achter deze naam verschool, beschik
te over uitstekende relaties ten Va-
ticane. Vele Amerikaanse en later
ook andere Concilie-vaders kwa
men er openlijk voor uit dat de ar
tikelen voor hen zeer waardevol wa
ren. Rynne's „Brieven uit Vaticaan
stad" werden later gebundeld en in
boekvorm uitgegeven. Nederlandse
vertalingen ervan zijn als AMBO-
boeken uitgegeven door De Fontein
in Utrecht: deel I over de eerste zit
ting en deel 2 over de tweede zit
ting. De delen 3 en 4 over de derde
en (in september beginnende) vierde
zitting zullen later verschijnen.