TOM POES EN DE PASMUNT
NIEUWTJES voor
de HUISVROUW
UYCKS
HET HUIS MET
HE HOZEN
Piet Loeris en de Tappalappa's
ALS U HET
VRAAGT
v% f x Interlinie
DE ZOON
VAN DE
BERENJAGER
door
Morten
Toonder
Verwaarlozing
in geestelijk
opzicht
Wedstrijd
Hee
\7 ff
De opvoeding
Wat kinderen
er van
zeggen
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1965
uarsu cue-
uea... «eacuT uit oe-
5552 Commissaris Bas stampte dreigend door de
samen achter hun geldpersje.
„We doen geen kwaad. Heus niet" riep Hieper met
peipende stem. „We werken alleen maar een beetje voor
de reclame. Dat is toch niet srrafbaar, hè baas?"
Super wist dat niet zeker. Hij kauwde op zijn peukje
en sloeg de politiechef bekommerd gade. Doch deze
schonk weinig aandacht aan het tweetal.
„Zo," gromde hij. „Een mooie vangst. Vals geld; een
tafel vol En jij zit er dus achter, Bommel"
„Och ja", zei heer Ollie met een goedig lachje. „Ik
zit te wachten totdat het genoeg is. Maar ik kan er ook
vóór gaan zitten, hoor".
„Wacht even" zei Tom Poes hasstig. Dit is geen
vals geld, commissaris. Het zijn nagemaakte pasmunten.
En wat is nu een Pasmunt?"
De beambte trok verrast een wenkbrauw op.
„Drommels", prevelde hij, „wat is nu een Pasmunt?
Een heel goeie vraag, nu ik er over nadenk...."
„Ze zijn voor de reclame", verklaarde Super, die
haastig nadertrad. „Het is gewoon een zakelijke bestel
ling van meneer Bommel hier. „Jongens", zei hij, „druk
wat schertscenten met een kraai er op", zei hij en
dat doen we. Zoiets is niet strafbaar. Echt niet".
„Schertscenten", mompelde de politiechef. „Met een
kraai er op...." Zijn stem stierf weg in een vaag ge
mompel en zijn doffe oogopslag werd plotseling door
een lichtje verlevendigd.
„Het is waar" riep hij uit. „Het namaken van scherts-
geld is niet strafbaar en het stelen of aannemen van
schertsgeld ook niet Er is dus door ons geen van allen
een strafbare daad gepleegd. Donders; dit is het mooi
ste moment in mijn loopbaan"
VÖN De
Het Pf ik
(mo/zo oMTVoe/ZD!
•So... JoM/QUff ve/z.
(S/K...
Mne'
HOORT ERBIJ
door Mea Allan
De Wadders
Av^A'ationaal BELEG
N.V. Internationale Beleggings Unie „Interunie", Postbus 617, Den Haag
KARL. MAY.
PAUL
VLAANDEREN
'Mum!., t" 1*'
Dus, dat u>ar u>u
WrccEU, DOT /S-
SWAN FEATURES SYNDICATE MdttMMWié
G MEDE... hllU... PUT...
PUTTE U, DtS -. Ebt-.
D/G... H/U...
S/K LEG. DE EED F/F OM n
m/ju Raae.D uier... f/u... te
cpt£u uu/ppeu. uoozopt
°oO OP 2/JU TKo... téoo/J
\Zfr.' DPT ZcUEEF /Ct! j
DOT ZUJEE/Z /u.' S
MtU
KOMT Y NEE, HU KOOPT
H'J HIER J ZUN WJNEN BU
.NOOIT 2>fv bE KRUIPENIER
EENS
MOCO
Wij kunnen ons deze winter van
top tot teen in de zwart-witte rui
ten hullen, dat is echte Parijse stijl.
Maar helaas, het is alleen voor de
allerslanksten weggelegd. Dit en
semble is van tweed. Bij de mantel
horen een rok en slobkousen. De
stof werd afwisselend recht en
schuin verwerkt, om het effect nog
wilder te maken.
EEN Nieuw flVONTUUe VAN JOHpN eN Pl£R€WieT
Advertentie
jj»'
65. Even nadat Piet Loeris en Sien-
tje hun cel hadden betreden, sloot
Stekkie Sambal de ijzeren deur ach
ter hen dicht. „Ik kom jullie straks
eten brengen," beloofde hij: „Ik zal
zorgen dat het jullie aan niets ont
breekt. Opdracht van de professor!"
Hij keerde zich om en verdween, zon
der verder een woord te zeggen, in de
gang. „Ik begrijp er niets van, me
neer Loeris!" sprak Sientje ontstemd:
„Als ik u was geweest, had ik die ke
rel in de een of andere greep geno
men en hem onschadeljk gemaakt!
U begint geloof ik aardig oud te wor
den!" De detective keek zijn boze as
sistente schalks aan. „Je
nooit, Sientje. Je moet die hersens
van je eens goed in de boenwas zet
ten, en dan zul je begrijpen, waarom
ik Stekkie z'n gang heb laten gaan!"
„Onzin, meneer Loeris!" wond Sien
tje zich op: „Normaal gesproken had
u die man best aangekund." De be
faamde spoorzoeker legde een kalme
rende hand op haar arm. „Daar gaat
het nu juist om, domme meid," zei hij
zacht maar indringend: „Als 't een
gewone man had betroffen, had ik 'm
allang in de Haarlemmer Halzenplis-
seerder genomen, maar hu heb ik
van afgezien! M'n oom Johan
zei altijd: Eerst raden, dan daden!
En zo is het!" Sientje keek hem adem
loos aan.
Ze voelde natuurlijk wel, dat haar
meester iets mysterieus had ontdekt,
maar zij kon er in de verste verte
niet naar gissen, wat hij eigenlijk be
doelde. „Maar is die Stekkie Sambal
dan geen gewone man, meneer Loe
ris?" „Nee, Sientje!" antwoordde de
detective ernstig: „Hij is niet eens
een man!"
47.
„Lieve hemel," schrok hij, werd opeens bleek en rende het tentoonstel
lingsterrein af. Een taxi kwam aanrijden. Hij riep deze aan, sprong er in en
gaf het adres op waar hij moest zijn.
Toen hij op Mark Lane aankwam was het kwart voor een. Hij liep de
hoge trap op en vervoegde zich bij een loket, waarop „Inlichtingen" stond.
„Ik kom voor die baan," zei hij hijgend.
Het meisje aan het loket giechelde. „Dan had u eerder moeten komen.
De baan is al vergeven een half uur geleden."
Zonder aan een lunch te denken haastte hij zich naar Kensington, hopende
dat hij daar de eerste zou zijn. Er was weer een meisje aan het loket, dat
ook weer giechelde, dit keer, omdat hij te vroeg was.
„Mr. Howel komt pas om drie uur."
„Dan zal ik wachten."
„Zoals u wilt," zei zij en sloot het loket weer.
Donny zat lang te wachten. Langzamerhand kwamen er meer sollici
tanten. Om zeven minuten voor drie ging het loket open en zei het meisje:
„Mr. Howel is er. U kunt naar binnen gaan," en zij wees hierbij op Donny.
Even later zat hij tegenover Mr. Howel, de personeelschef.
„Tradescant?"
„Ja, sir."
Hij keek de brief door en Donny vond het gek zijn eigen brief in een
Londens kantoor terug te zien.
„Zonde van uw tijd, is het niet, om hier te komen? Ik zoek een vracht
wagenchauffeur."
„Ik geloof, dat als ik een volgeladen tractor-wagen door een nauw laantje
kan sturen met blinde bochten, ik ook wel een vrachtwagen door Londen
kan loodsen. En ik kan ook auto's repareren. Dat heb ik in de brief ge
schreven," voegde hij eraan toe, op zijn brief wijzend.
„Dat is ook de enige reden, dat ik u een oproep heb gestuurd. De meeste
chauffeurs weten niet eens hoe een auto er van onderen uitziet. Waar
is uw rijbewijs?" Hij las dit door en zei: „Ja, dat is in orde. Kent u Londen?"
„Ik koop een platte grond en zal deze bestuderen," zei Donny.
„Het spijt me
Donny stond op en zei: „Ik ben een geroutineerde chauffeur, Mr. Howel
en ik ken de motor."
„Het zijn de straten. Je zult de halve dag verliezen met zoeken."
„Als ik iets moet leren, Mr. Howel, dan leer ik het vlug."
„Ik ben bang dat wij dat leren niet tijdens de werkuren kunnen toestaan."
Donny draaide zich moedeloos om, maar toen hoorde hij Mr. Howel
vriendelijk zeggen: „Neem een goede raad van mij aan. mijn zoon, en ga
terug naar je tractors. Dat is iets waarvan je verstand hebt. Het beste!"
(Wordt vervolgd
IN ELK land hebben huisvrouwen
bleempjes. En is het niet hier,
dezelfde huishoudelijke pro-
dan is het wel ergens anders dat ?r
oplossingen voor deze moeilijkheden
worden gevonden.
Een Duitse huisvrouw vond uit hoe
je handig tussen de strips van de cen
trale verwarmingsradiatoren kunt
schoonmaken Je bindt een vochtige
doek om een kleerhangertje en je
kunt er gemakkelijk tussen komen.
En wat doe je als je hangkast te klein
wordt voor de hoeveelheid kleren?
Heel eenvoudig: je hangt aan de eer
ste hanger een ijzeren ketting, waar
aan je een tweede hanger, iets lager
kunt haken.
De oplossing voor natte truitjes en
andere kledingstukken, die liggend
moeten drogen, is in Amerika gevon
den. Men verkoopt er nylon netten,
die over het bad gespannen kunnen
worden en waarop je het natte goed
met een gerust hart kunt laten uit
druipen.
De probleempjes, die Franse vrou
wen hebben, liggen over het algemeen
meer op het modieuze, dan op het
huishoudelijke terrein. Zij hebben een
leuk ideetje om zelfgebreide hand
schoenen wat op te vrolijken door de
toppen van de vingers een ander
kleurtje te geven Overigens is dat
ook heel handig als u een beetje wol
te kort komt.
Er Is nog een wintemieuwtje. waar.
over ook Nederlandse vrouwen wel
enthousiast zullen zijn. De gehate jar
retelles zijn langzamerhand aan het
verdwijnen. In verschillende landen
zijn al wollen winterkousen te krij
gen, die zo elastisch zijn, dat ze zon
der knopjes en haakjes blijven zitten.
AAN verwaarlozing van onze kin
deren zouden we ons niet graag
schuldig maken. We lezen wel
eens over ernstige gevallen in de dag
bladen Kinderen waar nooit naar om
gekeken wordt, die nooit gewassen
worden, onder de luizen zitten, opge
sloten worden om er maar vanaf te
zijn, in het kort gezegd; helemaal niet
de verzorging krijgen, waar ze van na-
ture recht op hebben, en waarvoor de
ouders verantwoordelijk zijn. Dat is
allemaal heel treurig. Ontzetting uit
de ouderlijke macht is er het gevolg
van. De ouders zijn onbekwaam of on
willig om het goed te doen. We heb
ben medelijden met de kleinen, die
er de dupe van zijn.
Opvoeden is voor velen moeilijk,
daarop hebben we verscheidene malen
gewezen. We maken soms zonder
het te beseffen fouten, maar zulke ge
vallen van verwaarlozing als hierbo
ven. daar hebben we terecht geen
goed woord voor over. Opvoeden houd
jn de eerste plaats in een goede
uiterlijke, lichamelijke verzorging.
Dat is de basis waarop we kunnen
beginnen. Baby en kleuter zijn voor
de volle honderd procent van ons af
hankelijk. We geven ze de juiste hy
giënische verzorging, voeding, goede
kleertjes, ruimte om zich te bewegen
en te spelen, speelgoed, medische ver
zorging. In onze tegenwoordige maat
schappij is dat allemaal keurig gere
geld, behalve in de gevallen van ver
waarlozing, en daar waar bij voor
beeld de woningnood een behoorlijke
voorziening van lucht, licht en ruimte
onmogelijk maakt. Ook armoede is
wel eens oorzaak van ondervoeding en
slechte onvoldoende kleding. Hoe
eerder deze toestanden uit de wereld
geholpen worden, hoe beter. De ver
zorging van onze kinderen ligt ons
na aan het hart, en goedwillen
de ouders hebben er verdriet om, wan
neer ze de middelen daartoe missen.
Anderen hebben echter de middelen
wel. en soms in overvloed. Er wordt
dan wel eens overdreven met duur en
luxe speelgoed. Teveel is ook niet
goed! Eenvoudig speelgoed is ook
vaak veel beter Materiaal waarmee
ze kunnen knutselen en zelf wat uit
vinden is beter dan bij voorbeeld een
duur autootje, dat ze maar op één ma
nier kunnen gebruiken. Anderen de
ogen uitsteken ermee is ook niet erg
opvoedend.
Tegelijk met onze welstand en over
dadige verzorging is het zelfs nog mo.
gelijk dat we de eigenlijke opvoe
ding min of meer verwaarlozen. Dat
is bij voorbeeld het geval als vader
en moeder te weinig tijd besteden aan
het samenzijn met de kinderen. Je
hoort volwassenen wel eens zeggen:
„We hadden het thuis heel goed, maar
onze ouders hadden geen tijd om
zich veel met ons bezig te houden".
Dat is een gemis, dat niet door ca^
deaus en lekker eten kan worden goed
gemaakt. De taak van vader en moe
der Van ook niet worden overgenomen
door een kindermeisje of een oppas.
Uitgaan kan leuk en gezellig zijn,
maar de kinderen mogen er niet on
der lijden Als moeder uit werken
gaat, kunnen er in dit opzicht ook
ongewenste toestanden ontstaan, al
zouden we niet graag beweren, da*
dit in alle gevallen zo is. Toch is het
de moeite waard daar eens aandacht
aan te beeteden.Kinderen voelen zich
zo gauw alleen.
Hei kan ook nog anders zijn. Allee
prima in orde, verzorging en opvoe
ding tot in de puntjes en toch een te
kort aan omgang en gezelligheid. Mei
de allerbeste bedoelingen om het goed
te doen, wordt dan al te ernstig steeds
weer d« aandacht gevestigd op wat
hoort en niet hoort. De onbevangen
heid en de vrijheid van de kinderen
worden dan ongewild teveel aan ban
den gelegd. Gezelligheid en spontane
levensvreugde vormen een groot goed
in de opvoeding. Als deze verschmlen
dan is er een tekort. „Bij ons thuis
was het gezellig. Onze ouders hebben
ons terdege er op gewezen hoe wij be
hoorden te leven, maar het ging alle
maal vanzelf". Wie dat later kan zeg
gen heeft in de opvoeding een steun
voor het leven. Laten we daarvoor
zorgen en in gedachten houden, dat
de allerbeste verzorging toch nog ge
paard kan graan met een verwaarlo
zing van wat de opvoeding eigenlijk
moet zijn: leren om goed en gelukkig
te leven
AGNES van VESSEM
Laatst kwam bij ons het onderwerp
„rechtszitting met gesloten
deuren" ter sprake. „Waarom
gaan die deuren dicht?" vroeg
iemand. Waarop prompt een kinder
stem met het antwoord kwam: ,,A®-
ders lopen ze natuurlijk weg".
(J. R., Amsterdam).
Lezers schrijven de krant
Onderstaand mijn visie op het schan
delijk gebeuren van woensdagavond:
Moeten degenen die zich 75 jaar op do
bres hebben geplaatst voor de opbouw,
ontwikkeling en propaganda van de voet
balsport gedogen, dat zij in enkele uren
van kunstmatig op kookpunt gebracht
voetbal, verloren zien gaan, wat zij in
deze jaren, onvermoeid wijzend op en
werkend voor de vormende waarden van
de sport, hebben opgebouwd?
Is het niet de hoogste tijd dat, als de
prof-voetbalverenigingen dit uit oogpunt
van zakelijke overwegingen niet willen
of kunnen doen, het daarvoor aangewe
zen apparaat ingrijpt en eenvoudig a^n
de Nederlandse voetbalverenigingen ver
biedt aan dit soort sport-on terende ver
toningen deel te nemen?
K.N.V.B-. in het belang van de jeugd
en de waarden welke er in de loop der
jaren, na oneindig veel door U verricht»
inspanningen, aan de voetbalsport zijn
toegekend, let op Uw zaak!!
G. W. van Dalen
Amsterdam
Advertentie
BEI tG
MR.STEMPSDN?^
OH. JA, IK K£N HEM
VAN GEZICHT-
MAAK HU HOUPT
ZICH OP EEN
LAFSTANP A
MAAK
MET MISS
PAAR.
Z'J WOU PT PE BOEL
SCHOON BIJ MK.
STEMPBDN
derscheiden. Duidelijk drong de geur van gebraden
vlees tot hen door. „Buffelbouten", zei Winnetong
wiens sterk ontwikkeld reukorgaan hem ook than*
niet in de steek liet. De Shoshonen hadden drie ten»
ten opgezet. Eén ervan droeg arendsveren. Da#
moest dus de tent van het opperhoofd zijn. D#
paarden liepen vrjj rond, terwijl de Shoshonen
zelf om het vuur zaten en van tijd tot tijd een reep
van het gebraden vlees afsneden, dat boven het
vuur hing. Verschillende wachtposten liepen heen
en weer: „Het lijkt mij een moeilijk geval onzn
vrienden te bevrijden", vond Davy.
53. „Wanneer één van de gevangenen een poging
doet, om te ontsnappen, aarzel dan niet hem te do
den". Wohkadeh trok zijn mes en plaatste zich tus
sen de Shoshonen in. Daarna vertrokken de ande
ren op hun gevaarlijke tocht. Door de duisternis en
de dichte begroeiing kwamen zij slechts langzaam
vooruit. Winnetou liep weer voorop, daarna volgden
Martin, Davy, Bob en Old Shatterhand sloot de rij.
Drie kwartier hadden zij nodig voor een afstand
waar zij riormaal vijf minuten over hadden gedaan
Eindelijk berekten zij het kedeldal aan de rand
van het bos. Nu konden zij het kampvuur beter on-