TOM POES EN DE PASMUNT 0 De opvoeding GEEN KWAAD MET KWAAD VERGELDEN Alfredo Heel simpel Piet Loeris en de Tappalappa's HET HUIS MET HE ROZEN Blokken, strepen en kleuren DE ZOON VAN DE BERENJAGER Bril WfllKlSöBfl Te door Marten Toonder V prijzig e DOUWE EGBERTS Wat kinderen er van zeggen Zachte geurige pijptabak ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1965 5558 De bediende Joost had zich met grote ernst op zijn taak geworpen. Berouwvol wijdde hij zich aan de huishouding, die hij zo lang veronachtzaamd had; Hij redderde de keuken, zoog stofnesten en spinnewebben op, sopte de gangen en plaatste tenslotte een mooie schotel in de oven. Doch toen werd hij door een vreemde onrust bevangen en steels trok hij zich terug in zijn kamertje. „Vijf munten had ik nog over," prevelde hij. „Vijf prachtige pasmunten Ik moet er even naar kijken; dat kan toch geen kwaad?" En met deze gedachte keerde hij zijn spaarvarken om en schudde het voorzichtig Inplaats van fonkelende geld- geldstukken sijpelde er echter een straaltje modder uit, dat vettig op de grond spette en daar een kwalijke geur verspreidde. Hij staarde er enige ogenblikken onthutst naar, maar toen haalde hij berustend de schouders op. „Zeer betreurenswaardig" sprak hij stil voor zich heen „Maar ik had het kunnen weten. Zo gewonnen, zo geron nen, wanneer men mij toestaat Er rust geen zegen op, als men zijn taak verwaarloost Ik kan beter snel de maal tijd gaan bereiden, want wanneer ik het wel heb is heer Oliver met gasten thuisgekomen" Nu, dat was waar Toen hij zijn dampende schalen de eetkamer binnendroeg, zat heer Bommel reeds met Super, Hieper en Tom Poes aan tafel „Het was heel interessant, die muntjesdrukkerij" zei de gastheer. „Maar ik voel dat ik er nu genoeg heb. Voortaan houd ik het maar weer op de ouderwetse bank biljetten. Wat goed genoeg was voor mijn vader is goed genoeg voor mij" „Voor mij ook" riep Super met een gulle lach „We hebben leuke zaken met je gedaan, ouwe jongen Super zaken Wij gaan dan ook nog een beetje door met die munten, wat jij, Hiep? Dat is een eerlijke broodwinning en eerlijk duurt het langst, zeg ik altijd maar" „Hm", zei Tom Poes „Ik geloof niet, dat er nog be langstelling voor Pasmunten is" Hij vergiste zich echter, dat zou blijken 6o VflN D£ De Wedders PAUL VLAANDEREN Beleg modern beleg in door Mea Allan KARL MAY Eeen vermaak voor jong en oud. En niet alleen voetbal- me over zo'n gebeurtenis. Meest al is het voetbal dat op zulke avonden ten beste wordt geegven liefhebbers praten met enthousias- van zo'n goede kwaliteit dat bij na iedereen het wil bekijken. De televisie geeft daarvoor ook de gelegenheid. De cupwedstrijd, die we laatst vanuit Rotterdam kon den zien, ontaardde echter in een vechtpartij en dan denk je wei eens, wanneer je met je hele ge zin daarnaar zit te kijken: „hoe moet ik me nu gedragen tegenover in je enthousiasme niet aan op voeden denken en vaak zal het zo gaan als met een geestdrifti ge vader, die riep „Net goed, ze moesten ze allemaal het veld uit schoppen". Hij was boos en wond zich op en hij vergat, dat je je, zeker in het bijzijn van je kinde ren die kwaadheid moet kunnen beheersen. Hij zei nu door de span ning, dingen die zijn kinderen kinderen vreemd deden opkijken. Zig waren niet gewend, dat hu vader zulke ruwe opmerkingen maakte. Ze wisten echt niet meer wat ze ervan moesten denken. Eigenlijk wordt een ieder gevormd begrip voor het kind zo weer te niet gedaan. eens over verruwing. Je hoort MOCO COPENHAGEN steeds meer van vernieling en bal ken alle ouders afkeurend tegen over hun kinderen over zulke din gen. Maar zo'n tafereel op de te levisie is nu echt een actuele aan leiding om kinderen in de geest van „geen kwaad met kwaad ver- toch de sport loven, maar de ma nier van spelen afkeuren. Wan neer u dan iets zegt in de geest van „dat gaat te ver, dat is geen sport meer," dan blijft dat beter bij het kind in het geheugen ge prent. Ongeveer hetzelfde ligt het als een kind door vriedjes geplaagd of geslagen wordt. Het is dan niet zo verstandig om het kind te kinderen maar links liggen en probeer geen aanleiding tot pla gen meer te geven, dan zul je geen last meer van ze hebben." Als je kinderen aanmoedigt zich aggres- sief te gedragen tegenover ande ren, zullen ze dat in hun latere leven waarschijnlijk ook doen. Josje heeft een zusje gekregen. Zijn neefje Norbert (4) vraagt hem: „Hoe krijg je nou een zusje? Ik wil er ook zo graag een." Dat weet Jos wel. „Je moet heel lang iedere avond een weesge groetje bidden dan ga je een daagje uit logeren en de volgende morgen is het zusje er". P atricia moet een bril dragen, want ze loenst een beetje. In de vakantie hoeft ze hem één dag niet te dragen. Patricia's vriendinnetje leeft helemaal mee, en zegt tegen haar: „Fijn, hè zonder bril, je kijkt ook helemaal niet meer schor". (Mevrouw M.-S-. Rotterdam!. EEN NlEULd AVONTUUe VAN JOHOU EN PIEREWIET Advertentie u/ar acphem HtE/Z OoGM. S chooieibs? atoh cm/s uecpem. eoec ME/ZEM.' H/JM V0T HE os /s ceu cu uuj mommem z/jm &SZ/C. HET ceec TE do tuueu. SEPff/SToTJ. &ts Ze Atots HP M/ST HCCES op HEB BEU.'! PPM ZEU. H&gtcm SM A/C/ MPUEM DET 'as U/ECUoMEM t/oo/Z- DEr es- /ETS oMT- DE-ccccEM' ui JUT He o ou USPSTPfJ- OtGSRf 71. Enige ogenblikken later zagen Piet Loeris en Sientje met eigen ogen, waar het geluid vandaan kwam en wat er de oorzaak van was. Er werd een lange rij jeeps zichtbaar, die langs de asfaltweg kwamen aanrollen en in gematigd tempo langs het ter ras reden in de richting van een onbe kende bestemming. In de eerste zes zaten soldaten met helmen op, die stram voor zich uitkeken, maar in de zevende was het anders. „Sientje kneep van opwinding in haar mees- ter's arm, toen ze zag, wie de inzit tenden waren „Kijk nou es, meneer Loeris. Op het achterbankje zit ko ning Peul en naast hem zit Hat Si Kee. Ze zijn allebei stijf vastgebon den en ze hebben een doek voor der mond. Wat zou dat nu te betekenen hebben?" Er kwam een grimmige trek op hert scherpgesneden gelaat van de vermaarde speurder. „Dat heeft zoveel te betekenen, dat we nét op tijd in vrijheid zijn, Sientje" gromde hij: „Professor Acidius heeft eindelijk toe geslagen. Hij heeft de macht in han den genomen in het rijk van de Tappa lappas. Aan de éne kant doet he me plezier, dat die kleine appelflap van 'n Hat Si Kee nu ook eens slachtoffer van z'n eigen streken is geworden, maar voor Peul spijt het me ontzet tend, want dat is een slappe, maar goedwillende figuur" Hij stokte, want in de jeep erachter zaten twee figu ren, die hij maar al te goed had leren kennen. Het waren professor Acidius en baron Kozejad, de verraderlijke kamerheer van koning Peul. De twee heren zaten vals lachtend met elkaar te praten en hadden zo op het oog de grootste pret. SORRX MENEER, MAAR IK KAN U NIET EERPER □EKEN PAN VOOR RGEN 11.30 UUR NAAR LUKT ME NUTTIG NOTEERT HELEMAAL JOU .VLAAND MORGEN PAT GEEFT ME PC TUP OM PIE FOTO VAN PÊ 6TEMP- S0N6 TE CONTROLEREN PAAR KLOPT IETS NIET MEE, N.V. internationale Beleggings Unie -„Interlinie Postbus 617, Den Haag 53. Dinsdag zou Donny in dienst treden bij de firma Selby in Londen. Dan zou de man, wiens werk hij overnam, hem komen halen met de bestelwagen, Donny de verschillende routes leren, die hij te rijden zou hebben en hem meenemen naar Chelmsford. Donny had zijn moeder moeten beloven dat hij zijn vuile goed regelmatig naar Staveney zou opzenden, opdat het gewassen en gedroogd kon worden in de heerlijke vrije buitenlucht. Zij zou het dan zo spoedig mogelijk weer terugzenden. Joe en Mary waren blij dat hun zoon niet zo erg ver uit de buurt ging. Chelmsford was aan deze kant van Londen en af en toe zou Donny met het week-end thuiskomen. Niet elk week-end, had hij gezegd, want hij wilde zoveel mogelijk sparen voor zijn huwelijk. Ann en hij wilden in het najaar gaan trouwen. Het weer was een lange periode prachtig en zonnig geweest, maar nu waren de regens gekomen. De tuin van Rose Cottage zag er somber uit onder de grijze hemel. Maar het was niet daarom dat Dodo besloot deze week met Oscar mee naar Londen te gaan. Zij was meer van hem gaan houden de laatste dagen en alles wat hij zei of deed beviel haar. Zij zag hem met andere ogen en kon nauwelijks velen dat hij uit haar gezichtskring was. Zij waren thans heel gelukkig met elkaar, maar Dodo vroeg zich af of Oscar enige verandering gemerkt had Hij was verbaasd toen hij haar op zondagochtend na het ontbijt boven aantrof terwijl zij bezig was een valies te pakken. „Ik ga mee met je naar Londen," zei ze. „Er gaat een nieuw stuk, dat ik wil zien - trouwens, het wordt tijd dat ik er eens uitkom. Vanavond vertrekken we." „Vanavond?" „Ik wil morgen niet voor dag en dauw opstaan. En jij vindt het prettig 's avonds te rijden, is het niet?" Hij was blij met haar voorstel. Ze zou dan de hele week bij hem in de flat zijn en in het week-end zouden ze samen terugrijden. Maar hij vroeg zich af waarom zij dit plan had gemaakt „Heb je genoeg van het huis hier?" vroeg hij haar. „Nee, ik heb genoeg van mijn eigen gezelschap." Ze was bezig nylon ondergoed in de koffer te leggen, en hij kon haar gezicht niet zien. ..Dat is niet zo," zei hij. „Integendeel, je begint het juist prettig te vinden." Hij liep op haar toe en keerde haar gezicht naar hem toe. „Dodo, kijk me eens aan." Zij keek hem aan op die nonchalante, uitlokkende manier, die hem altijd naar het hoofd steeg. „Wat wenst mijn heer en meester? Zij wist wat hij wilde, maar hij probeerde te begrijpen, wat zich achter die lachende ogen verborg. Hield zij hem voor de gek? Voor de duizendste maal vroeg hij zich af of zij hem werkelijk liefhad. (Wordt vernntad Reneetje van drie jaar kan niet rustig aan tafel blijven zitten tij dens de maaltijd. Nadat zijn moeder hem al een paar keer gewaar schuwd heeft, zegt ze wanhopig: „Ik geloof, dat ik voor jou maar weer een kinderstoeltje moet kopen met een tuig erin". Renee is daar niet in het minst van onder de indruk: hij antwoordt: „Dat zal duur worden". (Mevra L. C. Haarlem). Een meisje van tweeen een half jaar mocht een tijdje met een poesje spelen. Ze vond het prachtig, vertelde het dier verhaaltjes en liet hem kunstjes doen. Opeens moest poes niezen. Het meisje keek hem bestraffend aan en zei streng: „Je moet je staart voor je mond hou. den Ms je hoest". (Mevr. F. sterdam). Brinkman-Plezier, Am- BENT u enthousiast over deze Yves St. Laurent? En heeft u het plan opgevat om er zelf een u waarschuwen^- Couturiers heb ben bekend, dat het erg moeilijk is om de banen en vakken precies recht te krijgen. Bovendien kun nen alleen slanke vrouwen deze modellen dragen. Heeft u niet zo'n perfect figuur, en wilt u toch zo'n opvallende japon, gebruikt u dan te gaan maken, dan moeten wij niet al te contrasterende kleuren, maar één kleur in twee nuances staat dan fijner. Advertentie Coopvaett PS» 59. Drie wachtposten der Shoshonen bleken. - toen Winnetou de schoten afvuurde - een eindje te zijn teruggelopen, maar de vierde bleek echter evenals het opperhoofd, spoorloos verdwenen. Het was de zoon van Dappere Buffel, genaamd Muskiet. Alleen zijn geweer werd gevonden. De aanvoerder der Indianen gaf bevel de tent, waarin de gevange nen zaten, extra zwaar te bewaken en de paarden in de onmiddellijke omgeving aan de bomen vast te binden. De volgende dag zou men onderzoeken,- wie de aanvallers waren. Onderwijl sloegen Old Shatterhand en zijn vrienden de handelingen van de Shoshonen nauwlettend gade. „Mijn broeder» zien", zei Winnetou, „dat onze vijdanden hun paar den dichter naar hun tenten brengen. Zij maken ons het ontsnappen wel gemakkelijk". „Voorlopig zullen wij de Shoshonen alleen laten", sprak Old Shatterhand. „Wij wachten niet tot morgen". Hij nam het opperhoofd weer op zijn rug en beklom de berg, gevolgd door de anderen. Winnetou droeg de wachter weer. Na een twintig minuten bereikten zij Wohkadeh, die op wacht stond. „Ik wil met het opperhoofd spreken", zei Old Shatterhand, „maar ik durf hem hier niet de prop uit zijn mond te ha len". „Bind de gevangenen op de paarden. Winne tou weet een geschikte plaats", antwoordde de Apache.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 2