DE OPMARS VAN DE
TROS IS IN VOLLE BANG!
T.R.O.S.
REGERING GELAST NIEUW ONDERZOEK
Werd Evans opgehangen
voor moord die
door Chris t ie
werd gepleegd?
PURLIEKE OPINIE HEVIG VERONTRUST
M HOOGOVENS IJMUIDEN
Bouw uw toekomst op staal
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1965
PAGINA 7
Op 18 augustus maakte Sir
Frank Soskice, minister
van binnenlandse zaken,
bekend dat hij opdracht had ver
leend aan Sir Daniel Brabin, Lid
van het Hooggerechtshof, om
een nieuw onderzoek in te stel
len naar het geval van Timothy
Evans, die in 1950 werd opge
hangen wegens moord op zijn
dochtertje Geraldine. Drie jaar
later werd John Christie, woon
achtig op hetzelfde adres als
Timothy Evans, Rillington Place
No. 10, een straatje dat na de
moordsensatie van 1953 de nieu
we naam Ruston Close verkreeg,
ter dood veroordeeld wegens
moord op zijn vrouw. Toen Chris
tie gearresteerd werd, vond men
in zijn woning de lijken van vijf
andere vier na de executie van
Christie's eigen vrouw, waren
Vermoord door worging. Twee
Van deze moorden waren ge
pleegd vóór de Evans-affaire, de
andere vier na de executies van
Timothy Evans. De ongerustheid
in het land over de vraag of
Evans onschuldig ter dood was
veroordeeld werd zo groot dat
de toenmalige minister van bin
nenlandse zaken, Sir David Max-
well-Fyfe (nu Lord Kilmuir)
aan een prominent jurist, John
Scott Henderson, de opdracht
verleepde om met bekwame
apoea een rapport op te stellen
over de schuldvraag in de Evans-
affaire. Het kostte John Scott
Henderson slechts tien dagen om
het verlangde rapport samen te
stellen en voor te leggen aan het
parlement.
Timothy Evans na zijn arrestatie. Een in lichamelijk en geestelijk
opzicht achterlijke man, die naar de Britse publieke opinie aan
neemt werd opgehangen voor een moord die door Christie werd
gepleegd. Een nieuw onderzoek wordt thans ingesteld.
Wilt u een werkelijk
Onafhankelijke Omroep
hebben reeds tienduizenden nederlandse gezinnen
gezegd
sullen nóg tienduizenden nederfanders zeggen
bent m Ingeschreven bij de dienst luister- en kijkgelden?
wilt u f 5.»contributie voor 1966 nü betalen?
wilt u straks een practisch en zakelijk programmablad?
vult u dan s.v.p. onderstaande coupon in en stuurt u deze
op een briefkaart geplakt, naar de TROS, Herengracht
543, Amsterdam of meld u per briefhaart of brief direct
als lid van de TROS aan.
HERENGRACHT 543
TELEFOON 240161
AMSTERDAM
POSTGIRO 57 46 00
Ondergetekende
(s.v.p. blokletters)
Straat
Woonplaats
wenst lid te worden van de TROS. Hij/zij zal f 5.- contributie
voor 1966 overmaken op postgiro no. 57 46 00 of per postwissel
t.n.v. de TROS, Herengracht 543, Amsterdam.
Hij/Zij betaalt luistergeld
kijkgeld
luister- en kijkgeld
(s.v.p. het hokje aankruisen, dat voor u geldt)
MEER LEDEN MEER ZENDTIJD!
(Handtekening)
Eerste deel
door
Daan van der Vat
Een foto uit 1957. John Christie, streng bewaakt, loopt gebogen en
bedekt zijn gezicht met zijn handen bij zijn aankomst voor het
gerechtsgebouw.
Dit is een personeelsadvertentie van Hoogovens om over
na te denken. Hy gaat over de toekomst van staal. En
over uw eigen toekomst
Staal heeft toekomst. Van staal worden bijvoorbeeld
bruggen gemaakt. En er zijn steeds meer bruggen nodig
om steeds meer auto's (van staal) en treinen (van staal)
te laten rijden. Van staal worden schepen gemaakt en
huizen en ramen en meubelen. Stofzuigers: staal. Was
machines: staal. Haarden: staal. Oneindig veel apparaten
en instrumenten: staal.
Steeds meer en meer staal. Daarom gaat Hoogovens
nu ook de 6e hoogoven bouwen: een reus, die per jaar
een miljoen ton ruwijzer kan produceren om nog meer
staal te maken.
Meer staal dus in de toekomst en meer zekerheid in
uw werk bij Hoogovens, voor smelters, walsers, elektro-
monteurs, kraandrijvers, apparaatbedienden, transport
en havenpersoneel en al die andere functies.
Meer werk. Vast werk. Werk met toekomst. Ook
voor u. Denkt u daar eens over na. En schrijf naar
Hoogovens IJmuiden, afd. Personeelszaken, gebouw
„Buitenhof", Staalstraat, Velsen-Noord.
Het rapport werd in de felste ter
gen in het Lagerhuis veroordeeld als
ontoereikend en onovertuigend. Het
•naakte inderdaad een onvergeeflijk
bevooroordeelde indruk en werd zelfs
•n een nieuw onderzoek. Zelfs Sir
eerlijk. Sindsdien is de bezorgdheid
over deze affaire blijven voortduren,
«aren achtereen hebben b(j uitstek
deskundige Britse juristen en journa
listen het onderzoek voortgezet. Er is
•en aantal boekwerken verschenen
over de affaire. Maar de ene Britse
minister van binnenlandse zaken na
de andere weigerde toe te stemmen
w een nieuw onderzoek. Zoals Sir
Frank Soskice, die tijdens de opposi
tiejaren van Labour zelf aandrong op
een nieuw onderzoek, sloot zich aan
net begin van het jaar aan bij de
beschamende rij van ministers, die
•en dergelijk nieuw onderzoek hebben
geweigerd. Maar ofschoon het niet ge
makkelijk is te verklaren wat hier
van de oorzaak was, duidelijk werd
dat talrijke parlementsleden, juristen
en andere prominenten in het land
het er deze keer niet by verkozen te
laten.
Nog één keer herhaalde Soskice zijn
weigering. Het hielp niet, vooral toen
bleek dat Lord Chuter Ede, die in
1950 het doodvonnis van Evans be
krachtigde, zich bleek te hebben aan
gesloten bij de campagne. De situatie
werd onhoudbaar toen een door 105
Lagerhuisleden ondertekende motie
werd voorgelegd aan het Lagerhuis
en toen bekend werd dat enige leden
van het kernkabinet, waaronder de
huidige Lord Kanselier en de minister
van buitenlandse zaken, alsmede een
aantal ministers in het juniorenteam,
de campagne steunden. Soskice week
voor de druk binnen en buiten het
parlement en verstrekte de opdracht
aan rechter Brabin om een nieuw on
derzoek te leiden. In dit artikel in ver
volgen tracht uw correspondent een
beeld te geven van de achtergrond
van de Evans-affaire, omdat het on-
Advertentie)
den-zoek, dat in het openbaar zal plaats
hebben, vooral in Brittannië, maar
ook in de rest van de wereld, met gro
te spanning gevolgd zal worden.
mtrent Pasen 1948 zag een
jonge vrouw, Beryl Evans, van
uit het raam van een rijdende
trein in een armzalig straatje
een bord waarop een flat te huur werd
aangeboden. De vrouw, echtgenote van
Timothy Evans, verwachtte over zes
maanden een kind. Zij woonde met
haar man bij diens moeder, een her
trouwde voormalige weduwe, mevrouw
Probert, die eveneens twee dochters
bij zich had inwonen. Met het oog op
het verwachte kind zochten Timothy
en Beryl ruimere woongelegenheid.
Beryl vertelde aan haar man dat zij
een flat te huur had gezien. Zij bezich
tigden, de flat en besloten hem te hu
ren. De flat was in Rillington Place,
No. 10, Notting Hill, Londen. Het huis
was onderverdeeld in drie flats, een
op de begane grond, bewoond door een
zekere John Christie; een op de eer
ste verdieping, bewoond door een
halfblinde man, geheten Kitchener; en
een zolderflat. Het huis bezat slechts
één voordeur. De bewoners van de
eerste en tweede verdieping bereik
ten hun woningen via de trap in de
gang van de woning van Christie.
Timothy Evans, werd geboren op
20 november 1924, als zoon van een
kolensjouwer, die kort voor de geboor
te van Timothy zijn woning verliet om
nocat terug te keren. In 1929 werd door
de rechter aangenomen dat Daniel
Evans was overleden, en de tot we
duwe verklaarde mevrouw Evans trad
in het huwelijk met een zekere Penry
Probert. Zy had twee kinderen uit het
eerste huwelijk, haar dochter Elea
nor en haar zoon Timothy, en een
dochter uit haar tweede huwelijk,
Maureen.
Timothy was achterlijk en leerde
laat spreken. Hij ging op vijfjarige
leeftijd naar school en bleef school
gaan tot zijn zevende jaar, zonder
evenwel veel ln zich op te nemen. Op
achtjarige leeftijd had hij een onge
luk. Hij trapte blootsvoets in een stuk
glas. De wonde werd tuberculeus en
in de volgende tien jaren bracht Ti
mothy lange perioden door in diverse
ziekenhuizen. Hij kon nog maar zel
den naar school gaan en kon de les
sen niet volgen. Hij leerde nooit le
zen of schrijven.
Toen Timothy elf jaar oud was ver
huisde zijn stiefvader met het gehele
gezin naar Londen, waar hjj werk vond
als huisschilder. Timothy ging weer
naar school, maar moest weldra we
derom opgenomen worden in een zie
kenhuis, ditmaal voor negen maan
den. Weldra werd hij op eigen ver
zoek teruggestuurd naar zyn geboor
teplaats Merthyr Vale in Wales, waar
hij ging wonen bij zijn grootmoeder.
Hij werd mijnwerker. Maar opnieuw
moest hij naar het ziekenhuis, dit
keer voor een jaar. Genezing bleef
uit en zyn moeder haalde hem in
1939 terug naar Londen.
Woldra begon Timothy's voet on
der nieuwe behandeling te ge
nezen, ofschoon Evans voor
de rest van zijn leven lichte
lijk kreupel bleef. Hy werd_ afgekeurd
voor de militaire dienst. Hy nam het
ene baantje na het andere en placht
zich zonderling te gedragen. Soms
bleef hij dagen achtereen weg van
huis, maar hy kon of wilde nooit ant
woorden op de vraag waar hy geweest
was. Hy was een vreemde jongen,
klein van stuk. tenger gebouwd. Maar
hy was geestelyk aanzienlijk meer
achterlijk dan lichameiyk. Dank zij
deze achterlijkheid en de geringe
scholing, die hy tengevolge van zyn
ziekte had ontvangen, was hy geeste
lijk niet meer dan een kind. Toen hy
in 1949, op vijfentwintigjarige leeftijd,
een medisch onderzoek onderging, »tel-
vanult de trein. Zij namen hun intrek
in Rillington Place, no 10. Zy wisten
niet en zouden nooit weten dat er in
het schamele tuintje achter de bene
denwoning van een van hun medebe
woners van het huis twee Ujken lagen
begraven.
Eileen, Timothy's zuster, hielp
haar broer by het opkalefate
ren van het kleine zolderflatje
in Rillington Place. Zy kwam
herhaaldelijk van aanschy'n tot aan
schijn met John Christie, de beneden
buurman die zy, naar zij later zou
verklaren, instinctief verafschuwde.
Nog in het voorjaar van 1948 was de
flat gereed en Timothy en Beryl na
men hun intrek. Zij waren tevreden
en gelukkig in hun kleine woning, die
bestond uit een woonkamer, een slaap
kamer en een keuken. En toen Timo
thy's moeder, mevrouw Probert, een
betere en ruimere woning vond voor
het jonge echtpaar, weigerden Timo
thy en Beryl te verhuizen. In oktober
van hetzelfde jaar schonk Beryl het
leven aan een dochter, die zy de
naam Geraldine gaven. Timothy was,
evenals Beryl en de grootmoeder, opge
togen over de geboorte.
Timothy verdiende in deze dagen
zyn brood als vrachtautobestuurder
van een levensmiddelengrossier. Hoe
wel hy de namen op de wegwijzers
niet kon lezen, scheen hij een instinct
te bezitten om altijd op zyn bestem
ming te arriveren, soms ver van Lon
den. Hij was veel van huis en moest
de huishouding en de besteding van
het wekelijks huishoudgeld overlaten
aan zyn vrouw.
Beryl bleek een slechte huisvrouw
te zijn. Zy miste ervaring omdat haar
moeder gestorven was. Zy was slor
dig. Zij kookte zelden een maaltijd
voor haar man. Maar erger dan dit
was het feit dat Beryl niet met geld
kon omspringen. Zij was niet alleen
verantwoordelijk voor de besteding
van het huishoudgeld, maar ook voor
het betalen van de huur en de huur
koopschulden van hun huisraad. Het
jonge gezin raakte weldra in finan
ciële moeilijkheden. Er volgden woor
dentwisten en erger. Getuigen zouden
later verkleuren dat zij man en vrouw
voor het raam van hun woonkamer
hadden zien vechten. By een van de
ze gelegenheden liep Timothy een
hoofdwond op.
Later, in augustus 1949, toen Beryl
Evans een vriendin, Lucy, te logeren
had gevraagd in Rillington Place en
Timothy op de vloer van de keuken
moest slapen, brak er een hevige ru
zie uit die leidde tot handtastelijkhe
den waaraan werd deelgenomen door
Timothy, Beryl, de vriendin Lucy en
de moeder van Timothy, mevrouw
Probert, welke laatste aan de gast
gelastte de plaat te poetsen. Lucy ging
heen. Maar niet alleen. Timothy ver
gezelde haar en zei by het afscheid dat
hij niet van plan was nog ooit naar
huis terug te keren. Maar na een dag
had Lucy genoeg van Timothy en dè-
de men vast dat hy het intelligentie
quotiënt bezat van een tienjarige jon
gen en een vocabulair van een veer
tienjarige. Hij was half-wys. Maar hij
was opgewekt van aard, ofschoon ge
neigd tot driftbuien, vooral als hij iets
niet kon begrijpen. Hy bezat een rijk
verbeeldingsvermogen, een hoedanig
heid die, gecombineerd met zyn gees
telijke achterlijkheid en zijn ongelet
terdheid, bydroeg tot een andere ka
raktertrek. Timothy Evans was een
pathologisch® leugenaar.
In 1947 maakte hy kennis met een
knap meisje, een achttienjarige te-
fenis begraven wil, doch omdat een gro
enige keren met haar uit en zy ver
loofden zich na enige weken. Zij
trouwden in hetzelfde jaar in sep
tember voor de burgerlijke stand en
gingen wonen bjj Timothy's moeder,
mevrouw Probert. Mevrouw Probert
en haar beide dochters konden het
vanal het begin uitstekend vinden
met Timothy's bruid, ofschoon zy
meenden dat Timothy's vrouw, Beryl,
geestelijk bijna even onrijp was als
haar man. In 1948 werd Beryl zwan
ger en zij en haar man zochten een
eigen woning. Beryl zag het bord
ze keerde met hangende pootjes naar
huis terug. Ondanks de ietwat vulgai
re ruzies bleven Timothy en Beryl
van elkaar houden.
In de zomer van 1949 ontdekte Be
ryl dat zij wederom in verwachting
was. Dit vervulde haar met ontstel
tenis. Zij zou haar werk buitenshuis
niet kunnen hervatten, en het geld
kon niet gemist worden. En zij meen
de dat hun woning te klein zou zijn
voor een gezin van vier. Zij vertelde
aan haar man dat zij besloten had
haar toevlucht te nemen tot abortus.
Timothy probeerde, evenals zyn moe
der, Beryl tot andere gedachten te
brengen. Doch Beryl hield voet bij
stuk en, in een poging een aborteur
te vinden, vertelde zij aan jan en all^
man wat zij van plan was. Onder de
genen aan wie zy haar plan meedeel
de was John Christie. Naar later
bleek, zei deze dat hy zeil bekwaam
en bereid was haar te helpen.
Advertentie