Hoe koning
DINGELDONGE
de oorlog won
van koning
ZUURMOND
i
Onze pagina
voor de jeugd
ROBBIE DE
BEER en:
De betoverde paraplu
OVERMATIG DRINKEN
DOODT VELE FRANSEN
TRIEST
RECORD
m
T.V. HOUDT
GORILLA'S
ZOET
mmm?'
2 oktober 1965 6
PLUS
Dl bewoners van Okidokieland
waren bang. Ze hadden ge
hoord dat de vijand in het
land was. Maar koning Dingeldon-
ge was helemaal niet bang. Die
lachte toen zijn eerste minister
hem de tijding kwam brengen.
„Oorlog, ministertje? Wat is dat
voor iets? Kun je het eten?"
Dat laatste vroeg de koning al
tijd als hem verteld werd over iets
wat hij niet kende. En omdat hij
een echte lekkerbek was dacht hij
alleen maar aan eten. Eten en ple
zier maken, daar hield de koning
van.
„Weet uwe majesteit dan werke
lijk niet wat oorlog is?", vroeg de
minister verbaasd.
„Och, beste man, Okidokieland
heeft in geen zeshonderd jaar oor
log gehad. Waarom zou dat j|iist
onder mijn koningschap moeten
gebeuren? Ik heb met niemand ru
zie gehad!"
„Sire, u moet aanstonds het le
ger op de been brengen", stamel
de de minister en plukte nerveus
aan de knopen van zijn gouden
jas.
Maar er was geen leger, en
daarom liep het mis, want intus
sen trokken de soldaten van ko
ning Zuurmond de grens over en
veroverden zoveel steden en dor
pen als ze wilden, want koning
Dingeldonge had immers geen sol
daten.
Nu kwamen alle ministers naar
de koning om hem te verzoeken
toch iets te doen. En wat deed de
koning? Wel, hij liet zijn paard za
delen en reed weg, alléén, regel
recht naar de vijand.
Toen hij een tijdje gereden had
kwam hij in een stad waar het
krioelde van vreemde soldaten. Ze
kregen de koning al gauw in de
gaten, en dat kon niet anders,
want het gebeurde niet iedere dag,
dat ze een koning te paard zagen,
met een kroon op het hoofd en een
hermelijnen mantel om de schou
ders. Ze hielden hem aan, maar
de koning lachte er om. Hij nam
de soldaten mee naar een herberg
en trakteerde hen op een biertje.
Zo was het spoedig erg gezellig in
de stad. De soldaten zongen: „Le
ve de koning van Okidokieland",
maar ze meenden er niets van. Ze
dachten dat dat rare mannetje een
circus-pias was.
Opeens naderde koning Zuur
mond met zijn lijfwacht. Toen hij
hoorde hoe vrolijk het in de her
berg toeging, stapte hij van zijn
paard en ging eens kijken. Hij was
nijdig want hij had een hekel aan
pret. Daarom heette hij ook Zuur
mond, begrijp je? Nog nooit was
hij zo kwaad geweest als nu! Was
dat oorlogvoeren? Waren dat zijn
soldaten, die hier zo maar pret
maakten en zongen alsof er geen
oorlog bestond? Hij zou ze eens
flink straffen. Opeens kwam ko
ning Dingeldonge met uitgestoken
handen naar hem toe: „Dag Zuur-
mond. Ik ben de koning van dit!
land." En hij trok nu zo'n grappi
ge snuit, dat koning Zuurmond wel
moest lachen, nee, hij gierde
„Jij bent de beste komiek van
dit land," lachte hij. „Ik neem je
mee naar mijn paleis. Daar wordt
je mijn hofnar en ik zal je goed be
talen."
„Maar man, je vergist je. Zie je
dan niet dat ik de koning ben? Zie
je mijn gouden kroon soms niet, en
mijn koningsmantel?", zei koning
Dingeldonge, terwijl hij opeens
moest niezen, zodat zijn kroon
scheef op zijn hoofd kwam te
staan.
Koning Zuurmond gierde: „Ja,
ja, jij bent de beste komiek van dit
land."
„Dat kan wel zijn, maar tóch
ben ik de koning", zei Dingeldon
ge, en liet nu de prachtige zegel
ring zien, die aan de wijsvinger
van zijn rechterhand zat.
Nu moest koning Zuurmond hem
wel geloven. Opeens lachte hij niet
meer. Hij keek zelfs heel ernstig,
maar even later stak hij vriende
lijk zijn hand uit en zei: „Je bent
een prima koning. Je hebt mij
weer leren lachen en daar ben ik
je dankbaar voor."
„Is er dus geen oorlog meer tus
sen ons?" vroeg Dingeldonge ver
baasd.
„Welnee! Geef me de hand.^ We
zullen voortaan vrienden zijn."
Samen zetten ze zich tussen de
soldaten aan een tafeltje en dron
ken een heerlijk glas bier.
En zo kwam het dat koning Din
geldonge de oorlog won omdat hij
zo vriendelijk was en altijd pret
had.
THEO LUYSTERBURG
(Van een correspondent)
PARIJS De Franse „Re
vue du Praticien" heeft zich on
gerust gemaakt over het schrik
barend hoge drsnkverbruik in
Frankrijk. In een groot artikel
zegt Léon Fleck het toeh wel
vreemd te vinden, dat de Fran
sen, die minder dan andere vol
ken vatbaar zijn voor neuroses
en psychoses, die de mens door
gaans door alcoholgebruik
tracht uit te bannen, het du
bieuze voorrecht hebben re
cordhouders te zijn voor wat
het gebruik van alcoholhouden
de dranken betreft. Frankrijk
heeft ook het hoogste sterfte
cijfer ten gevolge van overma
tig alcoholgebruik, zegt hij, en
dat alleen maar als gevolg van
een gewoontekwaal.
75 meter
Doden
hH-k vJ
tar. '-lyiïï-'V'
DE lucht blijft maar trillen en overal springen
gekleurde sterretjes in de lucht om onze vriend
jes heen. Daar komt de zwarte man weer
aan. Het is duidelijk, dat hij verschrikkelijk boos is
Hij gaat voor Robby en Sara staan en schreeuwt
„Wat jij nu weer doen? Jij nieuwe toverkunsten uit
halen, klein meisje?" „N..nee hoor, ik heb echt
niets gedaan" bibbert Sara. Maar dan opeens
klinkt er een luid, vreemd lawaai en als dat is op
gehouden staat vlak naast de vriendjes en om
ringd door flonkerende sterretjes de Chinees en
naast hem staat zijn dochter Tijgerlelie. Zij blij
ven de boze kleedjesverkoper lange tijd strak aan
staren.
DAN zegt de Chinees langzaam en dreigend
„zo, jij bent een boze tovenaar, hè? En jij wilde
mijn kleine vrienden kwaad doen hè? Dat
kan ik niet toestaan. Ik stuur je dus weg, heel ver
weg" Het volgende ogenblik kunnen Sara en Rob
bie zich weer bewegen en meteen rennen ze op
Tijgerlelie af. „Maakt jouw vader al die mooie ster
ret jes?" riepen ze opgewonden? konden jullie ons
gauw vinden? Jullie kwamen nog net op tijd zeg"
DE goede tovenaar wijst op de arme kleine jongen
„Robbie heeft me verteld, dat deze jongen para
plu's voor jou verkoopt," zegt hij streng. „Hij
is niet je zoon en je geeft hem niet eens genoeg te
eten. Weet je niet, dat het verboden is een slaaf te
hebben?" De boze man gaat er ijlings vandoor. De
Chinees roept de jongen bij zich en zegt: „Wie kies je
als baas, de boze tovenaar of mij?" De jongen staart
hem ongelovig aan en dan ineens verschijnt er een
brede lach op zijn gezicht.
VOORDAT ze afscheid van elkaar nemen be
dankt Robbie Tijgerlelie. „Gelukkig dat de
toverkunst van jouw vader machtiger was
dan die van de boze man", zegt hij. „Dat is hele
maal niet zo vreemd", antwoordt Tijgerlelie rus
tig. „Mijn eerbiedwaardige vader is een goede to
venaar en je zou moeten weten, kleine beer, dat
goede tovenarij altijd sterker is dan kwade". Op
weg naar huis blijft Sara ineens stilstaan. „Kijk
eens, roept ze. „Hier is de paraplu die alle ellen
de veroorzaakte. Zullen we hem meenemen?"
ROBBIE loopt snel naar Sara toe. „Dat zou
ik maar niet doen", zegt hij. „Het ding heeft
zijn kracht wel verloren, maar het is van de
kleedjesverkoper en misschien komt hij nog wel
eens terug, als hij zijn angst voor Tijgerlelie's va
der kwijt is". „Je hebt gelijk", zegt Sara. „Mis
schien heeft hij wel voorgoed geleerd, dat hij zijn
boze kunsten niet meer hoeft uit te voeren, maar
je weet nooit. Laten we maar gauw naar huis gaan
Mijn moeder zal nooit geloven, dat ik al de avon
turen echt beleefd heb". En vlug hollen Robbie en
Sara naar huis.
EINDE
De apenverzorger van de Bronx
dierentuin in New York h$efi
een nieuwe methode gevonden
om zijn gorilla's zoet te houden.
Hij heeft een grootbeeld tele
visie-ontvanger voor hun ver
blijf gezet en de dieren zijn nu
mak als lammetjes. Vroeger
deden Mambo, Sumaili. Philipili
en Oka uit verveling niets anders
dan kibbelen en nu zitten ze
gezellig naast elkaar door de
tralies naar de buis te kijken. Ze
zijn even televisieziek als som
mige mensen, zegt de verzorger.
Voor de geïnteresseerden: de
gorilla's houden het meest van
cowboyfilms en tienermuziek.
Maar bij het laatste moet dan
wel gedanst worden.
„Het volgende programma is niet
geschikt voor jeugdige kijkers!"
75 meter tussen cafe's
ondernomen door Bernard Lafay, se
nator en oud-minister van gezondheid.
Hij heeft een wetsontwerp ingediend
dat beoogt drankvergunningen in zeer
beperkte mate te verlenen, vooral
waar het Parijse café's betreft. Op het
ogenblik kent men wel wettelijk vast
gestelde „beschermde zones" rond
De drinkgewoonte is in Frankrijk
zeer sterk en er schijnt geen enkele
hoop te zijn, dat Frankrijk op dit ge
bied spoedig recordhouder-af raakt.
Het staat ver voor op zijn naaste ri
vaal Italië en ondanks een aantal
maatregelen, die in recente jaren ge
nomen zijn, vooral toen Mendès-Fran-
ce premier was, blijkt er van een af-
wune van het gewoonte-drinken geen
«frake te zijn.
De laatste poging tot verbetering is
kerken, scholen, ziekenhuizen en der
gelijke. L»afay heeft voorgesteld, dat
elk café, dat in de toekomst geopend
wordt, een afstand van minstens 75
meter moet hebben tot het volgende.
Hij heeft onlangs tegenover het blad
„Combat" verklaard, dat het aantal
café's, dat Parijs thans vooral aan de
linker Seine-oever telt, een gevaar
voor de jeugd inhoudt. Het grote aan
tal café's zou leiden tot een verhoging
van het aantal klanten en bovendien
een voortdurende uitnodiging tot drin
ken vormen.
Erg te spreken is men over Lafay's
plannen niet. Bovendien vindt ..Com
bat". dat het wetsontwerp tegen de
verkeerde personen (de café-houders)
gericht is. „De mensen, die de sena
tor moet trachten te treffen zijn de
produkten van acoholische dranken,
die voor de huidige situatie verant
woordelijk zijn."
Een dergelijke mening is ook het
„Comité national de défense contre
l'alcoholisme" toegedaan. Deze parti
culiere organisatie is voorstander
van beperking van het aantal nieuwe
café's, maar beschouwt dit als een
moeilijk te bereiken doel.
De problemen van wijn-produceren
de landen liggen heel anders dan die
in de Noordelijke helft van Europa.
In Frankrijk bijvoorbeeld is wijn de
traditionele drank van de man in de
straat. De wijn is goedkoop en boven
dien hebben de Fransen er in het al
gemeen een hekel aan om water te
drinken. Velen hunner drinken meer
dere malen wijn per dag. Vandaar dat
70 pet van het alcoholisme in Frank
rijk te wijten is aan wijnverbruik.
Cijfers hebben uitgewezen, dat om
streeks zes miljoen mannen en een
miljoen vrouwen tenminste anderhal
ve liter wijn per dag drinken. Twee
miljoen mannen en 300.000 vrouwen
irinken ZVs liter. Statistici hebben de
gevolgen van deze situati^. onderzocht
en ontdekt, dat de doodsoorzaak van
velen het overmatige gebruik van
wijn is.
Daarom heeft het „Comité national
contre 1' alcoolisme" zijn actie gecon
centreerd op de wijndrinker. Het
waarschuwt tegen het gebruik van
wijn tussen de maaltijden door. Het
heeft pogingen gedaan om te bewerk
stelligen, dat niet-alcoholische vruch
tendranken lager in prijs zouden wor
den. Ook wil het een over het gehele
land verspreide actie voeren om de
wijnkwaliteit te verbeteren en de
drank dus duurder te maken.
Gebleken is, dat in de jaren 1957 en
-1958 toen er een slechte wijnoogst
was en de prijzen dientengevolge ste
gen, het verbruik aanzienlijk afnam
en het aantal doden tengevolge van
alcoholisme en leverziekten daalde.
Men hoopt, dat een prijsverhoging
tengevolge van een kwaliteitsverbete
ring hetzelfde resultaat zal opleve-
Hoog sterftecijfer als gevolg van een gewoontekwaat.
.afstanden van 75 meter.
C- e,l (y-\
4'
UUU, «iw»