Koekoeks praten
wordt kraaien
Gebrilde meisjes
op de tribunes
Ploegde Marijnen
premier Cols damt
Geen oor voor
zedelijk verval
A
Bouw uw toehomst op staal
HOOGOVENS IJMUIDEN
Spiraal
Vaste pose
Schoolklas
(Van onze minder parlemen
taire medewerker)
EV is veel meer licht dan an
ders in het gebouw van de
Tweede Kamer. De televisie
moet haar werk kunnen doen.
Cameralieden richten de loop
Van hun geschutstukken op de
vaste prooien: op Cals, de minis
ter-president, op Marcus Bakker,
de communist, of op Van Thiel,
de vaderlijke pyknicus op het pre
sidiaal verhoog.
VONDELING
perzoonlijk
CALS
lust tot tegenspel
GEERTSEMA
sociëteit Minerva
JOEKES
hofkapelaan
VïSfc OT'
KOEKOEK
landelijk
rmm
M
Dit is een personeelsadvertentie van Hoogovens om over
na te denken. Hij gaat over de toekomst van staal. En
over uw eigen toekomst.
Staal heeft toekomst. Van staal worden bijvoorbeeld
bruggen gemaakt. En er zijn steeds meer bruggen nodig
om steeds meer auto's (van staal) en treinen (van staal)
te laten rijden. Van staal worden schepen gemaakt en
huizen en ramen en meubelen. Stofzuigers: staal. Was
machines: staal. Haarden: staal. Oneindig veel apparaten
en instrumenten: staal.
Steeds meer en meer staal. Daarom gaat Hoogovens
nu ook de 6e hoogoven bouwen: een reus, die per jaar
een miljoen ton ruwijzer kan produceren om nog meer
staal te maken.
Meer staal dus in de toekomst en meer zekerheid in
uw werk bij Hoogovens, voor smelters, walsers, elektro-
monteurs, kraandrijvers, apparaatbedienden, transport
en havenpersoneel en al die andere functies.
Meer werk. Vast werk. Werk met toekomst. Ook
voor u. Denkt u daar eens over na. En schrijf naar
Hoogovens IJmuiden, afd. Personeelszaken, gebouw
„Buitenhof", Staalstraat, Velsen-Noord.
TWEEDE KAMER - ZÉÉR ALGEMEEN BESCHOUWD
sum III heeft gevraagd het plaatje
„You have got a strange effect on
me" voor zijn gezin te draaien. Romme
ziet vanuit den hoge geamuseerd op
zijn politieke erfhouder neer. Als een
schoolklas geniet de Kamer van de
doorbreking van de droge ernst.
Breed en alleen in één van de WD-
banken zit Toxopeus zojuist in de
volksvertegenwoordiging teruggekeerd
een symmetrische maar overigens
onduidelijke tekening te vervaardigen.
Hij ontwerpt zijn eigen Rorschachtest.
Witteveen zit achter hem, lang en
smal, ruimschoots plaats latend voor
de dames Ten Broecke Hoekstra en
Stoffels-Van Haaften, die hem flanke-,
ren. Mevrouw Van Someren laat papie
ren, die kennelijk niets met de proble
matiek van drs. Schmelzer te maken
hebben, door haar welgevormde han
den gaan.
De staatkundig gereformeerde heer
Mieras uit Krimpen aan den IJssel
heeft zich inmiddels opgesteld terzijde
van het groene voorhang, dat de traps
gewijs oplopende bankenrijen afscheidt
van een passageruimte bij de deuren.
Achter het voorhang wordt gerookt en
veroorloven de Kamerleden zich, zo
veronderstelt men, snaaksheden die het
licht van de openbaarheid niet kunnen
verdragen, 's Heren Mieras' gezicht
staat smartelijk en afwijzend als
schouwde hij in een poel van bederf.
Hij alleen weet, dat het einde der tij
den nabij is. Zo dadelijk zal hij de
bazuin pakken, achter het groene gor
dijn vandaan, om het oordeel der Wra
ke aan te kondigen. Misschien denkt
hij, dat de Kamerleden dan ongeveer
kunnen blijven zitten zoals zij zitten:
links de bokken en rechts de schapen
(alleen de KVP moet wegens haar
superstitiën naar de kelder).
Het kabinet is bijna compleet. Om-
nat Luns en Biesheuvel ontbreken, kun
nen allen aan de u-vormige regerings
tafel zitten. Maar het is passen en
•heten geweest. Alleen de minister-pre
sident en de vice-minister-presidenten
Jitten in leunstoelen, evenals twee
boekfiguren: Vrolijk en Veldkamp. Als
tweede vice-minister-president is ook
Smallenbroek in een leunstoel terecht
gekomen. Het is aan hem besteed. Wan
neer hij op een gewone stoel had ge
zeten, was het moeilijker geweest in
zijn ministeriële hoogheid te geloven.
Op de tweede rij de staatssecretaris
sen. Hoefnagels, met het gezicht van
sen intelligente-scholier-zonder-preten-
tte, zit precies in het midden. De Meyer
vouwt zijn handen in de schoot en pre
senteert zich als de vader van een kin
derrijk, doch welvarend, gezin op een
foto van 1918. In de nissen daarachter
zitten enige overgeschoten bewindslie
den, Bakker en Van Es en twee an
deren, van wie men op de perstribune
vergeefs aan elkaar vraagt hoe zij he
ten en op welk departement zij thuis
horen.
De algemene politieke en financiële
beschouwingen zijn begonnen. Eerst is
de oppositie aan het woord. En dan
maar meteen geen halve maatregel.
Niet Beernink, maar Geertsema. De ge
barsten stem met het geaffecteerd-na-
sale timbre, dat destijds evengoed in de
Leidse sociëteit Minerva paste als het
nu past in de Wassenaarse raadzaal,
is meteen op volle sterkte.
met de zondige aard van de mensen
men maakt er propaganda voor dienst
weigering en is daarmee in het vaar
water van de PSP geraakt. Intussen
blijkt ir. Van Dis toch maar de enige
van alle Kamerleden, die ontdekt heeft,
dat wie vóór 1972 komt te overlijden
onmogelijk profijt kan hebben van de
eerst dan verzilverbare belasting-spaar-
brieven.
Voorzitter Van Thiel trekt voort
durend het stuurse gezicht van
iemand die zich hevig concen
treert of bijna slaapt. Als hij
gaat lezen, zet hij een bril op met
halve glazen zoals sommige conduc
teurs die dragen. Hij zit in een soort
van bisschopszetel, waar hij goed in
past maar waar hij nooit uit zou
kunnen komen als het gevaarte niet
op wieltjes stond en over rails ver
rijdbaar was.
Inmiddels is ook Jongeling van het
Gereformeerd Politiek Verbond aan
het woord geweest. Een blozende
man, die zijn naam eer aan doet.
Naar zijn spreektrant te oordelen be
reikt het protestants-christelijk karak
ter der natie in hem meer dan een
hoogtepunt: een exces. Boer Koekoek
draagt het gelijk, dat hij altijd al
heeft gehad, met zich mee naar het
spreekgestoelte. Schamper is alles
wat hij zegt. Soms voert hp zijn lan
delijkheid zover, dat hij kraait in
plaats van spreekt. Kraaiend voegt
hjj een nieuwe zegswijze aan onze
taalschat toe: ,,De goeie werkman is
zjjn bromfiets waard!" In rekenkun
dig opzicht ook niet mis, constateert
hij: ,,Na iedere oorlog komt er een
gouden eeuw voor de boer, en dat
duurt dan een jaar of tien".
Als Joekes van de VVD. zyn be
grotingskoffertje uitpakt, zit men
diep in de tweede debat-dag. Hp
prijst zijn waar aan met steeds weer
dezelfde gespannen gebaren van zjjn
benige handen. Een nette man die
hofkapelaan kon zijn op Buckingham-
palace, althans makelaar in effecten
op de Londense beurs. Minister Bo-
gaers interrumpeert wijsneuzig en
dorps. Als Joekes het te kwaad krijgt,
vallen ook de niet-moedigen hem aan.
Het peil van de interrupties zakt.
Weer is de Kamer een schoolklas, die
joelt bij iedere prop die geschoten
wordt. Daar valt de uitdrukking ,,het
ongedekte gat van de minister". De
vrolijkheid kent nu geen grenzen
meer. Het wordt tijd, dat de school
bel gaat en de jongens hun hoepels
opzoeken.
Op de derde dag zijn Cals en
Vondeling langdurig aan het
woord. Cals is onrustig, maar
zijn onrust is een vorm van ui
terste alertheid en getuigt van lust
tot tegenspel. Hij kijkt naar links,
naar rechts, het voorhoofd licht ge
fronst. en praat snel en veel. Geen
kanseltaai, geen stadhuisstijl, maar
gewoon Nederlands met zuidelijke
radheid gesproken. Marijnen ziet toe,
de armen voor de borst gekruist:
de houding waarin men op school
voor gedrag het hoogste cijfer kon
halen. Vorig jaar stond hij op de
plaats van Cals. Zijn spreken leek
op moeizaam ploegen, dat van Cals
lijkt op dansen.
Vondeling spreekt bijtend met een
stem van metaal. Perzoonlijk" zegt
hij, met een „z". Hij is onvervaard
en verliest geen ogenblik zijn concen
tratie. Geen muzische man, geen dich
ter, dronkaard of ledigganger, maar
een Fries werkpaard. Hij geeft nie-
mand iets toe. Ja toch, ineens laat
hij de omzetbelasting op schoenrepa
raties vallen. Bedoelt hij er iets mee,
wat nu nog niet duidelijk is?
Het is na middernacht. Moties wor
den afgestemd en tassen worden inge
pakt. Cals laat een knipsel uit een
krant met in de Kamer genomen fo
to's aan Vondeling zien. Alle span
ning is geweken. Bovei. in een loge
is mevrouw Cals nog steeds aanwe
zig.
Zijn handen maken steeds dezelfde
draaiende bewegingen vlak boven
de katheder. Met zulke korte
draaicirkels kan niemand geba
ren. De handen gaan begrijpelijkerwijs
iets sneller als hij spreekt over de spi
raal van lonen en prijzen en over
stroomversnellingen.
De banken zijn goed bezet en er
wordt vrij aandachtig geluisterd. De
oude heer Lucas (sinds 1946 Kamer
lid) houdt niet van lang zitten. Hij
staat naast de banken als een suisse in
de kerk, die zich heeft voorgenomen
kleine oneerbiedigheden over het hoofd
te zien. In een van de loges zit dr.
Romme, met rozige wangen en zeer
grijs haar. Hjj heeft zich zó opgesteld,
dat hij het uitzicht heeft op de KVP-
ers. Big brother is watching them.
Op de gereserveerde tribune zit temid
den van het donkergrijs der mannen
pakken een knappe vrouw. Zij schijnt
verdwaald, maar tevreden met haar
lot. Aan de overzijde, op de publieke
tribune, overheerst de jeugd. Jonge
mannen en veel meisjes met brillen.
De bodes van beneden en die van bo
ven onderhouden geheimzinnige contac
ten. Zij verrichten hun onnaspeurlijke
diensten als acolieten tijdens een ere
dienst. Eén van hen gaat naar het po
dium van de voorzitter en drukt op
een belletje. Dan gaat hij snel naar
een hoek van de Kamer en steekt op
gerolde papieren in een kokertje, dat
aan een staaldraad bevestigd is. De
draad loopt boven over een katrol en
het kokertje wordt omhoog getrokken
naar de tribune, waar een andere bo
de komt aangesneld om de zending op
te vangen en op de perstribune te dis
tribueren. Het blijken exemplaren van
de sprekerslijst te zijn.
Na ruim een uur zwijgt Geertsema.
Het is onwezenlijk stil in de Kamer.
„Het woord is aan de heer Schmel
zer zegt de voorzitter zonder enige
stemverheffing. Zulk een gebrek aan
emphase kan alleen iemand die weet
dat zpn aanwijzingen vanzelfsprekend
worden opgevolgd, zich veroorloven.
Schmelzer heeft het over sprookjes
achtige kansen op communicatie
en heelalvcrovering en men vraagt
zich verontrust af waar hy heen
wil. Na een kwartier komt hij te spre
ken over een regeling van de verkoop
van anticonceptionele middelen. „In
blijde, verwachting verkeren wij... (over
het nieuwe radio- en t.v.-beleid)laat
hij er onmiddellijk op volgen. Een pre
fabricated grapje. De uitwerking is niet
gering. Een daverend gelach stijgt op.
Minister Samkalden, een van de meest
monteren van het regeringsteam, veert
op, keert zich om en zegt iets tegen
de christelijke-historische Mellema, dat
misschien nog veel leuker is. Schmel
zer blijft nog even de lichte muze
trouw. Hij vertelt, dat hij aan Hilver-
ndere woordvoerders beklimmen
het spreekgestoelte. Beernink van
de CHU probeert door krachtige
gebaren van zijn rechterhand te ver
doezelen, dat hij alles van het papier
afleest, maar bereikt hoogstens, dat hij
lijkt op iemand die thuis een voordracht
instudeert. Marcus Bakker spreekt in
zijn vaste pose: linkerhand in de broek
zak, het voorpand van zijn colbert op
zij gevouwen, maar de middelste knoop
blijft dicht; met de rechterhand slaat
hij de maat van zijn apodictische be
weringen. Hij spot en schampert. Ieder
een luistert naar hem en Cals geniet.
,De VVD-banken zijn nu bijna leeg,
met uitzondering van het voorste bank
je. Daarin heeft Berkhouwer zich ge
plooid in een nonchalante pose, die
enige schade berokkent aan zjjn hyper-
elegant kostuum. Wie Berkhouwer be
groet, krijgt van hem alle handen die
hij heeft en dat gedurende geruime
tijd. Een hartelijke man met het ro
buuste uiterlijk van een voetballer uit
de eerste wereldoorlog: kortgeknipt haar,
veldwachterssnor en blauwe jongens
ogen.
Als de socialist Nederhorst spreekt
hij heeft het vertrouwenwekkende
van een zakenman die nooit surséan
ce van betaling zal hoeven aan te vra
gen is er weer volop aandacht. Dat
blijft zo als Roolvink aan het woord
is.
Zulks ondanks het feit, dat hij zeer
breedsprakig is. „Ik mag wel zeg
gen..." of „Ik zou haast zeggen..." zegt
hij telkens, voordat hij werkelijk iets
zegt. Soms is zijn tekst die van een
dagsluiter. Maar zijn stem blijft lijken
op die van Popeye the Sailorman. Een
wonderlijke combinatie.
Als de mannen van de kleine partijen
spreken is de Kamer bijna leeg. Wie
nog aanwezig is wijdt zich aan eigen
besognes of praat met zijn buurman.
Minister Veldkamp kijkt een rapport
na. Minister Diepenhorst leest gecon
centreerd in allerlei geschriften. Hij
laadt zijn eruditie op. Misschien vindt
hij weer zo'n vers als hij voor een
A.R.-man rijkelijk ondeugend citeer
de bij de installatie van een studie
commissie voor de vierde Technische
Hogeschool: „There was a young la
dy of Kent. Who said that she knew
what it meant. When men took her to
dine. Gave her cocktail and wine. She
knew what it meant but she went."
Heeft ir. Van Dis van de SGP dit
vers al gelezen? Hij is juist aan het
woord. Maar zó rumoerig als nu is het
in de Kamer nog niet geweest. Werke
lijk niemand luistert. Ach, men beseft
niet wat men mist. De zedenverwilde
ring neemt hand over hand toe en dat
heeft verwoestende, gevolgen voor het
volksleven, zegt hij. Denk maar eens
aan de wettelijke geoorloofdheid van
de heidense praktijk der lijkverbranding,
denk aan de schunnige lectuur, waar
voor staatsprijzen worden uitgeloofd.
De homofilie tiert welig; vanuit andere
landen komen ze ervoor naar Amster
dam gedurende de weekends. „Homo
fielen'7, roept hjj uit, „die er een eigen
orgaan op na houden". Zelfs op het con
cilie in Rome houdt men geen rekening
(Advertentie)
Havenarbeider