uit Vrouwen vormen onmiskenbaar het sterke geslacht Ingrepen van onoverzienbare betekenis M „De MensenmakM houdt ze in de gaten Af IÉ - - K.l.-kinderen goldschmedin Eén te veel Wisch krijgt gasten uit Hitzacker 7 lUT.T.rl ZATERDAG 16 OKTOBER 1965 PAGINA 9 (Door Henk Suèr) Of zij kinderen zouden krijgen of niet, hebben ouders door alle eeuwen heen maar afgewacht. Of het een jongetje of een meisje zou worden, of het gezond zou zijn of niet, dat zouden ze wel merken. Gelovige mensen smeekten de goedgeefsheid van de hemel af en verder aanvaardden zij evenzeer als de niet-gelovigen de wonderlijke wetmatigheid van de biologie- De laatste tijd heeft het onderzoek naar de voortplanting sensationeel nieuws opgeleverd. De oude wetmatigheden lijken omver geworpen te worden. Zo breekt wellicht de dag aan dat men vooraf het geslacht van een kind zal kunnen kiezen. Ook zal het gebeuren dat men door transplantatie van vrouwelijke eicellen in staat is een verbetering in het na geslacht te bewerkstelligen. Daarbij hoeft men niet meteen geschrokken te denken aan de afschuwelijke praktijken der Nazi's. Maar men kan zich voorstellen dat een vrouw met ernstige erfelijke defecten van een donor-cel wordt voorzien, die bevrucht wordt en in de moederschoot tot een gezond kind uitgroeit. Zou zij dan het gevoel hebben dat het niet haar kind, en dat van haar man is? Tot vóór ongeveer tien jaar werd de menselijke erfelijkheidsleer in hoofdzaak beoefend door een aantal medici en een enkele bioloog, min of meer als wetenschappelijke liefhebberij waaraan zij hun eigen goede geld en vrije tijd offerden. Zij hebben respectabel pionierswerk verricht, maar om enigszins een weg te vinden in de ingewikkelde materie legden zij meer belangstelling voor rariteiten en afwijkingen aan de dag dan voor het normale anthropo-biologische leven. Kennelijk niet zonder plezier verdiepten zij zich in de Mendel- wetjes. Voor het overige hadden de misdadige praktijken der Nazi's niet nagelaten alles wat maar naar stamboom- en erfelijk- heidsonderzoek zweemde verdacht te maken. Het zou onjuist zijn als men meent dat hierboven uitsluitend met speculaties en science fiction is gespeeld. De werkelijkheid van „kinderen uit de catalogus" is aanstaande, een kwestie die voor een aanmerkelijk deel al onze generaties zal raken. Ik heb mij zowel in het inter view met de biochemicus Bloe mendal, als in deze medisch-bio logische reportage vooral aan de laboratorium-kant opgesteld, waar men thans zeer gericht experimenteert met kwantitatie ve en kwalitatieve ingrepen in het leven. Het is duidelijk dat deze ingrepen ook ethisch, mo reel, politiek en sociologisch van onoverzienbare betekenis zijn. Het wordt nu dringend tijd dat een algemene meningsvorming hierover grootscheeps op gang komt. PHILICORDA Kiezen ouders straks zelf of zijj een Jongen of een meisje willen hebben? Hoewel de ontwikkeling der anthro- pogenetica dus niet stil stond, kwam men mede bij gebrek aan meer ver fijnde research-technieken amper ver der met de vraag hoe het erfelijk mechanisme bij de mens werkt. In 1923 had de wereld der biologen en medici luid geapplaudiseerd voor de vaststelling van Painter, dat de menselijke cel uit 48 chromosomen (de lichaampjes die de erfelijke eigen schappen dragen) telt. Dat is men hem tot voor kort blijven nazeggen. Er waren wel wetenschappelijke on derzoekers die, opkijkend van hun microscoop, zeiden: „Ik zie met de beste wil van de wereld geen 48 chro mosomen", maar het was ook zo moeilijk om die gekluwde massa te ontwarren. In 1952 liet iemand de collegiale gossip beweert dat hij wat mors te met water een cel sterk op zwellen. De gekluwde massa leek ietwat inzichtelijker te worden. Of schoon "48" nog steeds als een on aantastbaar heilig getal gehandhaafd bleef, werd nu kennelijk het onder zoek meer en meer op de kern van de zaak gericht. Op het eerste anthro- pogenetische congres, dat in 1956 in Kopenhagen werd gehouden, sprak er gens in een afgelegen hoekje een m Indonesië geboren, in Zweden en m Spanje werkende Nederlander, ge naamd dr. Joe Tjio, bescheiden als zijn vermoeden uit dat er wellicht so chromosomen in een cel konden zib ten. Zijn naaste medewerker, de Zweed dr. Levan, steunde hem in die made- deling. Het ging als een soort ruling door het congres en de reacties va rieerden van ,,Er loopt hier een gek rond die zegt dat er 46 chromo somen zijn" tot „Dat zou best eens waar kunnen wezen". Al ziet de buitenstaander daar niet meteen de sensatie van in, dit is een grote ontdekking geweest. Een groep zeer ernstige ziektebeelden en devia ties vindt haar oorzaak in afwijkin gen in de chromosomen. Het veel voor komende Down-syndroom, waarmee de „mongooltjes" behept zijn (vroe ger mongolisme of mongoloidiotie ge noemd) moet worden toegeschreven aan de ene chromosoom die zij te veel hebben. Steriliteit en zwakzinnigheid zijn in een aantal gevallen terug te voeren op afwijkingen in de chromo somen. De nieuwe vaststelling van het aan tal van 46 chromosomen is door een nogal unieke Zweedse omstandigheid gunstig bevorderd. Om chromosomen zichtbaar te maken, moet men eigen lijk beschikken over zich delende men- seltjke cellen. Dat is te halen uit or ganismen in volle groei. Zo'n organis me is in de eerste plaats een embryo. Hoe komt de onderzoeker aan em- bryonen? Dat lukt in Zweden, waar abortus op medische indicatie is toe- Eestaan. En daarvan hebben Tjio en evan .gebruik gemaakt. Sindsdien is het erfelijkheidsonder- zoek radicaal uitgebreid en onder de toegenomen belangstelling van medi ci, biologen en zoölogen met bekwame spoed op de essentiële levensgehei men gericht. De vondsten begun stigd door de sterke vergrotingstech nieken en moderne onderzoeksmoge lijkheden lopen parallel aan de snelle ontwikkeling op het terrein van de biochemie, waar men sinds het be gin van de ontcijfering van de gene tische DNA-code (zoals men in het interview met prof. Bloemendal vo rige week in ons blad heeft kunnen lezen) in de moleculaire biologie op dezelfde mysteries afstevent. nders dan de biochemici hebben de biologen over het levenssys- -teem niet rechtstreeks gedacht in termen van chemie, maar eerder in de vereniging van ei- en zaadcel. En dit ontstaansproces is al weer vrij lang geleden als het ware „uiteen gehaald" toen men begon met de kunstmatige inseminatie. Kunstmatige inseminatie van de mens dateert uit de afgelopen wereld oorlog, toen van enkele duizenden ge huwde Amerikaanse militairen in de Stille Oceaan het sperma werd over gevlogen naar hun echtgenotes. Uit de kunstmatige inseminatie zijn gezonde kinderen ontstaan. Voor zover bekend is er geen stelselmatige na-controle geweest op deze K.l.-kinderen, en dat is wetenschappelijk gezien natuurlijk jammer. Overigens blijkt er wel uit hoe vertrouwd men toen al was met het proces van de K.I. Dat er in de Verenigde Staten sperma-banken be staan zoals er ook bloedbanken be staan, hoeft in dit perspectief geen verbazing te wekken. Zij tonen over eenkomst met de wat grootser geor ganiseerde K.I.-stations voor runde ren, maar ik moet wel zeggen dat ik mij niet zozeer verwonder over de willige fokstieren alswel over de stu denten die tegen betaling als donor voor sperma-banken optreden. In Ne derland, waar enkele artsen eveneens K.I. op de mens toepassen, is beta ling van de donors uit den boze. Bo vendien is men in ons kleine land sterk gekant tegen een ongeadmini- streerde opzet, om zelfs het geringste risico op een vergrote inteelt-kans te vermijden. Immers, bij een gering aantal donores bij meerdere vrouwen, komen half-broers pn half-zusters voor die van eikaars verwantschap niets afweten, en wellicht ooit elkaar als huwelijkspartners vinden. In een groot land als Amerika maakt men zich daar niet zo gauw zorgen over. De langdurige opslag van zaad is geen onmogelijkheid meer. Men heeft nu al ruim vijf jaar, in glycerine en met behulp van vloeibare stikstof, in diepvries, zaad geconserveerd (in een ziekenhuis in Little Rock) zonder dat daarin merkbare veranderingen zijn opgetreden. Uit enkele jaren 'gecon serveerd zaad zijn vorig jaar in Phi ladelphia baby's geboren. Wat is het nut van langdurige opslag? Dit is niet alledaags, maar het kan gebeuren, dat in een huwelijk van een oudere man met een veel jongere vrouw op medische indicatie de conceptie moet worden uitgesteld, waarbij echter het (in de kracht van zijn jaren gewon nen) zaad van de man Ihter langs kunstmatige weg wordt gebruikt voor de bevruchting. En zo dol is het toch niet om te fantaseren dat in een land als Amerika met het oog op onver hoopte atoombombardementen sper. ma stralingsvrij wordt bwaard voor na de vernietigingsaanval. Geleerden van naam hebben dit al bepleit. En verder is het mogelijk dat vrou wen, wier echtgenoten vaak aan grote gevaren bloot staan en veel weg zijn, hun man een zaadvoorraad laten aanleggen, om eventueel na zijn dood ook kinderen van hem te kunnen krij gen. Dit schijnt gebeurd te zijn met Amerikanen in de Koreaanse oorlog, en het lijkt mij aannemelijk dat zich dit herhaalt voor Vietnam. (Terloops vermeld ik de dramatische geladen heid van deze materie, zodanig, dat de specialisten die mij bij de samen stelling van deze reportage geholpen hebben een anthropobioloog, een anthropogeneticus en een arts mij bezweren hun namen er bulten te laten: „Anders staan hier morgen de vrouwen te dringen op de stoep".) et de opslag-mogelijkheid hangt nauw samen de kunst om voor- In het zojuist verschenen pocket boek „De Mensenmakers De toekomst van de mens in een biologisch geleide wereld" schrijft Richard Kaufmann heel be vattelijk over het perspectief dat biologen, genetici en biochemici de wereld lijken te bieden. Kaufmann is wetenschappelijk journalist van o.a. de bekende Siiddeutsche Zei- tung en in vertaling is zijn boek verschenen in de Pantoskoop-serie van de Wetenschappelijke Uitgeve rij N.V. Hoewel Kaufmann ietwat drijverig (zou dat een typisch siid deutsche eigenschap zijn?) een soort „weg met de biologen!" lijkt te propageren, stelt hij voor een geïnteresseerde leek boeiend aan de orde wat de sensationele ont dekkingen der geleerde „mensen makers" allemaal teweeg kunnen brengen. Hij gaat uit van een bijeenkomst in november '62 in Londen, waar 27 geleerden van grote reputatie hebben gesproken over de toene mende wereldbevolking en de er felijke achteruitgang der mensheid. Het waren voornamelijk Britten en Amerikanen: de bioloog Sir Julian Huxley, zyn collega's Joshua Le- derberg (Nobelprijs), Gregory Pin- cus (uitvinder van „de pil"), de landbouweconoom Colin Clark, de medicus Peter Brian Medawar (Nobelprijs), de biochemicus F. Crick (Nobelprijs), de Franse bio loog M. Klein en andere eminente wetenschapsbeoefenaars. Wat zij hebben besproken staat weergege ven in „Man and his Future", een uitgave van de Ciba Foundation, verzorgd door Gordon Wolstenhol- me. De schrijver Kaufmann is ge schrokken van hetgeen de onge dwongen discussiërende hooggeleer de heren als hun visie hebben ont vouwd. Men kon bij hen een dui delijke ontevredenheid waarnemen over de tekortschietende capaci teiten van de mens over twee, drie generaties in een vertechnologiseer- de maatschappij. Zij wilden hun biologische bekwaamheden dienst baar maken m met een verbe terde voortplantingstechniek en an dere eugenetische maatregelen de mensheid voor de „supercivilisa tie" geschikt te maken. De lezer zal aanvoelen op welk een hache lijk terrein men hier is beland. En de nogal stekelige manier waarop Kaufmann een „biologisch dirigis me" en eeii „laboratoriumfiloso fie" aanpakt, is op zijn minst be grijpelijk. De gekleurde feitenweer gave zou op een spokenjacht kun nen lijken, maar voor het overige lijkt het mij juist dat Kaufmann de openbare mening tracht te mo biliseren om die voor te bereiden op de gevaren die opgeroepen wor den door enerzijds de fantastische macht der wetenschap en ander zijds de kolossale wereldproblemen van oorlog en voedseltekort, ver ontreiniging en ziekte. Wat betekent huwelijk in de we reld van straks? Wie mogen er wel, en wie geen Kinderen krij gen? Moet er een getalsevenwicht nagestreefd worden in de bevol king, en wat zijn daarvoor de nor men? Welke erfelijke eigenschap pen van de mens moeten geëlimi neerd worden, en welke verbeterd? Is ziekte uit te bannen, en zo ja, wat blijft er dan over van de na tuur? Is het toekomstige, in een schemertoestand levende mensen ras, vol kunstmatige „toegedien de" vredelievendheid en aanpas singsvermogen, een willoze massa onder leiding van een cybernetisch brein? Sinds het Londense symposion van drie jaar geleden zijn dit geen onzinnige vragen. Niet dat men het in de wetenschap al eens is over de noodzakelijkheid van eugeneti sche maatregelen. Maar „de toe komst is al begonnen". In Dene marken, om een voorbeeld te noe men, is in alle stilte een belang rijk deel van de erfelijk zwakzin nigen uit de bevolkingsstroom ver wijderd met sterilisatie-maatrege len. Komen ook de a-socialen aan de beurt? Eu wie volgt dan? Het is noodzakelijk dat de ont wikkeling in biologie en chemie zich in het volle daglicht afspeelt. Want anders zitten wij wellicht straks ongemerkt in een wereld waarin men het de dokter kwalijk neemt dat hij tracht prothesendra- gers in leven te houden met kunst organen, suikerzieken met medica menten, psychisch gestoorden en neurotici met nieuwe therapieën, en niet al te sterke baby's met versterkende middelen. En dat, omdat wij in een superbeschaving terecht zijn gekomen waarin alleen de allerbeste fokprodukten kunnen meekomen. He. S. ivmw^v^wwwwvmwwv^^^^^^^^aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa/ af te bepalen of de baby een jongen of een meisje moet wor den. Bij de kunstmatige inseminatie van runderen wordt hiermee al druk gewerkt, want men zal begrijpen dat 'n veestapel die voor ongeveer de helft uit koeien en voor de helft uit stieren bestaat nogal onpraktisch is. Eén stier op vele loeiende koeien is al mooi ge noeg, vandaar dat het wenselijk is voor de groene wei vooral vrouwelijk nageslacht te kweken. Hetgeen ook geschiedt. De daaraan ten grondslag liggende theorie is niet zo ingewikkeld. En er is geen reden om aan te nemen dat bij de mens niet zou lukken wat bij de runder-K.J. praktijk is. Experi menten met spermatozoïden (zaadcel len) van de man hebben dat ook uit gewezen. De spermatozoïden van de man be palen of het een jongetje of een meisje wordt. De vrouwelijke eicel is niet van invloed op de sexebepaling. De sexe ligt onherroepelijk vast op het moment van de bevruchting, dus als men er iets aan wil doen moet men vóór die tijd ingrijpen. Nu heeft de helft van de zaadcellen (behalve 22 autosomen) een x-chromosoom en de andere helft (be halve 22 autosomen) een y-chromo- soom. Slechts één van de vele miljoe nen zaadcellen is nodig voor de be vruchting. Is de eerste voltreffer op de eicel een zaadcel met y-chromo- soom, dan wordt het een jongetje. Bij een cel met x-chromosoom zal de baby een meisje zijn. Kan men ofwel de x ofwel de y uitschakelen, dan kan men de geslachtsbepaling naar wens beïnvloeden. Het is mogelijk de x van de y te scheiden omdat de zaadcel met een y een heel geringe fractie lichter van gewicht is. De scheiding is overigens nog niet verfijnd aan te brengen. De kans dat het resultaat overeenkomstig de bedoelingen is, blijkt bij K.I. ruim zeventig percent. Volgens de natuurlij ke gang van zaken is de verhouding jongens-meisjes, zoals bekend, onge veer fifty-fifty. Hier moet overigens ge wag gemaakt worden van het feit dat embryonaal meer jongetjes dan meis jes worden geconcipieerd: ruim 125 te gen 100. De embryonaal-sterfte onder de jongens is echter veel groter, zoals de jongens ook in het leven een ver hoogde sterftekans hebben. Men moet volgens de bioloog vaststellen dat de mannetjes biologisch minder goed zijn toegerust dan de vrouwtjes. Vrouwen worden statistisch ook ouder en ondanks hun verhoogde biologische functie van het kinderen krijgen, waar mee ze een extra belasting krijgen, hebben vrouwen een groter incasse- rings- en uithoudingsvermogen. „Het staat onomstotelijk vast dat biologisch gezien vrouwen in feite het sterke ge slacht vormen", is een bekende uit spraak van een bekend hooggeleerd anthropogeneticus. Deze omstandigheid heeft tot gevolg dat de aanvankelijk naar de man nen overhellende balan» vanzelf her steld wordt: de verhouding tussen de aantallen mannelijke en vrouwelijke individuen blijft nagenoeg gelijk. Maar uiteraard is wel de nieuwsgierigheid gewekt naar de vraag waardoor er, embryonaal, meer jongens dan meis jes worden verwekt. Is het misschien zo dat de y-spermatozoïden door hun lichtere gewicht sneller de afstand naar de eicel afleggen en dus meer kans maken het eerst doel te treffen? Er zijn ook andere theorieën. In dit be stek echter wil ik alleen maar vertel len dat bij K.I. in principe een vrij aardige kans bestaat naar verkiezing een jongetje of een meisje te concipië ren. En dat er op dit gebied in talloze laboratoria en klinieken duchtig geëx perimenteerd wordt. Ook in het bio chemische vlak. Want als er bioche mische verschillen tussen de x en de y aangetoond kunnen worden, zou men waarschijnlijk zonder K.I. langs bio chemische weg kunnen ingrijpen. Zoals wellicht bekend, zijn er ook conceptie-experimenten in de reageer buis uitgevoerd. Van de Bolognese hoogleraar Daniele Petrucci weet de gehele medisch-biologische wereld, da( hij een bevruchte eicel vier weken in leven heeft gehouden. Van hoge kerkelijke zijde zouden hém verdere experimenten verboden zijn. Maar de medisch-biologische wereld weet ook, dat het nagenoeg onmogelijk is veel verder te komen dan het produceren van een monstrum, dat na vier we ken afgestorven is, omdat het de voe ding van de menselijke placenta niet kan ontberen. En een placenta na maken is voor onbepaalde tijd een technische onmogelijkheid. Een ver gevorderd en belangwek kend proces is ook dat van de eicel-transplantatie. Bij die- renexperimenten wordt dit al herhaaldelijk toegepast: het ei van het ene konijntje naar de eier stok van het andere. De werkelijkheid heeft het al heel fantastisch gemaakt. Eicellen van een met vele prijzen be kroond Engels moederschaap zijn in het lichaam van een konijntje geplant, dat naar Zuid-Afrika werd gevlogen. Aldaar verwijderde men operatief de eicellen, die vervolgens getransplan teerd werden in een Zuidafrikaans schaap. (Het droevige lot van het ko nijntje laat zich verder wel raden.) Het kwalitatief middelmatige schaap van Zuidafrikaanse bodem heeft voor treffelijke, met prijzen te bekronen lammeren voortgebracht. Engelse of Zuidafrikaanse lammeren? Een vrouw, wier onvruchtbaarheid zou bestaan in het onvermogen rijpe eicellen te produceren, zou operatief dus van een donor-eicel voorzien kun nen worden en dan hoeft zwanger schap geen probleem meer te vor men. Volgens vele medici is zo'n chi rurgische ingreep doenlijk en ongetwu- feid zullen vele vrouwen dit verkies lijker achten dan bijvoorbeeld adoptie van een kind. Daarmee is de zaak met opgelost, want bij zulk kunstmatig op treden zal men toch wel een garantie verlangen, dat men met de donorcel geen erfelijke defecten overneemt. En voor deze garantie zal de anthropoge neticus een diepgaand inzicht in de chromosomen- en gcnenstructuur moe ten hebben, alvorens hu de endocrino- loog (medisch specialist voor de hor- monenklieren), en de gynaecoloog po sitief kan adviseren omtrent een even tuele transplantatie. En aan een werkelijk inzicht in de chromosomen en genenstructuur is men nog lang niet toe, ofschoon ook hier kortelings zeer belangrijke ontdekkingen zijn ge daan, door de zojuist met de Nobel prijs bekroonde Fransen Jacob, Monod en Lwoff. zy hebben het by de kunst matige vervaardiging van enzymen en virussen (op de grens tussen levende en dode stof) gepresteerd een bepaald genenstelsel te beheersen. Niettemin is juist hen gebleken dat de werking van het genenstelsel veel gecompli ceerder is dan men altijd gedacht had. De zaak is, dat men de natuur moet toestaan erfeiyke risico's te ne men. Van de medicus en de anthropo geneticus zal de maatschappij niet gauw tolereren, dat zij onoverzienbare gevaren oproepen. Onmiskenbaar heeft de wetenschap het vermogen de soms „knoeiende" natuur te verbete ren. Althans kan men verwachten, dat het toenemende inzicht in de gene tische code en dan met name het DNA- molecuul desoxyribonucleïnezuur) waarin de erfelijke eigenschappen lig gen opgeslagen, dat dit inzicht de mens in staat zal stellen zelf verande ringen te bewerkstelligen in de le vensvorm. Want als men eenmaal „de sleutel van het leven" in handen neemt, zal men door kunstmatig in grijpen het nieuwe leven wellicht kun nen vrijwaren van ongeschikte eigen schappen. Men zal dan min of meer „kinderen uit de catalogus" kunnen bestellen. Overigens valt het mij wel op, dat biologen en genetici kennelijk van de voortgaande onderzoekingen veel meer moeilijkheden^ verwachten dan de biochemici, die bijv. weinig te maken hebben met de vele milieu-in vloeden, die de genetische potenties dreigen aan te tasten. De bioloog is zeker nog lang niet toe aan de staats- broedinstallaties uit Huxley's Brave New World. Maar de speculaties lopen daarop vooruit. Om een kras voorbeeld te noemen: In de toekomst zal het mis schien mogeiyk zyn, dat een vrouw wordt geïnsemineerd met een sper- matozoïd, waarin het DNA van de man is vervangen door het DNA van de vrouw zelf. Het ontstane kind is dan wèrkeiyk helemaal het hare, bezit haar erfelijke eigenschappen. De be faamde Franse bioloog, prof. Rostand, heeft daarvoor al een schone term bedacht: autoplastische echtbreuk. En als men dan, al fantaserend, aan neemt, dat het hier een zeer bijzonde re vrouw betreft, wier eigenschappen hoogst waardevol zpn voor de maat- schappy, dan kan men ook haar be vruchte eicel, met haar DNA, trans planteren naar een andere vrouw. Van wie dan het kind is, lijkt mij juridisch niet gemakkelijk vast te stellen. Zoals ik mij ook al het gekrakeel kan inden ken, als men moet gaan uitmaken wel ke vrouwen zó waardevol zijn, dat ze gedupliceerd behoren te worden. (Advertentie) Dit klankvolle elektronische orgel van Philips heeft voor U geen geheimen. U speelt er snel en gemakkelijk op, zowel populair als klassiek! En let U vooral op de verrassende registratie-mogelijk heden. Met recht een „eerlijk" instrument. Kom maar luisteren en kijken, of laat U de Philicorda thuis demonstreren. U haalt er „gezelligheid" mee in huis! Reeds vanaf ƒ1.145.- Met ruimtelijke weergave/1.495.- Haarlem, Grote Markt 8, tel. 11338 AMSTERDAM - HILVERSUM - ROTTER DAM - GOES TERBORG, 16 okt. Het remeen- tebestuur van Wisch zal eind deze maand (25 en 26 oktober), en begin volgende maand (12 en 13 november), bewoners van het Duitse stadje Hitz acker, de geboorteplaats van Claus von Amsberg, ontvangen. Het gemeentebestuur van Wisch dat net plannen beraamde om met een Duitse plaats tot uitwisselingsbezoeken op het gebied van sport en cultuur te komen, heeft de verloving van prin ses Beatrix en Claus von Amsberg aan gegrepen om contact met Hitzacker te zoeken. 25 en 26 oktober komt Freiherr von den Bussche, burgemeester van Hitzacker en oom van Claus von Ams berg, met de stadtditekfpr en een twee tal raadsleden een informeel bezoek aan het gemeentebestuur van Wisch bren gen. om het bezoek te regelen dat de volledige raad, een jeugdfanfare en een schermgroep op 12 en 13 november «ar. Wisch zullen brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 9