uit
Vrouwen vormen
onmiskenbaar het
sterke geslacht
Ingrepen van
onoverzienbare
betekenis
M
„De MensenmakM
houdt ze in de gaten
Af
IÉ - -
K.l.-kinderen
goldschmedin
Eén te veel
Wisch krijgt gasten
uit Hitzacker
7 lUT.T.rl
ZATERDAG 16 OKTOBER 1965
PAGINA 9
(Door Henk Suèr)
Of zij kinderen zouden krijgen of niet, hebben ouders
door alle eeuwen heen maar afgewacht. Of het een
jongetje of een meisje zou worden, of het gezond
zou zijn of niet, dat zouden ze wel merken. Gelovige
mensen smeekten de goedgeefsheid van de hemel af en
verder aanvaardden zij evenzeer als de niet-gelovigen de
wonderlijke wetmatigheid van de biologie- De laatste tijd
heeft het onderzoek naar de voortplanting sensationeel
nieuws opgeleverd. De oude wetmatigheden lijken omver
geworpen te worden. Zo breekt wellicht de dag aan dat
men vooraf het geslacht van een kind zal kunnen kiezen.
Ook zal het gebeuren dat men door transplantatie van
vrouwelijke eicellen in staat is een verbetering in het na
geslacht te bewerkstelligen. Daarbij hoeft men niet meteen
geschrokken te denken aan de afschuwelijke praktijken
der Nazi's. Maar men kan zich voorstellen dat een vrouw
met ernstige erfelijke defecten van een donor-cel wordt
voorzien, die bevrucht wordt en in de moederschoot tot een
gezond kind uitgroeit. Zou zij dan het gevoel hebben dat
het niet haar kind, en dat van haar man is?
Tot vóór ongeveer tien jaar werd de menselijke erfelijkheidsleer
in hoofdzaak beoefend door een aantal medici en een enkele
bioloog, min of meer als wetenschappelijke liefhebberij waaraan
zij hun eigen goede geld en vrije tijd offerden. Zij hebben respectabel
pionierswerk verricht, maar om enigszins een weg te vinden in de
ingewikkelde materie legden zij meer belangstelling voor rariteiten
en afwijkingen aan de dag dan voor het normale anthropo-biologische
leven. Kennelijk niet zonder plezier verdiepten zij zich in de Mendel-
wetjes. Voor het overige hadden de misdadige praktijken der
Nazi's niet nagelaten alles wat maar naar stamboom- en erfelijk-
heidsonderzoek zweemde verdacht te maken.
Het zou onjuist zijn als men
meent dat hierboven uitsluitend
met speculaties en science fiction
is gespeeld. De werkelijkheid
van „kinderen uit de catalogus"
is aanstaande, een kwestie die
voor een aanmerkelijk deel al
onze generaties zal raken. Ik
heb mij zowel in het inter
view met de biochemicus Bloe
mendal, als in deze medisch-bio
logische reportage vooral aan
de laboratorium-kant opgesteld,
waar men thans zeer gericht
experimenteert met kwantitatie
ve en kwalitatieve ingrepen in
het leven. Het is duidelijk dat
deze ingrepen ook ethisch, mo
reel, politiek en sociologisch van
onoverzienbare betekenis zijn.
Het wordt nu dringend tijd dat
een algemene meningsvorming
hierover grootscheeps op gang
komt.
PHILICORDA
Kiezen ouders straks zelf
of zijj een Jongen of
een meisje willen hebben?
Hoewel de ontwikkeling der anthro-
pogenetica dus niet stil stond, kwam
men mede bij gebrek aan meer ver
fijnde research-technieken amper ver
der met de vraag hoe het erfelijk
mechanisme bij de mens werkt.
In 1923 had de wereld der biologen
en medici luid geapplaudiseerd voor
de vaststelling van Painter, dat de
menselijke cel uit 48 chromosomen
(de lichaampjes die de erfelijke eigen
schappen dragen) telt. Dat is men
hem tot voor kort blijven nazeggen.
Er waren wel wetenschappelijke on
derzoekers die, opkijkend van hun
microscoop, zeiden: „Ik zie met de
beste wil van de wereld geen 48 chro
mosomen", maar het was ook zo
moeilijk om die gekluwde massa te
ontwarren.
In 1952 liet iemand de collegiale
gossip beweert dat hij wat mors
te met water een cel sterk op
zwellen. De gekluwde massa leek
ietwat inzichtelijker te worden. Of
schoon "48" nog steeds als een on
aantastbaar heilig getal gehandhaafd
bleef, werd nu kennelijk het onder
zoek meer en meer op de kern van
de zaak gericht. Op het eerste anthro-
pogenetische congres, dat in 1956 in
Kopenhagen werd gehouden, sprak er
gens in een afgelegen hoekje een m
Indonesië geboren, in Zweden en m
Spanje werkende Nederlander, ge
naamd dr. Joe Tjio, bescheiden als
zijn vermoeden uit dat er wellicht so
chromosomen in een cel konden zib
ten. Zijn naaste medewerker, de Zweed
dr. Levan, steunde hem in die made-
deling. Het ging als een soort ruling
door het congres en de reacties va
rieerden van ,,Er loopt hier een
gek rond die zegt dat er 46 chromo
somen zijn" tot „Dat zou best eens
waar kunnen wezen".
Al ziet de buitenstaander daar niet
meteen de sensatie van in, dit is een
grote ontdekking geweest. Een groep
zeer ernstige ziektebeelden en devia
ties vindt haar oorzaak in afwijkin
gen in de chromosomen. Het veel voor
komende Down-syndroom, waarmee
de „mongooltjes" behept zijn (vroe
ger mongolisme of mongoloidiotie ge
noemd) moet worden toegeschreven
aan de ene chromosoom die zij te veel
hebben. Steriliteit en zwakzinnigheid
zijn in een aantal gevallen terug te
voeren op afwijkingen in de chromo
somen.
De nieuwe vaststelling van het aan
tal van 46 chromosomen is door een
nogal unieke Zweedse omstandigheid
gunstig bevorderd. Om chromosomen
zichtbaar te maken, moet men eigen
lijk beschikken over zich delende men-
seltjke cellen. Dat is te halen uit or
ganismen in volle groei. Zo'n organis
me is in de eerste plaats een embryo.
Hoe komt de onderzoeker aan em-
bryonen? Dat lukt in Zweden, waar
abortus op medische indicatie is toe-
Eestaan. En daarvan hebben Tjio en
evan .gebruik gemaakt.
Sindsdien is het erfelijkheidsonder-
zoek radicaal uitgebreid en onder de
toegenomen belangstelling van medi
ci, biologen en zoölogen met bekwame
spoed op de essentiële levensgehei
men gericht. De vondsten begun
stigd door de sterke vergrotingstech
nieken en moderne onderzoeksmoge
lijkheden lopen parallel aan de
snelle ontwikkeling op het terrein van
de biochemie, waar men sinds het be
gin van de ontcijfering van de gene
tische DNA-code (zoals men in het
interview met prof. Bloemendal vo
rige week in ons blad heeft kunnen
lezen) in de moleculaire biologie op
dezelfde mysteries afstevent.
nders dan de biochemici hebben
de biologen over het levenssys-
-teem niet rechtstreeks gedacht
in termen van chemie, maar
eerder in de vereniging van ei- en
zaadcel. En dit ontstaansproces is al
weer vrij lang geleden als het ware
„uiteen gehaald" toen men begon
met de kunstmatige inseminatie.
Kunstmatige inseminatie van de
mens dateert uit de afgelopen wereld
oorlog, toen van enkele duizenden ge
huwde Amerikaanse militairen in de
Stille Oceaan het sperma werd over
gevlogen naar hun echtgenotes. Uit de
kunstmatige inseminatie zijn gezonde
kinderen ontstaan. Voor zover bekend
is er geen stelselmatige na-controle
geweest op deze K.l.-kinderen, en dat
is wetenschappelijk gezien natuurlijk
jammer. Overigens blijkt er wel uit
hoe vertrouwd men toen al was met
het proces van de K.I. Dat er in de
Verenigde Staten sperma-banken be
staan zoals er ook bloedbanken be
staan, hoeft in dit perspectief geen
verbazing te wekken. Zij tonen over
eenkomst met de wat grootser geor
ganiseerde K.I.-stations voor runde
ren, maar ik moet wel zeggen dat
ik mij niet zozeer verwonder over de
willige fokstieren alswel over de stu
denten die tegen betaling als donor
voor sperma-banken optreden. In Ne
derland, waar enkele artsen eveneens
K.I. op de mens toepassen, is beta
ling van de donors uit den boze. Bo
vendien is men in ons kleine land
sterk gekant tegen een ongeadmini-
streerde opzet, om zelfs het geringste
risico op een vergrote inteelt-kans te
vermijden. Immers, bij een gering
aantal donores bij meerdere vrouwen,
komen half-broers pn half-zusters
voor die van eikaars verwantschap
niets afweten, en wellicht ooit elkaar
als huwelijkspartners vinden. In een
groot land als Amerika maakt men
zich daar niet zo gauw zorgen over.
De langdurige opslag van zaad is
geen onmogelijkheid meer. Men heeft
nu al ruim vijf jaar, in glycerine en
met behulp van vloeibare stikstof, in
diepvries, zaad geconserveerd (in een
ziekenhuis in Little Rock) zonder dat
daarin merkbare veranderingen zijn
opgetreden. Uit enkele jaren 'gecon
serveerd zaad zijn vorig jaar in Phi
ladelphia baby's geboren. Wat is het
nut van langdurige opslag? Dit is niet
alledaags, maar het kan gebeuren,
dat in een huwelijk van een oudere
man met een veel jongere vrouw op
medische indicatie de conceptie moet
worden uitgesteld, waarbij echter het
(in de kracht van zijn jaren gewon
nen) zaad van de man Ihter langs
kunstmatige weg wordt gebruikt voor
de bevruchting. En zo dol is het toch
niet om te fantaseren dat in een land
als Amerika met het oog op onver
hoopte atoombombardementen sper.
ma stralingsvrij wordt bwaard voor
na de vernietigingsaanval. Geleerden
van naam hebben dit al bepleit.
En verder is het mogelijk dat vrou
wen, wier echtgenoten vaak aan grote
gevaren bloot staan en veel weg zijn,
hun man een zaadvoorraad laten
aanleggen, om eventueel na zijn dood
ook kinderen van hem te kunnen krij
gen. Dit schijnt gebeurd te zijn met
Amerikanen in de Koreaanse oorlog,
en het lijkt mij aannemelijk dat zich
dit herhaalt voor Vietnam. (Terloops
vermeld ik de dramatische geladen
heid van deze materie, zodanig, dat
de specialisten die mij bij de samen
stelling van deze reportage geholpen
hebben een anthropobioloog, een
anthropogeneticus en een arts mij
bezweren hun namen er bulten te
laten: „Anders staan hier morgen de
vrouwen te dringen op de stoep".)
et de opslag-mogelijkheid hangt
nauw samen de kunst om voor-
In het zojuist verschenen pocket
boek „De Mensenmakers
De toekomst van de mens in
een biologisch geleide wereld"
schrijft Richard Kaufmann heel be
vattelijk over het perspectief dat
biologen, genetici en biochemici de
wereld lijken te bieden. Kaufmann
is wetenschappelijk journalist van
o.a. de bekende Siiddeutsche Zei-
tung en in vertaling is zijn boek
verschenen in de Pantoskoop-serie
van de Wetenschappelijke Uitgeve
rij N.V. Hoewel Kaufmann ietwat
drijverig (zou dat een typisch siid
deutsche eigenschap zijn?) een
soort „weg met de biologen!" lijkt
te propageren, stelt hij voor een
geïnteresseerde leek boeiend aan
de orde wat de sensationele ont
dekkingen der geleerde „mensen
makers" allemaal teweeg kunnen
brengen.
Hij gaat uit van een bijeenkomst
in november '62 in Londen, waar
27 geleerden van grote reputatie
hebben gesproken over de toene
mende wereldbevolking en de er
felijke achteruitgang der mensheid.
Het waren voornamelijk Britten en
Amerikanen: de bioloog Sir Julian
Huxley, zyn collega's Joshua Le-
derberg (Nobelprijs), Gregory Pin-
cus (uitvinder van „de pil"), de
landbouweconoom Colin Clark, de
medicus Peter Brian Medawar
(Nobelprijs), de biochemicus F.
Crick (Nobelprijs), de Franse bio
loog M. Klein en andere eminente
wetenschapsbeoefenaars. Wat zij
hebben besproken staat weergege
ven in „Man and his Future", een
uitgave van de Ciba Foundation,
verzorgd door Gordon Wolstenhol-
me.
De schrijver Kaufmann is ge
schrokken van hetgeen de onge
dwongen discussiërende hooggeleer
de heren als hun visie hebben ont
vouwd. Men kon bij hen een dui
delijke ontevredenheid waarnemen
over de tekortschietende capaci
teiten van de mens over twee, drie
generaties in een vertechnologiseer-
de maatschappij. Zij wilden hun
biologische bekwaamheden dienst
baar maken m met een verbe
terde voortplantingstechniek en an
dere eugenetische maatregelen de
mensheid voor de „supercivilisa
tie" geschikt te maken. De lezer
zal aanvoelen op welk een hache
lijk terrein men hier is beland. En
de nogal stekelige manier waarop
Kaufmann een „biologisch dirigis
me" en eeii „laboratoriumfiloso
fie" aanpakt, is op zijn minst be
grijpelijk. De gekleurde feitenweer
gave zou op een spokenjacht kun
nen lijken, maar voor het overige
lijkt het mij juist dat Kaufmann
de openbare mening tracht te mo
biliseren om die voor te bereiden
op de gevaren die opgeroepen wor
den door enerzijds de fantastische
macht der wetenschap en ander
zijds de kolossale wereldproblemen
van oorlog en voedseltekort, ver
ontreiniging en ziekte.
Wat betekent huwelijk in de we
reld van straks? Wie mogen er
wel, en wie geen Kinderen krij
gen? Moet er een getalsevenwicht
nagestreefd worden in de bevol
king, en wat zijn daarvoor de nor
men? Welke erfelijke eigenschap
pen van de mens moeten geëlimi
neerd worden, en welke verbeterd?
Is ziekte uit te bannen, en zo ja,
wat blijft er dan over van de na
tuur? Is het toekomstige, in een
schemertoestand levende mensen
ras, vol kunstmatige „toegedien
de" vredelievendheid en aanpas
singsvermogen, een willoze massa
onder leiding van een cybernetisch
brein?
Sinds het Londense symposion
van drie jaar geleden zijn dit geen
onzinnige vragen. Niet dat men het
in de wetenschap al eens is over
de noodzakelijkheid van eugeneti
sche maatregelen. Maar „de toe
komst is al begonnen". In Dene
marken, om een voorbeeld te noe
men, is in alle stilte een belang
rijk deel van de erfelijk zwakzin
nigen uit de bevolkingsstroom ver
wijderd met sterilisatie-maatrege
len. Komen ook de a-socialen aan
de beurt? Eu wie volgt dan?
Het is noodzakelijk dat de ont
wikkeling in biologie en chemie
zich in het volle daglicht afspeelt.
Want anders zitten wij wellicht
straks ongemerkt in een wereld
waarin men het de dokter kwalijk
neemt dat hij tracht prothesendra-
gers in leven te houden met kunst
organen, suikerzieken met medica
menten, psychisch gestoorden en
neurotici met nieuwe therapieën,
en niet al te sterke baby's met
versterkende middelen. En dat,
omdat wij in een superbeschaving
terecht zijn gekomen waarin alleen
de allerbeste fokprodukten kunnen
meekomen.
He. S.
ivmw^v^wwwwvmwwv^^^^^^^^aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa/
af te bepalen of de baby een
jongen of een meisje moet wor
den. Bij de kunstmatige inseminatie
van runderen wordt hiermee al druk
gewerkt, want men zal begrijpen dat
'n veestapel die voor ongeveer de helft
uit koeien en voor de helft uit stieren
bestaat nogal onpraktisch is. Eén stier
op vele loeiende koeien is al mooi ge
noeg, vandaar dat het wenselijk is
voor de groene wei vooral vrouwelijk
nageslacht te kweken. Hetgeen ook
geschiedt. De daaraan ten grondslag
liggende theorie is niet zo ingewikkeld.
En er is geen reden om aan te nemen
dat bij de mens niet zou lukken wat
bij de runder-K.J. praktijk is. Experi
menten met spermatozoïden (zaadcel
len) van de man hebben dat ook uit
gewezen.
De spermatozoïden van de man be
palen of het een jongetje of een meisje
wordt. De vrouwelijke eicel is niet van
invloed op de sexebepaling. De sexe
ligt onherroepelijk vast op het moment
van de bevruchting, dus als men er
iets aan wil doen moet men vóór die
tijd ingrijpen. Nu heeft de helft van de
zaadcellen (behalve 22 autosomen) een
x-chromosoom en de andere helft (be
halve 22 autosomen) een y-chromo-
soom. Slechts één van de vele miljoe
nen zaadcellen is nodig voor de be
vruchting. Is de eerste voltreffer op
de eicel een zaadcel met y-chromo-
soom, dan wordt het een jongetje. Bij
een cel met x-chromosoom zal de baby
een meisje zijn. Kan men ofwel de x
ofwel de y uitschakelen, dan kan
men de geslachtsbepaling naar wens
beïnvloeden.
Het is mogelijk de x van de y te
scheiden omdat de zaadcel met een y
een heel geringe fractie lichter van
gewicht is. De scheiding is overigens
nog niet verfijnd aan te brengen. De
kans dat het resultaat overeenkomstig
de bedoelingen is, blijkt bij K.I. ruim
zeventig percent. Volgens de natuurlij
ke gang van zaken is de verhouding
jongens-meisjes, zoals bekend, onge
veer fifty-fifty. Hier moet overigens ge
wag gemaakt worden van het feit dat
embryonaal meer jongetjes dan meis
jes worden geconcipieerd: ruim 125 te
gen 100. De embryonaal-sterfte onder
de jongens is echter veel groter, zoals
de jongens ook in het leven een ver
hoogde sterftekans hebben. Men moet
volgens de bioloog vaststellen dat de
mannetjes biologisch minder goed zijn
toegerust dan de vrouwtjes. Vrouwen
worden statistisch ook ouder en
ondanks hun verhoogde biologische
functie van het kinderen krijgen, waar
mee ze een extra belasting krijgen,
hebben vrouwen een groter incasse-
rings- en uithoudingsvermogen. „Het
staat onomstotelijk vast dat biologisch
gezien vrouwen in feite het sterke ge
slacht vormen", is een bekende uit
spraak van een bekend hooggeleerd
anthropogeneticus.
Deze omstandigheid heeft tot gevolg
dat de aanvankelijk naar de man
nen overhellende balan» vanzelf her
steld wordt: de verhouding tussen de
aantallen mannelijke en vrouwelijke
individuen blijft nagenoeg gelijk. Maar
uiteraard is wel de nieuwsgierigheid
gewekt naar de vraag waardoor er,
embryonaal, meer jongens dan meis
jes worden verwekt. Is het misschien
zo dat de y-spermatozoïden door hun
lichtere gewicht sneller de afstand
naar de eicel afleggen en dus meer
kans maken het eerst doel te treffen?
Er zijn ook andere theorieën. In dit be
stek echter wil ik alleen maar vertel
len dat bij K.I. in principe een vrij
aardige kans bestaat naar verkiezing
een jongetje of een meisje te concipië
ren. En dat er op dit gebied in talloze
laboratoria en klinieken duchtig geëx
perimenteerd wordt. Ook in het bio
chemische vlak. Want als er bioche
mische verschillen tussen de x en de y
aangetoond kunnen worden, zou men
waarschijnlijk zonder K.I. langs bio
chemische weg kunnen ingrijpen.
Zoals wellicht bekend, zijn er ook
conceptie-experimenten in de reageer
buis uitgevoerd. Van de Bolognese
hoogleraar Daniele Petrucci weet de
gehele medisch-biologische wereld,
da( hij een bevruchte eicel vier weken
in leven heeft gehouden. Van hoge
kerkelijke zijde zouden hém verdere
experimenten verboden zijn. Maar de
medisch-biologische wereld weet ook,
dat het nagenoeg onmogelijk is veel
verder te komen dan het produceren
van een monstrum, dat na vier we
ken afgestorven is, omdat het de voe
ding van de menselijke placenta niet
kan ontberen. En een placenta na
maken is voor onbepaalde tijd een
technische onmogelijkheid.
Een ver gevorderd en belangwek
kend proces is ook dat van de
eicel-transplantatie. Bij die-
renexperimenten wordt dit al
herhaaldelijk toegepast: het ei
van het ene konijntje naar de eier
stok van het andere. De werkelijkheid
heeft het al heel fantastisch gemaakt.
Eicellen van een met vele prijzen be
kroond Engels moederschaap zijn in
het lichaam van een konijntje geplant,
dat naar Zuid-Afrika werd gevlogen.
Aldaar verwijderde men operatief de
eicellen, die vervolgens getransplan
teerd werden in een Zuidafrikaans
schaap. (Het droevige lot van het ko
nijntje laat zich verder wel raden.)
Het kwalitatief middelmatige schaap
van Zuidafrikaanse bodem heeft voor
treffelijke, met prijzen te bekronen
lammeren voortgebracht. Engelse of
Zuidafrikaanse lammeren?
Een vrouw, wier onvruchtbaarheid
zou bestaan in het onvermogen rijpe
eicellen te produceren, zou operatief
dus van een donor-eicel voorzien kun
nen worden en dan hoeft zwanger
schap geen probleem meer te vor
men. Volgens vele medici is zo'n chi
rurgische ingreep doenlijk en ongetwu-
feid zullen vele vrouwen dit verkies
lijker achten dan bijvoorbeeld adoptie
van een kind. Daarmee is de zaak met
opgelost, want bij zulk kunstmatig op
treden zal men toch wel een garantie
verlangen, dat men met de donorcel
geen erfelijke defecten overneemt. En
voor deze garantie zal de anthropoge
neticus een diepgaand inzicht in de
chromosomen- en gcnenstructuur moe
ten hebben, alvorens hu de endocrino-
loog (medisch specialist voor de hor-
monenklieren), en de gynaecoloog po
sitief kan adviseren omtrent een even
tuele transplantatie. En aan een
werkelijk inzicht in de chromosomen
en genenstructuur is men nog lang
niet toe, ofschoon ook hier kortelings
zeer belangrijke ontdekkingen zijn ge
daan, door de zojuist met de Nobel
prijs bekroonde Fransen Jacob, Monod
en Lwoff. zy hebben het by de kunst
matige vervaardiging van enzymen en
virussen (op de grens tussen levende
en dode stof) gepresteerd een bepaald
genenstelsel te beheersen. Niettemin is
juist hen gebleken dat de werking
van het genenstelsel veel gecompli
ceerder is dan men altijd gedacht had.
De zaak is, dat men de natuur
moet toestaan erfeiyke risico's te ne
men. Van de medicus en de anthropo
geneticus zal de maatschappij niet
gauw tolereren, dat zij onoverzienbare
gevaren oproepen. Onmiskenbaar
heeft de wetenschap het vermogen de
soms „knoeiende" natuur te verbete
ren. Althans kan men verwachten, dat
het toenemende inzicht in de gene
tische code en dan met name het DNA-
molecuul desoxyribonucleïnezuur)
waarin de erfelijke eigenschappen lig
gen opgeslagen, dat dit inzicht de
mens in staat zal stellen zelf verande
ringen te bewerkstelligen in de le
vensvorm. Want als men eenmaal
„de sleutel van het leven" in handen
neemt, zal men door kunstmatig in
grijpen het nieuwe leven wellicht kun
nen vrijwaren van ongeschikte eigen
schappen. Men zal dan min of meer
„kinderen uit de catalogus" kunnen
bestellen. Overigens valt het mij wel
op, dat biologen en genetici kennelijk
van de voortgaande onderzoekingen
veel meer moeilijkheden^ verwachten
dan de biochemici, die bijv. weinig te
maken hebben met de vele milieu-in
vloeden, die de genetische potenties
dreigen aan te tasten. De bioloog is
zeker nog lang niet toe aan de staats-
broedinstallaties uit Huxley's Brave
New World.
Maar de speculaties lopen daarop
vooruit. Om een kras voorbeeld te
noemen: In de toekomst zal het mis
schien mogeiyk zyn, dat een vrouw
wordt geïnsemineerd met een sper-
matozoïd, waarin het DNA van de
man is vervangen door het DNA van
de vrouw zelf. Het ontstane kind is dan
wèrkeiyk helemaal het hare, bezit
haar erfelijke eigenschappen. De be
faamde Franse bioloog, prof. Rostand,
heeft daarvoor al een schone term
bedacht: autoplastische echtbreuk.
En als men dan, al fantaserend, aan
neemt, dat het hier een zeer bijzonde
re vrouw betreft, wier eigenschappen
hoogst waardevol zpn voor de maat-
schappy, dan kan men ook haar be
vruchte eicel, met haar DNA, trans
planteren naar een andere vrouw. Van
wie dan het kind is, lijkt mij juridisch
niet gemakkelijk vast te stellen. Zoals
ik mij ook al het gekrakeel kan inden
ken, als men moet gaan uitmaken wel
ke vrouwen zó waardevol zijn, dat ze
gedupliceerd behoren te worden.
(Advertentie)
Dit klankvolle elektronische orgel
van Philips heeft voor U geen
geheimen. U speelt er snel en
gemakkelijk op, zowel populair
als klassiek! En let U vooral op de
verrassende registratie-mogelijk
heden. Met recht een „eerlijk"
instrument. Kom maar luisteren
en kijken, of laat U de Philicorda
thuis demonstreren. U haalt er
„gezelligheid" mee in huis!
Reeds vanaf ƒ1.145.-
Met ruimtelijke weergave/1.495.-
Haarlem, Grote Markt 8, tel. 11338
AMSTERDAM - HILVERSUM - ROTTER
DAM - GOES
TERBORG, 16 okt. Het remeen-
tebestuur van Wisch zal eind deze
maand (25 en 26 oktober), en begin
volgende maand (12 en 13 november),
bewoners van het Duitse stadje Hitz
acker, de geboorteplaats van Claus von
Amsberg, ontvangen.
Het gemeentebestuur van Wisch dat
net plannen beraamde om met een
Duitse plaats tot uitwisselingsbezoeken
op het gebied van sport en cultuur te
komen, heeft de verloving van prin
ses Beatrix en Claus von Amsberg aan
gegrepen om contact met Hitzacker te
zoeken. 25 en 26 oktober komt Freiherr
von den Bussche, burgemeester van
Hitzacker en oom van Claus von Ams
berg, met de stadtditekfpr en een twee
tal raadsleden een informeel bezoek aan
het gemeentebestuur van Wisch bren
gen. om het bezoek te regelen dat de
volledige raad, een jeugdfanfare en een
schermgroep op 12 en 13 november «ar.
Wisch zullen brengen.