Uitschakeling in voorronde praktisch een feit—---- Debutant Burgers: „Ik vond het niet gemakkelijk" Zwitsers „verslaan" Vondst in kleedkamer met 0-0 vleugellam Nederland Tenminste iets wat goed was Wij hebben nog een kans „SPORT" VERSCHIJNT ALS MAANDAG-BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE DAG, HET NIEUWE DAGBLAD, DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT EN HET KENNEMER DAGBLAD Frans Nypels Levenloos Lankmoedig Beoordeling door Schaamte MAANDAG 18 OKTOBER 190» Oplaag: 62000 AMSTERDAM, 18 okt. Debutant Joop Burgers had na de wedstrijd al spoedig een gefundeerde mening over zijn eerste interland. De DWS-er was over zijn eigen prestatie niet ontevre den al wist hij wel dat zijn opbouwende werk er niet helemaal „uit" was gekomen. „Ik vond dat onze voorhoedespelers te moei lijk te bereiken waren. Niemand zocht in sprinttempo de vrije ruimte, alles kroop naar binnen en spelen over de vleugels weid daardoor ook moeilijk. Bovendien sloten de Zwitsers veel beter aan. Zij konden de bal op het middenveld aan twee, drie mede spelers kwijt en waren altijd numeriek in de meerderheid. Ik liep wel veel, maar ik deed minder." Nerveus was de DWS-er wel geweest. „Ja in de eerste tien minuten vooral. Toen moest ik ook nog aan het hogere tempo wennen. Je hebt in een interland minder tijd van handelen, vind ik. Dat kostte me in het begin wel balverlies, maar later ging dat beter." een kans" snel ingeslikt worden als waren het de meest verschrik kelijke banvloeken. Wil Oranje in het wereldkampioenschap voet bal een rol spelen, dan moet het een cursus in tactiek volgen en dan moet het gaan inzien, dat „inzet" iets meer betekent dan braaf heen en weer hollen. Als deze beide punten flink en met de nodige ernst worden aange pakt, dan is Nederland echt niet kansloosin het wereldkam pioenschap van 1970 AMSTERDAM, 18 oktober. Naderhand kon men alom ver nemen, dat Nederland toch nog Wel een kansje had. Dat verbijs terend vertoon van lachwekkend optimisme werd eerst zachtjes en Nauwelijks hoorbaar uitgespro ken, maar later rondgebazuind als gold het de ontdekking van oen nieuw wereldwonder. Na tuurlijk had Nederland nog een kansje na die demonstratie van ronduit dom voetbal, maar de ongelooflijke brutaliteit om het ——door Michel van Gils geweldige falen opzij te schuiven en die ene kleine, pietserige, prul lige kans op te hemelen tot een Werkelijke, reële mogelijkheid, Was toch wel een beetje bij het absurde af. Als een ploeg faalt op n manier, waarvoor iedereen juist gewaarschuwd heeft, dan past slechts een deemoedig stilzwij gen. Dan is aanvaarding van de bittere realiteit toch wel het Minste wat je verwachten mag. k>an moeten kreten als „er is nog flinkevleugel GEEN HOOP VOOR ORANJE Met grote energie werpt Piet Kruiver zich, in het strijdgewoel. Tevergeefs, de sterke Zwitserse gordel bleef ongeschonden. Eddy Pieters Graafland in actie tijdens de eerste helft van de interlandwedstrijd tegen Zwitserland. Het weinige werk dat Eddy kreeg, verrichtte hij bekwaam, zoals uit deze plaat ook blijkt. Voor het komende wereldkampioen schap is Nederland echter uitgescha keld, althans het behóórt uitgeschakeld te worden. Oranje verdient doodeenvou dig de eer niet om volgend jaar temid. den van echte voetbalnaties om de fel begeerde cup te strijden. AI zou Neder, land het ongelooflijk geluk hebben de WK-kwalificatie in de wacht te slepen, dan zou het die „promotie" beslist niet waard zijn. De armoe-vertoning tegen Zwitserland (00) heeft aan alle illu sies een einde gemaakt: Oranje hoort er niet bij. De ondergang want zo mag dit gelijke spel wel uitgelegd, worden laat zich gemakkelijk verklaren. Hoofdoorzaak van de misère: Neder land had geen buitenspelers. Zowel Keizer als Prins faalden op de vleu gels. Zij waren niet in staat snelle rushes te ondernemen om de vijan delijke defensie open te gooien, Daardoor kon de Zwitserse grendel maar op één manier ontsloten wor den: door het midden. Maar een gren del van vijf, zes, soms zeven kalme, zelfverzekerde spelers ontsluit je niet. Kom je er wel doorheen, dan heb je geluk. Nederland had echter dat ge luk met. En terecht niet. Want tot tien minuten voor het einde was de aanvalsdrift van de Oranjehemden zo bedroevend, dat je je afvroeg of ze niet slaapwandelden. De ontwrichte Oranje-voorhoede was ook zo leven loos, omdat de aanvoerlijnen droog lagen. Muller en Burgers hadden na melijk niets te vertellen op het mid denveld. De drie „halfs" van Zwitser land voerden volledig de boventoon. AMSTERDAM, 18 okt. Een half uur voordat arbiter Boström het beginsignaal van de 25e inter land tussen Nederland en Zwitser land gaf, konden de loketten van het Olympisch Stadion worden gesloten. „Vanmorgen hadden we nog ruim 15.000 kaarten," zei Stadion directeur Dick Bessem, die on danks het teleurstellende resultaat meer dan tevreden was. „Kort voor de wedstrijd waren alle kaar ten verkocht. Tenminste iets wat goed was," stelde hij dankbaar vast. Door de suprematie in de halflinie bezaten de Zwitsers een vrijwel per- mament overwicht. Dat zij hiervan geen profijt wisten te trekken, lag in het feit, dat hun aanval slechts uit drie spelers bestond. Die drie voor- waartsen misten de klasse om de Ne derlandse defensie te verschalken. Maar ach, doelpunten maken was niet de belangrijkste opzet van dr. Foni, de coach van de Zwitsers. Natuurlijk was een zege hem zeer welkom ge weest, maar zijn hoofddoel was toch: Nederland beletten de victorie te grij pen. Om dat doel te verwezenlijken liet Foni zijn ploeg in een (defensief) 4-3-3 systeem opereren en bovendien liet hjj het tempo drukken, opdat zijn jongens hun greep op de schermutselingen in het veld niet zouden verliezen. De lank moedige Nederlanders trapten daar grif in. Zij lieten zich het tempo opleg gen en van enige welbewuste poging om die impasse te doorbreken, was behalve in de laatste tien minuten geen sprake. Kruiver kreeg in de aller. Hoewel Henk Groot verlangend naar de bal kijkt wordt zijn pogen deze te bemachtigen met handen en voeten door een Zwitser belemmerd. Doel man Elsener (links) ziet het zonnig in, terwijl een fotograaf (rechts) zich uit de voeten maakt laatste speelfase wel enkele kansen, maar behalve die, waarbij doelman El sener werd gewond, was er geen enkele serieuze. Oranje deed precies wat Zwit serland wilde, het gedroeg zich als een beteuterd kind van de kleuterschool. Wie valt er nog te prijzen in een ploeg, die naar een zo'n kleurloze, tactische en fysieke nederlaag gleed? Flinkevleugel mag een pluim zeker niet onthouden worden. Hij werkte er keihard voor, zijn spelopvatting en individuele acties waren uitstekend. Israël, Schrijvers en Veldhoen hebben er ook bezield voor gevochten. Vooral Israël weerde zich in de tweede helft heel goed. Zijn plaatsen en ook dat van Schrijvers was echter niet groots. Pieters Graafland heeft in feite niet veel te doen gehad. Zijn verdediging klaarde het praktisch alleen. Tegen vielen ons Muller en Burgers. Zij waren beslist niet de grote spelop- bouwers, die ze hadden moeten zijn. Ze hadden geen schijn van kans te gen de Zwitserse „drie" op het mid denveld. Groot had eigenlijk meer in de middenlinie moeten opereren. Hij komt tot grote hoogte als hij achter zijn voorhoede werkt. Als spits was hij (net als tegen Noord-Ierland) matig. Kruiver kwam na een zeer zwakke start in de laatste speelperiode goed terug. Hij was toen ook fel en het had niet veel gescheeld of hjj had een doelpunt gemaakt. Keizer was en is geen buitenspeler. Hij is een begaafd technicus, maar ook een jongen zonder veel doorzettingsvermogen. Als links buiten faalde hij, individueel kwam hij soms tot uitstekende prestaties. De slechtste van het veld was zonder meer Ko Prins. Hij is geen rechtsbui ten en ook later toen hij zijn heil in het miden zocht, bracht hij er bittér weinig van terecht. Prins en Keizer verlieten te vaak hun operatie-gebied. Daardoor raakte Oranje vleugellam en daardoor bleef de Zwitserse gren del op slot. Met gevolg: Nederland is nu praktisch kansloos voor de WK- kwalificatie. AMSTERDAM, 18 okt. Deur 52 bleef dicht. Het duurde bijna tien wachtende minuten voor het raampje boven die verveloze deur aan de binnenkant geheel beslagen was. Het rumoer vóór nummer 52 zwol aan tot lawaai. Een met 'n reusachtige knevel uitgeruste Zwitserse cineast brul de in het Italiaans. Een machtig man, die cineast. De deur naast „52" ging open. Vier knotsen van schijnwerpers reten met hun licht de rook in die berstens vol le gang van 't Olympisch Stadion uiteen. Dr. Alfredo Foni, coach der Zwitsers was hun doelwit. Een kleine, beweeglijke man, die in rap, maar verstaanbaar Frans illllllillillllllllillillUIUIlllUlilUUUIlUUUlllllllllUlllllllllll! IlllllllllllillllllilllilillllillülllllUlllilUiliilllillillllliiiillllliil een mening, 'n theorie verkon digde. Ondanks deze prettige af leiding bleef aller aandacht op nummer 52 gevestigd. De sup poost, die Oranjes kleedkamer bewaakte, maande tot bezinning. Plots bewegeng. Deur 52 ging open Het decor had zich gewijzigd. Deur 52 was weliswaar weer ge sloten, maar tegen de deurpost leunde een man, een managers type. Jack van Zanten, Amster dams directeur van Autopon, in de hiërarchie van de KNVB sinds kort héél snel opgeklom men tot „geestelijk vader van Oranje", kortweg aangeduid als leider. Jack van Zanten leunde gemaakt losjes tegen die deur stijl. Hij zweeg. Hij liet, slim be keken, het initiatief over aan de vragende journalisten. „Oranje kan zich nu wel als uitgescha keld beschouwen," klonk het brutaal vanuit de kring. Van Zanten rilde merkbaar. Hij keek heel wijs naar de grauwe kalk in het plafond. Daarna versleet hij ons die prachtige vondst, toonde hij zich de „stuntman", waarmee hij in het zakenleven Volkswagens verkoopt. „Versla gen, ja, maar nog niet uitgescha keld Neen, Oranje behoudt zijn kans. Ierland moet eerst nog maar eens zien te winnen van Albanië. En Albanië heeft een sterk team." De monden vielen van verba zing open. „Wat zegt-ie," fluis terden toegeschoten verslagge vers. Jack van Zanten wilde het graag herhalen. Hij wilde zijn woorden in onze gedachten ha meren, zoals hij het (naar later wel bleek) tien minuten daar voor met de spelers had ge daan Toen mocht nummer 52 open. De verslaggevers waaierden naar de banken, naar de spelers. Be lust op nieuws, speurend naar spontaniteit, zoekend naar ge zond verstand. Van Zantens doc trine vierde echter hoogtij. „We hebben neg een kans. We zijn nog niet uitgeschakeld." Jack van Zanten hoorde die kreten welwillend aan, z'n dunne lippen krullend tot een lach. Denis Neville, Oranjes veel ge kritiseerde coach, reageerde on eindig wijzer. Hij sprak niet over kansen. Hij ontweek listig alle vragen over tactiek, zeggende: „Het heeft geen zin over tacti sche problemen te praten, als de mensen, die die tactiek moeten uitvoeren tekortschieten," ver volgde hij met fel stekende ogen, waarin hij de pijn en de schande van dit moment niet kon uit wissen: „Zodra ze op het veld staan, beginnen ze te zwaaien naar familieleden". Wrok lag op zijn tong. „Factoren: angst, geen inzet, geen vechtlust, wat wil je dan nog met tactiek?" Neville zweeg. Ontmoedigd. Hij gaf naar publiciteit hunkerende scheidsrechter Leo Hom een hand. Horn tot Neville: „Wees eens eerlijk Denis, zou jij je als Brit niet schamen met zo'n elf tal naar de wereldkampioen schappen te gaan?" Nevillè staarde naar het groen gekleur de suède hoedje van Horn. Hom herhaalde zijn woorden. Neville ontweek het antwoord, maar zei later toch: „Voor beide teams zou ik me schamenPats. Deze zin illustreerde op de al lerbeste wijze hoe Neville zich voelde. Een ontdaan man. Een geslagen coach. Gebonden in de ketenen der onwilligheid van enkele vedetten, die zich tot Oranjes voetbalelite rekenen. Die vedetten waren stuurs en stug. Die ontluisterde aanvallers keken schichtig naar de tevre den verdedigers. Een kon zijn kiezen maar moeilijk op elkaar houden. Een wilde er iets zeg gen. Piet Kruiver, de impulsieve Zaankanter bedacht zich echter op het laatste moment: „Ik zeg niets meerik heb toch al zo'n pokkennaam". Wat bedoelde Piet Kruiver. Ach wellicht be doelde hij in andere taal te zeg gen, wat Neville en Van Zanten in net gekozen bewoordingen spuiden. „De aanvalslinie viel ons .pluim DENIS NEVILLE onthutst tegen. Er was geen mentaliteit, ondanks die voor het eerst zo zorgvuldig opgezette tijd van voorbereiding". Neville keek ondanks alles in de toekomst: het team van „morgen": „vier bikkelharde verdedigers, twee technisch knappe schakelspelers en dan weer vier kei-harde vechtjassen in de voorhoede". In ieder geval géén spelers, die een nederlaag zó gemakkelijk accepteren". Voetballers, zo dachten wij later temidden van uitbun dige Zwitsers in het afge stampte „Chalet Suisse", het exclusieve restaurant in het hart van Amsterdam, zijn vin dingrijk. Zichzelf de schuld van een nederlaag op de schouders laden, is niet gemakkelijk. Uit vluchten verzinnen viertscherpt bovendien de geest. Wij kwa men in Oranjes kleedkamer tot de ontdekking dat de uitgeflo ten Ko Prins een scherp denker was. Zei Ko Prins, wat ontmoe digd, wat zwakjes tevens: „Dat publiek". Wat publiek klonk het vragend. „Bij ons", verklaarde Ko Prins mat, „bij ons fluiten ze alleen maar. Ze begrijpen niet dat je steTm nodig héét. Vooral als je eens minder goed draait. Vergeef me, maar zó kom je helemaal niet in je spel". Nou is het een feit, dat Oranjes supporterslegioen (60.000 man sterk) de slag tegen de 4000 als wilden met koebellen en vlag gen zwaaiende Zwitsers verlo ren, maar de Zwitsers hadden iets om voor te juichen, terwijl Oranjes supporters grijze haren van ellende kregen. Achteraf gezien was het nog wonderlijk dat een „grappige" Amsterdam mer Ko Prins in de kleedkamer een tennisballetje wilde aan bieden. „Om mee te oefenen", had hij de suppoost toegebeten. Ko Prins heeft dat balletje niet gezien, het kordon bewakers en de ijzeren hekken hielden de boze en recalcitrante supporters namelijk op veilige afstand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 9