-LLJ/ 0 0 0 0 «PLUS" VERSCHIJNT ALS WEEKEIND-BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE DAG, HET NIEUWE DAGBLAD, DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT EN HET KENNEMER DAGBLAD Burgemeester van Geleen B Rechtenstudie Niet gelukkig Exclusief V uurwapens CORRESPONDENTIE TE RICHTEN AAN: .fLUS", SCH1EDAMSE VEST 111, ROTTERDAM, TELEFOON 010—142011. OPLAAG: 62.000 23 OKTOBER 1965 Provo's plus Mr. dr. J. van Bairn in EGIN van dit jaar verscheen bij de Europese Bibliotheek te Zaltbommel het boek „Hel huwelijk van Hare Konink lijke Hoogheid Prinses Irene". Binnen afzienbare tijd zullen twee andere prinsessen in het huwelijk treden en ook over deze twee huwelijken zal bij dezelfde uitgeverij een boek verschijnen. Schrijver van deze „trilogie burgemeester mr. dr. J. P. D. van Banning (59), van Geleen. Zo op het eerste oog geen erg voor de hand liggende combinatiehet burge meesterschap van een ruim dertigduizend inwoners tellende gemeente en het schrijven van boeken vol genealogische be schouwingen, stamreeksen en labellen. Van een vreemde com binatie kan men in dit geval echter bepaald niet spreken. Burgemeester van Banning is namelijk historicus van origine. Hij is zelfs een tijdje leraar geschiedenis geweest. Een ge schiedenis-leraar, die burgemeester wordt; toch wel een beetje eigenaardig, zult u zeggen. - 7 De burgemeester van Geleen, mr. dr. van Banning, is de laatste tijd in het nieuws gekomen door zijn geschied schrijving over het Huis van Oranje. Het huwelijk van prinses Irene is de eerste inleiding ge weest tot het op papier zetten van een kroniek, en de trilogie zal nu vol tooid worden met de voorgenomen bruiloften van on ze kroonprinses en prinses Margriet. Naast historische belangstelling heeft burgemeester Van Banning nog vele andere aspiraties, zoals een onzer verslaggevers tij dens een interview heeft ontdekt. Men leze zijn bevindin gen er maar op na. Mr. dr. J. van Banning, kroniekschrijver van ons koningshuis. Kroniekschrijver van de huwelijken van ons Oranjehuis „Dat kan ik me ergens wel voorstellen", zegt Geleens burger vader, „maar de verklaring is gemakkelijk te geven. Toen ik in 1934 afstudeerde - ik heb in Utrecht aardrijkskunde en geschiedenis ge daan - was het de grootste toer om aan een baantje te komen. Als je gaat volontairen heb je wel scholen, die vijfentwintig gulden per maand betalen, hoorde ik van een onderwijsman. Daar bedank te ik voor. Maar ja, veel keus ivas er toen niet en ik werd leraar ge schiedenis aan het Veldeke-colle- ge te Maastricht. Niet voor lang echter want mijn keus was reeds gemaakt. Als student interesseer de ik me vooral voor de tijd van de Verlichting met figuren als Rousseau, Voltaire en Montesquieu Leze laatste had mijn belang stelling gewekt voor de staats inrichting en dus ging ik M. O. Staatsinrichting doen". Dr. van Banning Rotterdammer Van geboorte, maar zoon van een Maastrichtse moeder, wordt dan burgemeester in het Noord-Lim burgse Gennep. Negen dierbare ja ren brengt hij daar door. Naar hij zegt tussen prettige mensen in een oud en geisoleerd stadje. In die jaren gaat hij rechten studeren. Wéér in Utrecht. „Die studie was best te combineren met het bur gemeesterschap" vindt hij, „bur gemeester zijn van zo n kleinere gemeente was geen full-time job. Of dat nu nog zo is? Zeker, of er zou wel heel wat veranderd moe ten zijn. Je kunt je als burgemees ter van zo'n kleinere gemeente wel overal mee bemoeien en overal be langstelling voor tonen, maar dat is volgens mij niet goed. Dan kun je geen afstand meer nemen.' Na Gennep volgt Schaesberg (vier jr.) en dan eind 1951 tenslotte Geleen. Intussen is hij echter de histo rie niet vergeten. Bij gelegenheid van het huwelijk van koningin Juliana heeft hij een boekje ge schreven over de staatsrechtelij ke positie van het koningshuis in ons land en dat koningshuis en alles wat daar mee samen hangt blijft hem hevig interesse ren. Dat merkt men nu bijvoor beeld nog ieder jaar duidelijk bij de oranjeviering. Voordat hij overgaat tot de uitreiking van koninklijke onderscheidingen steekt hij steeds een speech af, waarin het een of ander facet van deze materie wordt be licht, zoals bijvoorbeeld het volkslied of de Nederlandse landse driekleur. huwelijk van onze kroonprinses. Een boek van ongeveer dezelfde opzet als de andere twee. gervader. „Een van de facetten van het burgemeesterschap is, dat je hoofd bent van de plaatselijke politie", zegt hij. „En ik vind dat t'acet zeer belangrijk. Het vormt immers het kruispunt tussen vrij heid en gezag en dat is in een de mocratie een heel kwetsbaar iets.' nbg"l°ein^ster van Geleen bladert huwelijvs in ziin b°ek over bet Van nrirï.Qoc on Dnn van prinses Irene en Don Carlos. Als Prinses Irene in het huwelijk treedt is hij al bezig met de sa menstelling van het boek over de ze verbintenis, dat even later in een exclusieve oplage van 1000 exemplaren, alleen verkrijgbaar bij intekening, verschijnt. Direct na de verloving van prinses Margriet begint hij een boek te schrijven over haar en Pieter van Vollenhoven, dat later zal worden afgerond met foo's van het huwelijk. Ook nu weer genealogische beschouwingen en tabellen en onder meer een stuk over de staatsrechtelijke kant van het huwelijk. Als de verloving bekend wordt van prinses Beatrix en Claus von Amsberg kan burgemeester van Banning dan ook moeilijk anders doen dan de Europese Biblio theek de toezegging geven, dat hij ook een boek zal wijden aan het Geen gemakkelijke zaak overi gens, dat huwelijk van onze kroon prinses, vindt de burgemeester-his toricus. Het grootste deel van het Nederlandse volk zal uit respect voor het koningshuis wel toegeven meent hij. De moeilijkheid is ech ter dat het Oranjehuis een bindend element vormt en dat nu iets daar van onherroepelijk verloren zal gaan. Evenals dat het geval was bij het huwelijk van prinses Irene „De oplossing is niet gemakke lijk", zegt Geleens burgemeester „en daarbij komt dan nog, dat ik het ontwerp voor het goedkeurings besluit niet bijster gelukkig vind. Vooral het punt omtrent de natu ralisatie met behoud van „von" hetgeen niet is gebeurd bij bijvoor beeld Prins Hendrik. Weinig steek houdend vind ik het motief, dat dit „von" het adelspredikaat uitdrukt Als prins zal hij immers toch al een titel hebben. Ook de kwestie van het wel en niet vertalen van de voornamen is volgens mij niet zo gelukkig geregeld, al moet ik toegeven dat dit zeker voor wat be treft de naam Claus bepaald niet gemakkelijk ligt". Burgemeester Van Banning is een veelzijdig man en zijn interessen liggen op velerlei gebied. Hij zou overigens ook geen „Limburgse burgemeester" zijn, als hij geen belang stelde in de Europese ge dachte. Maar wat belangrijker is. hij brengt die ook in de praktijk. ,De Europese gedachte moet post vatten bij de mensen", zegt hij. „en dat kan niet alleen van boven af komen, maar moet ook worden gedragen door de bevolking. Men moet elkaar over en weer leren ken nen, zowel de scholieren, als de sportlieden, de kunstenaars en bij wijze van spreken de postzegel verzamelaars. Met bijzonder veel animo volgt het Geleense politiekorps thans een cursus Engels. Bijzonder han dig voor de vele vreemdelingen, die in deze sterk gegroeide ge meente verzeild raken. Politie, een magisch woord voor Geleens bur- Als medewerker aan het Tijd schrift voor de Politie heeft hij enige tijd geleden een pleidooi ge houden voor het niet dragen van vuurwapens door de politie, daar bij verwijzend naar Engeland en naar Noorwegen. „Bijzonder veel kritiek was het gevolg" vertelt mr. dr. Van Banning, „maar er werd bijna niet gereageerd op mijn hoofd argument: is het in een land waar de doodstraf is afgeschaft nog toe laatbaar, dat de politie, anders dan uit het oogpunt van zelfverdediging overgaat tot. het gebruik van vuur wapens? En dan praat ik nog niet over het feit, dat bij zo'n schiet partij onschuldigen kunnen worden getroffen. Daar stelt men tegen over, dat de politie dan maar be ter moet oefenen in het schieten. Maar men vergeet, dat de psychi sche omstandigheden bij het oefe nen en in de werkelijkheid geheel anders liggen. Als we nu schietwed strijden met goede schutters hou den, dan wordt het terrein afgezet met rode vlaggen, in verband met mogelijke afzwaaiers. Hoe moet dat dan in de praktijk als zo'n po litieman veel meer gespannen en nerveus is? Dat is toch een levens gevaarlijke toestand. Ik zou bij voorbeeld meer voelen voor het ge bruik van politiehonden en dan niet alleen in de zin van speurhonden, maar honden voor de verdediging. Een strenger optreden van de strafrechter tegen iemand, die een politieman aanvalt, zou bovendien zeer zeker preventief werken. Burgemeester Van Banning ge looft vast, dat men hem en zijn „niet zo talrijke" aanhangers uiteindelijk gelijk zal geven. Maar dat zal zeer geleidelijk moeten komen, meent hij. Overigens, in Geleen heeft hij zijn standpunt reeds gedeeltelijk in praktijk ge bracht. Overdag draagt de ge meentepolitie geen vuurwapens meer. Wat denkt mr. dr. Van Banning, als burgemeester en als deskundi ge op het gebied van het politie wezen (hij is onder meer bestuurs lid van de Zuid-Nederlandse poli- 3 tieschool en rijkscommissaris bij de rechercheschool) van het „pro vo-probleem"? „Ergens ligt de fout bij onszelf en zijn we tekort geschoten" zegt hij, „want wij hebben dat soort jonge mensen, meestal voortko mend int een minder goed opvoe dingsmilieu. niet weten op te van gen. Zoals een baby experimen teert met alles in zijn naaste om geving, zo willen de provo's (waar we in Geleen gelukkig nog geen last van hebben) experimenteren met het gezag. Dat gezag moeten ze dan echter ook tegenover zich vinden en de moeilijkheden ont staan als dat gezag zich niet kan handhaven, doordat bij voorbeeld een agent steeds maar bekritiseerd wordt. Dat gezag moet kunnen optreden en ook werkelijk optreden. Ik ben niet voor het ge bruik van vuurwapens, maar dat wil beslist niet zeggen, dat ik ook niet voor krachtig optreden ben. Volgens mij moet ook gezorgd worden voor een zeer snelle be straffing, zoals nu in Amsterdam al gebeurt. Ik kan me nog goed herinneren hoe dat te werk ging in Gennep. Die gemeente hoorde on der het kantongerecht van Venlo. Als een jongeman daar moest ver schijnen werd van de reis een uit stapje gemaakt. Na afloop van de zitting ging zoonlief met papa in een café gezellig een glas bier drinken". „Het is zo maar een idee, dat mij te binnen schiet", aldus Ge leens burgemeester, „maar vroe ger had je op de dorpen de zoge naamde zwarte lijsten voor dronk aards. Als je daarop voorkwam, moch je niet meer in de café's ko men. Op die manier had je tenmin ste de mogelijkheid om iets te doen" Mr. dr. Van Banning: bepaald niet de droge man, die men mis schien op grond van zijn ge- geschiedkundige snuffelwoede zou verwachten. Integendeel, al was het alleen maar omdat hij zich in de zomer bijna iedere morgen om zeven uur in het zwembad ontdoet van de stof die bij het naslaan van oude fo lianten mocht zijn opgewaaid! „Hoe ik weet, dat deze vaas 1037 jaar oud is? Nou, toen ik hier kwam, vertelden ze mij, dat-ie duizend jaar oud was, en dat was 37 jaar geleden!" „Hij wou het eerst proberen met een waterpistool!" IWWhfl MrttkO „Niet dat ik iets tegen je beeldhouwkunst heb, maar het geheel maakt zo'n tochtige indruk op me!" ORMIkO „Wanneer ik naar jou kijk, vind ik het moeilijk te geloven, dat het menselijk ras er op vooruit gegaan is."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 15