In zo'n huis kunt u niet wonen! F de waerdye Frans Boelen CABARET LANG GEWACHT OECUMENISCH Wim Sonneveld Fons Jansen Jaap Fischer Jacques en Jossy Halland GEEN PUBLICITEIT LI-LA-LO DRIE MAAL TOON OPVALLEND DEBUUT LACHEN VERLEERD en antwoord TT Kruisbeeld Inkomsten belasting Huisvesting Co ndenswater Oude munten Hertrouwen DrumbandAhoy Onderverhuur Arbeids verhoudingen Gerrit, Nelis, Venantius, en Ome Thijs „Hoe meer zielen (Cynisch) ambtenaar Jiddische gein in De Clercqstraat ZATERDAG 6 NOVEMBER 1965 PAGINA 7 li 28t F BVer 1964 2"6n °Ver 1965 antwoord r^'Besloten? door Het heeft wel even geduurd, maar verleden maand is dan toch eindelijk de lang verwachte langspeler van Wim Sonnevelds one man show uit gebracht (Philips 12964). Het is een van de vele cabaret-produk- ties die de platenmaatschappijen de laatste tijd hebben opgeno men tot avondlijk vermaak van het publiek in de komende win termaanden. Naast Fons Jansens „Lachende Kerk", Jacques Hal- lands Jiddische cabaret „Li-La- Lo", de Nederlandse en Duitse versies van Hermans' one man show, alsmede enkele ep-tjes uit dit programma, gedeelten uit de televisie-shows van Johnny Kraaykamp en Rijk de Gooyer, twee 25-cm albums met het „ver zamelde werk" van ex-student Jaap Fischer, ep-tjes van zanger Hans van Deventer en new-co mer Joris Schiks en een long- play album van de beste Max Tak-liedjes door de heer W. Alberti, zullen zeer spoedig (waarschijnlijk half november) opnamen worden uitgebracht van het Shaffy Chantant, Henk El- sinks' „Vrij Entree" en het pro gramma „Oh, Pardon", van het cabaret „PePijn". Een aanzien lijke oogst dus, en het leek mij nuttig in deze rubriek eens nader op enkele produkties in te gaan. (Advertentie) A Is dat het huis]e in de vrije natuur zal zijn, waar u uw leven lang van droomt, dan is het wel een bittere teleurstelling! Worden de huizen overtwintig, dertig jaar niet meer afgebouwd? Of... is uw geld straks alleen maar zoveel minderwaard geworden? U hoopt nog vele jaren te kunnen werken, maar eens zegt u het werken vaarwel. Dan zal uw levens verzekering een kapitaal uitkeren. U weet precies op welke dag en hoeveel gulden dat zal zijn. U weet alleen niet, wat u dan nog voor die guldens zal kunnen kopen. U hebt er misschien over gedacht, geen levens verzekering te nemen, maar aandelen te kopen. Aandelen stijgen met de welvaart mee, maar met aandelen is het risico van een kort leven of een lang leven niet gedekt. Informeer daarom eens bij de Waerdye, de le vensverzekeringmij. die de premies in veilige aandelen belegt. De waarde van uw Waerdye-polis stijgt gewoon met die aandelen mee. Dan weet u, wat u zich te zijnertijd zal kunnen veroorloven, want ook de lijfrente gaat met die aandelen mee omhoog. n.v. maatschappij van levensverzekering op basis van belegging in aandelen Aan DE WAERDYE Rotterdam - Blaak 101 - tel. 010-111720 Verzoeke vrijblijvend toezending brochure met alle inlichtingen: Naam: Adres: Woonplaats: Mijn verzekerings-adviseur is: VRAAG: De hr. J. A. C. V. te B.; Ik ben in het bezit van een 66 cm. hoog antieken kruisbeeld. Volgens mij is het waardevol. Nu wil ik dit kruisbeeld van de beschildering ont doen, maar ik weet de werkmetho de hiervoor niet. Is het misschien heter als ik een vakman raadpleeg? Ook bezit ik een 1 1/4 m. hoog beeld van de H. Theresia. Ook be schilderd. ANTWOORD: Als het kruisbeeld waar rfv°l is qua antiquiteit, dan verliest het ft10gelijk een deel van zijn waarde als To et zijn beschildering ontdoet. j®vens js ,je mogelijkheid niet gering, JjjR U het beeld beschadigt, omdat U "'et bedreven bent in deze vorm van restauratie Restaureren van kunstwer- soh 's een zaak van groot vakman- hef'3' kunt daarom het beste naar lei Afdeel van een vakman vragen. re goede kunsthandel kent een der- «elqke relatie. VRAAG: Mevr. F. B. te A.: Wat Jhoet ik aan belasting betalen? De finitieve aanslag 1964 bij een zuiver inkomen van 4.643. per jaar en de Voorlopige aanslag 1965 bij een zui ver inkomen van ƒ4.754. per jaar. Mijn leeftijd is 60 jaar en ik ben ge huwd. ANTWOORD: Volgens tariefgroep 2 be- VRAAG; Dc heer A. W. W. M. te Ik woon al zeven jaar bij mijn schoonmoeder in. Ik heb twee kin deren. Nu wil ik proberen een an il?' buis te vinden. Daartoe wilde fi}1 ij laten inschrijven bij het J-'-B.H. te Amsterdam. Kunt mij „fl bureau wijzen dat deze inschrij- ANtw* re*elt? 's ieriPORD: Het C.B.H. te Amsterdam Voor .ere dag van 912 uur geopend eerqe,!;Schrijving. Het adres is: Pas- Sracht 32, Amsterdam-C. de vvt?J: Mevr. E. v. B. te H.: In COndeni?r hebben wij veel last van d'U hj,.:?Yater op de ruiten. Kunnen an heh!ets aan doen? Putje o??®11 wp ook nog een afvoer- aIges]0t r bet keukenraam, dat is sel. e" 1 met een hnuten dek- sel. s"'1 met een houten dek- vieze iu;ï komt uit dit putje eer. doen? ®t. Wat is hier tegen te Mag ©en muur \Vnv'Uchtrooster in de buiten- ruiten kunt 'ii De condensatie op de tegen gaan door een Vragen voor deze rubriek rlchte men aan de Redactie van ons blad (mat In da llnker-bovanhoek dar envaloppa „Vragenrubrlek"). De beantwoording geschiedt gratie. Men boude er nog rekening mee, dat men 14 dagen op antwoord kan moeten wachten. raampje op een kier open te laten staan. De condensatie wordt veroorzaakt door de warme lucht tegen de koude ruiten. Door een soort van ventilatie toe te passen verhelpt U dit euvel. b. Vermoedelijk heeft men in het putje GEEN stankscherm aangebracht. Mede door het feit, dat ook de regenwateraf voer niet op het putje is aangesloten, ontstaat de overlast aan stank. Om deze overlast tegen te gaan kan men alsnog een stankscherm in het put je plaatsen. Ook brengt men wel mid dels een stankafsluiter onder aan het putje een kering tot stand. Afsluiten van het putje met een betonnen deksel zal niet veel helpen. Daarbij komt, dat een dergelijke afsluiting mogelijk pro blemen van andere aard oproept. Het beste is dat U overlegt met een aan nemer op welke wijze een stankscherm is aan te brengen. c. De zin van de roosters in de buiten muur ligt in het feit, dat men middels deze roosters door vertilatie zwamvor- ming en rotting van de balkenlaag kan tegengaan. Dezelfde roosters treft men ook aan in de kruispunten. Ook hier dienen zij om rotting en zwamvorming wegens vochtigheid op installaties en leidingen tegen te gaan. Afsluiten van de roosters is derhalve uit den boze. VRAAG: De heer B. G. v. d. L. te V.: Ik bezit twee zilveren halve gul dens uit de jaren 1898 en 1929. Heb ben deze munten enige waarde? ANTWOORD: De waarde van dergelijke munten is atijd gering. Als men de dubbele waarde van het muntstuk ge ring kan noemen. Belangrijk -"ooral is de staat waarin dergelijke munten ver keren. Krasjes en slijtvegen mogen er niet op voorkomen, want daardoor wordt de waarde van de munten ver minderd. U kunt zich het beste verstaan met het Penningenkabinet in Den Haag. Moge lijk kan men U daar meer vertellen. VRAAG: De hr. Ch. S. te O.: Be houden man en vrouw, die in het genot zijn van de A.O.YV. ieder het eigen pensioen, als zij besluiten te trouwen ANTWOORD: Wanneer twee mensen, beiden in het genot van het ongehuwden A.O.W.-pensioen, besluiten met elkaar te gaan trouwen, dan blijft ieder in het genot van het voile pensioen. VRAAG: De hr. H. G. J. te R.: Kunt U mij het adres van het se cretariaat van de Rotterdamse Drumband „Ahoy" verstrekken? ANTWOORD: U kunt zich voor inlich tingen wenden tot de voorzitter van de vereniging, de heer G. van Scholwen, Kat. Lagendijk 177-b., telef. 176609. VRAAG: De hr. W. A. v. d. S. te R.: Sinds kort bezit ik een pand, waarin voorheen een winkelier was gevestigd. Huurder van de winkel was tevens huurder van het gehele benedenhuis waartoe de winkel behoorde. Toen huurder van de winkel over leed, ging de huur automatisch over op de dochter van hoofdhuurder. De dochter liet de winkel uitbreken en verhuurde een gedeelte van de vrijgekomen ruimte aan een bedrijf van koppelbazen. Bewoners van de andere etages klagen nu over het rumoer en het heen en weer geloop van mensen. Deze huurders trekken weg uit overwegingen van hinder en overlast. Hoe kan ik de dochter van de hoofdhuurder nu dwingen de ze onderverhuur te staken? ANTWOORD: Onderverhuur wordt over het algemeen bij het aangaan van de huurovereenkomst gesloten. Indien de ze mogeilijkhed van de explotatie van de winkel en het woonhuis door anderen dan door huurster niet is uitgesloten, dan kan zij de onderverhuur voortzet ten naar de aard en de bestemming van het gehuurde. Voldoet de huidige onderhuurder niet aan deze aard en bestemming, dan is dat op zichzelf een grond tot beëindi ging van de onderhuur resp. huur. Onder deze mogelijkheid kan de opzeg ging per maand geschieden als de huurbetaling per maand geschiedt. Een en ander kunt U het beste met een ad vocaat overleggen. VRAAG: De hr. P. W. H. V. te R.: Ik ben werkzaam als betonteke- naar. Een collectieve arbedsovereen- komst kennen wij niet. Per jaar ont vang ik 2 extra maanden gratifica tie als vakantiegeld. Ook heb ik per jaar 14 dagen vakantie. Welke rech ten heb ik op huurcompensatie en vakantiedagen? ANTWOORD: Door het ontbreken van een C.A.O. bent U voor de regeling van de arbeidsverhoudingen aangewezen op het bijzonder besluit arbeidsverhouding en derhalve gebonden aan de minimum vakantieregeling, die volgens dit B.B.A. geldt. U hebt dan recht op één week va kantiedagen en één week snipperdagen. De week vakantiedagen moet hierbij aaneengesloten zijn. Deze regeling wijkt voor iedere gun stiger regeling. Zou dus Uw werkgever een andere regeling voorstaan, die de ze vakantiebepalingen gunstiger stelt, dan is hij noch U gehouden aan de mi nimumregeling. De vergoedingen huur compensatie liggen gecompliceerder. Als tussen U en Uw werkgever niets geregeld is, dan hebt U formeel recht op de huurcompensatie van 1960. 1962, 1964 tot een totaal van 8,25 per week. Met opzet wordt hierbij gesproken van formeel recht, omdat werkgever kan stellen, dat de huurcompensaties reeds in het loon zijn opgemoen. Dit in tellenstelling met een C.A.O. waarin de wijze van verrekening duide lijk staat aangegeven. Stelt Uw werkgever dus, dat de huur compensatie reeds in het loon ligt be grepen, dan kunt U hier weinig tegen aanvangen. Ten aanzien van de vakantietoeslag geldt, dat zonder Collectieve Arbeids overeenkomst de werkgever naar eigen inzicht kan besluiten vier procent va- kantoetoëslag te geven dan wel niet te geven. In dit geval is er dan duidelijk sprake van een gunst. VARIAN TIN R eeds in '64 zou Phonogram de show van Sonneveld uitbren gen. De opnamen waren al ge maakt, maar Sonneveld bleek bij nader inzien toch liever even te wachten met de plaat daar hij nog een reeks voorstellingen in het land moest afwerken. Nu is het dan zo ver en ik geloof dat een aanprijzing van de plaat vrij overbodig is. Van de eerste tot de laatste groeve wordt er kwaliteitswerk geboden en wie had anders verwacht van deze cabaretier- pur-sang. In vijf weken tijd werden er al zo'n zevenduizend exemplaren verkocht en het laat zich aanzien dat men in de komende maanden een re cord-omzet zal halen. Over de reper toire-keuze kan men van mening ver schillen, zeker is dat vrijwel alle gro te nummers te beluisteren zijn, uit gezonderd misschien Carmiggelts „Kroketten". Hoogtepunten zijn er vele: het poëtische, vertederende „Margootje", de lachen-gieren-brul- len uitsmijter „Frater Venantius", de mallotige Nikkelen Nelis-creatie, het stemmingsvolle „Anne Marie" en last but not least Michel van der Plas' „Tearoom-Tango", voor mij een van de beste cabaretnummers sinds jaren. Ook nu weer trekken de niet geringe vocale kwaliteiten van Sonneveld de aandacht. HU slaagt erin om van liedjes die. door een ander gezongen wellicht nauwelijks zouden opvallen, succes-nummers te maken. Bovendien heeft hij het ge luk over een componist als Harry Bannink te beschikken die liedjes maakt welke als het ware „op zijn stem" geschreven zijn. Sonneveld heeft een geheel eigen stijl, een speciale vertolkingstechniek die nu al jaren door iedere aanko mende cabaret-artiest vruchteloos wordt geïmiteerd. Hoeveel beroeps grappenmakers hebben er in het ver leden geen „boertje" op de planken gezet; maar tot dusver is niemand erin geslaagd zo'n gaaf type te creëren als Sonneveld heeft gedaan in ztin on overtroffen „Gerrit". Zelfs PePijn- chef Paul van Vliet niet, die in zijn „aardappeleters" wel heel dicht in de buurt komt. Over het talent van Sonneveld is veel, heel veel geschreven. Eén krant schreef over hem zelfs een pagina's lang vervolg-verhaal. Wat mi) betreft kunnen zijn bewonderaars volstaan met het bijwonen van een theater voorstelling, het volgen van een tele visie-show of het beluistéren van de ze kostelijke langspeler. Commentaar lijkt mij dan verder overbodig. Ik had nooit gedacht, dat het nog eens zo ver zou komen. Cabaret beschouwde ik aanvankelijk als een aangename vrijetijdsbeste ding. Ik trad in het begin niet meer dan tweemaal in de week op. De be langstelling was redelijk, maar de gro te toeloop is pas later gekomen. Zon der dat ik er zelf erg in had, werd ik door mijn cabaret-werkzaamheden op geslokt. Van twee groeide het aantal voorstellingen tot zes in de week. Mijn werk bij de Wereldomroep en het redactie-secretariaat van G 8 moest ik er aan geven. En nu ben ik dan „beroeos" geworden, zoals dat heet." Fons Jansen (40), stichter van de Lachende Kerk, is ;r zelf verbaasd over hoe snel alles i" zijn werk is gegaan. Drie jaar is hij „bezig". Waren aanvankelijk kleine zaaltjes redelijk bezet, tegenwoordig blijken voorstellingen in de Tilburg.se en Nij meegse schouwburg al van tevoren uitverkocht te zijn. „Negen november geef jk in het kader van het KRO- van de Lachende Kerk. Dan zet ik jubileum de laatste voorstelling er een punt achter.' In de afgelopen jaren heeft Fons Jansen 450 voorstel lingen gegeven van zijn cabaret: meer dan 150.000 bezoekers kwamen er naar kijken. „Nog vreemde reacties gehad?", vraag ik. F. J.: ..Nauwelijks. In al die tijd heb ik twee anonieme briefjes gehad van mer.sen, die meenden, dat ik „te ver" ging. Dat is alles. „Waar heeft u het prettigste ge werkt?" F. J.: „Vooral In plaatsen, waar al een zekere cabaret-traditie bestond. Cabarets als Lurelei hebben veel baanbrekend werk verricht. -Jat is te merken aan het publiek, dat tot voor enige jaren nog helemaal niets ge wend jas." Op 1 januari gaat Fons Jansen zijn nieuwe programma „Hoe meer zie len..." tn première brengen. „Het wordt een oecumenisch ca ba- iiitmiiiniiiiiimiiiiiinmiiiiiiHiiiiimiiniimiiimiiii!iH!iii<ii»6'i|ml|,iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiHimHimi! tt iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiifliiiiiiiiiiiiiiiüfiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii um i in 11 mi mi 11 m i mi i iin i tuin i inn i imiiii iimti i iiimii iiiii 11 tiiii 111 mi min i iiiiiii min nul 11 mi i if in 11 hui i mi i iiiiiii ret met „uitschieters" in le richting van de psychologie en psychiatrie. Die mensen zijn tenslotte ook voort durend met de „zielzorg" bezig". „Komen er nog wijzigingen in het nieuwe programma"? F. J.: „Frans Oudhoff gaat mtjn vaste pianist Michel Plemper vervan gen. Het blijft verder een één-mans cabaret". Onlangs is er van de „Lachende Kerk" door Columbia een lp uitge bracht waarop een zestal liedjes staan en veel conferences. F. J.: „Ik heb de plaat nog niet, wèi het bandje. Het resultaat lijkt mij leuk". Helaas hebban wij de aangekondig de lp nog niet in ons bezit zodat een bespreking nog even moet wor den uitgesteld. Op 28 november zal de KRO de plaat voor het eerst op de radio laten horen. Succes lijkt mij bij voorbaat ver zekerd. Onlangs meldde een krant dal Jaap Fischer, auteur-,.interpre ter" van vaak macabere en cy nische liedjes ambtenaar was geworden. De schrijver van het stuk je vond dit beroep wel in scherpe tegenstelling staan met de liedjes van Fischer. Afgezien van het feit dat er genoeg cynische ambtenaren rondlo pen met macabere trekjes geloof ik dat Fischer tenslotte een beroep heeft gekozen waarin hij toch in belang rijke mate zichzelf kan zijn. Het merkwaardige van Jaap Fischer is dat hij in zijn studenten tijd slechts een beperkt aantal lied jes op de plaat heeft vastgelegd. Nooit heeft iemand hem tot een in terview kunnen verleiden noch zijn radio- en televisieproducers er in ge slaagd deze wonderlijke man ooit voor een programma te strikken. Fischer heeft zich niet bekommerd om zijn „image". Hij schreef en zong zijn liedje» louter uit plezier en dat was voor hem voldoende. His Mas ters Voice heeft nu zo ongeveer het gehele „verzamelde werk" van deze chansonnier op de plaat gebracht. (HFLP 1063 en 1064). Een-en-twintig liedjes, verdeeld over twee 25 cm al bums, krijgt de liefhebber voorge schoteld. Daaronder zijn bijna alle bekende nummers als „Cipier", „Het ei", „Het Kerkhof", „Monniken", „Eendje" en „Het Hutje". Persoonlijk vind ik de liedje» van Fischer vaak iets te geforceerd, iets te gewild luguber ook, dat neemt niet weg dat er enkele liedjes zijn die zonder meer frapperen door een scherp inzicht een gaafheid van tekst en een zeer persoonlijke voordracht. Nog altjjd blijkt er een grote vraag naar de „chansons" van Jaap Fischer te zijn. Op de een of andere manier schijnen zijn liedjes nog danig in trek te zijn in dit „Zo is het Lurelei" tijdperk. Wie eenmaal een nummer als „Monniken" of „Eendje" heeft gehoord begrijpt wellicht waarom. Het blijft overigens jammer dat een talent als Fischer niet meer optreedt. Misschien komt dat later, veel later, nog eens als zijn ambtenaren-pen sioen wordt uitgekeerd... Op de hoek van de De Clercqstraat en de Agatha Dekenstraat in Am sterdam-West staat een van bui ten wat onopvallend café. Men zou er voorbij lopen als men niet luist dat hier het enige echte Jiddische ca baret van Nederland gevestigd was. Li-La-Lo heet dat cabaret en al se dert enkele jaren moet men tijdig aanwezig zijn om nog een plaatsje in het kleine lokaaltje te kunnen be machtigen. Eigenaars en oprichters van het cabaret zijn Jossy en Jacques Hal land. Zes jaar geleden na talrijke om,zwervingen hebben de twee zich gevestigd in de stad die hun humor het best kon aanvoelen: Amsterdam. Het heeft hun aan succes isndsdien niet ontbroken. Voor het eerst heeft Bove- ma ook van dit cabaret een langspeler uitgebracht (HMV HCLP 1005). Het is een plaat geworden vol gave Jiddische kleinkunst van het beste soort. Tien nummers heeft men voor deze opname uitgekozen en ik kan helaas niet zeg gen dat het een in alle opzichten ge slaagde selectie is geweest. Het is on vergeeflijk om de overigens voor treffelijke Jossy Halland (zij was enige tijd verbonden aan het beroemde Ararath-Theater in hodz en Warschau) van de tiennummers er negen te la ten zingen. Hierdoor werd Jacques Halland, een man met een flitsende hu mor, een parelende conférence en een grote muzikaliteit op het tweede plan gedrongen. Alleen in het ronduit over rompelende „Meneer Tinnef" krijgt Jacques de gelegenheid ook iets van zijn artistieke kunnen ie demonstreren. Voor het overige moet hij zich be perken tot het (voorbeeldig) begelei den van zijn vrouw. Begrijpt u goed: Jossy Halland is een groot artieste, en in het (vrij pikante) „Doe ik niet meer", het weemoedige Waterloo-plein, het van typische Jid dische gein doordrenkte „Tatte Blu- menfeld" die zo dol is op „gefillte Fisch") en het satirieke „Was tut sich im Stetele" is zij werkelijk briljant. Mijn bezwaar is alleen dat zij te veel op de voorgrond treedt, waardoor er een plaat is ontstaan met uitsluitend liedjes, zonder die verrukkelijke praat jes en babbeltjes waaraan Li-La-Lo onder meer zijn faam heeft te danken. Enfin, men kan in de toekomst deze vergissing alsnog herstellen. Het is de moeite waard De met een Edison bekroonde one man show-lp van Toon Her mans hebben wij reeds eerder besproken. His Masters Voice heeft nu ook een plaat nitgebracht met de originele live opnamen uit het Deutsche Theater in München (83904) Voor geïnteresseerden lijkt mij deze lp van groot belang, omdat men kan horen met welk een vakmanschap de „Duitse" Hermans aan het werk is. Toon spreekt de taal perfect, legt be paalde klemtonen en accenten in be paalde nummers even anders dan in de Nederlandse opname en verovert stormenderhand het (kritische) pu bliek. „Das Klavier meiner „Bonne mama" is op deze lp zelfs een juweel tje van kleinkunst geworden, dankzij de zeer goede vertaling. Opmerkelijk is verder het verschil in appreciatie tussen het Duitse en het Nederlandse publiek. Grapjes, welke in ons land een schaterlach ver oorzaakten, werden door de Duitsers zeer gematigd ontvangen, terwijl zij daarentegen om andere gedeelten lachen, waar wij koud noch warm van worden. Het succes over de ge hele lijn is overigens bijna even groot. Het zou interessant vergelijkingsma teriaal opleveren als men volgend jaar de eventuele Broadway-show op de plaat zou vastleggen. Maar zover is het nog lang niet. Uit de Nederlandse show werden nog twee ep-tjes gehaald met liedjes en praatjes^ die op het grote album ontbreken. De eerste (HMV EGH 211) laat ons Toon horen in zjjn wat achterhaalde schets van het leven van een grote ster in de showbusi ness. „Golden Johnny" heet het lied je, dat, dankzij de muziek, toch nog acceptabel is. „Café", dat op de ande re kant staat, is heel wat sterker, warmer ook en méér Hermans. Het tweede ep-tje is dit jaar de premie plaat van de CCGC. Daarop kan men het kostelijke „Vader gaat op stap" beluisteren en de verrukkelijke confé rence „Stilte", één der hoogtepunten uit de show. Een nieuwe naam In de cabaret wereld is die van Joris Schiks, een 24-jarige Amsterdammer, die onlangs een vierde prijs kreeg in het I.C.C.-eabaretconcours en de solistenprjjs tijdens het grote AMJ-toernooi „Café '65". Joris Schiks heeft de beschikking over een groot mimisch talent, dat in zijn „Living Theatre-Act" duidelijk naar voren kwam. Samen met zijn moeder, de concertpianiste Pauline Siks, (die hem ook begeleidt), maakt hij zijn liedjes: heel amusante, heel wrange, heel geestige liedjes ook, die niet zo maar uit de herinnering vervagen. Joris Schiks heeft een mooie, donkere, soms (opzettelijk?) wat droge stem, die zich heel goed leent voor eigen tijdse cabaretliedjes. Imperial (5124) heelt een vijftal van die liedjes opgenomen, waarvan het heel sterke, tragi-komische Daniël zonder meer tot het beste gerekend mag worden wat er de laatste tijd op cabaretgebied is geschreven. Ook het aandoenlijke verhaaltje van het we tenschappelijk mannetje „Pietje-met- het-grote-hoofd" mag er zijn. De ande re drie versjes „Amalia", „De Tien Geboden" en „De Zekerheid" blijven wat aan de oppervlakte en klinken minder spontaan. Een debuut, dat veel belooft voor de toekomst. Hans van Deventer, een van de „donkere chansonniers" in ons land heeft ook weer zijn jaar lijkse plaat gemaakt (HMV L 2018). Van Deventer (door collega Ger ard Cox een der allergrootste ge noemd) heeft te lang in de schaduw van de groten geleefd en het wordt tijd dat men aan hem eens méér aan dacht gaat besteden. De vijf liedjes die hij dit jaar heeft opgenomen met zijn voortreffelijke begeleiders Suzan van den Hoek, hobo en Dolf Boender, bas, zjjn kleine verstilde filosofietjes van een man die van zichzelf zegt dat hij met lachen zo langzamerhand „klaar" is. Van Deventer zingt even intelligent als hq gitaar speelt. „Woordenspel", „Het is voorbij" en het uitermate wrange „de drie bel len" (het schrünend verhaal van een eerste huwelüksnacht) zijn pareltjes van vaderlandse chansonkunst. Maar wanneer hoort men ze eens op radio of televisie?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 7