In zo'n huis kunt u niet wonen!
F
de waerdye
Frans
Boelen
CABARET
LANG GEWACHT
OECUMENISCH
Wim Sonneveld
Fons Jansen
Jaap Fischer
Jacques en
Jossy Halland
GEEN
PUBLICITEIT
LI-LA-LO
DRIE MAAL
TOON
OPVALLEND
DEBUUT
LACHEN
VERLEERD
en antwoord
TT
Kruisbeeld
Inkomsten
belasting
Huisvesting
Co ndenswater
Oude munten
Hertrouwen
DrumbandAhoy
Onderverhuur
Arbeids
verhoudingen
Gerrit, Nelis,
Venantius, en
Ome Thijs
„Hoe meer zielen
(Cynisch) ambtenaar
Jiddische gein in
De Clercqstraat
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1965
PAGINA 7
li
28t F BVer 1964 2"6n °Ver 1965
antwoord r^'Besloten?
door
Het heeft wel even geduurd,
maar verleden maand is
dan toch eindelijk de lang
verwachte langspeler van Wim
Sonnevelds one man show uit
gebracht (Philips 12964). Het is
een van de vele cabaret-produk-
ties die de platenmaatschappijen
de laatste tijd hebben opgeno
men tot avondlijk vermaak van
het publiek in de komende win
termaanden. Naast Fons Jansens
„Lachende Kerk", Jacques Hal-
lands Jiddische cabaret „Li-La-
Lo", de Nederlandse en Duitse
versies van Hermans' one man
show, alsmede enkele ep-tjes uit
dit programma, gedeelten uit de
televisie-shows van Johnny
Kraaykamp en Rijk de Gooyer,
twee 25-cm albums met het „ver
zamelde werk" van ex-student
Jaap Fischer, ep-tjes van zanger
Hans van Deventer en new-co
mer Joris Schiks en een long-
play album van de beste Max
Tak-liedjes door de heer W.
Alberti, zullen zeer spoedig
(waarschijnlijk half november)
opnamen worden uitgebracht van
het Shaffy Chantant, Henk El-
sinks' „Vrij Entree" en het pro
gramma „Oh, Pardon", van het
cabaret „PePijn". Een aanzien
lijke oogst dus, en het leek mij
nuttig in deze rubriek eens nader
op enkele produkties in te gaan.
(Advertentie)
A Is dat het huis]e in de vrije natuur zal zijn, waar
u uw leven lang van droomt, dan is het wel een
bittere teleurstelling! Worden de huizen overtwintig,
dertig jaar niet meer afgebouwd? Of... is uw geld
straks alleen maar zoveel minderwaard geworden?
U hoopt nog vele jaren te kunnen werken, maar
eens zegt u het werken vaarwel. Dan zal uw levens
verzekering een kapitaal uitkeren. U weet precies
op welke dag en hoeveel gulden dat zal zijn. U
weet alleen niet, wat u dan nog voor die guldens
zal kunnen kopen.
U hebt er misschien over gedacht, geen levens
verzekering te nemen, maar aandelen te kopen.
Aandelen stijgen met de welvaart mee, maar met
aandelen is het risico van een kort leven of een
lang leven niet gedekt.
Informeer daarom eens bij de Waerdye, de le
vensverzekeringmij. die de premies in veilige
aandelen belegt. De waarde van uw Waerdye-polis
stijgt gewoon met die aandelen mee. Dan weet u,
wat u zich te zijnertijd zal kunnen veroorloven, want
ook de lijfrente gaat met die aandelen mee omhoog.
n.v. maatschappij
van levensverzekering
op basis van
belegging in aandelen
Aan DE WAERDYE Rotterdam - Blaak 101 - tel. 010-111720
Verzoeke vrijblijvend toezending brochure met alle inlichtingen:
Naam:
Adres:
Woonplaats:
Mijn verzekerings-adviseur is:
VRAAG: De hr. J. A. C. V. te B.;
Ik ben in het bezit van een 66 cm.
hoog antieken kruisbeeld. Volgens
mij is het waardevol. Nu wil ik dit
kruisbeeld van de beschildering ont
doen, maar ik weet de werkmetho
de hiervoor niet. Is het misschien
heter als ik een vakman raadpleeg?
Ook bezit ik een 1 1/4 m. hoog
beeld van de H. Theresia. Ook be
schilderd.
ANTWOORD: Als het kruisbeeld waar
rfv°l is qua antiquiteit, dan verliest het
ft10gelijk een deel van zijn waarde als
To et zijn beschildering ontdoet.
j®vens js ,je mogelijkheid niet gering,
JjjR U het beeld beschadigt, omdat U
"'et bedreven bent in deze vorm van
restauratie Restaureren van kunstwer-
soh 's een zaak van groot vakman-
hef'3' kunt daarom het beste naar
lei Afdeel van een vakman vragen.
re goede kunsthandel kent een der-
«elqke relatie.
VRAAG: Mevr. F. B. te A.: Wat
Jhoet ik aan belasting betalen? De
finitieve aanslag 1964 bij een zuiver
inkomen van 4.643. per jaar en de
Voorlopige aanslag 1965 bij een zui
ver inkomen van ƒ4.754. per jaar.
Mijn leeftijd is 60 jaar en ik ben ge
huwd.
ANTWOORD: Volgens tariefgroep 2 be-
VRAAG; Dc heer A. W. W. M. te
Ik woon al zeven jaar bij mijn
schoonmoeder in. Ik heb twee kin
deren. Nu wil ik proberen een an
il?' buis te vinden. Daartoe wilde
fi}1 ij laten inschrijven bij het
J-'-B.H. te Amsterdam. Kunt mij
„fl bureau wijzen dat deze inschrij-
ANtw* re*elt?
's ieriPORD: Het C.B.H. te Amsterdam
Voor .ere dag van 912 uur geopend
eerqe,!;Schrijving. Het adres is: Pas-
Sracht 32, Amsterdam-C.
de vvt?J: Mevr. E. v. B. te H.: In
COndeni?r hebben wij veel last van
d'U hj,.:?Yater op de ruiten. Kunnen
an heh!ets aan doen?
Putje o??®11 wp ook nog een afvoer-
aIges]0t r bet keukenraam, dat is
sel. e" 1 met een hnuten dek-
sel. s"'1 met een houten dek-
vieze iu;ï komt uit dit putje eer.
doen? ®t. Wat is hier tegen te
Mag ©en
muur \Vnv'Uchtrooster in de buiten-
ruiten kunt 'ii De condensatie op de
tegen gaan door een
Vragen voor deze rubriek rlchte
men aan de Redactie van ons
blad (mat In da llnker-bovanhoek
dar envaloppa „Vragenrubrlek").
De beantwoording geschiedt gratie.
Men boude er nog rekening mee,
dat men 14 dagen op antwoord
kan moeten wachten.
raampje op een kier open te laten
staan. De condensatie wordt veroorzaakt
door de warme lucht tegen de koude
ruiten. Door een soort van ventilatie toe
te passen verhelpt U dit euvel.
b. Vermoedelijk heeft men in het putje
GEEN stankscherm aangebracht. Mede
door het feit, dat ook de regenwateraf
voer niet op het putje is aangesloten,
ontstaat de overlast aan stank.
Om deze overlast tegen te gaan kan
men alsnog een stankscherm in het put
je plaatsen. Ook brengt men wel mid
dels een stankafsluiter onder aan het
putje een kering tot stand. Afsluiten
van het putje met een betonnen deksel
zal niet veel helpen. Daarbij komt, dat
een dergelijke afsluiting mogelijk pro
blemen van andere aard oproept. Het
beste is dat U overlegt met een aan
nemer op welke wijze een stankscherm
is aan te brengen.
c. De zin van de roosters in de buiten
muur ligt in het feit, dat men middels
deze roosters door vertilatie zwamvor-
ming en rotting van de balkenlaag kan
tegengaan. Dezelfde roosters treft men
ook aan in de kruispunten. Ook hier
dienen zij om rotting en zwamvorming
wegens vochtigheid op installaties en
leidingen tegen te gaan. Afsluiten van
de roosters is derhalve uit den boze.
VRAAG: De heer B. G. v. d. L. te
V.: Ik bezit twee zilveren halve gul
dens uit de jaren 1898 en 1929. Heb
ben deze munten enige waarde?
ANTWOORD: De waarde van dergelijke
munten is atijd gering. Als men de
dubbele waarde van het muntstuk ge
ring kan noemen. Belangrijk -"ooral is
de staat waarin dergelijke munten ver
keren. Krasjes en slijtvegen mogen er
niet op voorkomen, want daardoor
wordt de waarde van de munten ver
minderd.
U kunt zich het beste verstaan met het
Penningenkabinet in Den Haag. Moge
lijk kan men U daar meer vertellen.
VRAAG: De hr. Ch. S. te O.: Be
houden man en vrouw, die in het
genot zijn van de A.O.YV. ieder het
eigen pensioen, als zij besluiten te
trouwen
ANTWOORD: Wanneer twee mensen,
beiden in het genot van het ongehuwden
A.O.W.-pensioen, besluiten met elkaar
te gaan trouwen, dan blijft ieder in het
genot van het voile pensioen.
VRAAG: De hr. H. G. J. te R.:
Kunt U mij het adres van het se
cretariaat van de Rotterdamse
Drumband „Ahoy" verstrekken?
ANTWOORD: U kunt zich voor inlich
tingen wenden tot de voorzitter van de
vereniging, de heer G. van Scholwen,
Kat. Lagendijk 177-b., telef. 176609.
VRAAG: De hr. W. A. v. d. S. te
R.: Sinds kort bezit ik een pand,
waarin voorheen een winkelier was
gevestigd.
Huurder van de winkel was tevens
huurder van het gehele benedenhuis
waartoe de winkel behoorde.
Toen huurder van de winkel over
leed, ging de huur automatisch over
op de dochter van hoofdhuurder.
De dochter liet de winkel uitbreken
en verhuurde een gedeelte van de
vrijgekomen ruimte aan een bedrijf
van koppelbazen. Bewoners van de
andere etages klagen nu over het
rumoer en het heen en weer geloop
van mensen. Deze huurders trekken
weg uit overwegingen van hinder
en overlast. Hoe kan ik de dochter
van de hoofdhuurder nu dwingen de
ze onderverhuur te staken?
ANTWOORD: Onderverhuur wordt over
het algemeen bij het aangaan van de
huurovereenkomst gesloten. Indien de
ze mogeilijkhed van de explotatie van de
winkel en het woonhuis door anderen
dan door huurster niet is uitgesloten,
dan kan zij de onderverhuur voortzet
ten naar de aard en de bestemming
van het gehuurde.
Voldoet de huidige onderhuurder niet
aan deze aard en bestemming, dan is
dat op zichzelf een grond tot beëindi
ging van de onderhuur resp. huur.
Onder deze mogelijkheid kan de opzeg
ging per maand geschieden als de
huurbetaling per maand geschiedt. Een
en ander kunt U het beste met een ad
vocaat overleggen.
VRAAG: De hr. P. W. H. V. te R.:
Ik ben werkzaam als betonteke-
naar. Een collectieve arbedsovereen-
komst kennen wij niet. Per jaar ont
vang ik 2 extra maanden gratifica
tie als vakantiegeld. Ook heb ik per
jaar 14 dagen vakantie. Welke rech
ten heb ik op huurcompensatie en
vakantiedagen?
ANTWOORD: Door het ontbreken van
een C.A.O. bent U voor de regeling van
de arbeidsverhoudingen aangewezen op
het bijzonder besluit arbeidsverhouding
en derhalve gebonden aan de minimum
vakantieregeling, die volgens dit B.B.A.
geldt. U hebt dan recht op één week va
kantiedagen en één week snipperdagen.
De week vakantiedagen moet hierbij
aaneengesloten zijn.
Deze regeling wijkt voor iedere gun
stiger regeling. Zou dus Uw werkgever
een andere regeling voorstaan, die de
ze vakantiebepalingen gunstiger stelt,
dan is hij noch U gehouden aan de mi
nimumregeling. De vergoedingen huur
compensatie liggen gecompliceerder.
Als tussen U en Uw werkgever niets
geregeld is, dan hebt U formeel recht
op de huurcompensatie van 1960. 1962,
1964 tot een totaal van 8,25 per week.
Met opzet wordt hierbij gesproken van
formeel recht, omdat werkgever kan
stellen, dat de huurcompensaties reeds
in het loon zijn opgemoen. Dit
in tellenstelling met een C.A.O.
waarin de wijze van verrekening duide
lijk staat aangegeven.
Stelt Uw werkgever dus, dat de huur
compensatie reeds in het loon ligt be
grepen, dan kunt U hier weinig tegen
aanvangen.
Ten aanzien van de vakantietoeslag
geldt, dat zonder Collectieve Arbeids
overeenkomst de werkgever naar eigen
inzicht kan besluiten vier procent va-
kantoetoëslag te geven dan wel niet te
geven. In dit geval is er dan duidelijk
sprake van een gunst.
VARIAN TIN
R eeds in '64 zou Phonogram de
show van Sonneveld uitbren
gen. De opnamen waren al ge
maakt, maar Sonneveld bleek
bij nader inzien toch liever even te
wachten met de plaat daar hij nog een
reeks voorstellingen in het land
moest afwerken. Nu is het dan zo
ver en ik geloof dat een aanprijzing
van de plaat vrij overbodig is. Van
de eerste tot de laatste groeve wordt
er kwaliteitswerk geboden en wie had
anders verwacht van deze cabaretier-
pur-sang. In vijf weken tijd werden
er al zo'n zevenduizend exemplaren
verkocht en het laat zich aanzien dat
men in de komende maanden een re
cord-omzet zal halen. Over de reper
toire-keuze kan men van mening ver
schillen, zeker is dat vrijwel alle gro
te nummers te beluisteren zijn, uit
gezonderd misschien Carmiggelts
„Kroketten". Hoogtepunten zijn er
vele: het poëtische, vertederende
„Margootje", de lachen-gieren-brul-
len uitsmijter „Frater Venantius",
de mallotige Nikkelen Nelis-creatie,
het stemmingsvolle „Anne Marie" en
last but not least Michel van der
Plas' „Tearoom-Tango", voor mij
een van de beste cabaretnummers
sinds jaren. Ook nu weer trekken de
niet geringe vocale kwaliteiten van
Sonneveld de aandacht. HU slaagt
erin om van liedjes die. door een
ander gezongen wellicht nauwelijks
zouden opvallen, succes-nummers te
maken. Bovendien heeft hij het ge
luk over een componist als Harry
Bannink te beschikken die liedjes
maakt welke als het ware „op zijn
stem" geschreven zijn.
Sonneveld heeft een geheel eigen
stijl, een speciale vertolkingstechniek
die nu al jaren door iedere aanko
mende cabaret-artiest vruchteloos
wordt geïmiteerd. Hoeveel beroeps
grappenmakers hebben er in het ver
leden geen „boertje" op de planken
gezet; maar tot dusver is niemand
erin geslaagd zo'n gaaf type te creëren
als Sonneveld heeft gedaan in ztin on
overtroffen „Gerrit". Zelfs PePijn-
chef Paul van Vliet niet, die in zijn
„aardappeleters" wel heel dicht in de
buurt komt.
Over het talent van Sonneveld is
veel, heel veel geschreven. Eén krant
schreef over hem zelfs een pagina's
lang vervolg-verhaal. Wat mi) betreft
kunnen zijn bewonderaars volstaan
met het bijwonen van een theater
voorstelling, het volgen van een tele
visie-show of het beluistéren van de
ze kostelijke langspeler. Commentaar
lijkt mij dan verder overbodig.
Ik had nooit gedacht, dat het nog
eens zo ver zou komen. Cabaret
beschouwde ik aanvankelijk als
een aangename vrijetijdsbeste
ding. Ik trad in het begin niet meer
dan tweemaal in de week op. De be
langstelling was redelijk, maar de gro
te toeloop is pas later gekomen. Zon
der dat ik er zelf erg in had, werd ik
door mijn cabaret-werkzaamheden op
geslokt. Van twee groeide het aantal
voorstellingen tot zes in de week.
Mijn werk bij de Wereldomroep en
het redactie-secretariaat van G 8
moest ik er aan geven. En nu ben ik
dan „beroeos" geworden, zoals dat
heet."
Fons Jansen (40), stichter van de
Lachende Kerk, is ;r zelf verbaasd
over hoe snel alles i" zijn werk is
gegaan. Drie jaar is hij „bezig".
Waren aanvankelijk kleine zaaltjes
redelijk bezet, tegenwoordig blijken
voorstellingen in de Tilburg.se en Nij
meegse schouwburg al van tevoren
uitverkocht te zijn. „Negen november
geef jk in het kader van het KRO-
van de Lachende Kerk. Dan zet ik
jubileum de laatste voorstelling
er een punt achter.' In de afgelopen
jaren heeft Fons Jansen 450 voorstel
lingen gegeven van zijn cabaret: meer
dan 150.000 bezoekers kwamen er naar
kijken.
„Nog vreemde reacties gehad?",
vraag ik.
F. J.: ..Nauwelijks. In al die tijd
heb ik twee anonieme briefjes gehad
van mer.sen, die meenden, dat ik „te
ver" ging. Dat is alles.
„Waar heeft u het prettigste ge
werkt?"
F. J.: „Vooral In plaatsen, waar al
een zekere cabaret-traditie bestond.
Cabarets als Lurelei hebben veel
baanbrekend werk verricht. -Jat is te
merken aan het publiek, dat tot voor
enige jaren nog helemaal niets ge
wend jas."
Op 1 januari gaat Fons Jansen zijn
nieuwe programma „Hoe meer zie
len..." tn première brengen.
„Het wordt een oecumenisch ca ba-
iiitmiiiniiiiiimiiiiiinmiiiiiiHiiiiimiiniimiiimiiii!iH!iii<ii»6'i|ml|,iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiHimHimi!
tt
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiifliiiiiiiiiiiiiiiüfiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
um i in 11 mi mi 11 m i mi i iin i tuin i inn i imiiii iimti i iiimii iiiii 11 tiiii 111 mi min i iiiiiii min nul 11 mi i if in 11 hui i mi i iiiiiii
ret met „uitschieters" in le richting
van de psychologie en psychiatrie.
Die mensen zijn tenslotte ook voort
durend met de „zielzorg" bezig".
„Komen er nog wijzigingen in het
nieuwe programma"?
F. J.: „Frans Oudhoff gaat mtjn
vaste pianist Michel Plemper vervan
gen. Het blijft verder een één-mans
cabaret".
Onlangs is er van de „Lachende
Kerk" door Columbia een lp uitge
bracht waarop een zestal liedjes staan
en veel conferences. F. J.: „Ik heb de
plaat nog niet, wèi het bandje. Het
resultaat lijkt mij leuk".
Helaas hebban wij de aangekondig
de lp nog niet in ons bezit zodat
een bespreking nog even moet wor
den uitgesteld. Op 28 november zal de
KRO de plaat voor het eerst op de
radio laten horen.
Succes lijkt mij bij voorbaat ver
zekerd.
Onlangs meldde een krant dal
Jaap Fischer, auteur-,.interpre
ter" van vaak macabere en cy
nische liedjes ambtenaar was
geworden. De schrijver van het stuk
je vond dit beroep wel in scherpe
tegenstelling staan met de liedjes van
Fischer. Afgezien van het feit dat er
genoeg cynische ambtenaren rondlo
pen met macabere trekjes geloof ik
dat Fischer tenslotte een beroep heeft
gekozen waarin hij toch in belang
rijke mate zichzelf kan zijn.
Het merkwaardige van Jaap
Fischer is dat hij in zijn studenten
tijd slechts een beperkt aantal lied
jes op de plaat heeft vastgelegd.
Nooit heeft iemand hem tot een in
terview kunnen verleiden noch zijn
radio- en televisieproducers er in ge
slaagd deze wonderlijke man ooit
voor een programma te strikken.
Fischer heeft zich niet bekommerd
om zijn „image". Hij schreef en zong
zijn liedje» louter uit plezier en dat
was voor hem voldoende. His Mas
ters Voice heeft nu zo ongeveer het
gehele „verzamelde werk" van deze
chansonnier op de plaat gebracht.
(HFLP 1063 en 1064). Een-en-twintig
liedjes, verdeeld over twee 25 cm al
bums, krijgt de liefhebber voorge
schoteld. Daaronder zijn bijna alle
bekende nummers als „Cipier", „Het
ei", „Het Kerkhof", „Monniken",
„Eendje" en „Het Hutje".
Persoonlijk vind ik de liedje» van
Fischer vaak iets te geforceerd, iets
te gewild luguber ook, dat neemt niet
weg dat er enkele liedjes zijn die
zonder meer frapperen door een
scherp inzicht een gaafheid van tekst
en een zeer persoonlijke voordracht.
Nog altjjd blijkt er een grote vraag
naar de „chansons" van Jaap Fischer
te zijn. Op de een of andere manier
schijnen zijn liedjes nog danig in trek
te zijn in dit „Zo is het Lurelei"
tijdperk. Wie eenmaal een nummer
als „Monniken" of „Eendje" heeft
gehoord begrijpt wellicht waarom.
Het blijft overigens jammer dat een
talent als Fischer niet meer optreedt.
Misschien komt dat later, veel later,
nog eens als zijn ambtenaren-pen
sioen wordt uitgekeerd...
Op de hoek van de De Clercqstraat
en de Agatha Dekenstraat in Am
sterdam-West staat een van bui
ten wat onopvallend café. Men
zou er voorbij lopen als men niet luist
dat hier het enige echte Jiddische ca
baret van Nederland gevestigd was.
Li-La-Lo heet dat cabaret en al se
dert enkele jaren moet men tijdig
aanwezig zijn om nog een plaatsje
in het kleine lokaaltje te kunnen be
machtigen. Eigenaars en oprichters van
het cabaret zijn Jossy en Jacques Hal
land. Zes jaar geleden na talrijke
om,zwervingen hebben de twee zich
gevestigd in de stad die hun humor
het best kon aanvoelen: Amsterdam.
Het heeft hun aan succes isndsdien niet
ontbroken. Voor het eerst heeft Bove-
ma ook van dit cabaret een langspeler
uitgebracht (HMV HCLP 1005). Het is
een plaat geworden vol gave Jiddische
kleinkunst van het beste soort. Tien
nummers heeft men voor deze opname
uitgekozen en ik kan helaas niet zeg
gen dat het een in alle opzichten ge
slaagde selectie is geweest. Het is on
vergeeflijk om de overigens voor
treffelijke Jossy Halland (zij was
enige tijd verbonden aan het beroemde
Ararath-Theater in hodz en Warschau)
van de tiennummers er negen te la
ten zingen. Hierdoor werd Jacques
Halland, een man met een flitsende hu
mor, een parelende conférence en een
grote muzikaliteit op het tweede plan
gedrongen. Alleen in het ronduit over
rompelende „Meneer Tinnef" krijgt
Jacques de gelegenheid ook iets van
zijn artistieke kunnen ie demonstreren.
Voor het overige moet hij zich be
perken tot het (voorbeeldig) begelei
den van zijn vrouw.
Begrijpt u goed: Jossy Halland is een
groot artieste, en in het (vrij pikante)
„Doe ik niet meer", het weemoedige
Waterloo-plein, het van typische Jid
dische gein doordrenkte „Tatte Blu-
menfeld" die zo dol is op „gefillte
Fisch") en het satirieke „Was tut sich
im Stetele" is zij werkelijk briljant.
Mijn bezwaar is alleen dat zij te veel
op de voorgrond treedt, waardoor er
een plaat is ontstaan met uitsluitend
liedjes, zonder die verrukkelijke praat
jes en babbeltjes waaraan Li-La-Lo
onder meer zijn faam heeft te danken.
Enfin, men kan in de toekomst deze
vergissing alsnog herstellen. Het is
de moeite waard
De met een Edison bekroonde one
man show-lp van Toon Her
mans hebben wij reeds eerder
besproken. His Masters Voice
heeft nu ook een plaat nitgebracht
met de originele live opnamen uit het
Deutsche Theater in München (83904)
Voor geïnteresseerden lijkt mij deze
lp van groot belang, omdat men kan
horen met welk een vakmanschap de
„Duitse" Hermans aan het werk is.
Toon spreekt de taal perfect, legt be
paalde klemtonen en accenten in be
paalde nummers even anders dan in
de Nederlandse opname en verovert
stormenderhand het (kritische) pu
bliek. „Das Klavier meiner „Bonne
mama" is op deze lp zelfs een juweel
tje van kleinkunst geworden, dankzij
de zeer goede vertaling.
Opmerkelijk is verder het verschil
in appreciatie tussen het Duitse en
het Nederlandse publiek. Grapjes,
welke in ons land een schaterlach ver
oorzaakten, werden door de Duitsers
zeer gematigd ontvangen, terwijl zij
daarentegen om andere gedeelten
lachen, waar wij koud noch warm
van worden. Het succes over de ge
hele lijn is overigens bijna even groot.
Het zou interessant vergelijkingsma
teriaal opleveren als men volgend
jaar de eventuele Broadway-show op
de plaat zou vastleggen. Maar zover
is het nog lang niet.
Uit de Nederlandse show werden
nog twee ep-tjes gehaald met liedjes
en praatjes^ die op het grote album
ontbreken. De eerste (HMV EGH 211)
laat ons Toon horen in zjjn wat
achterhaalde schets van het leven
van een grote ster in de showbusi
ness. „Golden Johnny" heet het lied
je, dat, dankzij de muziek, toch nog
acceptabel is. „Café", dat op de ande
re kant staat, is heel wat sterker,
warmer ook en méér Hermans. Het
tweede ep-tje is dit jaar de premie
plaat van de CCGC. Daarop kan men
het kostelijke „Vader gaat op stap"
beluisteren en de verrukkelijke confé
rence „Stilte", één der hoogtepunten
uit de show.
Een nieuwe naam In de cabaret
wereld is die van Joris Schiks,
een 24-jarige Amsterdammer,
die onlangs een vierde prijs
kreeg in het I.C.C.-eabaretconcours
en de solistenprjjs tijdens het grote
AMJ-toernooi „Café '65". Joris Schiks
heeft de beschikking over een groot
mimisch talent, dat in zijn „Living
Theatre-Act" duidelijk naar voren
kwam. Samen met zijn moeder, de
concertpianiste Pauline Siks, (die hem
ook begeleidt), maakt hij zijn liedjes:
heel amusante, heel wrange, heel
geestige liedjes ook, die niet zo maar
uit de herinnering vervagen. Joris
Schiks heeft een mooie, donkere,
soms (opzettelijk?) wat droge stem,
die zich heel goed leent voor eigen
tijdse cabaretliedjes.
Imperial (5124) heelt een vijftal van
die liedjes opgenomen, waarvan het
heel sterke, tragi-komische Daniël
zonder meer tot het beste gerekend
mag worden wat er de laatste tijd op
cabaretgebied is geschreven. Ook het
aandoenlijke verhaaltje van het we
tenschappelijk mannetje „Pietje-met-
het-grote-hoofd" mag er zijn. De ande
re drie versjes „Amalia", „De Tien
Geboden" en „De Zekerheid" blijven
wat aan de oppervlakte en klinken
minder spontaan.
Een debuut, dat veel belooft voor
de toekomst.
Hans van Deventer, een van de
„donkere chansonniers" in ons
land heeft ook weer zijn jaar
lijkse plaat gemaakt (HMV L
2018). Van Deventer (door collega Ger
ard Cox een der allergrootste ge
noemd) heeft te lang in de schaduw
van de groten geleefd en het wordt
tijd dat men aan hem eens méér aan
dacht gaat besteden. De vijf liedjes
die hij dit jaar heeft opgenomen met
zijn voortreffelijke begeleiders Suzan
van den Hoek, hobo en Dolf Boender,
bas, zjjn kleine verstilde filosofietjes
van een man die van zichzelf zegt dat
hij met lachen zo langzamerhand
„klaar" is. Van Deventer zingt even
intelligent als hq gitaar speelt.
„Woordenspel", „Het is voorbij" en
het uitermate wrange „de drie bel
len" (het schrünend verhaal van een
eerste huwelüksnacht) zijn pareltjes
van vaderlandse chansonkunst. Maar
wanneer hoort men ze eens op radio
of televisie?