^on Rammelt: ij kunnen nog niet loed in beelden denken l bt-i (Z/ZLivC-dfN ti .PLUS" VERSCHIJNT ALS WEEKEIND-BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWp HET NIEUWE DAGBLAD, DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT EN HET KENNEMER DAGBLAD ACTIE-ADRESSEN SCIuEDAMSE VEST 111, ROTTERDAM, TELEFOON 010—142011 nieuwe zijds voorburgwal 65-73, Amsterdam, telefoon 020—221355 SMeDESTRAAT 5, HAARLEM, TELEFOON 02500—21544 Oplaag; 625000 Opvoeding Luchtledig Krachtmeting CQ Internationaal m>- x\ TUSSEN 1925 en 1965 liggen de veertig jaren van de Katholieke Radio Omroep. Vandaag nemen radio en televisie de 565.000 leden van de RO en ieder die verder maar wil, hij de hand om hen in de kring van feest vierende gelovigen te trekken. Heel kijkend en luisterend Nederland is uitgenodigd het jubi leum m,ee te vieren, het zoveelste in de om roepwereld, maar voorlopig ook wel het laat ste. Een jubileum is bijna hetzelfde als een terugblik. Zowel de VARA, de NCRV als de VPRO hebben zich in allerlei uitzendingen be zig gehouden met hun verleden en de KRO blijft daarbij niet achter. Maar, hoe interessant en leerzaam zulk een omkijkje ook is, de leiding van de KRO heeft al blijk gegeven van het besef, dat het belangrijker is de klanken van de toekomstmuziek te kunnen onderscheiden. We1' ontwikkeling houdt dat verschiet in voor j massa-communicatiemiddelen radio en televisie? Laat de dynamiek, de enorme tech nische vlucht van het ether-contact, wel toe ver vooruit te schouwen, „ver" te „zien niet alleen in afstand, maar ook in de tijd? Zal de blinde radio ook met stómheid geslagen worden door een verder opdringen van het, dooi geluid on dersteunde, bewegende beeld op ons scherm? Het doen van voorspellingen op dit terrein is een hachelijke zaak, en daarom hebben we ook de (téle)visie gevraagd van een man die tot oordelen bevoegd is op grond van een jaren lange ervaring in het bedienen van massame dia, namelijk de heer Toon Rammelt, sinds de oorlog tot 1960 belast met de programmaleiding van de KRO-radio. Hoewel de heer Rammelt momenteel in een heel andere sector van de publiciteit werkzaam is hij is adjunctdirec teur van de Geïllustreerde Pers boeien de verschijnselen radio en televisie hem nog zo. zeer, dat hij onlangs weer een brochure heeft samengesteld over het bestelDaarin betoont hij zich opnieuw een overtuigd aanhanger van het zuilensysteem, omdat volgëns deze methode de in ons land vertegenwoordigde levens- en wereldbeschouwingen het best aan bod kunnen komen. HOEWEL ieder radiotoestel, al is het nog zo'n verouderd appa raat, voor de meesten onzer een kastje blijft vol ondoorgron- t lelijke geheimen, zijn we met het gebruik ervan even ver duwd als met de deurknop. Ook de radio heeft knoppen, maar 'erder dan de bediening daarvan reikt onze kennis doorgaans niet. n de praktijk geeft dat weinig moeilijkheden. We schrikken er 0* biet voor terug wasmachines met ingebouwde computers in ft te halen, constructies die alleen wetenschappelijk geschoolde ali 511 turnen verklaren, maar waarmee de huisvrouw de was-van- e dag moet kunnen doen en dat werk inderdaad als een wisse re is gaan beschouwen. Het blijkt, dat iedereen met een gerust Seweten zich voorziet van de meest ingewikkelde toestellen, zolang blaar een paar knoppen uitsteken voor een eenvoudige bedie- Voor de rest hebben we er geen boodschap aan. De techniek ons leven, ons huis, ons gezin binnen en we bevorderen die Movering van harte, maar ook in vrijwel volstrekte onwetend- omtrent de werking van al die vernuftige hulpmiddelen. De Pevisie: voor het merendeel der kijkers ook al zo'n raadselachtig /^rument. Een onontwarbare hoeveelheid draadjes en spoeltjes, aar er zitten gelukkig knoppen aan, en we verdiepen ons er ver- er blaar niet in. En zou pastoor Perquin, oprichter van de KRO, ns alles kunnen vertellen over de werking van radio-zenders en hangers? We betwijfelen het sterk. Hoe dan ook, na veertig aar is het radio-ontvangtoestel in vrijwel alle Nederlandse wonin- ?eh een alledaags gebruiksvoorwerp geworden dat we gedachte- °us hanteren. Tijdens een televisie-uitzending zitten we ons mis skien nog wel eens te verbazen over de vruchten der wetenschap, |?aar ook die bespiegelingen zullen afnemen naarmate de opmars beeld (dwang) buizen vordert. De televisie behoort binnen mis- phien nog twee, drie jaar tot het normale huisraad van ieder ge- en daarmee is het niveau van de alledaagsheid bereikt, dat pas- °or Perquin al zo vreesde voor zijn geliefde radio. We hebben maar niet gespro ken over de invloed van de tele visie op gezin en maatschappij. Die is nu al moeilijk te peilen, laat staan in de naaste en verre toekomst. Men kan in elk geval voor verrassingen komen te staan. Onlangs verzekerde St. Nicolaas, na zijn aankomst in Vlissingen, voor het scherm van de NTS, dat ieder kind in Ne derland die avond zijn schoen mocht zetten. Er zal in vele huis kamers ongetwijfeld een luid gejuich zijn opgegan, maar bij sommige ouders wellicht ook een gesmoord protest. Want je bent nu wel verplicht het je gelovig kroost toe te staan en, bovendien, hun vertrouwen niet te bescha men. Ja, de televisie is inderdaad een indringend medium. Om niet te zeggen: opdringend HANS STEVENS Jk heb uw hotel gekozen omdat ik gehoord heb dat het er wemelt van insecten." Radio en televisie zijn de spelen van onze tijd, maar soms een SPtLEN MET VUUR A anaj4**8 inderdaad, maar door eeD de j.6 "orzaak dan de oprichter van def-r^holieke Radio Omroep veron- Veej 'de. Namelijk niet door een te- Pto aa« amusement en verstrooiings- '°ene attllna's, maar eenvoudig door het 'Oen van de ontvangst-capaciteit, \v0t.,0 eh televisie zijn middelen ge- dat °m de massa te bereiken, om- be, massa over de mogelijkheid de uitzendingen te beluiste- J>ers te bekijken. Het zijn, mét de *°als "^^a-communicatiemiddelen, en dag met een krant de volgende Ook kachel aanmaken, springen we 'orgel et radio en televisie tamelijk 'tik ,,?os °m. We kunnen ons letter- in es met ze permitteren. Midden kiu,h 11 toneelstuk op het eerste net ''au,.6" We overschakelen naar de Veej Kaye-show op 't tweede nee dat ï^"eer 's nog niet mogelijk, maar M>wu een kwestie van tijd; de keus dio steeds moeilijker en de ra- "W 'lelemaal riante gelegenhe- blijj ~ot Willekeur. Je kunt elk ogen- hi«t 2e Zaa' uitlopen als de spreker je ten valt; de beroemdste musici la- Svvij 'oh desgewenst onmiddellijk het eh opleggen. Wi'0 01 televisie zijn openbare Toon Communicatiemiddelen, zegt zij afh rnirielt, en ais zodanig behoren "iassa"^k te zijn van hetgeen de Ml, verlangt. Welnu, wat de massa tVefj-m.bekend. Daarvoor behoeven den gin Eeen enquêtes meer te wor- aldn^e£iouden. Radio en televisie zijn, deze f jO0n Rammelt, de spelen van tot maar soms leiden zij helaas Mnst spelen met vuur. De massa lichtt°P radio en tv voornamelijk te bevr° Zeer lickte kost. Dat is wel Want n en' vindt de heer Rammelt. c°mDlivaarmate ket dagelijks leven ge- te aan °fc'er wordt, neemt de behoef - gen n °ntspannmg toe. In dat verlam- 'al do nr amusement en verstrooiing ^moetiUlStfraar en kijker dan ook te- ttiaag Sokomen dienen te worden, wop zekere hoogte. toomPmat,ewaarin de lichte kost 'omenteel is gedoseerd ten opzich te van de meer solide menu's, zou ongetwijfeld het afgrijzen wekken van pastoor Perquin, maar nu de al ledaagsheid van het medium eenmaal is bereikt, roept de publieke opinie steeds sterker om meer ontspannings programma's. Radio Veronica heeft naar die kreet geluisterd en brengt gehoorzaam de allerlichtste program ma's die maar denkbaar zijn. De gan se dag knetteren de gitaarakkoorden uit het station waar muziek in zit. Maar na twee, drie uur draaien zelfs tieners geeuwend de knop om. Is het recept dan niet goed? Een foto van Toon Rammelt, daterend uit zijn radiotijd. Hij is hier in gesprek met een collega (links) van het Amerikaanse radiostation N.B.C. om de sluimer van de luisteraar met wat lichte muziek te begeleiden en de televisie zich zou beperken tot vrij blijvend leunstoelvermaak, is dat een verloochening van de mogelijkheden en een tegengaan van de menselijke ontwikkeling. Maar cultuur is geen te genvoeter van ontspanning. Er zijn tal van situaties denkbaar, waarbij van ontspanning een beschavende Invloed uitgaat. In elk geval is het duidelijk, dat zó niet de toekomst van de radio kan zijn, en het is evenzeer duidelijk dat onze omroeporganisaties zich nog een andere taak stellen dan het ten ge hore brengen van eindeloze program ma's vol lichte muziek. Veronica heeft, trouwens niet zoveel luisteraars als sommigen ons willen doen geloven. Toon Rammelt: radio en televisie hebben en houden in de toekomst hun opvoedende taak. Ook voor volwasse nen? Toon Rammelt beantwoordt die vraag met overtuiging bevestigend, mits men „opvoeding" niet in de be dillerige zin van het woord wil ver staan. Met deze kwestie zit Toon Ram melt vast in het zadel van zijn stok paardje, dat hij ook zo gaarne heeft bereden in zijn twee brochures „Bin nen zonder kloppen" en „Open of toe gankelijk?" Radio en televisie dienen, zo zegt hij, om de cultuur, de beschaving, de ontwikkeling te bevorderen. Nu is cul tuur krachtens haar wezen een proces van voortdurende beweging. Cultuur staat nooit stil, maar is voortdurend op zoek naar verbetering, vervolma king. Cultuur is evolutie. Lieden die eigenlijk niets anders verlangen dan rust, betekenen een gevaar voor het culturele leven van de mens. Wan neer de radio zich zou vergenoegen Hoe groot voorstander van verbrei ding der cultuur, verheffing van de massa, ook, Toon Rammelt ziet niets in een derde radiopragramma a la de Engelse BBC. Naar deze zender, die de gehele dag in het teken van hoog cul tureel werk staat, luistert minder dan één procent van het Engelse radiopu- bliek. In kwantitatief opzicht richten de samenstellers der programma's zich dus praktisch tot een luchtledig en naar de overtuiging van de heer Ram melt moeten de Nederlandse omroep organisaties zich nimmer aan een der gelijk voorbeeld spiegelen. Het moet de luisteraar niet te gemakkelijk wor den gemaakt bij zijn keuze. Men kan ook heel goed een ogenschijnlijk heel gemakkelijk verteerbaar programma aanbieden, waarin toch een paar cul turele noten te kraken zijn. Met dat al ziet de heer Rammeit de causerieën-series, de lezingen, de lange forumgesprekken en andere taaie, langdurig de aandacht eisen de, kost geleidelijk uit het radiopro gramma verdwijnen. Het gesproken woord keert echter terug in de vorm van meer nieuwsuitzendingen, korte reportages, commentaren, dat alles verdeeld over de gehele dag en in begrijpelijke, voor ieder verstaan bare taal. In een recent radio-pro gramma via de KRO is trouwens ge wezen op Amerikaanse ervaringen met de luisterdichtheid. Nadat experimenten met louter lich te muziek de aftakeling in de interes se voor de radio eerder nog hadden versneld, schakelde de programmastaf over naar uitbreiding van de rubrie ken nieuws en Informatie. Het schot bleek in de roos. Men weet in het al gemeen wel, hoe het niét moet. Een Duitse radiodirecteur heeft eens ge zegd: breng 's morgens lichte muziek, daarna zware, vervolgens kamermu ziek en tenslotte sport, en je hebt te gen de avond geen luisteraar meer over. Dat mag waar zijn, mar dan wordt over het hoofd gezien, dat vele luisteraars hun toestel pas 's middags of 's avonds inschakelen, en dat zij uit de programmabladen bewust een keuze kunnen doen. De heer Rammelt ziet de belangstel ling voor de radio in ons land overi gens, ondanks alle verbeteringen in techniek (frequentie-modulatie die het mogelijk maakt op tal van golf lengten uit te zenden zonder andere stations te hinderen) en programma, in de toekomst verder afkalven, al zal het moment van opheffing nimmer aanbreken. De radio behoudt een be langrijke sociale functie in de maat schappij. Overdag zullen vrouw en kind hem hun oor lenen, de avnnd Is vor het gehele gezin. Het zaterdag morgenprogramma van de KRO „Djinn" noemt hij een goede menge ling van nieuws, actualiteit, commen taar en ontspaninng. Die kant zal het uitmoeten, wil de belangstelling voor de radio niet al te zeer dalen. Dan de televisie, de combinatie van woord en beeld. De meest opzienba rende ontwikkelingen zullen zich in déze sector voltrekken. Kleurentele visie is er één van. Die komt, onver mijdelijk. Kleurenprogramma's zijn ook op het zwart-witte scherm te ont vangen, dus de keus blijft aan het pu bliek. Dan zullen te eniger tijd buiten landse stations binnendringen op onze beeldbuis, en naarmate onze kennis van de moderne talen toeneemt, zullen wij met minder schroom afstemmen op een station van over de grens. Bussum zal dan voor de krachtmeting komen te staan om in kwaliteit te wedijveren met goed geoutilleerde, doorgaans over veel (soms uit de reclame geoogst) kapitaal beschikkende buitenlandse zenders. En het cal er dan op aan komen toch niet te verzaken aan de opdracht om onze beschaving te die nen en kritisch te begeleiden. Het beeld op de televisie staat nog in de kinderschoenen, zegt 'Soon Ram melt. We leven in dit opzicht volko men in een experimenteel stadium. Wanneer we de nieuwslezer de be richten van zijn papiertje zien afle zen, beseft iedereen, dat we daarvoor ons toestel niet hebben aangezet. Hoe het dan wel moet? Een oplossing is op dit moment waarschijnlijk nog niet te geven. We weten er nog te weinig van. We kennen de mogelijkheid van het beeld als uitdrukkingsmiddel onvol doende, aangezien de westerse cultuur voornamelijk een cultuur van het woord is, licht de heer Rammelt toe. Onze ontwikkeling anno 1965 danken we vrijwel uitsluitend aan het geschre ven en gesproken woord. We hebben nooit geleerd te denken in heelden. Bij oosterse volkeren, de Chinezen bijvoor beeld, is dat anders. Hun alfabet be staat uit beelden, bij ons zijn de let ters tekens van klanken. Welke bete kenis heeft het beeld voor de mense lijke intelligentie? Hoe groot is ons beeldend vermogen? Welke effecten zijn met het beeld te bereiken? Een uitgebreid terrein voor onderziek, want we weten er nog veel te weinig van om nu al verantwoord het medium televisie te kunnen hanteren. Het beeld heeft boven het woord het voordeel, dat het Internationaal verstaanbaar is, maar het is ook vluch tig, althans op het scherm. Vast staqt in elk geval, aldus de heer Rammelt, dat onze beeldbeschaving nog maar nauwelijks is begonnen en moeizaam op gang komt in een deel van de we reld, waar de cultuur van het woord nog allesbeheersend is. Welke ontwikkelingen de televisie, en daarmee de kijkers, in dit opzicht nog te wachten staat, is Uiteraard niet bij benadering te voorspellen. Maar dat men over een jaar of tien de nieuwslezer nog in het beeld krijgt, lijkt erg onwaarschijnlijk. Nog even over de financiële kant van de zaak. Toon Rammelt acht het dringend noodzakelijk, dat de luister en kijkgelden niet achterblijven bij de stormachtige ontwikkeling, die met name de televisie nog zal doormaken. Het is duidelijk, dat de enorme taak waar de Nederlandse zendgemachtig den voor staan, grote sommen geld gaat verslinden en al kunnen nieuwe bronnen worden aangeboord in de vorm van de budgetten die voor de reclame beschikbaar komen, dan zal het des te meer gewenst zijn het even wicht te bewaren tussen deze inkom sten en de bijdragen van de kijkers. Natuurlijk houd ik van je. Je denkt toch niet dat ik dit op zou eten als dat niet zo was?" et. iett> „Kun je voortaan niet wachten totdat ik geschoten heb?" „We moeten de schoorsteen toch echt eens laten nakijken, Hans. „Nu zie ik wat er op dit bord staat: kom niet te dicht bij de rand." „Wanneer houd je er eens mee op aan die knoppen te draaien, zodat alle vrouwen net zo dik lijktf als jij?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 25