1
H
SLUWE HENNIE en BRUTE WILLEM
BOEKENMARKT
Geen nieuw
stuk
na
succes
/.Duizend
Clowns"?
V
Duurste stct
speelt gratis
r
Michael Caine
Filosofie
Ballet
Spookachtig
Dan bent u
We vieren hef
ie hebt gelijk
Het spijt me.
PLUS
27 NOVEMBER 1965
PAGINA
2
RUIM drie jaar geleden begin de Amerikaan Herb Gardner een
ernstige misstap. Hij schreef een toneelstuk, dat een succes
werd. Het heette „A Thousand Clowns" en iedereen vond het
erg grappig. In Nederland is het-onder de titel ..Duizend clowns"
opgevoerd door Ensemble onder regie van Jan Retèl met Johnny
Kraaykamp in de hoofdrol. Gardner zelf had gedacht dat het een
mislukking zou worden. „Ik was van plan", bekende hij achteraf,
„het hele toneelschrijven er aan te geven. Ik had trouwens een
hele lijst van dingen, die ik er aan zou geven". Sindsdien zit hij
al drie jaar lang in een pijnlijke situatie. Iedereen verwacht name
lijk van hem, dat hij een tweede successtuk zal schrijven. Nu heeft
Gardner niets tegen het schrijven van een tweede successtuk, maar
hij heeft er helemaal geen ervaring mee. Hij heeft namelijk nog
nooit van zijn leven iets voor de tweede ml al gedaan.
Elizabeth Taylor, ie
duurste filmster ter we"
reld, heeft zich bereid ver
klaard voor niets mee te spel®11
in een door amateurs op te voe
ren toneelstuk. Het stuk,
Faustus" van Christopher ^ar
lowe, zal volgend jaar februari
In Oxford worden opgevoer
de
door een toneelgroep van
plaatselijke universiteit,
zal Helena van Troye uitbel
den, terwijl haar man, Ricbar
Burton, de titelrol zal spe^en'
Het leven voor de acteur Mi
chael Caine, die een vooraan
staande plaats inneemt tussen
de geheime agenten, waarmee
het filmdoek op het ogenblik
druk wordt bevolkt, is een snel
le weg, die in overdrive moet
worden bereden. Zo is het op
het ogenblik. De weg erheen
was tamelijk bochtig en smal.
De Royal of Dramatic Art zag
hij hoogstens als hij bovenop
een Londense bus van lijn 73
zat, waarvan de route langs dit
imponerende gebouw loopt. In
die tijd placht hij heel wat tijd
op bussen door te brengen, kij
kend naar de gebouwen en de
mensen, die hij passeerde, om
zijn honger te vergeten.
Maar als hij ooit gebrek aan
geld heeft gehad, dan was dat
niet omdat hem geen rollen
werden aangeboden. Het was
doodeenvoudig, omdat Micha
el Caine bijzonder kieskeurig
was ten aanzien van de rol
len, die hij speelde.
Hij wees een permanente rol
in de televisieserie „Z Cars"
van de hand, toen hij nog niet
genoeg klein geld in zijn zak had
om er mee te rammelen. „Ik
voelde", legt hij uit, „dat een
lange televisieserie voor een ac
teur de zekerste weg was naar
de vergetelheid".
In die dagen deelde hij een
flat met Terence Stamp. Thans
woont hij in „splendid isolation"
in de omgeving van Marble
Arch. In zijn „heilig afgezon
derde" huis hangen veertig
schilderijen aan de muren en
twintig kostuums in de kleer
kast, terwijl vijftig lichtblauwe
overhemden tussen de heer Cai
ne en een Chinese wasserij rou
leren.
„Maar ik heb slechts één
paar schoenen", zegt hij. „Ik
draag ze, tot ze van mijn voe
ten vallen en koop dan pas een
nieuw paar.
Toch is de rijkdom hem niet
naar het hoofd gestegen. De
schilderijen zijn een geldbeleg
ging. De kostuums zeshonderd
gulden per stuk zijn aftrek
baar van de belasting. Op zijn
schoenen is hij verbazingwek
kend zuinig.
Michael Caine houdt er een
levensfilosofie op na: „Het beste,
wat je kunt doen, als je rijk j
bent geworden, is weer arm
worden", zegt hij vol overtui- j
ging. „Ik bedoel, er gaan meer
rijke mensen failliet dan arme,
niet waar?"
Hij zal in de komende vijf ja-
ren vijfmaal de geheime agent
Harry Palmer voor de film spe-
len en hiervoor minstens het be- j
drag van f 2.500.000,- ontvangen.
Bovendien zullen er nog andere
rollen en inkomsten zijn. I
Zo is hij bijvoorbeeld Michael
Caine Productions Ltd., met j
twee scenarioschrijvers op de
salarislijst. „Wat heeft het voor J
zin, om de buit onder mijn ma-
tras te stoppen'", vraagt hij
zich af.
„Je kunt er beter mee gokken".
„Het is heel gek", gaat hij I
voort. „Zodra je een beetje sue-
ces hebt, zeggen de mensen te
gen je: „Zorg maar, dat je niet
verandert. Maar zij veran
deren wel. En dan beginnen zij
rond te vertellen: „Die ouwe
Mike Caine is helemaal veran
derd, na al zijn succes". Eigen
lijk wel droevig, hè?"
prijs? en
HERB GARDNER
doet niets twee keer
Toen hij twintig jaar oud was, be-
fon hij met een tekenstrip, „The Neb-
ishes" genaamd. Het werd onmiddel
lijk een succes. Dus hield hij er mee
op en sindsdien heeft hij nooit meer
een stripverhaal getekend.
Op zijn eenentwintigste, schreef hij
een kort verhaal, dat in een nationa
le bloemlezing terechtkwam. Het ver
haal was slechts zes pagina's lang,
maar de critici vonden, dat het zeer
grote beloften inhield. Een jaar lang
werd hij op uitgebreide lunches geïn
viteerd door uitgevers, die wilden, dat
hij een tweede verhaal zou schrijven.
Hij was echter bang, dat als hij ooit
een nieuw verhaal zou schrijven, de
uitgevers hem niet meer uit lunchen
zouden nemen. Dus heeft hij nooit een
tweede verhaal geschreven.
Drieentwintig jaar oud, schreef hij
een roman over een man, die een
komisch stripverhaal tekende. Deze
roman was zijn enige mislukking. Hij
schreef nooit een tweede.
Toen hij zevenentwintig was. kwam
zijn eerste toneelstuk en in de drie
jaar sinds „Duizend Clowns" in pre
mière ging, is hij bezig geweest, het
schrijven van een tweede stuk te ver
mijden.
„Het niet-schrijven van een tweede
toneelstuk is een kunst op zichzelf",
zegt Gardner. „Er zijn grote voorde-
len verbonden aan de status van werk
loos schrijver. Je hoeft bijvoorbeeld
niet in de rij te staan voor een werk
loosheidsuitkering. Dat moest ik wél,
toen ik werkloos tekenaar was".
Herb Gardner is er zich volkomen
van bewust, dat andere toneelschrij
vers intussen voortdurend toneelstuk
ken hebben geschreven, maar hij is
vjn mening, dat iedere kunstenaar
zijn eigen manier van werken moet
hebben.
„Albee en Neil Simon hebben, zover
ik weet, minstens zes en dertig stuk
ken geschreven, sinds het mijne uit
kwam", gaat hij voort. „Maar ik heb
iests gevonden om daar overheen te
komen. Ik benijd hen. Jaloezie is ech
ter slechts een tijdelijk gevoelen. In
1966. als ik mijn vierde jaar van het
niet-schrijven van een stuk inga. be
gin ik aan een nieuwe fase: Bitter
heid. „Tiny Alice, bijvoorbeeld. is
rechtstreeks van mij gestolen. Ik heb
indertijd een paar aantekeningen op
het strand van Fire Ireland laten lig
gen en Albee heeft ze gevonden. Ver
der heb ik een tweede idee gehad, dat
zelfs nog beter was dan het eerste.
Het ging over een Franse planter en
een verpleegster van de marine, die
samen een verrukkelijke avond door
brengen. Dat hebben ze óók van me
gestolen".
Gardner moet heel hard werken om
geen tweede toneelstuk te hoeven
schrijven. Hij heeft er bijvoorbeeld
een jaar over gedaan om naar zijn
eerste toneelstuk een filmscenario te
maken. Maar het meeste heeft hij zich
beziggehouden met buitenlandse pro-
dukties van zijn stuk. Er zijn meer
dan twintig buitenlandse produkties
van ,,A Thousand Clowns" gemaakt
en Gardner is daarbij steeds als ad
viseur opgetreden. De versies, die er
in Londen en Parijs van werden ge
maakt, waren zo belangrijk voor zijn
carrière, dat hij persoonlijk naar Lon
den en Parijs moest om er te gaan
assisteren.
„Mijn vrouw werkt ook", zegt hij.
„Ze zit in ..Ben Franklin in Paris" en
ze gaat iedere dag naar haar werk.
Ze toont veel begrip voor mijn moei
lijkheden. Pas het laatste jaar heeft
ze van me gezegd, dat ik een klap
loper ben. Ik probeerde haar er op te
wijzen, dat Tostoi, óók zijn moeilijke
jaren heeft gehad, maar dat kon ze
niet begrijpen".
Gardner neemt het hoogst kwalijk,
als iemand beweert, dat hij zijn tijd
verspilt. Hij heeft een massa ervan
nodig om te denken en te medite
ren. „Mensen, die me 's middags in
een café zien zitten, moeten goed be
grijpen. dat ik daar niet voor mijn
plezier zit. Ik mediteer en ik denk
na".
Hij is bang, dat hij spoedig hele
maal niets meer kan doen met „A
Thousand Clowns". „Ik heb er over
gedacht om zinnen er uit te laten
drukken en die bii bonbons te laten
verpakken", zegt hij.
Intussen begint dé tijd te dringen,
want het zal niet meer zo heel lang
duren, of de filmversie van het stuk
zal overal in vertoning komen. Eigen
lijk heeft hij een nieuw toneelstuk in
voorbereiding, maar hij durft het niet
toe te geven, omdat dat misschien af
breuk zou doen aan zijn „image". In
tussen zal er wel niets anders Voor
hem opzitten dan er me edoor te gaan.
..Maar misstfoiep",. er klinkt weer wat
hoop uit ziin stem. „komt er van ,.A
Thousand Clowns" nog een Egypti
sche of Pakistaanse produktie en dan
zal ik toch eerst nog naar Cairo of
Rawalpindi moet".
Mmmm
Michael Caine (vijf jaar „geheim agent") met Alexandra Bastedo in zijn woning nabij de Londense
Marble Arch.
T \i
Johnny Kraaykamp, hier met Marja Habraken, speelde de hoofdrol in de
Nederlandse versie van „A Thousand Clowns".
„ET is gek, hoe vlug ie aan
geld gewend raakt. Je gaat
op stap en koopt een schil
derij voor vijfduizend gulden, of
het een zakje patat is. Je pro
beert te doen, of het iets dood
gewoons is. Maar als je thuis
komt, ontdek je, dat je overhemd
kletsnat is en overal „aan je rug
vastplakt". De kunstverzame
laar met het natte hemd, die
hier het woord voert met Mauri
ce Micklewhite van de Old Kent
Road in Londen, zoon van een
visdrager en een schoonmaak
ster. Maar sinds „The Ipcress
File" is hij heel wat beter be
kend als Michael Caine, de ac
teur. die de rol speelt van Harry
Palmer, de James Bond, die bé
ter kan omgaan met een kook
boek dan met een revolver en
gemakkelijker met ongedekte
chèques dan met spionnen.
Waarschijnlijk omdat het voor
deel groter en het risico kleiner
is.
Maar lang duurt die droefheid niet.
Michael Caine weet, dat de toekomst
even rooskleurig is als het avond
rood na een mooie dag. „Ik was een
beetje ongerust, nadat we met „Ip
cress" klaargekomen waren. Ik wist,
dat het mijn grote kans was en ik
was doodsbang, dat ik hem misschien
zou hebben verknoeid. Dus pakte ik
mijn koffers en ging er zes weken
vandoor naar New York, Miami en
Nassau. Een paar jaar geleden zou
het een week naar Southend zijn ge
weest. Ik bedoel, het kan niet mis
gaan, is het niet?"
Inderdaad, het kan niet misgaan zo
lang er een hoogconjuctuur in gehei
me (Film) agenten is.
GOIJD nieuws voor de balletlief-
hebbers.
Vijf dagen lang zijn Margot
Fonteyn en Rudolf Nureyev in de
Britse Pinewood-studio's opgetreden
voor de kleurenfilm „Romeo and Ju
liet", die wordt gemaakt van bet Ro
yal Ballet. De film. de derde volgens
het gemeenschappelijke financierings
schema van de National Film in'
ce Corporation en de Rank-organi
tie, wordt geproduceerd en geregi -
seerd door dr. Paul Czinner, diefe®j
„The Bolshoi Ballet", „The R°>*'
Ballet" en de in Salzburg verfilm"
opera „De Rosenkavalier" op zij
naam heeft staan.
In de Pinewood was een special®
dansvloer geconstrueerd. Verder wa
alles décors, kostuums, solisten,
corps de ballet en technici vaa
het Covent Garden Opera House naar
Pinewood overgebracht.
„Ik ben van plan", aldus Czinner.
de „Romeo and Juliet" van het
Ballet, die in (Engeland en Amerika
geweldig succes heeft gehad en di®
het Royal Ballet naar mijn smaak
tot het grootste balletgezelschap t®r
wereld heeft gemaakt, op de fin11
vast te leggen. Wat de bioscoopbe
zoekers te zien krijgen, is zuiver d®
Covent Garden-produktie".
Dr. Czinner gaat deze film maken,
„omdat het een prachtig verhaal is.
gedanst door de boeiendste dansers
ter wereld en omdat ik geloof, dat
het grote vreugde en genoegen zal
schenken aan de miljoenen, die an
ders nimmer in de gelegenheid zou
den zijn het te zien".
Hoe dr. Cxinner er in is geslaagd
om in vijf dagen een film op te ne
men, waarover men normaal twee tot
drie maanden doet? Hij heeft gebruik
gemaakt van acht camera's tegelijk»
die op verschillende punten in de Pi
newood-studio's stonden opgesteld-
Daarbij heeft hij ongeveer 40.000 me
ter kleurenfilm opgenomen. Thans >s
hij bezig met het snijden en monte
ren van de film, een karwei, dat ver
scheidene maanden zal duren.
Evenals deze heeft de Geschieden!'
der Machine echter het bezwaar in
tekst te beknopt te zijn. Door het kl®!j
ne aantal tekstpagina's kon dat m°el'
lijk anders, gezien de uitgebreidheid va"
het onderwerp, maar jammer is
Nu wordt zeer globaal de ontwikk®*
ling geschetst van het werktuig, van3'
de slaven in de oude tijden tot aan
toepassingen der kernenergie. Het
voornamelijk een opsomming van
men plus bijbehorende jaartallen en ui1"
vindingen, leesbaarder gemaakt door ee,_
dieperingaan op vinding, vinder en om
wikkeling. Dit laatste kreeg in dit deelw
een ruimere kans dan in enkele voor
gaande.
De Nederlandse bewerking van B®'
bert Soulards werk werd weer verzorg
door drs, J. G. M. Wellen en P. G.
Wellen. Leeuwenberg.
J. H»
(Geschiedenis der machine, do°T
Robert Soulard. Uit de serie „Ken11
en vernuft" van uitgeverij Scheitelrt®
en Holkema, Amsterdam. Prijs VU.
deel 12,50 gulden, losse delen 14*
gulden).
ONLANGS verscheen de tweede druk
van vijf deeltjes der pocketserie
Meesters der vertelkunst, van de
uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam. De
serie bestaat in totaal uit twintig afle
veringen. Het zijn verzamelingen van
korte verhalen, vaak juwelen van ver
halen, waar men steeds naar blijft grij
pen. Van de ons toegezonden Hebreeuw
se, Braziliaanse. Zweedse, Italiaanse en
Engelse Vertelkunst bevielen de eer
ste en de laatste ons het best.
(Meesters der Vertelkunst. Uitgeve
rij Meulenhoff, Amsterdam. Prijs
per deeltje f 2,90)
DE deeltjes uit de boekenserie Ken
nis en Vernuft hebben terecht de
reputatie uitstekend verzorgd te
zijn. Deel elf, Geschiedenis der Machi
ne, toont ook weer een reeks bijzonder
fraaie afbeeldingen en handhaaft wat
het aanzien betreft het niveau van de
voorgaande boekjes.
HET huls lag half verscholen ach
ter het zacht op en neer deinen
de silhouet van het gebladerte.
Uit één van de vierkante raampjes
stroomde een karige straal geel licht,
dat het bladerdek bij iedere opwaart
se deining even trof en het huis een
grillig aanzien verleende.
De man had het opeens zien liggen.
Eerst was hij geschrokken, daarna
aangenaam verrast- Met vinnige pas
sen liep hij, de takken en twijgen die
venijnig in zijn gezicht zwiepten van
zich afhoudend, op het huis toe. De
gele plek licht trok hem het eerst.
Door het vettige raampje bestudeerde
hij een paar seconden het sobere
beeld dat het interieur opleverde:
een houten tafel, een paar stoelen en
een aantal kris-kras door het gehele
vertrek verspreide tijdschriften. De
man aarzelde even, keek nog eens
naar het doodse interieur en tikte met
de knokken van zijn vingers ingehou
den op de ruit. Even scheen het dat
de reactie uit zou blijven, doch een
licht gestommel in het inwendige van
het huis bewees dat zijn kloppen ge
hoor had gevonden. Hij zag een don
kere gestalte voor het licht langs-
schuiven. Hoorde het knarsende ont
sluiten van een grendel en daarna het
gekreun van de deur. die geopend
werd. De man liep met twee stappen
naar de deur en zag dat hij slechts
voor een flinke handbreedte geopend
was. Hij duwde de deur verder open.
In het gele licht dat nu ook uit de
deuropening begon te stromen, teken
de zich een traag bewegend fors man
nenlichaam af. De beide mannen na
men elkaar een tijdlang zwijgend op,
het was alsof ze elkanders krachten
maten. Het was de stilte, die de drei
ging vertaalde. De man in de deur
opening sprak het eerst. Zijn spreken
was geen ontlading van een vijandige
atmosfeer, eerder het tegendeel. „Wat
wilt u van mij?!" Het klonk snau
wend. ,,We zoeken tevergeefs naar
een pad dat naar de verharde auto
weg leidt." antwoordde de aangespro
kene. ,,Wie zijn we?" snauwde de
man weer- „Mijn vriend, die in de
auto wacht en ik. We zijn al viermaal
op hetzelfde zandpad uitgekomen.
Kunt u ons helpen?"
De ander aarzelde duidelijk, toen
kwam er iets van trots in zijn houding
Ik ken hier in een straal van tien ki
lometer. ieder dennetakje, ieder
boomstronkje. Aan het schors van een
boom kan ik zien waar ik mij in het
bos bevind. Ik kan u dus vertellen
hoe u dient te rijden, om met- een mi-
Cuut of tien in een dorp te zijn. Hoe-
Wrel dit niet simpel is. Komt u binnen,
ik zal het u uittekenen."
Het was nu de man bulten die aar
zelfde. Het viel hem nu nog meer op
dan voorheen dat de vreemde be
woner een kolossale kerel was. „Er
zal u niets gebeuren, als u daartoe
geen aanleiding geeft," zei de ander
zijn twijfel bemerkende.
Schoorvoetend volgde de man de
bewoner tot in het hart van het huis
Hij zag nu dat het gehele huis uit na
genoeg één vertrek bestond. Aan een
balk. waar het dak op rustte, hing
zachtjes rondwentelend de antieke ko
peren olielamp, die door zijn matte
gele stralen het huis van buiten uit
gezien, zo spookachtig maakte. De
man zag nu ook, wat hij bij de eerste
inspectie door het raam had kunnen
waarnemen; een veldbed en daarop
een stapel kranten. Verder in de
hoek nog meer kranten en tijdschrif
ten. ,,U moet een verwoed krantele
zer zijn," zei de man- Zijn stem klonk
hol en verraadde angst.
„Ik verzamel kranteberichten. niet
alle berichten natuurlijk. Alleen die
berichten die mijn speciale belangstel
ling opwekken. Ik knip de berichten
uit en plak ze in mijn plakboek. Ik
heb al zes van die boeken, weet u??"
De groten nam de kleine man snel van
top tot- teen op. Hij begon zelfverze
kerd te lachen. „Ik ben erg ijdel. dat
is mijn fout. Maar ik geloof dat u
kunt zwijgen, als IK HÉT VRAAG.
„Kijk", zei hij terwijl hij een dik
rechthoekig boek van de stoel pakte,
„hier is zo'n plakboek."
Hij bladerde willekeurig een paar
bladzijden door. Op de pagina die
bleef rust-en. zag de man keurig uitge
knipte berichten. Sommigen waren
voorzien van één of meer foto's.
Op de afstand waar hij stond was de
teks-t van de kolommen niet te lezen,
doch de schreeuwend grote koppen
overduidelijk: Onvindbare Brute
Willem weer act-ief Brute Willem
sloeg weer toe Nog geen enkel
spoor van Brute Willem Brute Wil
lem verhoogt activiteit.
„Kijk nu eens naar de foto's", zei
de man met een naïef lachje, het
plakboek in de richting van de ander
duwend. ..Dat bent. dat is.u bent
brute Willem", stotterde de kleine.
Brute Willem scheen de verbazing
van de ander amusant te vinden.
„Hier is nog een geïllustreerd blad,
dat moet ik nog inplakken. Er is zo
veel werk. ik ben erg populair. Xe
hebben er al mijn strafbare feiten in
gepubliceerd. Drie volle bladzijden
hadden ze er voor nodig. Hij had het
blad opengeslagen en wees met zijn
dikke vinger naar een kop die meld
de: Totaal aantal strafbare feiten 219
„Tweehonderd en negentien strafba
re feiten," lachte brute Willem, „weet
u wat dat zeggen wil? Dat betekent
dat ik op de tweede plaats sta. Eén
is sluwe Hennie. die heeft er tweehon
derd en zevenenvijftig. Maar ik haal
hem in, dat is zeker", zei brute Wil
lem "el. Ieder strafbaar feit is mijn!
Ik doe alle moeite hem van de kop te
verdringen, alles pik ik mee!"
De kleine man lachte mild. „U bent-
inderdaad erg ijdel," zei hij slechts-
„Maar nu is denkelijk de verbazing
aan uw zijde." Het pakte zijn porte
feuille en trok er een paar verkreu
kelde kranteknipsels uit. Hier lees dat
eens. collega." Brute Willem pakte
verwonderd de knipsels aan. Vette
koppen dwongen hem onmiddellijk te
lezen: Sluwe Hennie weer uitgebro
ken Sluwe Hennie laat twaalf poli
tiemensen op de uitkijk staan en slaat
ergens anders zijn slag Sluwe Hen
nie de intelligentste zware-jongen al
ler tijden. ,.En kijk nu eens naar de
foto's. Wie herken je er uit?" Brute
Willem's mond zakte scheef. „Dat.
bent u." „Precies, dat ben ik. Mag
ik mij officieel voorstellen? Ik ben
sluwe Hennie". „Onvoorstelbaar"
stotterde brute Willem, „onvoorstel
baar."
„We moeten het vieren", zei sluwe
Hennie. „Dat moe-ten we doen", be
aamde brute Willem. „Er is nog één
ding dat gezegd moet worden," be
dacht Willem zich ineens. „Als jij slu
we Hennie niet blijkt t-e zijn en dit is
een list, dan begrijp je wel wat er met
je zal gebeuren!" Hij maakte daarbij
een vegend gebaar langs zijn hals.
..Je weet hoe brute Willem met sme
rissen omgaat, die een geintje met
hem willem uithalen." Sluwe Hennie
stopte langzaam zijn handen in z'n
zakken- „Waar heeft Hennie naam
mee gemaakt?" vroeg hij ironisch.
„Met rollen natuurlijk," antwoordde
Willem. „Juist", zei Hennie. „alsje
blieft, wie kan dit alleen?" Hij over
handigde de verbouwereerde Willem
zijn polshorloge, een portefeuille, een
zakkammetje en een zakagenda.
„Mooi en kijk nu eens in de agenda,
op de dag van vandaag." De
meestertruc", hijgde Willem, „de
handtekening van de meester zelf."
„Nog twijfel?" vroeg Hennie.
„Geen spoortje", antwoordde Willijm.
TOEVALLIG heb ik van die
kraak van verleden week een
paar flessen meegenomen, ze
stonden er toch," gromde Willem.
„Ik dacht- nog, je weet nooit waar het
goed voor is. Nou weet ik het. Met
een plop trok hij de kurk uit de haLs
van een fles. „Hier!, die is voor jou,
Hennie." Sluwe Hennie haalde ver
acht zijn neus op. „Je kent me nog
niet Willem, anders had je geweten
dat ik naast sluwigheid, ook manieren
bezit. Ik verfoei die brute manieren
Van je." „Ik drink altijd uit de hals
zei Willem. Z'n stem klonk geïrri
teerd- ..En ik drink altijd uit een fat
soenlijk glas", weerlegde Hennie
koel. „Je bent te bruut in je manie
ven. Willem. Je bent dat- ook in je
werk, je zult op deze manier altijd in
mijn schaduw blijven werken. Brute
kracht is niet voldoende voor de top,
intellect en goede manieren, dat is
een eerste eis!" Brute Willem keek
zijn collega met een vreemde blik
aan. „Meen je dat nou?" zei hij ten
slotte. „Ik zal je een voorbeeld ge
ven," zei Hénnie. „Stel je voor, je ont
moet ergens een pief die een paar
bankjes op zak heeft, wat doe je
dan?" Willem grijnsde een beetje.
„Die worden van Willem". „Ak
koord, maar hoe?" ..Nou gewoon hè.
m'n gespecialiseerde dreun."
„Dacht ik het niet. meneer gebruikt
zijn gespecialiseerde dreun. Begrijp
je dan niet, dat iedere smeris weet
dat dit werk van brute Willem is?"
Maar nu de „methode sluwe Hennie"
Ik neem m'n hoed af en vraag een
vuurtje voor m'n sigaret. Ik krijg
dat en ben klaar. Het enige wat de
man later op het bureau kan zeggen
is dat een uiterst correcte heer om
een vuurtje vroeg. Dat is voor de wet
niet strafbaar en niet bewijzend. Je
ziet, ik heb weer een strafbaar feit
gepleegd, zonder bewijsmateriaal. En
meneer hier, zit met z'n gespeciali
seerde dreun"
Brute Willem staarde strak voor
zich uit. Uiteindelijk zei hij, „je hebt
gelijk Hennie. Ik zal altijd in je scha
duw blijven werken. Ik zal je nooit
met strafbare feiten kunnen passe
ren". Hennie nam hem medelijdend
op, „Kom kerel, zo erg is het- nu ook
weer niet. Misschien kan ik je metho-
de's bijschaven. Ik zou je een paar al
gemene richtlijnen kunnen geven. 1-a-
ten we nu die borrel van ons eens ne
men. Jij gebruikt je handen en pakt
een fles. Ik gebruik mijn vingers en
pak een glas. Ik blijf heer en toch mis
ik m'n borreltje niet. Voel je hem,
hier ligt al de kern van ons verschil,
op dat punt- ben ik al superieur." Bru-
ik kan je niet laten gaan
te Willem keek verslagen naar de
punten van zijn schoenen. „Je hebt
weer gelijk", gaf hij toe. „Meen je
dat echt?" vroeg Hennie. „Wis en
waarachtig", knorde Willem. Dan is
er inderdaad nog iets aan je te veran
deren, als je dat inziet", meende Hen
nie- .,Ik wil je helpen, maar niet
hier met de fles op tafel. Ergens an
ders, in zo'n gezellige dorpsgelagka
mer waar ze een behoorlijk stel gla
zen hebben. Weet jij er één hier in d»
huurt?"
„Allicht," zei Willem, „ik weet hier
alles." „Ga dan mee in mijn wagen",
stelde Hennie voor. .,Een aantrekke
lijk idee", vond brute Willem. „Is die
vriend van je in de wagen betrouw
baar?" „Als Hennie zelf." ,,Okay".
Brute Willem keek naar de tengere
figuur die voor hem zich een weg
door de struiken baande. De man met
de meest gepleegde strafbare feiten.
Dat kereltje was zijn superieur, zijn
voorbeeld. Nooit zou hij hem kun
nen evenaren, laat staan overtreffen.
„Hennie!" riep hij, „luister eens.
Hij legde zijn zware hand op Hennie's
schouder.
„Je weet", zei brute Willem njoei-
zaam naar woorden zoekend, „dat
jongens van ons sooirt slag elkaar
nooit één stro breed in de weg zullen
leggen, als het niet nodig Is. Maar
Hennie, het is nódig. Ik kan je niet la
ten gaan. Je mag geen punten meer
scoren- Ik wil nummer één worden,
en dat ook blijven. Werkelijk, het
spijt me geweldig Hennie. Ik zal er
voor zorgen dat je een prima begra
fenis krijgt als jongens van ons slag
waardig, dat beloof ik je, echt.
„Werkelijk, het spijt me echt", zei
Willem nog een paar keer terwijl zijn
greep om Hennies keel steeds vaster
werd.
Hennie slikte een paar keer diep in
zijn keel, toen werd het zwart en rus
tig.
Toen de man In de auto niet de be
kende kleine, doch grote figuur zag
aankomen gaf hij vol gas. Uit het
dashboard trok hij snel een telefoon
hoorn.
„Commissaris... commissaris, ik
geloof dat er iets is misgegaan", riep
hij in paniek.
Uit de metalen luidsprekerkast
kwam de stem van de commissaris.
Droog en ongeëmotioneerd.
.,Dat dacht ik wel. Ik was er al bang
voor. Ze zijn nauwelijks een jaar in
je dienst of ze denken al dat ze de
meesterdetective zelf zijn. Die jongen
heeft zich blind gestaard op die zak-
agendatruc-
„Nee", verzuchtte de commissaris,
„brute Willem is veel te link om daar
in te lopen. Dat wordt dus weer een
begrafenis met politie-eer".
HANS L. KOEKOEK.
AN de uitgeverij Manteau versch*eJ
onlangs een aantal Marnixpock®
van Vlaamse schrijvers.
DE PAARDEVLEESETERS bev»
drie verhalen en een hoorspel do°
Ward Ruyslinck. Van de drie verhal®
is het eerste het langste en het hes'
een vlot, spottend, en lichtvoetig stuKL
over een gezin dat paardevlees m°
eten om in een monsterlijk (vinden
buren) en duur huis te kunnen wone"'
De buren worden tenslotte zelf be-wone®
an »t huis en moeten ook aan het Paa
devlese.
„Mère terrible" is een gebeurtenis 1
een tandartswachtkamer, gebracht JJ.
de luchtigheid van een krantecursi®
schrijver.
half'
Het hoorspel (oude Jood en jonge naj;
bloed in denkbeeldig niemandsland tu
sen westelijke en oostelijke legers, do
beide zijden verstoten) en het la-a'j-
verhaal ademen een triester sfeer, gaa
meer de richting uit van:
DE MADONNA MET DE BUIL-
eerder verschenen bundel van W8
Ruyslinck, waarvan nu de derde dru
sinds 1959 het licht heeft gezien. Zes ye
halen zijn er in verzameld, zeer boe
de, waarmee hij indertijd naam maa,,.
te als schrijver. De inhoud van de P'jer
we bundel Paardevleeseters is min0
sterk dan de verzameling onder de
De Madonna met de buil.
Overigens kan men zich Mvrsge
waarom De Paardevleeseters als ST
pocket is uitgebracht en daa^°ei
twee gulden meer kost -—Door y
wit op de pagina's en een groot l®Y~te
type is wel het formaat van een g' "je
pocket verkregen, maar als men
methode ook bij De Madonna
buil had toegepast- zou deze de dubige.
omvang van de Paardevleeseters s
kregen hebben. Nu kost de Ma'Uarel
slechts een rijksdaalder en biedt zow f
kwalitatief als kwantitatief meer. vjgrjj
welke maatstaven gaat een uitge
te werk bij het bepalen van formaat
(De Paardevleeseters (f 4,50)
De Madonna met de buil (f 2^0)^
Ward Ruyslinck. Uitgeverij Mnnte
Brussel, Den Haag)
HET leven dat wij droomden .Xfer
Maurice Roelants. De sen
zelf verklaart op de omslag- "dat
doet zich het eigenaardige feit v,0°oende
mijn roman een in hoge cijfers i°v^ge.
belangstelling geniet." Maurice geVen.
lants kan er geen verklaring voor® 0f
Feit is dat het verhaal prettig br'uik
dat nu komt door het mooie iaB,pJLe in
ofwel door het romantisch rea L da1
het- verhaal van het meisje mary^eden
door liefde en leven in moeihP^eIlUjt
komt, maar zich er dapper
vecht- Nergens is er sprake van een
moment.
C"' «-
A- d®
Matt'
(Het leven dat wij droomden, ati,
rice Roelants. Uitgeverij M<t
f 2,50)