staat stil in „straat die de rechte heet Helmlamp voor Britse politie -IN HET- -KORT- Russische taxi's Prinsessen vinden partners" Produktie Goodyear Benelux al opgevoerd tot 10.000 per dag Bazars Damascus in twintig eeuwen niet veranderd Pech onderweg op tv-scherm Martelkamers" Testbaan Nu ook bestelwagen van Hillman Imp RECHTS UITSTAPPEN Acteurs Geen diefstal Stijgende vraag Loven en bieden 11 DECEMBER 1965 PAGINA 5 De geautomatiseerde bandenpersen zijn doorlopend „aan de leg" en deponeren hun produkten op een lopende band. (Door VIC SNIKKERS) lke nieuwe auto die er op I de iveg komt, vraagt vijf nieuwe bandecu ,Mèt de automobielfabrieken werken daarom in deze dagen óók de bandenfabrieken hard (en ge automatiseerd), om aan de „hon ger" van de motoriserende Euro pese landen te kunnen voldoen. Molen uit de „martel-kamer": om de sterkte en de aanhech ting tussen karkas en loopvlak te bepalen, wordt dit grote test- wiel gebruikt, waarmee een snelheid tot 320 kilometer per uur kan worden bereikt. n Op de eigen testbaan in Colmar- Berg worden de banden beproefd: een aan een centrale spil beves tigde kabel voorkomt, dat de voorwielen eerder gaan slippen dan de achterwielen. IN de winkeltjes van Damas cus gaat 't nog altijd meer i om de handel zelf dan om artikel. Moderne koopwaar °jdt er verkocht volgens de e methoden. Het is maar ?en stap van de hete, geasfal- rde straten naar de koele overdekte „straat, die de rechte Jeet". Het is maar één stap van e twintigste eeuw naar de tij- 611 van Jezus Christus. Door de- Ze straat ging Ananias, tot wie de Heer zei: „Sta op, ga naar de straat, die de rechte heet en vraag in het huis van Judas naar Saulus van Tarsus." De straat, die de rechte heette, was in de Romeinse tijd een wijdse avenue van zeker dertig meter breed. Nu is het een smalle, bochtige steeg van nog geen tien meter. Het westelijke gedeelte telt nog ongeveer vijfhonderd winkels. Textiel, levensmiddelen, koper mozaïek en brokaat, het heeft er allemaal zijn eigen afdeling. Parallel aan de straat, die de rechte heet, loopt de Suq al Ha- midiyah, naar de Turkse sultan Abd al-Hamid genoemd, met meer dan 700 winkels. Rond de ze twee hoofdstraten en inge perkt door de muren van de oude stad is er nog een klein do zijn andere suqs (markten) die ieder hun eigen specialiteit heb ben: zadels hoofdtooien, tabak I I I I \9 Ook op andere punten leven de oude praktijken nog voort in het Midden-Oosten. Er wordt bijvoor beeld geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen de makers en de Verkopers van een bepaald produkt. Vaak wordt het verkocht door de- geen, die het ook gemaakt heeft en hij kent beter dan welke ver koper in het westen de werkelijke gaarde van zijn artikel. Misschien bgt het daaraan, dat er in het oos ten ook zo uitgebreid geloofd, ge boden en afgedongen moet worden, voor de koop werkelijk wordt ge sloten. Meestal gaat het als volgt. „Dat manuscript daar ziet er V>el interessant uit. Mag ik h et even zien?" „Natuurlijk. Welke bedoelt u? De rot daar van Mustafa III of die copie uit de vijftiende eeuw van het ai-Mutanabbi gedicht „De rol natuurlijk. Dat andere interesseert me niet. Hoeveel kost het?" De eigenaar stoft met veel ver toon een stoel af en schuift hem een centimeter dichter naar zijn lessenaar toe. Dan bestelt hij kof fie. „Die rol dus, meneer. Het is een meesterstuk van calligrafie en vol strekt enig in zijn soort. Maar ik heb er lang genoeg tegenaan geke ken. Voor een scherpzinnig man Zoals u moge God u behoeden ben ik bereid het af te staan togen de belachelijke prijs van la ten we zeggen 250 syrische pon den." De klant lacht zachtjes. Pre- eies zoals u zegt, belachelijk. Mijn heef, die toevallig een goede vriend is van uw neef Abo Talib, heeft hie al gewaarschuwd voor uw ge voel voor humor. Ik dacht een ogen blik werkelijk, dat u het over die fol had, maar het gaat natuurlijk °m dat gedicht." „Ach, ik wilde wel, dat het ge dicht zo goedkoop was," zegt de olgenaar verontschuldigend, „maar de prijs is toch altijd nog heel re delijk. 475 pond en 450 pond voor *en vriend van de tweede zoon van *hijn zuster." De koffie komt en het gesprek raakt op zijwegen. Men praat over familie, vrienden, politiek, school tijd, veranderingen in de stad en inflatie. Daarna begint het beleef de dingen en afdingen opnieuw» „Toen we hier in 1951 begonnen", zegt (Ie directeur van Goodyear Bene lux in Colmar-Berg, in Luxemburg. „maakten we 480 autobanden per dag. Nu produceren we er tienduizend per dag. En nóg kan de fabriek niet aan de vraag voldoen." Meer plastisch dan plechtig gezegd: Europa „vreet" autooanden. Het zijn de schoenzolen van de moderne, mobie le man. Ze zijn afkomstig van enorme persen, die van lappen rubber onder hoge druk en temperatuur een band scheppen. In Colmar-Berg, van waaruit Duits land en de Benelux door Goodyear worden bevoorraad (Engeland en Frank rijk hebben eigen fabrieken) staan veie tientallen geheel automatische banden persen in lange rijen, met de achter zijde naar een lopende band. Onafge broken zjjn deze machines „aan de leg". Ze deponeren hun produkten voorzichtig op rollen en vandaar glij den de banden verder naar de enorme opslagplaatsen. Het „voedsel" komt uit andere eveneens geautomatiseer de machines, die de ruwe rubber wal sen en de zo ontstane laag samen brengen met het weefsel, dat de bo dy van de band gaat vormen. In to taal maken 230 mensen (van elf ver schillende nationaliteiten) die tiendui zend banden per dag. Dertig van hen z(jn Nederlander. Het testen van de banden behoort in Colmar-Berg tot de meest fascinerende taak van het be drijf. Er zijn „martelkamers" ingericht, waar bij hoge temperatuur de banden aan allerlei folteringen wor den blootgesteld. Dag en nacht razen hier de hete-luchtblazers en de ma chines, terwijl de banden worden stuk- gebeukt, onder de kille controle van elders opgestelde meters en scherpe pennetjes, die in rode inkt de banden- pijn haarfijn op grafieken registreren. Bij welke snelheid gaat een band aan flarden? De beul grijnst. Hij zet het grote vliegwiel aan, dat niet een ruw oppervlak de kleine hand tot snel heid brengen zal. Een oorverdovend lawaai: 150 kilometer per uur. De band geeft nog geen krimp. Dan: 200 kilometer per uur. Lampen belichten de razendsnel voortwentelende band in flitsen van een-tweeduizendste secon de. Het is nu juist alsof de band vol komen stil staat. Elke vervorming is zo uiterst scherp waarneembaar. De toeschouwer krijgt de indruk, dat hij de duidelijk stilstaande band met de vinger zou kunnen aanraken. Niet doen. Het gezichtsbedrog is bijna ang- ,stig: 300 kilometer per uur, meldt 'de teller. Het loopvlak begint nu los te laten. Dikke pakken rubber vliegen tegen de ramen. Dat Is dus de kri tische grens voor deze band. Neen hij springt niet. „Dat is het grote misverstand", zeggen de experts. „Ook zónder loopvlak kan je er nog mee thuiskomen. Schrik er dus niet van, als het er af loopt". De ma chine raast uit. Nieuwe band. Want de testmachines werken hier zes t malen per week zonder ophouden. Op de testbaan buiten, gaan de chauffeurs aan het werk. Ze hebben twintig auto's. Mat wa gens, die z(jn vastgebonden aan •en paal in het midden van de cirkel vormige baai, draaien ze hun rond jes. Wat kan? Wat kan nu juist niet? Er ia een slipbaan, er is een recht stuk met verschillende wegprofielen. Vorig jaar reed de testvloot van Good year 4,5 miljoen kilometer. Chemici onderzoeken onophoudelijk nieuwe grondstoffen. Zij beproeven rubbermengsels. Het laatste nieuwe is de super-single band. Speciaal voor vrachtwagens en opleggers, die twee banden vlak naast elkaar hebben lig gen. Eén grote band is beweeglijker, zeggen de experts. De remtrommel krijgt betere koeling en de vrachtver deling is beter. De slijtage is minder en de gewichtsbesparing bedraagt wel 15 kilo per as. Goodyear is overigens niet de enige fabriek, die een toekomst ziet voor de In januari, februari en maart van het volgend jaar zullen automo bilisten via het televisie-scherm vertrouwd worden gemaakt met de eerste beginselen van de auto-tech niek. Teleac zal op twaalf achtereen- volgende donderdagavonden (van 18.30 tot 19.00 uur), te beginnen op donder dag 20 januari, de cursus „Pech On derweg" uitzenden. Iedere les zal op zaterdagochtend van 11.00 tot 11.30 uur worden herhaald. Als instructeur treedt op de hoofd inspecteur van de Wegenwacht, de heer C. van Dijkhuizen. Onderwerpen zijn o.a.: liet gereedschap, de ontste king en de elektrische installatie en het benzine-systeem. Belangstellende kijkers kunnen zich abonneren op een schriftelijke begeleiding, die in nau we samenwerking tussen Teleac, PB- NA en de ANWB tot stand werd ge bracht. Deze schriftelijke begeleiding omvat de gehele lesstof en zal in de vorm van extra katems in twaalf achtereenvolgende nummers van „De Autokampioen" aan geïnteresseerden worden toegezonden. Men kan zich o.a. via de ANWB-kan toren voor de cursus aanmelden. In Engeland is een lampje ontwik keld, dat speciaal geschikt is om op een politiehelm te worden ge monteerd. Agenten, die in het be zit zijn van zo'n hulp-lichtje, kunnen als zij pn°3ten optreden in piensen-, massa's of bij de verkeersregeling hun „bovenlicht" aanzetten, waar door zij beter opvallen. Heb lampje weegt 170 gram, geeft een blauw flikkerlicht en wordt gevoed door een motorfietsen-accu, die door de poli tiemannen aan de koppel kan wor den gedragen. De constructeurs van Lucas in Engeland hopen nu maar, dat er bij heel wat politie-corpsen een lichtje zal opgaan. Op basis van de Hillman Imp is nu ook een bestelwagentje gebouwd: de eerste Engelse bestelwagen met de motor ach terin. De laadvloer is 137,5 cm. lang en 122,5 cm. breed. De laad- capaciteit van deze nieuwe Commer Imp is 275 kilo. Als de passagierszit ting verwijderd wordt, ontstaat een extra laadruimte van 0,396 m2. Vol- end voorjaar zal met de aflevering in lederland worden begonnen. De prijs zal vermoedelijk liggen in de buurt van de vijfduizend gulden. g« Ni IN AMERIKA is onlangs de 65 miljoenste Ford automobiel van de band gelopen: een Galaxie 500. De eerste Ford werd 62 jaar geleden ge bouwd. EEN ANTIEKE BENZINEPOMP vormt de nieuwste aanwinst van het automuseum in Driebergen. Het is een geschenk van Shell, geheel ge restaureerd en gebruiksklaar. n Moskou gaan taxi's verschijnen, die maar aan één zijde (rechts) deuren hebben. De wagen is opval lend van vorm en biedt plaats aan vier passagiers en bagage. De chauf feur zit in een geluiddichte cabine: da passagiers kunnen via een versterker met hem spreken. gegalvanizeerd ijzer, dat het zon licht doorlaat door de talloze ga ten, die in de opstand tegen de Fransen in 1926 door verdwaalde kogels gemaakt werden. De acteurs zijn ook vogels van diverse pluimage. Patriarchen met haviksneuzen en arendsogen, zo uit de woestijn, schrijden voorbij in lange gewaden, op discrete af stand gevolgd door hun zwartge- sluierde vrouwen. Duitse toeristen in leren broeken, de gids in de ene, de camera in de andere hand, mar cheren doelbewust voorwaarts. Pel grims uit Perzië met witte kalotjes en puntige schoenen blikken ver baasd om zich heen. Donkere Soe- danezen, in vele lagen stof gewik keld, venten met onverstoorbare waardigheid hun verse pinda's. Een koppeltje witgekapte nonnen, ritse- kend van stijfsel, glijdt voorbij. En overal hoort men het sput teren van de motorfietsen die hun weg zoeken tussen de voetgangers door, want straat en trottoir zijn één op een oosterse markt. Een ezel protesteert luid tegen een te zware last. Achter een muur klinkt een somber lied en koperen kopjes klikken tegen elkaar, een zeker te ken, dat er een drankverkoper na dert. Vijf keer per dag roept de n-.uezzin de gelovigen o tot ge bed in de grote Umayyad moskee, een eiland van kalmte in een ko kende mensenzee. De geur van vers brood, verwerkt hout en pas-gebrande koffie ten spijt, is er toch een winkeltje, dat ons reukorgaan prikkelt. Laten we even stilstaan voor die toonbank met flesjes. Oosterse parfums, zegt de e' 'enaar, en alleen als de klant aandringt, bekent hij, dat deze oos terse geuren afkomstig zijn uit Frankrijk, Zwitserland, Nederland en Duitsland. Maar de grote flessen zijn in ieder geval gevuld met Sy- risch rozenwater en de oranjebloe semessence, die voor medicinaal gebruik bestemd is. 0 De werkplaats van de horloge maker is nog geen twee meter lang en een meter diep- Kleiner kan het niet, maar de ruimte hier moet met goud worden betaald. Nauwelijks groter zijn de winkels op de goud-suq, waar het altijd zwart van de jmensen ziet. Goud, parels en kostbare stenen spreken de oosterlingen meer aan dan een bankgebouw en de bruidschat van een vrouw en het spaargeld van 'n levenlang werken wordt gewoon lijk rond de arm of aan de hand gedragen in de vorm van dunne gouden armbanden of solide gou den ringen met dure stenen- De aanwezigheid van zoveel goud en juwelen in een zo kleine ruimte zou voor dieven onweerstaanbaar moeten zijn. Toch kan een grote juwelier zioh niet herinneren, dat er ooit iets gestolen is en hij is al vijfenveertig jaar in zaken- Naar Damasceense maatstaven is dat trouwens nog maar kort. Het is heel gewoon, dat een familie al sinds de jaren van de Amerikaan se revolutie in dezelfde branche werkzaam is en meer dan een Iaat zich voorstaan op zijn afstamming van de handelslieden uit de Mid deleeuwen. En dat kan heel goed waar zijn, want meer dan op de rijkdom van de handelswaar be rust de geest van de suq op de tra dities van gastvrijheid en vakman schap. Europa „vreet" autobanden brede, twee andere banden vervangen de banden. Natuurlijk kijkt men ook in deze branche naar elkaar. De heer G. Buitendijk, algemeen directeur van Goodyear Benelux een van de 85 Goodyearfa- brieken in de wereld ziet de toekomst optimistisch tegemoet. Op d» bandenfabriek in Wolverhampton (En geland) na, is de vestiging in Luxem burg de grootste van Goodyear: de produktie loopt van scooterbanden tot vliegtuigbanden. Men verwacht voor 1966 een nög verder stijgende vraag. De moderne mens kan zijn cirkelvormige loop vlak niet meer missen. Toen hij zich eenmaal ging mobiliseren, en de vleugels uitsloeg, heeft hij er zich met vele banden aan gebonden. A ANHANGERS door dik en dun f\_ van het Oranjehuis zijn het aan hun verknochtheid min of meer verplicht het zojuist ver schenen boek „Prinsessen vinden partners" te kopen. K. Norel geeft hierin een overzicht van de ge beurtenissen rondom de verlovin gen van de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet en het huwelijk van Irene. Bovendien vertelt hij iets over het leven van de zes ge lieven, hun afkomst en hun idea len. Kennelijk is het boek geschreven, met het doel om niemand in zijn liefde voor Oranje te kwetsen. Dat zal dan ook niet gebeuren. Integen deel, eerder zal men zich ergeren aan de fluwelen-handschoen-aanpak, die door de uitgever wordt verdedigd met de zin: „Wanneer er schaduwkanten ter sprake komen, heeft de schrijver die terughoudendheid in acht geno men die een Nederlander voelt je gens het koninklijk gezin." Alles is derhalve goed en mooi en lief aan de prinsessen en hun gezel len. Dat maakt, het boek voor de nuchtere lezer moeilijk verteerbaar. De schrijver is soms in de suikeren damesblad-romantiek vervallen en heeft voorvallen beschreven die van een grenzeloze flauwheid zijn. Wat denkt u bijvoorbeeld Van deze passa ge uit het chapiter Pieter van Vol lenhoven: Zoals gezegd heeft de heer Van Vollenhoven in het studiejaar '64- '65 hard gewerkt. Toen zat hij dikwijls tot 's nachts drie uur te studeren. Mevrouw Marie Calkho- ven, de hulp van mevrouw Delfos (Pieters hospita,-red.), vond zijn kamer dan 's morgens in grote wanorde vanwege al de boeken, die hij uit zijn kasten had gehaald en rondom zich had laten slinge ren. „Beste Marie, hoe heb je alles weer zo keurig op orde en schoon gekregen", prees hij haar als zij de kamer had gedaan. En hij was vol belangstelling en meeleven, toen een van de kinderen van me vrouw Calkhoven ernstig ziek was". Het was voor Norel niet eenvoudig om het deel Margriet-Pieter enige om vang te geven. Van hun romance is tenslotte weinig bekend, en hun verlo ving was niet met sensatie omgeven. Van de 19 pagina's tekst die dit der de deel telt zijn er niet minder dan 9 gewijd aan het voorgeslacht van Pieter, aan het noemen van belangrij ke. Van Vollenhovens en De Lan- ge's (de naam van Pieters moe der) uit vroeger eeuwen. En dat is wel heel erg veel yan het goede. De lotgevallen van Beatrix en "rene boden veel meer stof. De liefdesge schiedenis van Irene vooral was zo tumultueus en vol verrassingen, dat alleen de beschrijving van de gebeur tenissen een boeiend verhaal lever de. De wijze waarop hij de feiten heeft weergegeven is. uiteraard, zeer vriendelijk. Dit deel van het boek laat de beste indruk achter. Veel foto's van de prinsessen bege leiden de tekst. Hot zijn foto's die iedereen weleens eerder gezien heeft. en waar menigeen vertederd naar zal kijken. Zij die de romantiek van de prinsesse-liefde minnen en geen schaduwen op het geluk willen zien zullen van het boek „Prinsessen vinden partners" ongetwijfeld ge nieten. Voor anderen is het aan trekkelijk dat van drie prinsessen in één boek de romances worden beschreven. Maar zij zullen de te rughoudendheid van Norel ver foeien. J. H. (Prinsessen vinden partners, door K. Norel, uitgegeven door La Ri- vière en Voorhoeve. Zwolle. Prijs 8,50). he oude-kleren-suq kan u het antwoord geven op de vraag, waar nw oude tweed jas terecht is ge komen. Misschien is hij hier ver kocht voor een paar gulden en wordt hij nu nog een dozijn jaren Kedragen door een Syrische arbei- n®1- Grossiers uit de Verenigde Maten en Europa leveren een groot "oei van de hier verhandelde koop baar. De tweedehands pakken en Jassen worden als katoen in balen Verpakt en naar het oosten ver zeept. Zo komt het, dat boeren havenarbeiders soms sportkle- van Hart, Schaffner en Marx Harris tweeds dragen. Op de specerij en-suq is het aan- lal kruiden, dat het locale menu kijn speciale smaakjes geeft, ein deloos. Weer een andere markt le- vert pinda's, amandelen en gezou- en watermeloenzaden. De kleurigste markt, vooral voor gouwen onweerstaanbaar, is de 2ijde-suq, waar tientallen winkels biet verleidelijk gedrapeerde stof- *en tot even aanraken nodigen. Hier zijn eeuwen lang, 's werelds rijkste weefsels verkocht. De na- bien van die stoffen verraden de oosterse afkomst. Mousseline van Mosul in Irak, damast linnen uit Damascus, baldakijn, oorspronke lijk een zijdeweefsel uit Bagdad, gaas uit Gaza. Buitenlanders begrijpen nooit, boe de vele winkeliers die bijna dezelfde artikelen tegen ongeveer dezelfde concurrerende prijzen ver kopen, hun brood kunnen verdie- hen. Toch bestaat deze toestand al sinds de dagen van de oude Grieken. De regering was toen nog «en kwestie van persoonlijke lei ding. Brandweer en politie, han delsovereenkomsten en prijzen^ controle bestonden evenmin als ar beidswetgeving. Uit zelfverdediging tegenover hun klanten verenigden de handelaren zioh om orde op bun zaken te stellen- Ze stelden hiinimum eisen voor de kwaliteit Vast, huurden pakhuizen, kochten gezamenlijk in, maakten regels voor de opleiding van leerjongens, bepaalden prijzen en werkuren, gewichten en maten en verenigden zich tegen oneerlijke handelaren. Mensen, die in dezelfde branche Werkzaam waren, beschouwden zich als behorend tot een broederschap, een systeem, dat werd voortgezet in de middeleeuwse gilden, de voof- lopers van de moderne vakbonden en de genootschappen van geleer den. Tenslotte staat de klant op en zegt, daj; hij moet gean. Een aarze lend kuchje weerhoudt hem. Van beide kanten wordt pen nieuw bod gedaan en uiteindelijk komt men tot een overeenkomst. Voor vijf honderd pond veranderen beide voorwerpen van eigenaar. De antiquair roept de hemel tot getuige, dat zijn goede hart hem tot de ondergang zal brengen en pakt intussen de beide artikelen in Diezelfde avond zegt hij tegen zijn vrouw: „Weet je nog wel dat Mu- tanabi gedicht, dat we nooit kwijt konden raken? Vandaag en hij wrijft zich de handen kwam een zeer beschaafd man in de winkel, die helaas geen verstand van deze dingen had En de klant brengt aldus verslag uit over zijn aankoop. „Ik heb het te pakken gekregen en die oude dief had geen flauw idee, waar het me eigenlijk om te doen was. En die rol kunnen we altijd nog. aan je vader geven op zijn ver jaardag. Hij hecht wel waarde aan zulke dingen". Maar niet iedereen komt om te kopen of te verkopen- In de suqs zijn de beste dingen, de aanblik, het geroezemoes, de geuren, gra tis. Van het moment af, waarop we door de Jabiyah poort de straat, die de rechte heet, ingaan, zijn we getuige van een schouwspel, dat zich hier dagelijks, eeuw na eeuw, heeft afgespeeld. Het decor is tij de- loos. De donkere straat lijkt op een grote, diepe grot, de wand be staat nu eens uit zware stenen uit de Romeinse tijd, dan weer uit mas sieve rotsblokken, in de dagen van Saladin zijn graf bevindt zich in een tuin in deze zelfde markt- wijk uitgehouwen. Het geheel wordt overdekt door een dak van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 21