Verkeersprobleem nu bijzonder aecuut Verval VAN NIEL Haarlem wil ƒ90.000.- bijdragen in bestrijding van luchtverontreiniging Geen f 10.000 extra voor aanplant bloembollen Woningnood in Haarlem nog schrikbarend Aantal leegstaande woningen niet bijzonder groot Bioemendaal heeft belangstelling voor Stoops Bad Plan voor verdubbelen Raaksbrug IK WIL MAAR —ZEGGEN— Verval tijdig tegen gegaan Ontvolking Problematiek ZATERDAG 18 DECEMBER 1965 PAGINA 3 Wie nu in overbevolkt Ne derland een huis laat bouwen vraagt zich ver moedelijk niet af of dat huis er over een jaar of driehonderd nog staat. Dat zullen de steenrijke Amsterdamse kooplieden zich drie eeuwen geleden ook wel niet hebben afgevraagd toen zij hun indrukwekkende huizen bouw den aan de pas gegraven Am sterdamse grachten. Het waren stuk voor stuk paleisjes, stukken hoger dan de normale woonhui zen uit die tijd en van een luxe die ons in het snel en minder degelijk bouwende Nederland van nu helemaal het water in de mond doet lopen. De koopmans huizen van toen blijken wel een van de beste geldbeleggingen te zijn geweest voor de schatrijk geworden Nederlanders. De hui zen waren hun tijd ver vooruit. Zij waren voor die jaren indruk wekkend hoog en groot. Maar zij waren tegelijk ook zo degelijk, dat wij er nu, een paar eeuwen later nog altijd toeristen mee kunnen lokken en iedere buiten landse vorst of staatshoofd er trots in een rondvaartboot langs varen. Die hoogte van de grach tenhuizen moet indertijd een voortdurende bron van verbazing zijn geweest. Pas aan het eind van de negentiende eeuw was de schaalvergroting van de bouw uit later tijden tot dat peil ge groeid. Ook inwendig zijn verschillende huizen prachtig gerestaureerd. Dit is de volledig gerestaureerde achterzaal van het huis Singel 116, waarvan het oudste eigen domsbewijs dateert van 6 april mij- Het houten huis op het Begijn hof, een der oudste van Amster dam. Het dateert vermoedelijk van circa 1475. Uit de vele aan wijzingen die tijdens de restau ratie werden gevonden, was het mogelijk een volledige recon structie op te stellen van de oor spronkelijke toestand van het pand. Een rijtje gevels die iedere Am sterdammer wel bekend zullen voorkomen. Leidseplein 12 tot en met 18, 20, 22 en 24. Tie zijn stuk voor stuk opgeknapt bij de res tauratie van 1955. Alle huizen bezitten een vroeg negentiende eeuwse ruitverdeling. n een door wethouder Elsen- burg ondertekend voorwoord wordt in een helder betoog uiteengezet wat precies de pro blematiek is van de Amsterdam se binnenstad. De foto's zijn van het bureau Monumentenzorg en fotograaf Ad Winding. Aan de tekst van het gedenkboek werk ten mej. dr. I. H. van Eeghen, dr. L. Jansen en Ben Kroon mee. De vormgeving is van Mart Kern- pers, de uitvoering van de Stads drukkerij. Door een goed samen spel van alle medewerkers is hier een prachtig fotoboek ont staan, dat eigenlijk in de boeken kast van iedere fervente Amster dammer thuishoort, maar dat door de vrij forse prijr 22,— misschien maar een geringe groep Amsterdam-aanhangers zal halen. L. Hie. Het huis „Zeevrugt", Singel 36, bezit een als ballustrade uitge voerde attiek met de gebeeld houwde figuur van Mercurius die omringd is door attributen van de handel. De gehelmde en nogal dikbuikige Mercurius heeft een zak met „duiten" in zijn hand. ENGELSE TAFELKLOKKEN Een tweelingpand aan de Lijn baansgracht met drie deuren. De middelste geeft toegang tot de bovenhuizen. Het is een typisch voorbeeld van de achttiende- eeuwse volkswoningbouw. De huizen zien er na de restauratie weer zo goed als nieuw uit. -jBBH 3p UBv 'o'P si 'maiavvH Het hart van Amsterdam wordt zorgvuldig bewaard De grachtenhuizen waren degelijk. Zij konden eeuwen mee. Men heeft ze gelukkig ook eeuwen laten staan. In de negentiende eeuw werd er in de hoofdstedelijke binnenstad veel bijge bouwd. Maar gelukkig zonder andere gebouwen te slopen en gelukkig ook enigszins aangepast aan de prachtige bouwstijl van de „Gouden Eeuw", die in Amsterdam overigens zoals wij we ten niet voor iedereen zo goud is ge weest als geschiedenisboekjes willen doen geloven. II r is in de loop van de eeuwen I veel veranderd. Er kwam ande- ■1 re rijkdom. De patriciërs heb ben hun grachtenpaleizen verla ten. En vooral in deze twintigste eeuw voltrokken die veranderingen in het veelvuldig geprezen centrum van Am sterdam zich heel snel. Terwijl de rondvaartboten steeds voller raakten werd het langs het water in de hoofd stedelijke binnenstad steeds stiller. Tussen de beide wereldoorlogen ont volkte die binnenstad snel, zeer snel. Het fel kloppende hart van de hoofd stad stierf echter niet. Amsterdam kreeg geen dood centrum, want de vele handels en bankiersactiviteiten in de hoofdstad begonnen zich op de ze 700 hectare binnenstad van Am sterdam te concentreren. De grote de gelijke koopmanshuizen kregen nieu we bewoners, die jammer genoeg niet allemaal evenveel gevoel hadden voor de historische en luxueuze inrichting. Veel grachthuizen moesten grondig verbouwd worden om als efficiënte kantoorruimte dienst te doen. Tege lijk kwamen er nieuwe problemen, problemen die het stadsbestuur nu in het jaar 1965 nog altijd met de h n- den in het haar doen zitten. De op komst van de auto is zo massaal dat de hoofdstedelijke binnenstad niet al leen door de uitlaatgassen verstikt dreigt te raken. Nu kan men overdag nog slechts be nauwd adem halen wanneer het leger automobilisten zijn voertuigen in dub beldikke rijen op de grachten heeft ge parkeerd. Er zijn vele tijdrovende op stoppingen. In de twintigste eeuw gaat de evolutie zeer snel want de verhui zing van verschillende grote instellin gen naar de rand van de stad of zelfs naar een heel andere stad betekent de aankondiging van weer een nieuwe tijd. Door de nijpende verkeersproble men willen en kunnen vele zaken hun kantoor in het nu nog zeer fel levende centrum van Amsterdam niet meer handhaven. Verstikking van de wegen bedreigt hun toekomst. Zji verhuizen. Amsterdam zal daartegen maatrege len moeten nemen. Dat die maatrege len niet mogen bestaan uit het dicht gooien van de grachten zal zelfs oud commissaris Kaasjager inmiddels heb ben begrepen. vorm van een gedenkboek. Twee jaar geleden bij het eigenlijke tienjarige bestaan werd het idee hiervoor ge boren. Dezer dagen is het boek ver schenen. Het heet „Bewaard in het hart" en bevat een lijst van alle 650 restaura- ties die in die tien jaar zijn uitge voerd. Het eigenlijke boek bestaat uit 63 prachtige foto's van Amster damse woon- of pakhuizen die al on der handen zijn geweest en die nu weer in hun volle glorie te pronk staan. (Advertentie) OOK MET SPEELWERK Grote Houtstraat 86 - Haarlem Speciaalzaak sinds 1883 HAARLEM, 18 dec. „Haarlem doet in vergelijking met andere gemeenten niet onder in bezorgdheid ten aanzien van de gevaren van luchtverontreini ging. In alle activiteit tot bestrijding daarvan heeft Haarlem zijn aandeel geleverd", aldus verzekerde burge meester Cremers donderdagmiddag tij dens de raadszitting. Ook financieel wil Haarlem bijdragen. De Zaanse gemeen ten betalen 70 cent per iuwoner, Am sterdam 50 cent per inwoner, Haarlem wil een bijdrage geven van 90.000,-. Met dit antwoord was het raadslid Pielage tevreden. Minder enthousiast was hij over het lot van zjjn voorstel, mede ondertekend door de andere le den van de betreffende commissie van bijstand, om alsnog een extra bedrag van 10.000,- uit te trekken voor de aanplant van bloembollen. Op de begroting staat reeds een bedrag HAARLEM, 18 dec. Dat de wo ningnood in Haarlem nog verschrikke lijk is, bleek wel uit de cijfers, die wethouder Van der Veldt donderdag avond de raadsleden verstrekte: bij het huisvestingsbureau staan 6189 woning zoekenden ingeschreven. Daaronder zijn 1110 crepeer gevallen en 3496 zeer ur gente gevallen. Op de opmerking, dat er in Haarlem zo enorm veel huizen leeg staan, verzekerde hij, dat bij de makelaarsbureaus in totaal 51 wonin gen als leegstaand en te koop staan ingeschreven. Tel daarbij de niet-inge- schreven huizen naar schatting hoog uit 50 bij, dan komt men op 101. Een zeer laag getal. Als een huis leeg staat, wordt de eigenaar van gemeen tewege aangeschreven. Dan krijgt hij een maand de tijd om zijn huis te ver kopen of te verhuren, dan nog hoogs- stens twee of drie weken respijt en dan gaat de gemeente vorderen. Meestal komt het zover niet. Want dan is de eigenaar wijzer geworden. Van de 51 ingeschreven leegstaande woningen zijn nu 27 eigenaars aangeschreven. De andere gevallen zijn nog in onder zoek. Overigens zo verzekerde de wet houder schuilen achter die gevallen vaak hele tragedies. Hij betoogde voorts, dat bij de toe wijzing van woningen één lijn moet worden getroffen, tenzij er een bijzon dere indicatie is. Anders blijf je ner gens meer. Hij erkende, dat de raad destijds besloten had prioriteit in deze te verlenen aan de leerkrachten bjj het onderwijs. Maar ook hier zullen toch maatstaven aangelegd moeten worden. De belangen zullen tegen elkaar afge wogen moeten worden. Maar altijd zullen er weer teleurgestelden zijn. De wethouder hoopte maar, dat over twee, drie jaar de ergste gevallen geholpen zouden zijn. Dan kan men tenminste weer een beetje ademhalen. Men zal ingrijpende maatregelen moeten nemen zoals men dat twaalf jaar geleden ook deed toen een ander nijpend pro bleem zich had aan gekondigd. De tand des tijds was gaan knagen aan de degelijke koopmanshuizen. Verval dreigde. En wat dat allemaal met zich mee zou brengen liet zich moeilijk ra den. Er werden gelukkig maatregelen genomen. In 1953 werd als onderafde ling van de dienst Volkshuisvesting in Amsterdam het bureau Monumenten zorg opgericht, dat zich met de res tauratie van het oude Amsterdam zou bezighouden. Het eerste budget was zeer bescheiden. Van stadswege was er in 1953 maar 650.000 gulden beschik baar. Op de begroting voor 1966 sta een bedrag van bijna twee miljoen. Ook Ruk en provincie dragen aanzien lijke sommen gelds bij. En de nijpende toestand van het verval heeft zich ge wijzigd. In een nota toegevoegd aan de ontwerpbegroting voor volgend jaar kon wethouder mr, Th. Elsenburg schrijven. „De monumentenzorg :n Amsterdam ontwikkeld zich gunstig, wjj zijn het ergste verval en dus de meest kostbare restauraties te boven". Het gaat goed met de Monumen tenzorg. Naast net officiële bu reau werken particuliere instel lingen ale „Diogenes" en de „Vereniging Hendrick de Keyser" aan het behoud van het oude Amster dam, d" mooie grachtenhuizen, de kerken en hun orgels. Er worden in de hoofdstad een aantal belangwek kende restauraties uitgevoerd. De Nieuwe Kerk zal nog wel negen a tien jaar onder handen blijven. Het paleis op de Dam nadert zijn vol tooiing in nieuwe stijl. De oude Kerk, de Noorder- en de Oosterkerk wor den ook nauwgezet herbouwd waar dat nodig is. Steen voor steen Straks komt waarschijnlijk de Westerk°rk aan de beurt Men heeft al een proef- restauratie uitgevoerd met een van de ramen Men heelt nu b\j Monumentenzorg een soort herinnering willen opstel len aan die 'ien eerste moeiijjke ja ren. En men heeft dat gedaan in de van 6.000,-. Wethouder Happé be toogde wel, dat de bollen het best wel een jaartje zouden overdoen, maar de heer Pielage bleef zweren bij Haarlem-Bloemenstad. Wethouder Spek moest er aan te pas komen om te vertellen, dat men dan wel posten voor andere doelen zou kunnen uit trekken maar daarmede zou het evenwicht in de begroting verloren gaan. De heer Pielage vond dat schieten met een kanon op een mug" maar h\j wilde tenslotte die Haarlemse mug wel zijn. Hij trok zijn voorstel in, na de toezegging gekregen te hebben, dat het college een volgen de keer wat meer aandacht aan de bollen zal besteden. Ten aanzien van de rioleringswerken merkte wethouder Happé op, dat deze volgens plan verlopen. De rioolwater zuiveringsinstallatie in de Waarderpol- der hoopt men in 1968, die m Schalkwuk in 1970 klaar te hebben. Wat er intussen aan de verontreiniging van het water gedaan moet worden? Binnenkort komt er een nota met hopelijk het verlossen de antwoord. Aan het bosplan in Spaamwoude wordt met voortvarend heid gewerkt. Een technische werk groep gaat nu een programma van eisen opstellen. De opvatting van de heer Van Vel- sen, dat het in Schalkwijk saai is en dat het er allesbehalve romantisch is, kon de wethouder wel een beetje delen. Maar, zo zeide hij, een wijk moet eerst volgroeien. De stedebouwkundigen doen hun best. Het nieuwste plan voor Schalkwijk ziet er wat gezelliger uit Over de instorting bij het in aanbouw zijnde gebouw voor Openbare Werken verklaarde hij, dat niemand dat tech nisch had kunnen voorzien. De heer Buijze sprong daar meteen op in met vast te stellen, dat hoe dan ook hier een fout door mensen was ge maakt. BLOEMENDAAL, 18 dec. In Bioe mendaal vreest men voor de toekomst van Stoops Bad. De indruk bestaat dat de exploitanten van het bad afwillen. Tijdens de begrotingsdebatten gisteren in de Bloemendaalse raad heeft drs. Büekmann (VVD) gezegd, dat als de exploitant van het bad met een redelijk voorstel komt inzake eventuele toe komstige exploitatie, de gemeente dat in ernstige overweging moet nemen. De heer Laane (KVP) gaf burgemeester en wethouders in overweging in over leg met Haarlem bij instanties in Den Haag belangstelling te wekken voor overnai e het bad. Hij vertelde ons later nog, dat hij doelde op het rijk en de Nederlandse Sport Federatie. „Voor Bioemendaal alleen zouden de kosten van overname van het bad en de exploitatie natuurlijk veel te zwaar zijn", aldus de heer Laane. lemse gemeenteraad wordt voorgesteld voor het verdubbelen van de Raaksbrug en het vernieuwen van de Brouwers brug een krediet van 3.394.650. be schikbaar te stellen. Dit bedrag is in clusief een bedrag van j 34.6.JÜ. voor storting in het fonds opdrachten aan beeldende kunstenaars en aankoop van kunstwerken. In het pre-advies aan de raad zeggen B. en W„ dat de geringe breedte van de Raaksbrug in toenemende mate een knelpunt vormt voor de afwikkeling van het verkeer. Er zijn twee afzonderlijke bruggen over de Leidsevaart ontwor pen met daartussen de aansluiting van de Brouwersvaart op de Leidsevaart. De noordelijke brug is bestemd voor het verkeer van oost naar west en de zuide lijke brug voor het verkeer van west naar oost. Beide bruggen krijgen een breedte van tien en een halve meter. Om op de Leidsevaart voldoende ruimte te krijgen voor het verkeer, moet de Brouwersbrug worden verbreed en ver nieuwd, terwijl een nieuwe walmuur langs de Leidsevaart moet worden ge bouwd. De nieuwe Raaksbruggen krij gen elk twee doorvaartopeningen ter breedte van 6,2 meter. De doorvaart- breedte van de Brouwersbrug zal 4,8 meter bedragen, terwijl de doorvaart- hoogte van die brug gelijk zal zijn aan die van de Hyacinthenbrug. Alle goede bedoelingen ten spijt hebben de Haarlemse raadsle den er ruimschoots de tijd voor genomen om hun zegje te doen over de begroting 1966. Bloemendal» Heemstede en Haarlemmermeer zijn deze week evenmin achtergebleven, ook daar weten ze van wanten. Trouwens, de geruchten, die mij daaromtrent bereikt hebben uit de Bollenstreek, liegen er ook niet om. Een volgende keer moet u de gele genheid niet verzuimen om vanaf de publieke tribune, al is het maar een kwartier, de besprekingen te volgen. Het zal u dan opvallen, dat we in een bijzonder gelovig land wonen. Nergens anders wordt het geloof zo demonstratief geëtaleerd als juist in een gemeenteraad. Ik ben aan de Haarlemse perstafel eens gaan turven om na te gaan, hoe dikwijls de raadsleden hun geloof belijden met de formule: „Mijnheer de voorzitter, ik geloof, datDer- tienhonderdnegendertig keer heb ik een streepje gezet. Toen vond ik het voldoende. En er was pas één uur, drie en veertig minuten en twintig seconden gesproken. Rekent u nu maar uit, hoe massaal en veelvuldig die geloofsbelijdenis is geweest: de begrotingsbehandeling in Haarlem heeft bijna veertig uur geduurd. Vindt u het dan een won der, dat bij zoveel geloof de burge meester er wat bijgelovig tegenaan zat te kijken? En dat we aan de perstafel bepaald ongelovig waren geworden? Als ik dan ook eens iets geloven mag, dan geloof ik, dat de Haarlemse raadsleden gezellige mensen kunnen zijn. Aan hun spreken zou je het niet altijd zeggen, maar als je zo ontmoet in de anti-chambre, zich even ontspannend, de benen en ar men strekkend, dan weet je direct, dat ze net zulke gewone zielen zijn als alle andere burgers. Zelfs tijdens de vergadering zelf ont poppen ze zich in die kwaliteit. Je hoort een zucht van verlichting opgaan, als 's avonds de bodes ver schijnen met kopjes koffie op ori ginele stadhuisdienbladen. Snakkend kijken ze naar de bodes, die ove rigens helemaal geen haast maken, want ze hebben zelf al een stevig potje koffie gedronken. En dan begint het feest, dat ner gens zo huiselijk is als in de gemeenteraad: koffie met koek. Verrukkelijk. De tongen klikken en klakken (je hoort ook alles met zo'n geluidsinstallatie), de vermoeide ge zichten klaren weer op en de vroede vaderen en moederen kunnen er weer even tegen. Het gaat er zo huiselijk toe, dat niemand echt een kopje koffie drinkt. Ze zitten ge woon allemaal achter hun bakkie, het blazen ontbreekt er nog aan. Een uitzonderingspositie, ook in dit geval, neemt gemeentesecretaris Thijssen in. Hij drinkt waarlijk zijn kopje koffie: netjes met het scho teltje onder zijn sterke kin om geen smet te werpen op zijn toch al smet teloos costuum. Hij is de man maar hij heeft er ook tijd voor om de standing van het college op niveau te hou den. Het geeft hem kennelijk zorgen genoeg. Hij is ook de man, die het subtiele onderscheid in standen weet te bewaren. De bodes hebben bij voorbeeld tot plicht bij het tweede rondje koffie, bij de raadsleden al leen de kopjes weg te ruimen. Het zou natuurlijk efficiënter zijn en zeker zo gezellig, als de kopjes ble ven staan en de bodes gewoon rond gingen met grote kannen koffie, vriendelijk maar beleefd informe rend: wie nog een bakkie? Maar dat kan niet, vindt de heer Thijs sen. Hij heeft zelfs een nuance uit gevonden, die de standing van het college nog meer reliëf geeft: bij de tweede ronde krijgen alleen de burgemeester en de wethouders én een schoon bordje én een schoon kopje. Onder het klinken van de kopjes proberen de grote koppen het woord te voeren. Ze moeten tevens optornen tegen het geroezemoes van de kleine koppen, die tenslotte ook wel an ders te doen hebben. De sprekers proberen hun visie duidelijk te ma ken aan de heer burgemeester en de heren wethouders, die zich let terlijk geruggesteund weten door een schare deskundigen achter zich, ambtenaren, die flauwtjes glimla chen en problemen, die zij al lang door hebben. Af en toe schuiven zij een briefje met informaties naar een bezorgde wethouder, die in de knoop dreigt te raken. De man is van zijn promotie verzekerd. Slechts twee raadsleden zijn al tijd zeker van een zaal vol aan dachtig luisterende mensen. Dat zijn De Bruin en Peeters, uitge kookt twee mannen van het onder wijs, die weten, hoe ze voor de klas moeten staan. De Bruin is altijd de bijna fluisterende, daardoor zo over tuigende docent, Peeters is een wat meer rebellerende meester met een daverende stem, die de jongens en meisjes bedeesd in de bank laat zitten. Als Peeters spreekt, durft niemand weg te lopen, 't Zou na tuurlijk wel mogen, als men eerst maar zijn twee vingers opsteekt. Maar dat vindt zelfs een raadslid te gênant. Volledige aandacht dus in de ge meenteraad als Peeters spreekt. Dat de bovenmeester onderwijl nog wat schriften nakijkt, moet hij nemen. Maar verder hebben ook de wethou ders te luisteren. De afgelopen week waagde wethouder Spek het om tijdensde les van Peeters te praten met zijn buurman. Opeens klonk het streng uit Peeters' mond: „Spek". De ondeugende jongen keek ver schrikt op en was kennelijk opge lucht, dat de meester hem niet vroeg: „Wat heb ik net gezegd?". Trouwens, hij had er nog beroerder af kunnen komen met „Vijf maal de begroting overschrijven". Ik wil met dat alles maar zeggen, dat zo'n begrotingsbehandeling toch echt niet zo vervelend is als de kranteverslagen u zouden doen ver moeden. Je ontmoet er doodgewone mensen, die net zo praten als u en ik; die graag open deuren intrap pen; die het met u en mij, en vooral met zichzelf heel goed menen. En zonder wie Haarlem een stad zonder hersens zou zijn. Kan ik mijn vrien den en vriendinnen uit de raad een beter compliment geven? Ik geloof van niet. W. HELVERSTEIJN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 3