Actie en tegenactie in Mere dagen Geringe oogst voor stropers PIET ¥1M LEYEN - kikkervanger in Hensbroek - niets aan van boze brieven IN DIENST VAN DE WETENSCHAP D trekt zieli Met plukje gras „Kikkervast" Dierenvriend ZATERDAG 18 DECEMBER 1965 De donkere dagen voor Kerst mis zijn extra donker voor het wild. Hazen, konijnen, fazanten en patrijzen moeten vooral in deze tijd hun tol betalen voor de bescherming die ze in andere jaargetijden van jagers en jachtopzichters hebben geno ten. Een magere tol dit jaar: de meeste konijnenvelden zijn op nieuw geteisterd door de onuit roeibare myxomatose; hazen heb ben hun tweede worp zien ver kommeren in de natte moesson en de patrijzen zijn gedecimeerd door chemische bestrijdingsmid delen. De jagers, verantwoorde lijk voor het reguleren van de wildstand, maar te\ ns voor haar instandhouding, moeten dit keer de nadruk leggen op hun tweede taak en oogsten van hun kost bare investeringen magere rente. De hoge prijzen die het schaarse wild tegen Kerstmis zal opbren gen, maken hun verliezen bij lange na niet goed. De oogst van enkele maanden velddienst: een compleet arsenaal van schietgerei dat door de stropers als total loss kan worden beschouwd. Tussen de theekopjes op tafel sprongen vier dikke, grote kikkers. Ze wipten lenig tegen elkaar op en over elkaar heen, hun gladde, hijgen de lijven glimmend in het zachte schijnsel van de kamerlamp. Soms gleed er een, na zo'n mach tige sprong, op z'n buik door over het tafelkleed. Dan lag hij een ogenblik plat, de pezige vlerken gespreid en de ogen bol en uitdrukkingsloos gericht op de man, die met snelle handbe wegingen de kikkerdans tot op het vlak van de tafel beperkte. De haas, ook een dankbare prooi van de stroper. De politiehond ontfermt zich" niet alleen over vluchtende stropers maar ook over weggeworpen geweren en ander stroperstuig. Al blaffend attendeert hij de politiemannen op zijn vondst. VIC LANGENHOFF Piet van Leyen: Die lui HAYE THOMAS eten ook hun koeielapje." De weidelijke jager zal daar niet te zeer om treuren. Zijn bedrijf is ook in vette jaren al zwaar verliesgevend, maar hij getroost zich de kosten ter- wille van de vreugden die de dagen in het jachtveld hem altijd weer bieden. Het tableau is daaraan in feite on dergeschikt. Er is echter juist in deze dagen nog een andere categorie ac tief, die het wèl uitsluitend om de buit gaat: het gilde van de stropers. Zjj opereren in de nacht met lichtbak ken en netten, met strikken en klem men en de laatste tijd in toenemende mate met snelle auto's, waarmee ze de goede jachtvelden afrijden om nu hier, dan daar hun slag te slaan. De vele nieuwe ruilverkavelingswe gen stellen hen steeds beter in staat om het wild in korte tijd te benade ren en terwijl de motor blijft draaien richten zij vanuit het portierraampje de flobert of het hagelgeweer op niets vermoedende hazen en konijnen en zelfs op reeën, om na het inladen van de buit spoorslags te verdwijnen. Het wild, dat onmiddellijk op zijn hoede ls ais een auto wordt geparkeerd en mannen te velde trekken, heeft nog altijd niet geleerd, dat ook een ronken de auto gevaar kan opleveren. De mannen van de veldpolitie, die nu al met vier gemotoriseerde brigades door het land kruisen, weten het des te beter. Ook zij verhogen in deze weken hun activiteit, voorzover dat trouilles zijn heel het jaar door bij dan nog mogelijk is, want hun pa- dag en nacht op pad om het wild de grootst mogelijke bescherming te ge- Het is een apart slag mensen. Hun uniform" bestaat uit een vale jas, die in een langdurige veldpraktijk lezen en schrijven heeft geleerd; een verschoten en vaak- verzopen hoedje en een paar stevige rubberlaarzen. Hun uitrusting wordt gevormd door een kijker, een schijn werper, een pistool en een van actie gespannen hond, die het bouvierbloed meestal combineert met dat van een Duitse herder. Het zijn mannen van weinig woorden, met minstens één gemeenschappelijke karaktertrek: een geweldige liefde voor hun merkwaar dig vak. Ze zien er niet tegenop om tot 's nachts half twee in bukkende houding rond te struinen in een kne- kelig bosje, waar eerder in de nacht een verdacht lichtje gesignaleerd is; om de andere morgen vóór achten weer uit te rukken om te patrouille ren in ondergelopen gebieden, waar het wild, door het water op een hoop gedrevjn, een gemakkelijke prooi kan zijn voor kwaadwilligen. Ze schrikken niet terug voor een veldloop met wor stelingen in zwiepend kreupelhout, of voor soppende laarzen bij het ne men van een te brede sloot. Maar even goed kunnen ze een dag en een nacht als versteend blijven posten bij een verse verzameling reeënstrikken. Ze plakken, als ze dat nodig vinden, kosteloze overuren aan hun officiële diensttijd, gedreven als ze worden door een hartstochtelijke liefde voor de na tuur en een even hartstochtelijke haat tegen de vaak weerzinwekkende me thodes van hun tegenstanders. Maar bij dat alles leggen ze een grote voor zichtigheid aan de dag en weten ze het besef levend te houden, dat zelfs voor een gestrikte ree of een dood geschoten hond nooit betaaid mag wor den met een mensenleven Overste Jhr. B. W. F. m Beaufort, hoogste chef van de velddetachemen- ten, prent zijn mannen leri overvloe de telkens weer in, dat juist in déze politiedienst een noodlottig struikelen tot de reële kansen behoort, als men al te snel een vuurwapen gereed houdt. Maar het blijft in laatste instantie de verantwoordelijkheid van de man te velde om tijdens een nachtelijk treffen met gewapende tegenstanders te bepalen, wanneer het trekken van een vuurwapen uit lijfsbehoud gebo den is. Schieten op mensen komt gelukkig weinig voor", zegt opperwacht meester B. de Wijs, comman dant van het detachement Zon dert. „Maar des te vaker leggen ze DE MAN: De breedgeschouder de Westfries Piet van Leyen, vanuit zijn knusse woonstulp in Hensbroek één met de natuur in het Noordhoilandse polder land. Met zijn grote „dubbel loops" snel en trefzeker in de hazenjacht, een handig fuiken visser, maar bovenal een inter nationaal bekend kikksrvanger. DE KIKKERS: Twee van het groene en wee van het bruine ras, hier in het Noorden onze meest voorkomende kikkersoor ten. In deze tijd van het jaar hebben zij zich in feite uit het openbare leven teruggetrokken. Behoren zij, diep weggekropen in kleffige modderbodems of vreemd m dwaas hangend in de kroostbanken te „wintersla pen". Maar op en rond de tafel in huize Van Leyen waren beide partijen in hun element. De kikkers, omdat de warmte van de snorrende haard hen onwillekeurig aan de zomer deed den ken. Ze werden met de minuut snel ler en beweeglijker. De man, omdat hjj in deze ongunstige kikkertjjd toch maar weer een aardige voorraad had. Hij nam een der kikkers in zijn hand en wreef met zijn duim zachtjes over de witte buik met stippeltjes. Op de tafel lag een briefkaart die op beide partijen betrekking had. De kikkers konden en de man wilde er zich niet druk om maken. En toch waren er op de kaart een paar har tige woordjes geschreven: „Als je je villa, je land en je auto hebt bemach tigd ten koste van het ontzettende lij den van deze dieren, dan hoop ik op recht dat je daarvan de terugslag zult ondervinden. En niet alleen jij, maar ook je familieleden, want je zoon bijvoorbeeld is ook al een' beul!" Kaarten en brieven van deze strek king dwarrelen geregeld door de brie venbus van Hensbroek 53. Want Piet van Leyen en de kikkers vormen te zamen een hoofdstuk, dat zeer velen zwaar op de maag schijnt te liggen. Piet van Leyen vangt jaarlijks ve le duizenden kikkers. Hij schept ze met een net uit sloten en vaarten en 's winters baggert hij ze eenvoudig uit de modder. De kik kers worden bij hem thuis in een gro te betonnen put verzameld. Vandaar- uit worden ze gesorteerd en gaan ze met een pluk vochtig gras in be trekkelijk platte dozen. De volgende etappe is het kleine stationnetje van Opdam. Daar begint voor de kikkers de weg naar het einde. Meestal voert die weg naar laboratoria en zieken huizen in Nederland. Geregeld reizen ze ook naar België. En soms komt de KLM er aan te pas. Dan passeren de kikkers de douane van Schiphol om, vooral per vliegtuig, de afstand tussen Hensbroek en Curagao binnen zestien uur af te 'eggen. Dan komen de kikkers ver van hun modderige kroostrijke domeinen terecht in de we reld van de witte jassen, reageerbuis jes en injectienaalden, om in dienst van de wetenschap als proefobject te fungeren. De groep mensen die daar ronduit tegen is, blijkt altijd weer gro ter dan men denkt. Uit deze kring volgt na eike publicatie over Piet van Leyen een spervuur van doorgaans anonieme briefkaarten op de brieven bus van Hensbroek 53. „Ik geef er niks om", zei ons Piet van Leyen in zijn zangerige West fries. „Ik denk altijd maar weer dat die lui toch ook hun koeielapje eten. En in deze stemming blader ik rustig de „boze fanmail" door, want er kan altijd een nieuw orderbriefje voor kik kers zijn tussen geraakt. En dat wil ik natuurlijk niet missen." Hij zit nu zo'n vijfendertig jaar in dit vreemde vak. Heel vroeger, zo vertelde hij ons. over het kroost van de sloot. Hjj is immuun voor de camouflage van de schutkleuren. Zijn loerende ogen blij ven geruime tijd op de kleine oneffen heden in het kroost gericht. Dan, plot seling is zijn net onder de kikker en schept hij het dier er uit. Soms zitten er wel drie of vier tegelijk in de kromming van het net. In feite blijft het „kruimelwerk". De hele besten doen zo'n paar kwartjes per stuk. Maar de „kruimels" in dit kikker land bij uitstek zijn overvloedig. En doorgaans heeft Piet van Leyen er een goede boterham aan. Hij. zijn vrouw, zoon en dochter tje en zelfs opa van 97 in de hoek bij de haard, zijn zoals dat heet „kikkervast". Ze grij pen de glibberige, krompotige mon stertjes in alle standen. Ze rollen ze om in hun handpalmen en kunnen zich eenvoudig niet voorstellen, dat er mensen zijn die alleen al bij de aanblik van een kikker gillend weg stuiven. Zij weten er ook alles van. En als Piet van Leyen over kikkers praat, heeft dat dé allure van een college. De groene, zo vertelde hij ons, is de waterkikker bij uitstek. Hij is ook bijzonder sterk in de poten en zijn sprongen kunnen een formidabele hoogte bereiken. Zo in de maanden mei en juni kan je de mannetjes horen brullen. Dat is dan hun lokroep voor de wijfjes, die er met z'n allen op uitgetrokken zijn om hun eitjes als kleine gelatinebolletjes te leggen. In tegenstelling tot de groene, is de brui ne kikker meer op het land georiën teerd, alhoewel ook deze zich heel goed in het water kan redden. Deze soorten, met de heide- en boomkikker de in Nederland voorkomende kikker rassen, opereren meestal in groeps verband, vooral omdat hun manier van optreden vrij erschillend is. Het zijn rovers van niet geringe beteke nis, die razendsnel hun dubbelgevou wen kleeftong op de prooi zoals vlie gen, muggen en wormpjes kunnen uit slaan. Ze hebben ook stevige kaken en die komen goed van pas, want soms, zo zei ons Piet. van Leyen, zijn er complete oorlogjes onder het kroost. Het is niet zelden voorgeko men dat hij een kikker ving, die een ander nog half in zijn bek had... Geruime tijd werden deze dieren beschermd door de zg. Kikker- en egelwet, maar deze wet is nu weer af geschaft. Het valt ook moeilijk te zeg gen of Piet van Leyen met zijn inten sieve scheppartijen de kikkerstand ernstige schade toebrengt. De menin gen daarover lopen zeer uiteen. Maar de meesten zijn het er toch wel over eens dat de strenge winter van 1962 meer kikkerleed op zijn geweten heeft, dan alle activiteiten van Van Leyen bij elkaar. De man zelf is er ook heilig van overtuigd dat er bij zijn vangsten nog ruim voldoende kik- aan op de hond. Ik heb er al ver scheidene verspeeld. De voorlaatste kwam de stroper op drie maanden hechtenis te staan, plus twee maan den voorwaardelijk met als voorwaar de dat hij de hond zou vergoeden. Hij heeft dat in de gestelde tijd niet ge daan en zal er dus nog' twee maanden voor moeten ziften: maar daarmee krijg ik geen nieuwe hond." We zjjn hiermee op een teer onder werp beland. „Een man zonder hond is niets", stelt opper De Wijs, en goed afgerichte politiehonden kosten 800 tot 1000; een bedrag dat de politie man zelf op tafel moet leggen: het Rijk schaft geen honden aan, geeft alleen een dagvergoeding. Daarvan moet de hond worden gevoed en ge huisvest en wat er dan nog overblijft is voor de „afschrijving". ,,ais een hond zes jaar in dienst blijft, heb ik het aankoopbedrag er uit, maar zo'n tjjd halen ze zelden.' 2jjn laatste hond is juist twee weken geleden ge storven aan een nierziekte, die hij maanden tevoren had opgelopen tij dens een urenlange „diensttocht" door ijskoud water. „De honden hebben het dikwijls zwaar te verduren. Ze laten zich door geen enkele hindernis terug houden en vaak lopen ze bovendien rake kiappen op." Het is dank zij de honden dat de veldpolitie 'n 99 van de 100 gevallen de betrapte stropers ook in handen krijgt. „Zonder hond krijg je ze meestal met te pakkerGeen enkele stroper wacht als hij betrapt wordt de komst van onze mannen ai' en vooral in bosterrein zijn ze hun achtervolgers gauw te vlug af. Met de hond aan de broek zetten ze het vluchten wel uit hun hoofd. Meestal beperkt de hond zich niet tot de broek alleen." Opper De Wijs heeft met de slachtoffers niet veeJ medelijden. „Ze weten dat we, als ze op de vlucht slaan, de hond sturen, en het is bovendien heel wat minder riskant dan een schot; een beet in gauw genoeg genezen." In de kamer waar hij bureau houdt, hangen een reeëkop en diverse geweien aan de wand; één ervan is een geschenk van Prins Bernhard, uit erkentelijkheid voor het werk op de Veluwe. Voorts prijken er de certifi caten van een reeks trouwe honden, die allemaal al in de eeuwige jacht velden vertoeven. En dan staat er nog een lange rij zilveren bekers, gewon nen in de duivensport. Wordt de stroperij doorgaans niet evenzeer als een sport ge zien? Leeft de kleine man, die niet aan jagen ioekomt, op deze manier een jaclitpassie uit? „Was dat maar waar", zegt de Zun- dertse commandant. „Bijna alle stro perij wordt gepleegd door een slag van mensen die alleen op geld uit zijn en voor wie geen middel te bar baars is. Een gesloten seizoen ken nen ze niet en als ze een moederdier kunnen strikken zullen ze het verhon geren van een kalf of een nest jongen op de koop toe nemen, 's Winters con troleren ze hun klemmen vaak pas na dagen, omdat het wild dan toch niet bederft. Het is afschuwelijk als je ziet, hoe de geklemde dieren in een doodsstrijd van soms méér dan een dag de grond hebben omgeploegd. Hetzelfde geldt trouwens voor de vo gelvangst, die sinds de sluiting van de Belgische markten weer sterk is toe genomen. We hebben het meegemaakt dat er sijzen waren gevangen met lijmstokken. De mannetjes, die bij volièrehouders goed geld opbrengen, waren meegenomen, maar de poppen hadden ze met stokken en al in een sloot gegooid. Daar lagen ze vastge plakt te kreperen." Maar wordt aan het stropen van wild zoveel verdiend, dat het lonend is om er met de auto op uit te trekken en het risico te lopen van boetes, hech tenis en verbeurdverklaring van de vangmiddelen, inclusief de auto? „Het is inderdaad een winstgevend bedrijf zegt opper De Wijs. „Vorig jaar hiel den we twee man aan die in ander half uur tijd 15 hazen hadden gescho ten. Volle hazen die in Nederland 11 per stuk opbrengen, en in Belgie nog méér. Dat betekent ongeveer 60 per man per uur. In goede jachtvelden heb je vanuit een auto zó een hoop ha zen geschoten." De „beroepsstropers" beperken zich trouwens niet tot de jachtvelden. Een paar weken geleden schoten drie man uit 't Heike waar de zware jongens van stroperij en smokkel nog lang niet allemaal be keerd zijn twaalf herten neer in een... omrasterd hertenkamp bjj Ber gen op Zoom. De eigenaar miste tel kens enkele van zijn dieren en op een goede dag viel een auto met zo'n hert erin in handen van de politie. De daders wisten te ontkomen, maar en kele dagen later werd opnieuw een auto vol hertebout aangehouden, deze keer met chauffeur en al. „Dat was gewoon diefstal, dat is door onze colle ga's opgeknapt." Een ander sterk stuk was de dief stal van twee kostbare geweren uit de afgesloten auto van een jachtopzichter. Het ene geweer, waarde 1000, werd later in beslag genomen bij een aan- gehouden stroper; het andere, waar de 1500, had de man in België ver kocht voor.100! e maximum geldboete voor stro perij is 1000; de maximum gevangenisstraf twaalf maan den. Verbeurdverklaring van de auto, als middel waarmee het mis drijf is gepleegd, komt de laatste tjjd steeds meer voor; maar ook dat houdt de stropers niet tegen: de auto waar mee ze opereren is meestal maar een paar honderd gulden waard, dat is in enkele goede dagen terugver diend... Kans op winst is er voor de stropers nog steeds, ondanks de vier mobiele brigades. De politie heeft te weinig mensen voor deze dienst en dat komt volgens overste De Beau fort mede doordat de meeste jonge po litiemensen er niet de ware liefhebbe rij en het doorzettingsvermogen voor hebben. Er is nu een oplossing in zicht, die bestaat in het aanstellen van assistenten, mannen die niet de hele politie-opleiding hoeven te vol gen, maar die wèl doorkneed moeten zijn in het veldwerk en in de kennis van jacht- en vogelwet. Enkele as sistenten zjjn al in opleiding; ze wor den gerecruteerd uit de kringen van de jonge jachtopzichters en ingezet onder leiding van politiemannen. De eerste ervaringen zijn uitermate gunstig. Men mag dan ook verwachten, dat de organisatie van mobiele veldde- taehementen, die in 1956 hun baker mat hebben gevonden op de Veluwe, in de toekomst verder zal worden uitgebouwd. De steeds driester ope rerende stropers maken dat hoogst noodzakelijk. gingen de kikkers nog wel eens naar Frankrijk om daar hun vlezige bil- werk in dienst van de consumptie te stellen. Maar dat is er al lang niet meer bij. Soms belt er nog wel eens een Chinees uit Amsterdam, maar die krijgt bij Piet van Leyen geen voet aan de grond. Zijn kikkers in de be trekkelijk platte, kartonnen dozen reizen aitijd naar wetenschappelijke instellingen. De vraag er naar is groot en on verminderd op niveau. De een wil groenen met lange poten, de ander Zijn snelle lenige handen zijn „kik kervast". Het van gen en pakken le vert hem geen en kel probleem op. kers in de sloten en vaarten overblij ven. Bang voor concurrentie is hij ook niet. Want de ervaring heeft hem geleerd dat het vangen van deze die ren een heel bijzonder vak is. Steek proeven hebben hem dat bewezen. Want als hij eens een kennis of een buurman liet meejagen, dan bleek al tijd dat die het merendeel van de kik kers eenvoudig niet zagen. Neen, eigenlijk heeft alleen Piet van Leyen het in de dikke lenige vingers. Hij is er ook vol van. Zo vol dat er zelfs in de vakan tie nog gevangen wordt. Dan trekt Van Leyen naar de Brabantse vennen, waar vader Piet een speciale vang- vergunning heeft. Dat is begonnen tijdens een dagje uit in Helmond. Van Leyen parkeerde zijn auto toen bij een vijver. Nadat hij was uitgestapt hoorde hij zo'n daverend gekwaak, dat hij meteen dacht van; wacht eens effe... Sinds die dag heeft hij er ge durende de zomermaanden Brabant bij. En dit alles bij elkaar is vol doende om aan de vraag te voldoen. Piet van Leyen gaat rustig zijn gang, ongevoelig voor de kritiek. Toen we hem nog eens op de briefkaart wezen, maakte zijn vinger een tocht door de huiskamer. De vinger wees naar het aquarium met dikke volle goudvissen, naar de twee katten, een zwarte en een blinde witte kat, het troetelkind van zijn dochtertje, dat het dier pop- pekleertjes aantrok en in een poppe- wagentje de kamer rondreed. Tenslot te wees de vinger op een reusachtige Sint Bernardsbond, naast opa bij de haard. „We hebben ook nog een geit en konijnen", zei Piet van Leyen. „En tot voor kort had mijn dochter tje voor haar zelf een grote dikke kikker. Een pracht exemplaar, breed in de nek en fors op de poten. We noemden hem Bill. Bill is nu in Den Haag. een jongetje dat van zjjn ouders een terrarium had gekregen heeft erom gevraagd en Henny heeft toen haar kikker afgestaan." vraagt bruinen met spitse snuiten. De een wil groten, de andere kleintjes. De man van Hensbroek schept ze uit het water. Hij is een kenner bij uit nemendheid geworden, zo nadrukke lijk zelfs, dat zijn rustig starende blik soms heel duidelijk aan die yan een kikker doet denken. In zjjn jacht op de groene en bruine rakkers gaat hij ook in complete kikkerstijl te werk. In de voor de nachtrust bestemde tijd trekt hij er met zijn staaflamp en net-aan-ïange-stok op uit. Het schijn sel van zjjn lamp gUldt dan langzaam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 9