14
Classis zijn proef predikatie. Zijn beroeping volgde op 3 januari 1634
en 19 februari werd hij door Ds. Geesteranus bevestigd.
In het "Register-boeck van de Litmaten onser Gemeinte" lezen we hier
over: "A 1634 feb. 19 bin ick Johannes, Lubbertials eerste Dienaer
des godtlicken woorts alhier, in mijner eersten dienst van D. Henrico
Geesterano Predicant tot Haerlem in een oue schuer bevesticht. Den
16 April, in de selve oude schuer bij thuis te Bloemendael toebehoo-
rende Lucas Van Valckenborgh het eerste Avontmael gehouden, en tot
oude litmaten bevonden dese navolgende". Hierna volgde een lijst met
26 namen van garenblekerssnijders, blauwselmakers en de voorzanger
Hercules Jacobse. De lijst met nieuw aangenomen lidmaten bevatte 130
namen, waaronder tuinlieden, kleermakers, lakenblekers en logers.
Velen kwamen bijvoorbeeld uit Amsterdam, Leimuiden, Haarlem, Oost-
zaan en Leiden, waar ze reeds belijdend lid van de kerk waren.
Daarna kreeg Lubberti assistentie van een ouderling en diaken, welk
aantal spoedig werd verdubbeld toen"D.Johannes Lubberti te kennen
had gegeven, datter nu wel stoffe is om noch een ouderling ende dia-
con by de voorighe te voeghen". Op 25 april 1634 werd hij als lid van
de Classis Haarlem aangenomen.
Het kerkgebouw
Uiteraard was men niet van plan
om in "de oude schuer" te blij
ven. De gedachten gingen uit
naar een behoorlijk kerkgebouw.
Dit kon er alleen met voldoende
geldelijke steun komen. Jammer
genoeg ontbreekt het eerste no
tulenboek uit de ambtsperiode
van Lubberti, zodat we aangewe
zen zijn op de "resolutiën" van
de Haarlemse burgemeesters en
de notulen van de Classis Haarlem.
Uit de laatste blijkt dat men
Lubberti toestemming gaf om "de
boer op te gaan" en dat men tijdens
zijn afwezigheid voor een vervan
ger zou zorgen. De grootste bedragen kreeg hij van de tappers uit Over-
veen, Schoten en Santpoort. Eigenlijk gaven ze niet uit eigen beweging,
want een wet van de Staten van Holland uit 1616 schreef voor, dat de
tappers van elke ton bier en van elke stoop wijn, die bij hen gesleten
werd, respektievelijk 10 en 2 stuivers belasting moesten betalen.
Maar Loo en Van der Camer zaten ook niet stil. Op 6 september 1634