KRUISVAARDERS VAN SINT JAN tement. Maar de heer van Brederode, die via de Classis dit verzoek ontving, gaf geen toestemming. Blijkbaar was er al een dringende nood zaak, want Lubberti leende 250 gulden uit de diaconiekas tegen 5% per jaar, terwijl hij beloofde niet eerder te zullen vertrekken dan zijn schuld voldaan te hebben. Om onbekende oorzaken verliet hij echter al spoedig zijn eerste gemeente en in juni 1641 werd hij te Deventer tot predikant gekozen. De maand daarop werd hij bevestigd. De nieuwe predi kant in Bloemendaal was Petrus Junius Johz.die op 20 juli 1642 door Ds. Aegidio de Breen werd bevestigd. Op de kerkeraadsvergadering van 8 augustus vernam hij, dat zijn voorganger 250 gulden leende, maar daar nog niets van had terugbetaald. Ook het eerste notulenboek bleek te zijn verdwenen: "In mijnen dienst bevestight sijnde, hebbe geen kercke- licke acten beschreven gevonden; uijt wat oorsaecken is onbekent; de kerckenraet verclaerde niet anders te weten, of alle verhandelde saec ken waren te boek gestelt". Uiteraard werd ook Lubberti hiervan ver dacht. Men stelde dadelijk een brief op, waarin de teruggave werd ge ëist van de "voorgeschreven penningen", inkluis de verlopen rente en de eerste akten van de kerkeraad. Op 28 november kwam er een brief van Lubberti, waarin hij weigerde het geld terug te betalen, omdat hij het gebruikt had voor de opbouw van de pastorie. Over het akteboek schreef hij niets. De kerkeraad besloot de Classis Haarlem in te scha kelen, die echter zei, dat zulke zaken niet tot hun vergaderingen hoorde. Weer schreef de kerkeraad naar Deventer, vergezeld van een co- pie van zijn eigen obligatie, die nog in de diaconiekas aanwezig was. Begin 1643 verzuchtte de kerkeraad nog geen antwoord te hebben ont vangen. In juni van dat jaar reageerde Lubberti op de laatste brief, waarin hij volhield het geld voor zijn huis gebruikt te hebben en van het akteboek niets af te weten. Tot 1647 horen we niets meer van dit geval. Maar toen de kerkeraad vernam, dat hij in juni van dat jaar in Deventer was overleden en dat op zijn goederen conservatoir beslag was gelegd, besloot men de kerkeraad van Deventer van zijn schulden die hij ook in Bloemendaal had, op de hoogte te brengen. Vijftien september 1647 antwoordde de kerkeraad,dat zij graag de originele obligatie wil den hebben, wat "de diaconie tot voordeel strecken" zou. Dit is de laatste keer, dat over Johannes Lubberti werd gesproken. Nergens blijkt uit dat men in Bloemendaal nog ene cent terugzag van de diakoniegel- den. Evenmin kwam het notulenboek terug, waardoor bijna 10 jaar kerk geschiedenis onbeschreven zijn gebleven. EEN NIEUW GEBRUIK VAN EEN OUD LANDHUIS In het voorjaar van I960 vestigde het "Gezelschap de Kruisvaarders van Sint Jan" zich in de eeuwenoude buitenplaats "DUINZICHT" aan de Vogelenzangseweg 77 te Vogelenzang. Vanaf dat moment werd het gebouw ook omgedoopt in het "VAN GINNEKENHUIS"zo genoemd naar de stichter van het gezelschap, Prof.Dr. Jac. van Ginneken s.j.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1977 | | pagina 17