g
Henriëtte Bienfait
naar Amsterdam. Pogingen van zijn schoonmoeder om hem in een huisje in Ro-
zendaal bij Velp op krachten te doen komen, baatten niet: op 31 jarige leef
tijd stierf hij en werd in de Gelderse gemeente ter aarde besteld.
Vijftig jaar na zijn dood werd de bekende bank onthuld te Duin en Daal, in
1929 overgebracht naar de Brederodelaantussen de Donkerelaan en de Krul-
lenlaan, in de omgeving van het meertje van Caprera. In die bank en stel
lig ook in de naamgeving aan de Genestetlaan heeft men dus ongetwijfeld de
dichter willen eren, en niet de predikant, die overigens in heel wat nauwer
en langduriger kontakt geleefd heeft met Bloemendaal dan de dichter, het
geen niet wegneemt, dat het genoemde meertje éen der meest geliefde plek
jes was van de laatste, getuige pennevruchten als "De liefste plek" (1854),
"Morgen bij de duinen" (1857), "Bij Meer - en Berg" (1858) en "Naar de Natuur"
IETS MEER OVER DE OUDSTE PETRUS
Geheel gespeend van poëzie schijnt overigens de Bloemendaalse predikant ook
niet geweest te zijn, want van zijn hand zijn enkele regels gevonden in het
"gastenboek" van Cornelis Aarnout van Brakel, éen der bewoners van hofste
de Saxenburg, die op het tegenwoordige sportveld tussen Zomerzorglaan
en de Donkerelaan een vinkenbaan bezat, waar familie en talrijke vrienden
zich "vermaakten" met de vogelvangst. Onder hen heeft zich de predikant be
vonden, want op 2 oktober 1775 rijmde hij in poesie - albumstijl:
Gelijk ik mijnen naam hier in uw boek doe leven,
Zo blijft gij waarde vriend ook in mijn hart geschreven.
Onze meest Bloemendaalse P.A. de Genestet is minder bekend, doch de kerke-
raadsnotulen uit zijn ambtsperiode laten wel een kleine karakterschets toe.
Hij maakt de indruk een eigenzinnig man geweest te zijn, die fel anti - rooms
was en volgens de latere Bloemendaalse predikant H.H. van Brakel niet vrij
te pleiten van"kleingeestige heerschzucht".Wanneer wij echter de ingrijpende
veranderingen in aanmerking nemen, die op nationaal en internationaal ter
rein plaatsvonden en die zijn eerste en enige gemeente zeker niet onberoerd
gelaten hebben, dan komt deze man ons voor de geest als een traditie-gebon
den, orthodox, maar eerlijk man. Hij moet met overtuiging bidstonden gehouden
hebben om God de overwinning af te smeken in de oorlog tegen Engeland