6 de jonge Wijdeveld een werkwijze kennen, die, in navolging van de Fransman Viollet-le-Duc, uitging van vroegere stijlen, maar die zich tevens kenmerkte door een nieuwe behandeling der bouwmassa's en een originele ruimtelijke ont plooiing. Hier moet hij hebben leren zien, dat de 19de-eeuwse bouwers ten onrech te het verband verwaarloosd hadden tussen architectuur en het kunst-ambacht en dat de studie der mogelijkheden van het materiaal ten behoeve van een zuiver konstruktief geheel een eerste vereiste is voor elke vormgeving. De oprichting van de kunstnijverheidsschool Quellinus, oorspronkelijk bedoeld als opleidings instituut voor beeldhouwers, heeft ongetwijfeld plaats gehad onder invloed van de plannen, die Cuypers met het Rijksmuseum had. Toen Wijdeveld 19 jaar was, ging hij twee jaar in Engeland werken bij John Groll en John Belcher, voor de internationale prijsvraag voor een Vredespaleis in Den Haag. Terug in Nederland werd hij medewerker aan de bouw van het Vredespaleis en door Cordonnier uitgenodigd bij hem in Lille en Parijs te komen werken. In die tijd maakte hij studies van de werken van William Morris (1834-1896) en John Ruskin (1819-1900), waardoor zijn belangstelling voor maatschappelijke her vormingsmogelijkheden gestimuleerd en zijn inzichten in de esthetische problema tiek der industriële productie verdiept werden. Daarna, als, internationaal gevormd architect en met een brede belangstelling voor diverse aspecten van cultuur en maatschappij, vestigde hij zich in .1914 in ons land. De opdracht van baron van Heeckeren voor de bouw van een villa te Bloemen- daal - die hij de naam "Endymion" mocht geven - behoort tot het eerste werk dat Rembrandt De samenzwering der Bataven. in pen en penseel, ca. 1661

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1978 | | pagina 6