met zijn jeugdige huisvrouw Susanna, benevens hunnen kleinen Frederik mede van de partij waren: Cornelis en Agatha, broeder en zuster, en goede vrienden van het paar, benevens Justus, een student, Antonie, een bedaagd vrijer en Adriaan, een aankomend jongeling". Reeds buiten de Houtpoort -"Kom daar nu er eens om", zou Vader Stastok zeggen- "schitterde de zon in het jeugdig groen, waarmede de bomen der groote Dreef prijkten, en het was, alsof de balsemachtige geur des levens onze wande laars tegemoet woei"Er volgt een bespiegeling over de ver houding tussen natuur en kunst en Agatha deelt het gezelschap zelfs mede dat zij bij de aanblik van al dit Mei-groen "een rilling van godsdienstige eerbied" door haar heen voelt gaan, een ervaring, die ook de anderen blijken te kennen, maar waar ze niet lang bij stil blijven staan, want de kleine Frederik wil graag weten hoeveel koeien er in de weilanden staan, een vraag, die leidt tot een becijfering van de veesta pel in Holland en een berekening van de hoeveelheid melk en bo ter daardoor geproduceerd, een bezigheid die het gezelschap na afloop naar de broodkorf drijft. Ook de tegenstelling Classicisme en Romantiek wordt op populai re wijze aan de orde gesteld bij het passeren van een z.g, Engelse tuin met bergen als molshoopjes, hetgeen leidt tot terechtwijzigingen aan de leden der middenstand, die al te zeer op voet van gelijkheid met de "Grote Heren" willen leven. Via 12

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1980 | | pagina 12